Openbaring 2:8-11 – Smyrna
I. Een van de dingen die Jezus in Zijn brief aan de kerk in Smyrna schrijft, is dat Hij hun armoede kent en tegelijkertijd schrijft Jezus, dat zij rijk zijn.
Daarentegen schrijft Jezus aan de gemeente in Laodicea: “jullie zeggen: ‘Ik ben rijk en steeds rijker geworden en heb aan niets gebrek’, maar u weet niet dat u juist ellendig, beklagenswaardig, arm, blind en naakt bent.”
A. Jezus is òf zeer naïef aangaande hun situatie òf Jezus gebruikt andere maatstaven om rijkdom te bepalen.
B. We zullen zien, dat het laatste van toepassing is, want volgens Jezus is de kerk in Smyrna succesvol. Het is succesvol, omdat Hij niets op of aan te merken heeft tegen deze kerk.
i. Maar, hoe bepaal jij succes in de gemeente van Jezus Christus? Aan wat zie jij dat een plaatselijke kerk rijk is? Waar ga jij naar op zoek als je op zoek gaat naar een kerk? Wat zijn jouw succes criteria?
ii. Wij, mensen bepalen vaak het succes van een kerk door het aantal leden, of door het gebouw dat een kerk in haar bezit heeft, of door het aantal spullen en de kwaliteit van die spullen die ze hebben, of de grootte en de professionaliteit van het aanbiddingsteam, of doordat hun bediening uitreikt d.m.v. een radio- of televisieprogramma, of doordat de voorganger of de evangelist in een Bentley rijdt en in een privé straalvliegtuig vliegt.
a. Volgens velen zouden dit de kenmerken zijn van een rijke, oftewel van een door God gezegende, succesvolle bediening.
C. Begrijp me alsjeblieft niet verkeerd. Als God ervoor kiest om een bediening op een materiële wijze te zegenen, dan is daar niets mis mee, maar, als men het succes van een bediening slechts aan dit soort welvaart meet, dan slaat hij de plank volledig mis.
Lees Openbaring 2:8-11
I. Smyrna was, net zoals Efeze, een havenstad.
Maar, waar er niets van Efeze is overgebleven, is Smyrna tegenwoordig de op drie na grootste stad van Turkije, het heet nu alleen geen Smyrna meer, maar Izmir.
II. Smyrna betekent mirre en mirre is een hars dat gewonnen wordt uit een bepaalde soort bloemdragende plant. Een van de producten die van mirre gemaakt werd en wordt is mirreolie.
Smyrna stond destijds dan ook o.a. bekend om de mirre die daar gewonnen en geproduceerd werd.
A. In Bijbeltijden stond mirre symbool voor lijden en dood. Vandaar dat de wijzen die uit het Oosten kwamen om Jezus te aanbidden, geschenken van goud, wierrook en mirre aan Jezus gaven, want Jezus was mens geworden om te lijden en te sterven.
i. Toen Jezus aan het kruis hing, gaven mensen Jezus wat wijn gemengd met mirre te drinken, omdat het een verdovende werking had, maar Jezus weigerde om verdoofd te worden.
ii. Toen Jozef van Arimethea en Nicodemus Jezus begroeven, balsemden zij het lichaam van Jezus met een mengsel van aloë en mirre.
B. En zo is het dus ook passend, dat de lijdende kerk, de kerk in Smyrna, Smyrna, oftewel Mirre heette.
C. Nog even een kanttekening. Dit is zo ontzettend mooi. Bij de eerste komst van Jezus, toen Jezus voor onze zonden moest lijden en sterven, brachten de wijzen uit het Oosten goud, wierrook én mirre.
D. In Jesaja 60 spreekt de Bijbel over het duizend jarig rijk waarin Jezus in Sion, in Jeruzalem, als Koning der koningen zal regeren om nooit meer te lijden of sterven. Jesaja profeteert, dat dit in Jeruzalem plaats zal vinden:
i. Jesaja 60:6 – “Een menigte kamelen zal u bedekken, de jonge kamelen van Midian en Efa. Zij allen uit Sjeba zullen komen, goud en wierook zullen zij aandragen, zij zullen de loffelijke daden van de HEERE boodschappen.”
a. Omdat er geen sprake zal zijn van lijden en sterven bij de wederkomst van Jezus is er in deze profetie ook geen sprake van mirre, want mirre stond symbool voor lijden en sterven!
1. Jezus is eenmaal voor onze zonden aan het kruis gestorven en Hij is uit de dood opgestaan om voor eeuwig te blijven leven.
Vers 8 –“En schrijf aan de engel van de gemeente in Smyrna: Dit zegt de Eerste en de Laatste, Die dood is geweest en weer levend is geworden:”
I. Nogmaals, zoals ik vorige keer heb uitgelegd, is de engel van de gemeente de menselijke boodschapper of leider van de gemeente. Het was iemand die over de plaatselijke kerk in Smyrna de leiding had en dat zou een voorganger of een oudste zijn geweest.
II. Jezus grijpt in zijn begroeting wederom terug naar de omschrijving van Zichzelf in Openbaring 1, waarin Jezus aan de apostel Johannes verscheen in het visioen.
A. In Openbaring 2:1 stelde Jezus Zich aan de kerk in Efeze voor als ‘Hij Die de zeven sterren in Zijn rechterhand houdt, Die te midden van de zeven gouden kandelaren wandelt’.
i. Deze omschrijving van Zichzelf is terug te vinden in Openbaring 1:13 en 16.
B. Hier in Openbaring 2:8 stelt Jezus Zich aan de kerk in Smyrna voor als ‘de Eerste en de Laatste, Die dood is geweest en weer levend is geworden’.
i. Deze omschrijving van Jezus is terug te vinden in Openbaring 1:17 en 18.
C. De reden waarom Jezus in de opening van elke brief andere eigenschappen van Zichzelf noemt, is, omdat de eigenschappen die Hij noemt relevant zijn voor de desbetreffende kerk.
i. De kerk in Efeze moest weten, dat Jezus het Hoofd van de Gemeente is, waardoor Hij de autoriteit heeft om de kerk voort te laten bestaan of niet. Jezus zei tegen hen, dat als zij zich niet bekeren, Hij de stekker eruit zou trekken.
ii. En nu aan de kerk in Smyrna stelt Jezus Zich voor door specifieke eigenschappen van Zichzelf te noemen die voor de kerk in Smyrna relevant zijn. Jezus wil, dat zij weten mét wie Zij te maken hebben! En wie is dat?
Vers 8 –“En schrijf aan de engel van de gemeente in Smyrna: Dit zegt de Eerste en de Laatste, Die dood is geweest en weer levend is geworden:”
III. In Jesaja 44:6 zegt God dit van Zichzelf: “Ik ben de Eerste en Ik ben de Laatste, en buiten Mij is er geen God.”
A. Dit is hoe God Zichzelf aan Israël bekend maakt. Dit is hoe God Zichzelf aan Israël voorstelt.
B. Dus, doordat Jezus Zichzelf als de Eerste en de Laatste aan de kerk in Smyrna voorstelt, maakt Hij duidelijk dat Hij de God van de Bijbel is, die er was vóór Genesis 1 en die er zal zijn wanneer alles wat er nu bestaat er niet meer zal zijn, zoals dat in Openbaring 21 omschreven staat.
Vers 8 –“En schrijf aan de engel van de gemeente in Smyrna: Dit zegt de Eerste en de Laatste, Die dood is geweest en weer levend is geworden:”
IV. Jezus Christus, die voor ons Zijn hemelse heerlijkheid aflegde en mens werd, is als een mens gestorven aan het kruis.
V. Maar door Zijn opstanding uit de dood heeft Jezus niet alleen de dood voor Zichzelf overwonnen, maar ook voor eenieder die in Zijn Naam gelooft en Hem koste wat kost navolgt.
A. Het is dus déze Jezus die de brief aan de kerk in Smyrna schrijft en wij zullen vandaag gaan zien waarom déze Jezus zo ontzettend belangrijk voor hen is.
Vers 9 –“Ik ken uw werken, verdrukking en armoede – u bent echter rijk – en Ik ken de lastering van hen die zeggen dat zij Joden zijn, maar het niet zijn; zij zijn namelijk een synagoge van de satan.”
I. Jezus weet waarmee de kerk in Smyrna zich bezighoudt. Het Grieks woord voor kennen in dit geval betekent “een volledige en volmaakte kennis van zaken”. Jezus weet wat zij doen. Hij weet wat de uitwerking van hun geloof is.
Ook is Jezus volledig op de hoogte van hun verdrukking.
II. Verdrukking in de Bijbel spreekt van het onder druk gezet worden, of het uitgeperst worden zoals er olie uit een olijf geperst wordt.
De verdrukking waarmee de gelovigen in Smyrna te maken kregen, had zuiver te maken met hun geloofsovertuiging en hoe hun geloof tot uiting kwam.
III. Smyrna was zowel een bolwerk van Romeinse keizerverering alsook een bolwerk van heidense afgoderij.
A. Wat het de christenen daar vooral moeilijk maakte, was, dat alle inwoners van Smyrna geacht werden om de Romeinse Keizer te vereren.
i. Kijk, de christenen onderwierpen zich wél aan de civiele autoriteit van Keizer Domitianus, maar zij weigerden om aan hem te offeren, om hem als god te aanbidden.
a. Hierdoor werden de christenen uitgemaakt voor opstandelingen, waardoor zij de wraak van de Romeinse overheid onder ogen moesten zien.
ii. Men moest één keer per jaar naar de Romeinse tempel toe komen om belijdenis te doen; zij moesten belijden, dat de Keizer de Heere was.
a. Maar wanneer een wedergeboren christen terecht weigerde om de Keizer als Heere te vereren, werd hij/zij òf in de gevangenis gegooid òf gedood.
B. Wat het de christenen ook moeilijk maakte, is, dat zij zich afhielden van de heidense religieuze praktijken.
i. Christenen weigerden volledig om zich in te laten met de heidense afgodendienst. Daarnaast dienen de christenen een onzichtbare God en het gevolg hiervan is, dat de christenen uitgemaakt werden voor atheïsten.
ii. Ook omdat het hele sociale gebeuren in Smyrna om deze heidense afgodendienst draaide en omdat de christenen daar niet in meededen, werden de christenen ook nog eens als asociaal bestempeld.
Vers 9 –“Ik ken uw werken, verdrukking en armoede – u bent echter rijk – en Ik ken de lastering van hen die zeggen dat zij Joden zijn, maar het niet zijn; zij zijn namelijk een synagoge van de satan.”
IV. Wat het de kerk in Smyrna nog moeilijker maakte, waren de Joden die daar woonden, die niets met Jezus Christus te maken wilden hebben.
A. Dit waren etnisch gezien wel Joden, maar, zoals de apostel Paulus schrijft, zijn niet alle Joden, Joden.
B. Romeinen 2:28-29 – “28Wie is dus uiteindelijk de echte Jood? Niet hij die het uiterlijk is – die uiterlijk, in zijn lichaam, de besnijdenis heeft ondergaan. 29 Nee, de ware Jood is hij, die het innerlijk is, die in zijn hart besneden is; dat is het werk van de Geest van God..” (GNB)
i. Deze Joden in Smyrna waren dus ongelovige Joden, die vijandig waren jegens Jezus Christus en Zijn kerk.
ii. Voor alle duidelijk waren dit geen buitengewoon satanische Joden. Jezus zegt hier alleen mee, dat allen die in de naam van religie tegen de ware Jezus Christus en tegen de ware kerk zijn, dat zijn vanwege de satan die achter de vijandigheid schuilt.
C. Waarom zegt Jezus dat? Omdat deze Joden de kerk en de christenen lasterden. Deze Joden verspreidden allerlei leugens over de christenen. Deze Joden bekladden de reputatie van de kerk in Smyrna.
i. De buitenbijbelse geschiedenisbronnen geven aan, dat er in die tijd allerlei valse en verachtelijke verhalen rondgingen over de kerk in Smyrna.
a. Men zei, omdat de kerk het Heilig Avondmaal vierde, waarin het Lichaam en het Bloed van Jezus centraal stond, zij aan kannibalisme deden. Verhalen gingen rond dat de christenen elkaar opaten.
b. Omdat de christenen het altijd over fellowship, oftewel over gemeenschap hadden en omdat zij het over het liefhebben van elkaar hadden en omdat zij het over het een zijn met elkaar hadden, gingen er verhalen rond, dat de christenen samenkwamen om ongeremde seksfeestjes te houden.
1. Met het oog op het uitroeien van het christendom in Smyrna vertelden deze Joden dus allerlei leugens over de christenen aan de Romeinse overheid.
ii. Deze lastering was de oorzaak van veel van de verdrukking die de kerk in Smyrna moest verdragen. En het waren allemaal leugens, vandaar dat Jezus deze Joden een synagoge van de satan noemt.
In Johannes 8:44 zei Jezus tegen de weerbarstige Joden, die pertinent niet in Jezus wilde geloven:
a. Johannes 8:44 – “Uw vader is de duivel, en u doet maar al te graag wat uw vader wil. Hij is vanaf het begin een moordenaar geweest. Hij hoort niet bij de waarheid, omdat er geen waarheid in hem is. Wanneer hij liegt, spreekt hij zoals hij is: een aartsleugenaar, de vader van de leugen.” (NBV)
1. Het was satan die achter deze lastering schuilde! Maar Jezus zegt:
Vers 9 –“Ik ken uw werken, verdrukking en armoede – u bent echter rijk – en Ik ken de lastering van hen die zeggen dat zij Joden zijn, maar het niet zijn; zij zijn namelijk een synagoge van de satan.”
V. Door de satanische lastering werd de kerk in Smyrna verdrukt en door de verdrukking raakten de christenen in Smyrna in armoede.
A. De Bijbel spreekt hier niet van armoede in de zin dat de kerk en de christenen zich geen luxe konden permitteren. Het was niet zo, dat de kerk geen eigen gebouw kon betalen, of dat zij het met oude stoelen moesten doen, of dat zij met sheets en zo’n oude overheadprojector moesten projecteren i.p.v. dat zij een beamer hadden.
i. Nee, hun armoede hield in, dat zij helemaal niets hadden, dat zij zo arm waren als de straat bedelaars.
B. En dat klopt dan wel, want waar christenen zwaar verdrukt worden, wordt alles van hen afgenomen.
i. Hun bewegingsruimte werd zwaar ingeperkt. Hun vrijheid werd ingeperkt. Hun ondernemingen werden geplunderd. Hun levensonderhoud werd verwoest. Er werd beslag gelegd op hun eigendommen, hun vermogen, hun huizen, enz.
ii. En als hun winkels en hun huizen niet in beslag genomen werden, dan werden ze met de grond gelijk gemaakt door brandstichting.
iii. Zij werden vernederd, gestigmatiseerd, zwart gemaakt, geteisterd en fysiek aangevallen en uiteindelijk werden zij ook gedood, maar toch zegt Jezus dat zij rijk zijn.
VI. Tegen vijf van de zeven kerken zegt Jezus dat Hij iets tegen hen heeft, maar tegen de kerk in Smyrna en Filadelfia heeft Jezus alleen maar woorden van bemoediging.
A. Deze verdrukte, vervolgde, armoedige kerk is in de ogen van Jezus juist rijk. Jezus ziet niet zoals wij zien. Jezus kijkt door alle omstandigheden heen en ziet het geestelijke.
B. In tegenstelling tot de kerk in Efeze had de kerk in Smyrna haar eerste liefde niet verlaten. Nee, zij bleven trouw aan Christus. Dit is waarom Jezus van hen zei, dat zij rijk zijn.
C. Deze kerk had de ware rijkdom verworven uit Lukas 16, deze kerk had voor zichzelf de schatten in de hemel verzameld uit Mattheüs 6, deze kerk was zoals Paulus in 2 Korinthe 6 omschrijft ‘als armen, maar die toch velen rijk maken; als mensen die niets hebben en toch alles bezitten’.
D. Deze kerk bleef trouw aan Christus, zij bleven trouw aan het Woord van God, aan de gezonde leer. Zij hadden redding, zij kenden Gods genade, zij kenden Gods vrede en vreugde, zij genoten van ware fellowship en heiligheid en zij kenden de sympathieke Verlosser en Trooster. Zij waren rijk!
Vers 10 –“Wees niet bevreesd voor wat u lijden zult. Zie, de duivel zal sommigen van u in de gevangenis werpen, opdat u verzocht wordt. En u zult een verdrukking hebben van tien dagen. Wees trouw tot in de dood, en Ik zal u de kroon van het leven geven.”
I. Je zou eigenlijk denken, dat, omdat deze kerk zo verdrukt werd, dat Jezus tegen hen zou zeggen, dat Hij hun vijanden uit de weg zou ruimen of dat hun vijanden ook tot geloof zouden komen.
A. Maar nee! Jezus zegt, dat de verdrukking alleen maar erger zal worden.
B. Jezus zegt, dat Satan alles uit de kast zal halen om de kerk in Smyrna te gaan vernietigen, om hun getuigenis van Jezus Christus uit te doven.
II. Sommigen zouden in de gevangenis geworpen worden. Dit lijkt averechts, maar ook hiermee heeft God een bedoeling. Jezus zegt hier, dat de reden hiertoe is, is opdat zij verzocht worden. In de grondtekst staat dat zij in de gevangenis geworpen zullen worden om beproefd te worden, d.w.z. opdat hun geloof op de proef gesteld zal worden.
A. Deze beproeving van hun geloof is niet, zodat God te weten zal komen of hun geloof echt is of niet. Nee, God die alles weet, weet ook of mijn geloof echt is of niet.
B. Nee, de beproeving van hun geloof is voor hun eigen voordeel. Wanneer wij beproevingen doorstaan dan laat het ons zien dat ons geloof echt is, dat ons geloofsleven volwassener geworden is, dat onze toewijding aan Christus toegenomen is. Beproeving is dus goed!
Vers 10 –“Wees niet bevreesd voor wat u lijden zult. Zie, de duivel zal sommigen van u in de gevangenis werpen, opdat u verzocht wordt. En u zult een verdrukking hebben van tien dagen. Wees trouw tot in de dood, en Ik zal u de kroon van het leven geven.”
III. Jezus zegt, dat zij verdrukking zullen hebben van tien dagen. Wat Jezus hier precies mee bedoelt, weet ik niet. Er zijn uiteenlopende meningen hierover, maar ik kan me in geen van deze meningen vinden.
A. Wat ik wél weet is dat Jezus hier bepaald heeft, dat het van korte duur is. Vooral in het licht van de eeuwigheid is dit van korte duur.
B. Wat ik ook zeker weet, is, dat Jezus bepaald heeft, dat de verdrukking voor tien dagen zal zijn, hoe lang dat ook mag zijn.
i. Dit houdt in, dat niemand, zelfs satan niet, deze verdrukking elf dagen kan laten duren. Nee, tien dagen, punt uit!
IV. Jezus zegt, dat als zij Hem trouw blijven tot in de dood, Hij hun het eeuwig leven zal geven. De kroon van het leven is niet een specifieke kroon, maar het eeuwig leven zelf.
A. Nogmaals, omdat Jezus Zichzelf aan hen voorstelde als Degene Die dood is geweest en weer levend is geworden, d.w.z. dat Hij de dood heeft overwonnen, moet dit voor hen een gigantische bemoediging zijn geweest.
i. Ik vind zelf, dat over het algemeen christenen te veel gewicht toekennen aan het sterven. Sommige christenen zijn bang om te sterven, sommigen willen niet sterven.
ii. Maar Jezus zegt tegen de Zijnen, dat het overlijden niets anders is dan een overgang tot het echte leven. ‘Wees trouw tot in de dood, en Ik zal u de kroon van het leven geven.’
Vers 11 –“Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint, zal zeker geen schade toegebracht worden door de tweede dood.”
I. Nogmaals, het statement waarmee Jezus Zijn brieven afsluit, is hetzelfde waarmee Hij de brieven opent. Wat Jezus tegen de engel van de gemeente zegt (de opening) is precies hetzelfde wat de Geest tegen de gemeenten zegt (de afsluiting).
A. En waar dit op neer komt is dit: ‘Laat de woorden van de Heilige Geest goed tot je doordringen.’ (BGT)
II. Wie overwint, d.w.z. degene die zich aan Jezus blijft vastklampen, die Jezus koste wat kost blijft navolgen zal zeker geen schade toegebracht worden door de tweede dood.
A. Openbaring 20 en 21 spreken over de tweede dood. Dit is de toestand op de plek waarin satan, alle gevallen engelen, oftewel demonen én allen die niets met Jezus Christus te maken wilde hebben terecht zullen komen.
B. Openbaring 21:7-8 – “7Wie overwint, zal alles beërven, en Ik zal voor hem een God zijn en hij zal voor Mij een zoon zijn. 8Maar wat betreft de lafhartigen, ongelovigen, verfoeilijken, moordenaars, ontuchtplegers, tovenaars, afgodendienaars en alle leugenaars: hun deel is in de poel die van vuur en zwavel brandt. Dit is de tweede dood.”
Vers 11 –“Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint, zal zeker geen schade toegebracht worden door de tweede dood.”
III. Wij die overwinnen zullen, worden niet alleen de tweede dood bespaard, maar er staat ons het leven te wachten. Uit de mond van de apostel Paulus die Zelf ontiegelijk veel verdrukking en vervolging doorstaan heeft, komen deze woorden:
A. 2 Korinthe 4:16-17 – “16Daarom verzaken wij onze plicht niet. Ook al gaat ons uiterlijke bestaan verloren, ons innerlijke bestaan wordt van dag tot dag vernieuwd. 17De geringe last die we tijdelijk te dragen hebben, brengt ons een eeuwige luister, die alles omvat en alles overtreft.” (NBV)
B. 1 Korinthe 2:9 – “Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen, dat is wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben.”
Studie van het Bijbelboek Openbaring door Stan Marinussen, Calvary Chapel Haarlemmermeer: calvarychapel.nl