Openbaring – De opname van de Gemeente
I. Wij hebben de afgelopen tijd besteed aan de brieven van Jezus aan Zijn Gemeente. Ik heb er persoonlijk heel veel van geleerd en ik ben God zo veel meer gaan waarderen, ik ben zo veel meer onder de indruk van God!
II. Aan het begin van onze studie in Openbaring hebben wij gezien, dat Jezus ons een indeling van het boek geeft. Dit is zeer handig, anders wordt Openbaring één grote wirwar van bizarre symboliek. Jezus zegt:
A. Openbaring 1:19 –“Schrijf nu op wat u hebt gezien, en wat is, en wat hierna zal geschieden.
i. “Wat u hebt gezien” is het visioen dat Johannes in Openbaring hoofdstuk 1 gezien heeft.
ii. “Wat is” duidt op hoofdstuk 2 en 3, het tijdperk van de Gemeente, dat met Pinksteren in Handelingen 2 begon en zal eindigen wanneer de Gemeente door Jezus opgenomen gaat worden.
iii. “Wat hierna zal geschieden” duidt op hoofdstuk 4-22. M.a.w. wat ná het tijdperk van de kerk zal geschieden.
B. Als je Openbaring door deze lens heen leest, dan zal het zinnig zijn. Als je dit niet in acht neemt, dan kan je alle kanten uit en dan zal het erg verwarrend zijn.
C. In grote lijnen is Openbaring op deze manier ingedeeld.
·1-3 is het tijdperk van de kerk
·Opname van de kerk
·4-5 is een inleiding tot de grote verdrukking
·6-18 gaan over de grote verdrukking
·19 gaat over het bruiloftsfeest van het Lam
·20 gaat over het 1.000 jarig rijk en het laatste oordeel
·21-22 gaan over ons eeuwige bestemming
a. Sommigen beweren, dat Openbaring niet in chronologische volgorde geschreven is, maar, als je de indeling volgt die Jezus in hoofdstuk 1:19 heeft gegeven, dan is het juist heel duidelijk, dat er wel een chronologische volgorde in zit.
III. De reden waarom ik dit herhaal, is, omdat wij op het punt staan om een start te maken met het derde en laatste deel van Openbaring waarvan Jezus zei: ‘Wat hierna zal geschieden’, hoofdstuk 4-22.
A. Voordat wij hoofdstuk 4 in het geheel gaan behandelen, wil ik het eerst gaan hebben over wat er tussen hoofdstuk 3 en 4 in de planning van God staat.
IV. Deze keer gaan wij kijken naar wat de Bijbel ons leert over de opname van alle echte christenen, de Gemeente van Jezus Christus. We gaan naar drie dingen kijken:
A. Wij gaan kijken naar de belofte van de opname;
B. Het proces van de opname, hoe het zal gebeuren;
C. De bedoeling van de opname.
DE BELOFTE VAN DE OPNAME
Johannes 14:1-3 – “1Laat uw hart niet in beroering raken; u gelooft in God, geloof ook in Mij. 2In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen; als dat niet zo was, zou Ik het u gezegd hebben. Ik ga heen om een plaats voor u gereed te maken. 3En als Ik heengegaan ben en plaats voor u gereedgemaakt heb, kom Ik terug en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben.”
I. Toen Jezus dit tegen Zijn discipelen zei, waren zij de Paasmaal-tijd aan het eten en Judas was er niet meer bij, want hij was kort daarvoor weggegaan om Jezus te verraden.
A. Jezus sprak hier dus alleen nog met Zijn ware discipelen. En hij legde hun uit, dat Hij binnenkort weg zou gaan naar een plaats waar zij op dat moment niet konden komen.
B. Dus, de discipelen begonnen zich grote zorgen te maken over het vertrek van Jezus. Zij vroegen zich waarschijnlijk af:
i. Waar Jezus naartoe gaat?Hoe lang blijft Hij weg? Waarom mogen zij niet mee?Wanneer gaat Jezus alle profetieën vervullen waarin Hij Zijn koninkrijk hier op aarde gaat vestigen? Wat moeten zij doen als Jezus weg is?
ii. Jezus wist dat zij zich zorgen zouden maken.
a. Vandaar dat Jezus in vers 1 zegt: “Laat uw hart niet in beroering raken”, m.a.w. “Maak je geen zorgen!”.
II. Vervolgens zegt Jezus dat waar God de Vader woont, in de hemel, veel plaats is voor hen en dat Jezus daar binnenkort naartoe gaat om een plaats voor hen gereed te maken.
III. En dan zegt Jezus, dat wanneer Hij klaar is met het gereedmaken van onze plaatsen, Hij voor ons terug zal komen om ons naar de hemel mee te nemen.
A. Jezus belooft aan de discipelen, en in het verlengde ook aan ons, dat Hij voor ons terug zal komen om ons naar de hemel, Zijn Vaders huis, te brengen.
IV. Nu, om beter te kunnen begrijpen wat Jezus hier zegt, moeten wij iets gaan begrijpen van een Joodse bruiloft uit de Oudheid.
A. Een Joodse bruiloft in de tijd van Jezus was een groot gebeuren, en wanneer een man en vrouw wilden trouwen ging er een heel proces aan vooraf.
i. Ten eerste werden zij verloofd. Dit hield in, dat de toekomstige bruidegom een bruidsschat aan de ouders van zijn verloofde moest geven. Hij kocht als het ware, zijn bruid.
ii. Eenmaal betaald, verzegelde het bruidspaar hun toewijding aan elkaar door samen uit één beker wijn te drinken. Deze daad verzegelde het verbond dat zij met elkaar afsloten.
iii. Ondanks dat zij op dit moment nog niet getrouwd waren, want hun huwelijk was nog niet voltrokken, werden zij op dit punt reeds als man en vrouw beschouwd, als echtpaar. De huwelijksbeloften waren op dit punt al van kracht.
a. En vanaf dit moment werd de bruid apart gezet, want zij was niet meer beschikbaar voor een ander.
B. Vervolgens ging de toekomstige bruidegom terug naar zijn ouderlijk huis, het huis van zijn vader om daar een extra kamer/woonruimte voor hem en zijn vrouw aan te bouwen.
i. En terwijl de bruidegom weg was, bereidde de bruid zich voor op het huwelijksleven en op de terugkomst van de bruidegom.
a. Opmerkelijk is, dat de bruidegom in sommige gevallen langer dan een jaar weg zou kunnen blijven. Wanneer hij precies terug zou komen was niet bekend, maar dat hij terug zou komen voor zijn bruid was zeker.
C. De bruidegom kwam meestal ‘s nachts terug om zijn bruid op te halen en zijn aankomst werd aangekondigd door een luid geroep.
i. Bij aankomst waren de bruidegom en bruid herenigd en samen met zijn getuigen en haar bruidsmeisjes gingen zij met z’n allen terug naar het huis van zijn vader om daar het bruiloftsfeest te vieren.
V. Dit is een prachtig beeld van hoe Jezus uiteindelijk terug zal komen voor Zijn bruid, de gemeente.
A. Door het gehele Nieuw Testament heen wordt de gemeente gezien als de bruid van Jezus. Tegen de kerk in Korinthe zegt Paulus bijvoorbeeld:
i. 2 Korinthe 11:2 – “Ik doe mijn best voor u met een ijver die van God komt. Ik heb u immers uitgehuwelijkt aan één man, en ik wil u als een kuise maagd bij hem brengen, bij Christus.”
B. Het huwelijksverbond tussen Jezus en de Gemeente werd verzegeld tijdens de Paasmaaltijd:
i. 1 Korinthe 11:25-26 – “25Evenzo nam Hij ook de drinkbeker, na het gebruiken van de maaltijd, en zei: Deze drinkbeker is het nieuwe verbond in Mijn bloed. Doe dat, zo dikwijls als u die drinkt, tot Mijn gedachtenis. 26Want zo dikwijls als u dit brood eet en deze drinkbeker drinkt, verkondig de dood van de Heere, totdat Hij komt.”
C. Jezus heeft Zelf de bruidsschat betaald:
i. 1 Korinthe 6:19-20 – “19Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is en Die u van God hebt ontvangen, en dat u niet van uzelf bent? 20U bent immers duur gekocht. Verheerlijk daarom God in uw lichaam en in uw geest, die van God zijn.”
D. De Bruid van Christus, de gemeente, wordt ook apart gezet en gehouden opdat zij voor niemand anders beschikbaar is.
i. Efeze 5:25-27 – “25Mannen, heb uw eigen vrouw lief, zoals ook Christus de gemeente liefgehad heeft en Zich voor haar heeft overgegeven,26opdat Hij haar zou heiligen, door haar te reinigen met het waterbad door het Woord, 27opdat Hij haar in heerlijkheid voor Zich zou plaatsen, een gemeente zonder smet of rimpel of iets dergelijks, maar dat zij heilig en smetteloos zou zijn.”
E. Jezus, de bruidegom, keerde met de hemelvaart terug naar Zijn Vaders huis om voor Zijn bruid een plaats gereed te maken. En nu wachten wij, Zijn bruid, op Zijn terugkomst om ons naar Zijn Vaders huis, de hemel, mee te nemen.
i. Wij hebben de belofte gekregen, nu gaan wij kijken naar hoe dit zal gebeuren, de manier waarop Jezus terug zal komen om Zijn bruid op te halen.
HET PROCES VAN DE OPNAME
I. Hoe ongelofelijk de Opname van de Gemeente ook lijkt, is het niet een nieuw idee van God. In de Bijbel staan er in totaal 7 verschillende gevallen waarin een opname plaats vond.
·Henoch – Genesis 5:24; Hebreeën 11:5
·Elia – 2 Koningen 1, 11
·Jezus – Markus 16:19; Handelingen 1:9-11
·Filippus – Handelingen 8:39
·Paulus – 2 Korinthe 12:2-4
·De Gemeente – 1 Thessalonicenzen 4:17 (toekomstig)
·Johannes – Openbaring 4:1
1 Thessalonicenzen 4:16-17 – “16Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel. En de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan. 17Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn.”
I. Ten eerste zien wij, dat de Heere terug zal komen zoals de bruidegom ook terugkomt; met een geroep! In dit geval met een geroep door een aartsengel en met een bazuin.
A. Het geroep is de aankondiging, dat Hij gekomen is. De bazuin spreekt hier van een militaire actie.
i. Het leger gebruikte in het verleden de bazuin om commando’s te geven aan de troepen.
a. Bijvoorbeeld voor aanvallen, inrukken e.d.
b. Er was ook een specifieke bugel signaalhoorn om de troepen bijeen te roepen.
1. En de bazuin van God spreekt hier dus van een bijeen roepen van Zijn troepen.
II. Ten tweede zien wij hier, dat op het moment dat de gemeente opgenomen wordt, de christenen die reeds gestorven zijn als eerste hun verheerlijkt lichaam zullen krijgen.
A. Het verheerlijkt lichaam waarover Paulus in 1 Korinthe 15 schrijft, ontvangen de gestorven christenen pas bij de opname van de Gemeente.
i. Maar dat betekent niet, dat de gestorven christenen niet meteen al met de Heere zijn op het moment van sterven.
a. 2 Korinthe 5:6-8 – “6Wij houden dus de moed erin. Al beseffen we heel goed dat wij (zolang we in ons lichaam leven) nog ver van ons hemelse huis verwijderd zijn. 7Door het geloof en niet door het zien, weten wij dat dit waar is. 8Daarom zijn wij ook niet bang om te sterven; integendeel, wij zien ernaar uit om naar huis te gaan, naar de Heere.” (Het Boek)
1. Dus, op het moment dat ik sterf, ben ik bij de Heere, maar ik krijg mijn verheerlijkt lichaam pas wanneer de Heere terugkomt om de Gemeente op te nemen.
III. Ten derde zien wij hier, dat wij, die op het moment van de opname levend zijn, de Heere zullen ontmoeten in de lucht en vanaf dat moment zullen wij voor altijd bij Hem zijn.
IV. De opname zal razendsnel gebeuren en alleen degenen die opgenomen worden zullen Jezus zien. Geen enkel ander persoon zal doorhebben wat er op dat moment gebeurt.
A. 1 Korinthe 15:51-52 – “51Zie, ik vertel u een geheimenis: Wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden,52in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij de laatste bazuin. Immers, de bazuin zal klinken en de doden zullen als onvergankelijke mensen opgewekt worden, en ook wij zullen veranderd worden.”
DE BEDOELING VAN DE OPNAME
I. Eschatologie is de leer over het einde van de wereld en het laatste oordeel en de Bijbel heeft hier veel over te zeggen.
A. Eén van de dingen die de Bijbel ons hierover leert, is, dat het einde van de wereld niet in één klap zal geschieden. Het zal namelijk in meerdere fases komen.
B. En één fase, oftewel één onderdeel daarvan is wat de Bijbel de Grote Verdrukking noemt.
II. De Grote Verdrukking wordt zowel in het O.T. als in het N.T. voorspeld. Laten wij omwille van de tijd vanmorgen alleen naar het N.T. kijken.
A. Mattheüs 24:15-22
i. Dit stuk gaat over de Grote Verdrukking.
Vers 21 – “Want dan zal er een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is vanaf het begin van de wereld, tot nu toe, en zoals er ook nooit meer zijn zal.”
I. Jezus zegt, dat de Grote Verdrukking eraan zit te komen en dat het iets zal zijn, dat in de gehele geschiedenis van de wereld nog nooit eerder was voorgekomen en daarna ook nooit meer voor zál komen.
II. Maar, waarom per se deze Grote Verdrukking? Wie of wat is de oorzaak van de Grote Verdrukking? Wat is de bedoeling hiervan?
A. Romeinen 2:5-11 – “5Maar nee, u blijft hardnekkig weigeren uw leven te veranderen. Het is uw eigen schuld als de toorn van God u treft op de dag van het rechtvaardige oordeel. 6Als Hij de wereld oordeelt, zal Hij ieder geven wat hij verdient. 7Hij geeft eeuwig leven aan hen die geduldig de wil van God doen, op zoek naar de glorie en eer en het leven dat nooit eindigt. 8Anderzijds zal Hij Zijn strenge straf laten neerkomen op hen die alleen maar aan zichzelf denken en die, in plaats van zich aan de waarheid te houden, onrecht doen. 9Wie liever kwaad doet, zal vreselijke pijn en ellende te verduren krijgen. Dat geldt voor iedereen: Niet alleen voor de Joden, maar ook voor alle andere mensen. 10Maar ieder die het goede doet, zal door God worden verhoogd en vrede ervaren. Ook dat geldt niet alleen voor de Joden, maar eveneens voor alle andere mensen. 11Want voor God zijn alle mensen gelijk.” (Het Boek)
i. De Bijbel zegt hier, dat wanneer God de wereld oordeelt, Hij eenieder zal geven wat hij verdient.
ii. Degenen die Jezus Christus verwerpen, krijgen Gods toorn over zich heen. Jezus zei tegen Nicodemus:
a. Johannes 3:36 – “Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven, maar wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem.”
1. De Grote Verdrukking is dus een periode in de geschiedenis van de mens, waarin God Zijn toorn zal uitstorten over alle mensen die Jezus Christus bewust verwerpen.
2. Dit is de straf die de mensheid toe zal komen voor hun ongehoorzaamheid aan het heilsplan van God; voor het verwerpen van Gods redding.
I. De Bijbel leert ons, dat de Grote Verdrukking het ergste is wat de wereld en de mensheid ooit zal overkomen. Laten we even gaan kijken naar hoe het eruit zal zien.
·Openbaring 6:12-7:1
·Openbaring 8:7-9:6
·Openbaring 9:13-21
·Openbaring 16:1-11
·Openbaring 16:17-21
A. De grote verdrukking is Gods toorn over de goddelozen. Dit staat de ongelovige wereld te wachten, ondanks dat God dit Zelf helemaal nooit gewild heeft.
i. Ezechiël 33:11 – “Zeg hun: Zowaar Ik leef, zegt de Oppermachtige HEERE, de dood van de goddelozen doet Mij geen genoegen. Integendeel, Ik wil graag dat de goddeloze zijn zonden de rug toekeert en in leven blijft. Bekeer u van uw goddeloosheid, want waarom zou u sterven?” (Het Boek)
ii. 2 Petrus 3:9 – “God wil niet dat er iemand verloren gaat, maar dat alle mensen tot bekering komen.” (Het Boek)
iii. Johannes 3:16 – “Want zo liefheeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.”
a. God heeft ons, wij die Jezus Christus navolgen, de opdracht gegeven om mensen het Goede Nieuws te vertellen, zodat zij niet verloren hoeven te gaan.
II. Nu, als de Grote Verdrukking eraan zit te komen, hoe ontkomen wij het, wij die wedergeboren zijn?
A. Romeinen 5:1-10 (9)
B. 1 Thessalonicenzen 1:6-10 (10)
C. 1 Thessalonicenzen 5:9
i. Het is d.m.v. de Opname van de Gemeente dat de Heere alle levende christenen zal behoeden voor de Grote Verdrukking.
III. Omdat de Bijbel in Romeinen en 1 Thessalonicenzen ons leert, dat God ons niet bestemd heeft tot toorn, maar dat Hij ons wil behouden van Zijn toorn, geloof ik, dat alle gelovigen opgenomen zullen worden vóórdat de Grote Verdrukking aanbreekt.
Ik zeg dit, omdat er mensen zijn die anders geloven. Er zijn mensen die geloven, dat de kerk, de Bruid van Christus, de Grote Verdrukking mee zal maken. Twee keer geleden heb ik het hier uitvoerig over gehad.
A. Naast de Bijbelteksten die wij hebben gelezen, zien wij in de bredere context van de Bijbel, dat God Zijn kinderen altijd al heeft behouden van Zijn toorn.
B. Elke keer, wanneer er sprake was van Gods toorn over de goddelozen, heeft God Zijn gelovige kinderen gespaard.
i. Denk aan de verwoesting van de gehele aarde door de zondvloed. Noach en zijn gezin werden gespaard, omdat zij in God geloofden en in Gods ogen rechtvaardig waren.
ii. Denk aan de verwoesting van de steden Sodom en Gomorra. Alleen Lot en zijn gezin waren gespaard, omdat zij als enigen in God geloofden en in Gods ogen rechtvaardig waren.
a. Dit zijn allebei voorbeelden, dat God de rechtvaardigen nóóit mee straft samen met de goddelozen.
1. En omdat wij, wij die Jezus Christus navolgen door Hem gerechtvaardigd zijn zullen ook wij bespaard worden van Gods toorn.
IV. Tot slot. Wat betekent dit voor jou? Voor ons? Wat moeten wij met deze kennis? Wat kunnen wij met deze kennis?
A. Mattheüs 24:36-42 – “36Maar die dag en dat uur is aan niemand bekend, ook aan de engelen in de hemel niet, maar alleen aan Mijn Vader.37Zoals de dagen van Noach waren, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn.38Want zoals ze bezig waren in de dagen voor de zondvloed met eten, drinken, trouwen en ten huwelijk geven, tot aan de dag waarop Noach de ark binnenging,39en het niet merkten, totdat de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn.40Dan zullen er twee op de akker zijn; de een zal aangenomen en de ander zal achtergelaten worden.41Er zullen twee vrouwen malen met de molen; de een zal aangenomen en de ander zal achtergelaten worden.42Wees dan waakzaam, want u weet niet op welk moment uw Heere komen zal.”
B. Lukas 21:34-36 – “34Wees op uw hoede dat uw hart niet op enig moment bezwaard wordt door roes en dronkenschap en door zorgen over de alledaagse dingen, en dat die dag u niet onverwachts overkomt.35Want als een strik zal hij komen over allen die op het hele aardoppervlak wonen.36Waak dan te allen tijde en bid dat u waardig geacht zult worden om al die dingen die gebeuren zullen, te ontvluchten, en om te kunnen bestaan voor de Zoon des mensen.”
i. Ben je er klaar voor?
Studie van het Bijbelboek Openbaring door Stan Marinussen, Calvary Chapel Haarlemmermeer: calvarychapel.nl