46038 1 Korinthe 12:7-11 (de spraakgaven profetie, allerlei talen en uitlegging van talen 2 van 2)
I. In 2009 publiceerde het S.I.L. (Summer Institute of Linguistics) de 16e editie van een catalogus die heet: “Ethnologue – Languages of the World” (Talen van de Wereld).
A. Het S.I.L. is een instituut dat zich sinds 1934 bezighoudt met onderzoek op het gebied van de taalwetenschap.
i. Volgens de 16e editie van hun uitgave bestaan er momenteel 6.909 verschillende talen in de wereld.
a. 6.909 verschillende talen waar levende mensen hier op aarde in communiceren als eerste taal, oftewel als hun moedertaal.
II. Afgezien van alle andere aspecten van taal, is taal in principe een overeenkomst.
A. Als ik bijvoorbeeld zeg dat onze kerkdiensten om 10:00 uur beginnen en dat je het liefst voor 10:00 uur er al bent, dan begrijpen jullie wat ik daarmee zeg.
i. Maar als ik dit in het Nederlands tegen Marnies Amerikaanse nichtje zeg, dan heeft zij geen flauw idee wat ik haar probeer duidelijk te maken.
a. Zij en ik zijn die overeenkomst nog niet aangegaan.
B. Maar wij die de Nederlandse taal kennen, hebben een overeenkomst met elkaar afgesloten. Wij zijn het met elkaar eens dat 10:00 uur betekent het 10e uur na 12:00 uur ‘s nachts.
C. Wat als ik vanmorgen tegen jullie zeg: “Jam sepuluh pagi”!
i. Jullie weten niet wat dat betekent, omdat wij geen overeenkomst met elkaar hebben afgesloten over wat deze woorden betekenen.
a. Een ieder heeft er alleen baat bij, wanneer er gecommuniceerd wordt conform de overeenkomst, oftewel in de taal die je kent.
D. Volgens S.I.L. zijn er in de wereld dus 6.909 dergelijke actieve overeenkomsten.
III. Nu, wat heeft dit te maken met de studie van vandaag? Deze keer gaan wij kijken naar de geestelijke genadegave van talen en het vertolken van talen.
I. Wij zijn de afgelopen weken langer stil blijven staan bij de negen genadegaven die door de apostel Paulus in I Korinthe 12 genoemd worden.
A. Deze negen gaven hebben wij in drie groepen ingedeeld:
i. de openbaringsgaven; waardoor je iets door God te weten krijgt dat je als mens zijnde nooit had kunnen weten.
ii. de krachtgaven; waardoor je in staat gesteld wordt om bovennatuurlijke wonderen te verrichten.
iii. de spraakgaven; waardoor je in staat gesteld wordt om tot of namens God te spreken.
a. De eerste zeven gaven hebben wij reeds behandeld. Mocht je deze gemist hebben dan kan je ze alsnog via onze website beluisteren.
b. Deze keer gaan wij kijken naar de spraakgaven en dan specifiek naar de genadegave van allerlei talen en het uitleggen van talen.
LEES 1 Korinthe 12:1-11
Vers 10 – “…en aan nog een ander allerlei talen en aan een ander uitlegging van talen.”
I. Jezus zei in Marcus 16:17 dat de gelovigen in nieuwe talen zullen spreken.
A. Jezus gaf alleen maar aan dát de gelovigen dit zullen doen, Hij zei niet waarom.
i. Mijn hoop en gebed is dat de studie van vanmorgen ons dingen duidelijk zal maken rondom de gave van “allerlei talen” ofwel “tongentaal” of het “spreken in tongen”.
a. Ten eerste wat het is en wat het niet is.
b. En ten tweede wat het nut ervan is anno nu.
II. De geldigheid en het gebruik van de genadegaven ná de apostolische periode, dus nadat de 12 apostelen gestorven waren, is binnen het evangelische christendom tot op de dag van vandaag een heikel punt.
A. Er zijn veel meningsverschillen over de geldigheid en het gebruik van de genadegaven. En als er één is die echt roet in het eten kan gooien of die de eenheid volledig kan verstoren, dan is het de gave van “tongen”.
i. Aan de ene kant van het evangelisch kerkenspectrum heb je de Baptistengemeente en aan het ander eind heb je de Pinkstergemeente.
a. Ik ben me er volkomen van bewust dat ik nu generaliseer, maar de Baptisten geloven over het algemeen niet in de geldigheid van de genadegaven zoals wij deze de afgelopen weken hebben bestudeerd.
1. Zij behoren tot de groep die in het Engels genoemd worden: “cessationists”. Dit houdt in dat zij geloven dat deze gaven beëindigd zijn met het afsluiten van de apostolische periode.
(i) cessationists = beëindiging-isten
2. Vooral de kracht- en de spraakgaven zijn niet meer geldig. Sterker nog, sommigen beweren dat deze uitingen manifestaties van de duivel zijn.
(i) Er valt nog veel meer hierover te zeggen, maar ik ga er nu niet dieper op in. Wanneer wij bij hoofdstuk 13 komen, gaan wij dit onderwerp grondig behandelen.
b. Dus, aan de ene kant hebben wij de Baptisten die “beëindiging-isten” zijn en aan de andere kant hebben wij de Pinkster christenen die veel te sterk de nadruk leggen op de uitingen van de geestelijke gaven; en dan vooral de kracht- en de spraakgaven.
1. Wat ik hiermee bedoel, zal ik vanmorgen proberen uit te leggen.
Vers 10 – “…en aan nog een ander allerlei talen en aan een ander uitlegging van talen.”
I. Deze genadegave van talen of tongentaal is net zoals alle andere genadegaven iets bovennatuurlijks, iets dat de christen ontvangt van de Heilige Geest.
A. I Korinthe 14:2 – “Als iemand in tongentaal spreekt, spreekt hij tot God en niet tot mensen, want zij verstaan hem niet. Wat hij onder de leiding van de Geest zegt, is geheimtaal.” (het boek)
i. Hierin is heel belangrijk, dat wanneer iemand in tongentaal spreekt dan spreekt hij/zij tot God.
a. In sommige kringen wordt er tijdens de kerkdienst in tongen gesproken en direct daarna geeft iemand een vertolking daarvan door aan de mensen, alsof God dmv tongentaal tot Zijn kinderen spreekt.
b. Ik weet nog heel goed dat ik als jongen van 13 met mijn ouders naar de Dutch Assemblies of God kerk ging.
c. Elke zondag kwam er een moment dat broeder van Harten in tongen begon te spreken. En direct daarna was er iemand anders die dan in een bepaalde toon iets begon te zeggen met: “Mijn lieve kinderen…”
1. Dit gebeurt vandaag de dag nog steeds, terwijl de Bijbel ons hier heel duidelijk uitlegt dat wanneer iemand in tongen spreekt, hij/zij tot God spreekt en niet dat God d.m.v. tongen tot de mensen spreekt.
A. I Korinthe 14:2 – “Als iemand in tongentaal spreekt, spreekt hij tot God en niet tot mensen, want zij verstaan hem niet. Wat hij onder de leiding van de Geest zegt, is geheimtaal.” (het boek)
i. Hier wordt ook duidelijk gemaakt, dat tongentaal voor de mens niet verstaanbaar is, dat het geheimtaal is.
a. Volgens hoofdstuk 14 is het niet verstaanbaar voor zowel degene die het uitspreekt, als voor degenen die het aanhoren.
Dus, ten eerste is het spreken in tongen gericht tot God en ten tweede is het voor geen mens verstaanbaar.
B. I Korinthe 14:4a – “Wie tongentaal spreekt, bouwt zichzelf op. . .”
i. Volgens hoofdstuk 12 zijn de genadegaven bedoeld om de gemeente op te bouwen, om de ander op te bouwen. Vers 7 zegt dat ze gegeven worden tot wat nut heeft voor de ander.
ii. Maar, hier zegt Paulus dat wie tongentaal spreekt, zichzelf opbouwt. Hoe werkt dat dan als men niet verstaat wat er gezegd wordt?
a. Ten eerste: wanneer ik met God spreek, word ik sowieso opgebouwd, want ik ben met God bezig.
b. Romeinen 8:26-27 – “En daarbij komt ook de Geest onze zwakheid te hulp. Want wij weten niet wat en hoe we moeten bidden, maar de Geest zelf pleit voor ons bij God met verzuchtingen waarvoor geen woorden te vinden zijn. En God, die ons hart doorgrondt, weet wat de Geest zeggen wil. Want de Geest pleit bij God voor de gelovigen in overeenstemming met Gods wil. (GNB96)
1. Hiermee zegt Paulus dat wij mensen beperkt zijn v.w.b. het weten wat God precies wil, waardoor wij niet geheel weten hoe en waarvoor wij moeten bidden.
2. Maar de Heilige Geest Die in ons woont, weet precies wat God de Vader wil en helpt ons dus om naar Gods wil te bidden.
(i) Hij doet dit op een wijze die dwars tegen mijn verstand ingaat, want ik snap totaal niet wat er door mij heen gezegd wordt.
01. Ik weet wel 100% zeker dat ik wanneer ik in tongen bid geleid door de Heilige Geest, naar Gods wil bid en dat deze gebeden altijd door God verhoord worden.
3. Toen ik vanmorgen voor mijn neefje Joey ging bidden, wist ik op een gegeven moment niet meer hoe en waarvoor ik moest bidden.
(i) Het enige dat ik kon doen, was zuchten en kreunen. Er waren geen woorden die konden uiten wat er in mijn binnenste gebeurde.
(ii) Ik geloof dat de Heilige Geest mij op dat moment te hulp kwam om voor mij bij God te pleiten.
01. Dit doet mij goed, dit bouwt mij op want ik weet dat God mij hierin verhoort.
c. Het kan ook zijn dat woorden simpelweg tekort schieten. Soms is het niet voldoende om tegen de Heere te zeggen:
“Oh Heere, ik hou van U, U bent waardig, U bent Heilig, U komt al mijn lof en aanbidding toe, Hallelujah, ik prijs U Jezus, enz…”
1. Soms heb je veel meer op je hart dat je tot God wil zeggen waarvoor woorden gewoon tekort schieten.
(i) Op deze momenten is het spreken in tongen de genadegave die God ons geeft om de Heere te loven, te prijzen, te aanbidden op een manier die ver boven woorden uitgaat.
2. Het spreken in tongen gaat vaak gepaard met vreugde, met blijdschap, met bemoediging, vertroosting, met bekrachtiging en ook met het oplossen van problemen.
(i) Al met al bouwt het spreken in tongen je eigen geloofsleven op. Vandaar dat Paulus ook in vers 5 zegt, dat hij wil dat iedereen wel in tongen sprak.
01. Maar het is en blijft een genadegave van de Heilige Geest en Hij geeft het aan wie Hij wil.
Dus, ten eerste is het spreken in tongen gericht tot God, ten tweede is het voor geen mens verstaanbaar en ten derde is het bedoeld om jezelf op te bouwen.
Vers 10 – “…en aan nog een ander allerlei talen en aan een ander uitlegging van talen.”
I. Paulus noemt in onze tekst van vanmorgen ook een andere gave: “uitlegging van talen” of het vertolken van tongentaal.
A. Zoals wij hebben gezien, is de tongentaal zoals het hier in I Korinthe 14 omschreven wordt een geheimtaal die voor niemand verstaanbaar is.
B. I Korinthe 14:5 – “En ik wil wel dat u allen in tongen spreekt, maar vooral dat u profeteert. Immers, wie profeteert, is meer dan wie in tongen spreekt, tenzij hij het uitlegt, opdat de gemeente erdoor opgebouwd wordt.”
i. Als er in een samenkomst in tongen gesproken wordt, heeft de gemeente er niets aan, omdat niemand weet wat er gezegd wordt.
Vandaar dat de Heere ook de genadegave van “uitlegging van talen” heeft gegeven.
a. Nogmaals: de bedoeling van de samenkomsten is ter opbouw van de ander, ter opbouw van de gemeente.
1. Als dus in een samenkomst zoals in Korinthe gebeurde iedereen tegelijk in tongentaal spreekt, heeft niemand er wat aan.
(i) Even verderop in het hoofdstuk zegt Paulus, dat tenzij er iemand is die de gave van uitlegging van talen heeft, er niet in tongentaal gesproken mag worden. Punt uit!
II. Nu, tot slot. Hier in I Korinthe leren wij dat tongentaal voor geen mens verstaanbaar is en dat het uitleg nodig heeft d.m.v. de gave van “uitlegging van talen”.
Maar in Handelingen 2, toen de Heilige Geest met Pinksteren uitgestort werd over de 120 discipelen zien wij dat ook zij in vreemde talen (tongentaal) spraken, alleen was het zo dat wat zij spraken wel voor mensen verstaanbaar was.
LEES HANDELINGEN 2:1-11
A. Hier zien wij, dat wat er door de discipelen in tongentaal uitgesproken werd door alle buitenlanders verstaanbaar was. Er was geen gave van “uitlegging of vertolking” voor nodig, want iedereen hoorde de discipelen spreken in hun eigen taal.
B. Er zijn verschillende ideeën over de tongentaal in Handelingen 2 en de tongentaal in I Korinthe 12 en 14.
i. Één idee is, dat de reden waarom de buitenlanders in Handelingen 2 het in hun eigen taal hoorden, omdat de Heilige Geest de woorden had omgezet in de oren van de toehoorders.
a. Dat was volgens hen het wonder van Pinksteren, dat de toehoorders de “tongentaal” in eigen taal vertolkt kregen.
ii. Het tweede idee is, dat in beide gevallen de tongentaal precies hetzelfde was. Dat de tongentaal in beide gevallen een bekende en bestaande vreemde taal is, maar dat zij in Handelingen 2 geen vertolker nodig hadden.
a. Maar als het in Handelingen 2 en in I Korinthe over een bestaande/bekende vreemde taal gaat, dan hebben wij een probleem met wat Paulus ons leert in I Korinthe 14, waarin Paulus zegt dat het voor niemand verstaanbaar is.
1. Dus, het kan niet hetzelfde zijn geweest.
iii. Ik geloof dat wat er in Handelingen 2 met Pinksteren gebeurde iets uniek is:
a. Het was de geboorte van de Kerk!
b. Het was de vervulling van de profetie van Joël.
c. Het was de aanvang van het Nieuwe Verbond.
1. Dit was een gigantisch groot gebeuren en wat er op die dag gebeurde, is nooit meer gebeurd.
(i) Dingen zoals een geluid als van een geweldige windvlaag. Of de tongen als van vuur die op de hoofden van de discipelen rustten.
01. Dus ja, de tongentaal die op dat moment uitgesproken werd, was in een bestaande en bekende taal.
02. En ja, wat Paulus ons in I Korinthe 14 ons leert, is iets anders.
III. Als kanttekening wil ik nog even zeggen, dat niet iedereen de gave van tongen heeft gekregen of zal krijgen.
A. Paulus zegt in I Korinthe 12:30: “Spreken zij dan allen in tongen?” Dit is een rhetorische vraag waarop het antwoord duidelijk “NEE” is.
i. Nee, niet iedereen spreekt in tongen. Dus, laat niemand je wijs maken dat het spreken in tongen HET bewijs is dat je gedoopt bent met de Heilige Geest.
ii. Helaas wordt er in bepaalde kringen beweerd, dat je als je niet in tongen spreekt, niet gedoopt bent in de Heilige Geest. Mensen dit is NIET waar.
a. I Korinthe 12:11 – “Al deze dingen echter werkt één en dezelfde Geest, Die aan ieder afzonderlijk uitdeelt zoals Hij wil.” Dus ook de gave van tongentaal.