46032 1 Korinthe 11:27-34 (zwakken, zieken en doden rondom het Heilig Avondmaal 2 van 2)
I. Twee weken geleden was ik begonnen met het gedeelte in I Korinthe 11 dat gaat over de problemen rondom hun liefdemaaltijden en het Heilig Avondmaal. Ik had het hoofdstuk vorige keer niet af kunnen maken, maar dat gaat vanmorgen wel lukken.
II. Vorige keer hadden wij in Johannes 13 gezien, dat Jezus ons een nieuw gebod heeft gegeven: en dat is om elkaar onvoorwaardelijk lief te hebben, om van elkaar te houden zoals Hij van ons houdt.
A. Johannes 13:34-35 – “Een nieuw gebod geef Ik u, namelijk dat u elkaar liefhebt; zoals Ik u liefgehad heb, moet u ook elkaar liefhebben. Hierdoor zullen allen inzien dat u Mijn discipelen bent: als u liefde onder elkaar hebt.”
i. Waarom dit? Omdat dit nergens op deze aarde te vinden is.
B. 1 Johannes 4:7-8 – “Geliefden, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde is uit God; en ieder die liefheeft, is uit God geboren en kent God. Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde.”
i. De onvoorwaardelijke liefde die wij als christenen voor elkaar hebben, kenmerkt ons als echte christenen.
a. Het is mijn voortdurende gebed en verlangen dat wij als gemeente steeds meer en meer van elkaar gaan houden zoals Jezus Christus van ons houdt.
b. Want daaraan zullen onze ongelovige familieleden, buren, collega’s, school- en klasgenoten e.d. zien dat wij daadwerkelijk bij Jezus horen en dat Hij echt is.
III. Deze onvoorwaardelijke liefde was in de gemeente in Korinthe ver te zoeken.
A. In plaats van dat de onderlinge liefde in hun zogenaamde liefdemaaltijden tot uiting kwam; in plaats van dat de mensen elkaar wilden dienen; in plaats van dat er éénheid was, was er egoïsme, verdeeldheid, de rijken verachtten de armen onder hen, zij bespotten en minachtten het offer van Jezus, waardóór zij naar de ongelovige wereld toe de kerk van Jezus Christus beschaamden.
i. Niemand werd er beter van, zeer zeker Jezus niet!
B. Er was verdeeldheid in de gemeente, er was partijvorming. Paulus zei dat dit er moest zijn. Paulus zei dat partijvorming in de kerk noodzakelijk is. Dit lijkt heel tegenstrijdig!
i. Mocht je het vorige keer gemist hebben en je wil weten waarom partijvorming/verdeeldheid noodzakelijk is in de gemeente van Jezus Christus, dan moet je deel 1 van deze preek gaan beluisteren.
C. Deze onvolwassen christenen hielden in deze zogenaamde liefdemaaltijden geen rekening met elkaar. De rijkere mensen vraten zich te barsten, terwijl de armen en de slaven met honger naar huis gingen.
i. Paulus zei tegen hen, dat hoe zij hun samenkomsten ook noemden, hetzij liefdemaaltijd o.i.d. het zeer zeker niet de maaltijd van de Heere was.
ii. Vervolgens legt Paulus uit waar de maaltijd van de Heere, het Paasfeest, het Heilig Avondmaal daadwerkelijk om draait.
Vers 23-26 – “Want ik heb van de Heere ontvangen, wat ik u ook heb overgeleverd, dat de Heere Jezus in de nacht waarin Hij werd verraden, brood nam, en nadat Hij gedankt had, brak Hij het en zei: Neem, eet, dit is Mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt. Doe dat tot Mijn gedachtenis. Evenzo nam Hij ook de drinkbeker, na het gebruiken van de maaltijd, en zei: Deze drinkbeker is het nieuwe verbond in Mijn bloed. Doe dat, zo dikwijls als u die drinkt, tot Mijn gedachtenis. Want zo dikwijls als u dit brood eet en deze drinkbeker drinkt, verkondig de dood van de Heere, totdat Hij komt.”
I. De sfeer en het karakter van de zogenaamde liefdemaaltijd van de Korinthiërs waren totaal anders dan de maaltijd die Jezus met de discipelen vierde.
A. Bij Jezus ging het om de instelling van het nieuwe verbond, de redding van alle mensen die willen geloven.
B. Het ging om het geheel opofferen van Zichzelf voor ons.
C. Het ging om het verraad van Judas waardoor Jezus gearresteerd werd, overgeleverd werd aan de Joodse Hoge Raad en vervolgens gekruisigd voor ons.
II. Jezus zei dat de discipelen dit dikwijls moesten doen tot Zijn gedachtenis. Dikwijls betekent vaak.
A. Hoe vaak staat er niet, maar wij mogen het net zo vaak doen als wij willen.
i. Hoe vaker hoe beter, want het is nodig voor ons om het offer van Jezus ons altijd voor ogen te hebben.
ii. En omdat wij wanneer wij het Heilig Avondmaal nuttigen, “schoon schip” maken met God, heeft het een zuiverend effect op de gemeente, dus hoe vaker hoe beter.
Vers 27 – “Daarom, wie op onwaardige wijze dit brood eet of de drinkbeker van de Heere drinkt, is schuldig aan het lichaam en bloed van de Heere.”
I. De Korinthiërs nuttigden het Heilig Avondmaal op een onwaardige wijze omdat zij o.a. egocentrisch, egoïstisch en hoogmoedig waren. Er was geen sprake van onvoorwaardelijke liefde voor elkaar bij het nuttigen van het Heilig Avondmaal.
A. En door zo te handelen maakten zij zichzelf schuldig aan het lichaam en bloed van de Heere.
i. Als ik vandaag de Nederlandse vlag pak, hem op de grond gooi, erop ga staan en ga stampen, dan onteer ik niet een stuk stof, maar ik onteer het land, de regering en het Nederlandse volk waar de vlag voor staat.
a. Zo is het ook met het onteren van het Heilig Avondmaal, je onteert het brood en de wijn niet, maar Jezus Christus en Zijn offer dat daarmee vertegenwoordigd wordt.
B. Wíj kunnen het Heilig Avondmaal vandaag de dag ook op een onwaardige wijze nuttigen.
i. Als ik mijn broers en zussen minacht, of als ik verbitterd ben jegens een broer of zus, iemand waar Jezus Zijn leven voor heeft gegeven, dan kom ik op een onwaardige wijze tot de Tafel van de Heere.
ii. Als ik deelneem aan het Heilig Avondmaal zonder dat ik een diepe waardering heb voor Zijn offer, of als ik geen liefde koester voor mijn broers en zussen, Gods kinderen, dan kom ik op een onwaardige wijze tot de Tafel van de Heere.
II. Ik moet er wel bij zeggen is dat sommige mensen soms niet mee doen aan het Heilig Avondmaal omdat zij zichzélf niet waardig achten.
A. Vaak is het zo, dat zij zich schuldig voelen omdat zij gezondigd hebben, of dat zij worstelen met een bepaalde zonde, waardoor zij zich niet waardig voelen om deel te nemen aan het Heilig Avondmaal.
i. Maar daar gaat het niet om, want geen enkel mens is in die zin waardig. Wij zijn allemaal zondaars die alleen door Gods genade en liefde gered zijn.
ii. Het gaat wel om de juiste instelling tegenover het Heilig Avondmaal, dus niet zondeloosheid.
a. Het is juist de zondaar, die het werk van Jezus Christus aan het kruis voor ogen moet krijgen.
b. En wanneer wij spijt hebben van onze zonden, moeten wij juist naar onze Redder gaan en niet bij Hem wegblijven!
iii. Het gaat erom dat je hart zuiver is, dat je ondanks je falen en je tekortkomen met heel je hart en ziel God wil behagen. En daarom zegt Paulus in vers 28:
Vers 28 – “Maar laat ieder mens zichzelf beproeven en laat hij zó eten van het brood en drinken uit de drinkbeker.”
I. Kijk in je eigen hart, wat leeft er in je hart, wat zijn jouw motivaties, hoe zie jij het offer van Jezus, hoe zie jij jouw broers en zussen, hoe zie jij de kerk waar je een deel van uitmaakt?
A. M.a.w. neem de tijd om jezelf te onderzoeken en pas wanneer jouw hart in lijn is ofwel in harmonie is met Gods hart, mag je eten en drinken van het Heilig Avondmaal.
II. De Tafel van de Heere is dus ook een bijzondere plaats waar de kerk zich zuivert.
Vers 29 – “Want wie op onwaardige wijze eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelf een oordeel, omdat hij het lichaam van de Heere niet onderscheidt.”
I. Oneerbiedig gedrag aan de Tafel van de Heere vraagt om de discipline ofwel de tuchtiging van de Heere. Daarom horen wij onszelf te onderzoeken, zodat wij niet onder het oordeel ofwel de tuchtiging van God komen te staan.
A. Het woord oordeel betekent hier niet dat God Zijn kinderen veroordeelt ofwel dat de christen zijn/haar redding zal verliezen.
i. Het oordeel dat iemand over zich heen haalt, is de corrigerende handeling van God; niet zoals een rechter iemand veroordeelt, maar zoals een vader zijn kind corrigeert en opvoedt.
II. En nogmaals, omdat hij/zij het lichaam van de Heere niet onderscheidt.
A. M.a.w. deze Korinthiërs maakten geen onderscheid tussen hun broeders en zusters die het Lichaam van Jezus Christus vormden.
i. Zij behandelden het Lichaam van Jezus Christus, de kerk, net zoals mensen van de wereld elkaar behandelden, nogmaals zonder de onvoorwaardelijke liefde.
III. Het oordeel dat de Korinthiërs over zich heen haalden, zien wij in vers 30.
Vers 30 – “Daarom zijn er onder u veel zwakken en zieken, en velen zijn ontslapen.”
I. In dit specifiek geval heeft hun liefdeloosheid, hun verachting van hun broeders en zusters, de gemeente, en de oneerbiedige wijze van het benaderen van het Heilig Avondmaal tot Gods oordeel geleid.
A. In dit specifiek geval was hun zonde de oorzaak van hun zwakheid, hun ziekte en zelfs de lichamelijke dood.
i. Zoals wij in I Johannes 5 zien is er zonde die tot de lichamelijke dood leidt. Ananias en Saffira uit Handelingen 5 zijn hier voorbeelden van.
ii. Ik kan dit niet hard maken, maar blijkbaar kan een gelovige dusdanig zondigen, dat God vindt dat het beter is om die persoon naar huis te halen.
Vers 31 – “Want als wij onszelf zouden beoordelen, zouden wij niet geoordeeld worden.”
I. M.a.w. als de Korinthiërs zichzelf hadden onderzocht, als zij zichzelf hadden beproefd, dan hadden zij de ziekte en de dood zo kunnen voorkomen.
Vers 32 – “Maar als wij geoordeeld worden, worden wij door de Heere bestraft, opdat wij niet met de wereld veroordeeld zouden worden.”
I. Nogmaals, de Heere tuchtigt Zijn kinderen die Hij liefheeft. God voedt ons op en dat is de bedoeling van dit soort oordeel.
II. Maar waarom doet God dit? Om mij, om ons, Zijn kinderen te behoeden voor het oordeel dat komen zal.
A. De Bijbel leert ons dat de mensheid die niets met Jezus Christus te maken wil hebben, veroordeeld zal worden.
B. Deze veroordeling is geen tuchtiging, het is geen opvoedactie van God, het is een verwoesting van hun leven, van hun bestaan en van alles waar zij hun leven op bouwen.
i. Als je wil weten hoe Gods oordeel van alle ongelovige mensen eruit zal gaan zien, dan moet je het Bijbelboek Openbaring vanaf hoofdstuk 6 gaan lezen.
a. Dit staat alle ongelovigen te wachten! Allen die er bewust voor hebben gekozen om geen volgeling van Jezus Christus te willen zijn.
C. Maar God zal mij, jullie die nu voor Jezus Christus hebben gekozen, daarvoor behoeden. Hij zal ons niet samen met de onrechtvaardigen gaan straffen, vandaar dat Hij ons tuchtigt.
Vers 33-34 – “Daarom, mijn broeders, als u samenkomt om te eten, wacht op elkaar. Maar als iemand honger heeft, laat hij thuis eten, opdat u niet tot een oordeel samenkomt. Wat betreft de overige zaken zal ik opdracht geven wanneer ik kom.”
I. Heel praktisch advies van Paulus.
A. Wanneer jullie samenkomen om te eten, wacht totdat iedereen er is voordat je begint.
B. En als iemand dusdanig honger heeft, eet dan eerst iets thuis voordat je komt.
II. Er waren blijkbaar nog meer zaken die op orde gesteld moesten worden, maar Paulus koos ervoor om deze dingen face to face met hen te bespreken.
Nu, wat voor lessen kunnen wij hieruit halen?
I. Ik geloof dat wij als christenen de hoogste prioriteit moeten gaan geven aan het groeien in de liefde voor God en voor elkaar.
A. De geschiedenis leert ons dat de apostel Johannes op zeer hoge leeftijd de kerk in Efeze toesprak.
i. Hij werd elke zondag naar de preekstoel geleid, hij nam plaats en vervolgens zei hij deze woorden: “Mijn kinderen, heb elkaar lief”.
ii. Na dit gezegd te hebben, stond hij langzaam op en nam plaats in de zaal.
iii. Elke zondag deed hij dit. . .
a. “Als Gods kinderen, de navolgers van Jezus Christus, alleen dit zouden doen, dan is het genoeg.”
II. Ik geloof ook dat wij als christenen onszelf (niet anderen) continu moeten onderzoeken en beoordelen.
A. 2 Kor. 13:5 – “Onderzoek uzelf om na te gaan of u wel gehoorzame volgelingen van Christus bent.” (het boek)
i. Hier in Nederland hebben wij een mooi spreekwoord hiervoor: “Je hand in eigen boezem steken”.