Mattheüs 4:23-25 – De werkwijze van Jezus
I. Twee zondagen geleden begon ik met Lukas 19:10 waarin staat:
A. Lukas 19:10 – “Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren is.”
II. Hierin zien wij dat Jezus een missie heeft! Hij is 2000 jaar geleden naar de aarde gekomen om de verlorenen op te sporen en hen te redden.
A. En wij die reeds door Jezus gevonden en gered zijn, mogen dit werk dat Hij 2000 jaar geleden begonnen is, voortzetten.
i. Dit betekent heel concreet dat de “search and rescue mission” (de opsporings- en reddingsmissie) die Jezus 2000 jaar geleden begonnen is, nog steeds van kracht is, alleen anno nu voert Jezus dit werk uit d.m.v. Zijn Lichaam, de kerk, Zijn volgelingen; door ons dus!
III. Wij zullen deze keer in de laatste 3 verzen van Mattheüs 4 zien hoe Jezus hierin te werk gaat én dat Hij gaandeweg Zijn reddingsteam opleidt d.m.v. “on the job training”.
LEES MATTHEUS 4:18-25
I. Nogmaals, Jezus heeft een missie. Wij zien Jezus in vers 18-25 Petrus, Andreas, Johannes en Jacobus tot Zich roepen om Zijn leerlingen te worden.
A. Hij zegt tegen hen, dat Hij van hen vissers van mensen zal maken.
i. Hierin zien wij, dat Jezus Zijn missie niet als een “one man show” wil uitvoeren, maar dat Hij mensen hiertoe roept en dat Hij hen persoonlijk zal toerusten en trainen.
B. In vers 23 zien wij vervolgens de werkwijze waarop Jezus niet alleen Zijn missie uitvoert, maar tegelijkertijd gaandeweg Zijn leerlingen traint om Zijn missie voort te zetten en uit te breiden.
II. Wij gaan deze keer kijken naar de vier dingen die Jezus deed om de verlorenen op te sporen en te redden.
Vers 23 – “En Jezus trok rond in heel Galilea, gaf onderwijs in hun synagogen en predikte het Evangelie van het Koninkrijk, en Hij genas elke ziekte en elke kwaal onder het volk.”
I. Ten eerste zien wij dat Jezus rond trok in heel Galilea.
A. Jezus ging er op uit! Hij bleef niet binnen de grenzen van Zijn eigen stad, Zijn eigen stadsdeel, Zijn eigen woonwijk of Zijn eigen straat.
i. Laten we zeggen dat Jezus niet binnen Zijn comfortzone was gebleven, maar dat Hij Zijn comfortzone verliet om Zijn missie te vervullen.
B. Ik geloof absoluut dat wij als christenen getuigen moeten zijn voor onze ongelovige gezinsleden, familieleden, buren, collega’s, school- en klasgenoten, enz…
i. Maar, ik geloof ook dat wij, zoals Jezus, onze getuigenis niet hiertoe horen te beperken. Wij horen naar buiten toe te treden om op zoek te gaan naar de verlorenen.
ii. Jezus is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren is en één manier om dit te doen is door de straat op te gaan om te gaan evangeliseren.
a. A.s. zaterdag gaan wij als gemeente voor het eerst de straat op! Dit is een geweldige gelegenheid om naar buiten toe te treden.
Als eerste zien wij Jezus rondtrekken. Jezus ging er op uit om de verlorenen op te sporen en Hij nam Zijn discipelen op sleeptouw!
Vers 23 – “En Jezus trok rond in heel Galilea, gaf onderwijs in hun synagogen en predikte het Evangelie van het Koninkrijk, en Hij genas elke ziekte en elke kwaal onder het volk.”
II. Als tweede zien wij Jezus onderwijzen in hun synagogen.
A. Naast het godsdienstige aspect diende de synagoge ook als dé sociale ontmoetingsplaats voor de dorpelingen. De synagoge was bij uitstek dus dé plek waar de mensen bijeenkwamen.
B. Het was gebruikelijk, dat een rondtrekkende rabbijn zoals Jezus, wanneer hij een dorp binnenkwam, gevraagd werd om in de plaatselijke synagoge de mensen te onderwijzen.
i. Dit gebruik gaf Jezus een ideaal platform om de mensen het Woord van God te onderwijzen.
ii. Jezus was niet de enige die hiervan gebruik maakte, ook de apostel Paulus ging tijdens zijn zendingsreis altijd als eerste de synagoge opzoeken.
a. Handelingen 17:1-2 – “1En zij namen de weg door Amfipolis en Apollonia en kwamen in Thessalonica, waar een synagoge van de Joden was. 2En Paulus ging naar zijn gewoonte bij hen naar binnen en drie sabbatten lang ging hij met hen in gesprek vanuit de Schriften.”
C. De Bijbel maakt een duidelijk onderscheid tussen het onderwijzen van Gods Woord en het prediken van het Evangelie.
i. Jezus onderwees de mensen. Paulus onderwees de mensen. Het onderwijzen van Gods Woord was niet iets nieuws dat met de aardse bediening van Jezus begon.
ii. In het boek Nehemiah, zo’n 430 jaar vóór Christus, zien wij de kern van bijbels onderwijs.
a. Nehemiah 8:8-9 – “8Jesua, Bani, Serebja, Jamin, Akkub, Sabbethai, Hodia, Maäseja, Kelita, Azaria, Jozabad, Hanan, Pelaja en de Levieten onderwezen het volk in de wet, en het volk stond op zijn plaats. 9Zij lazen uit het boek voor, uit de wet van God, gaven uitleg en verklaarden de betekenis, zodat men de voorlezing be-greep.”
1. Hier hebben wij een prachtig voorbeeld van hoe en waarom de Bijbel onderwezen wordt.
b. Het gevolg hiervan was, dat de mensen er blij en gelukkig van werden:
1. Vers 12 – “En het volk ging eten en drinken en deelde de maaltijd met anderen. Ze vierden uitbundig feest, want ze hadden begrepen wat hun bekend was gemaakt.” (Willibrord 95)
(i) Dit is het gevolg van degelijk bijbels onderwijs en dit is wat Jezus deed. In de vier evangeliën zien wij zo’n 55 keer dat Jezus de mensen onderwees.
Als tweede zien wij Jezus de mensen onderwijzen. Hij gaf de mensen en zijn discipelen uitleg, zodat zij het Woord van God, de Bijbel, konden begrijpen.
Vers 23 – “En Jezus trok rond in heel Galilea, gaf onderwijs in hun synagogen en predikte het Evangelie van het Koninkrijk, en Hij genas elke ziekte en elke kwaal onder het volk.”
III. Als derde zien wij Jezus het Evangelie van het Koninkrijk prediken.
A. Het woord, “evangelie” betekent “goed bericht”. Hier zien wij Jezus dus het goede bericht van het Koninkrijk prediken.
B. Wat zou het mooi zijn geweest om Jezus het goede bericht over het komend Koninkrijk van God te horen vertellen.
i. Een Koninkrijk waarin Jezus Christus als onze Koning regeert.
a. Geen politieke partijen meer, geen republikeinen of democraten, geen paars kabinet, geen presidenten, geen dictators, geen corrupte politici, geen schandalen, geen loze beloften, geen mooie praatjes, geen verkiezingscampagnes, geen prinsjesdag, geen eindeloze discussies in de tweede kamer, geen economische crises, geen belasting, geen begrotingstekort, geen oorlog, geen hongersnood, geen misdrijven, geen gedoogbeleid, geen teleurstellingen.
ii. Jezus had ongetwijfeld verteld over Zijn Koninkrijk waarin geen ziekte meer zal zijn, geen verdriet, geen teleurstelling, geen tegenslag, geen onrechtvaardigheid, geen handicaps.
iii. Jesaja 11:6-9 – “6Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam, een panter vlijt zich bij een bokje neer; kalf en leeuw zullen samen weiden en een kleine jongen zal ze hoeden. 7Een koe en een beer grazen samen, hun jongen liggen bijeen; een leeuw en een rund eten beide stro. 8Bij het hol van een adder speelt een zuigeling, een kind graait met zijn hand naar het nest van een slang. 9Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil op heel mijn heilige berg. Want kennis van de HEER vervult de aarde, zoals het water de bodem van de zee bedekt.” (nbv)
iv. Openbaring 21:1-5 – “1Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. De tegenwoordige hemel en de tegenwoordige aarde waren er niet meer; en ook de zee was verdwenen. 2Ik zag de heilige stad, een nieuw Jeruzalem, van God uit de hemel naar beneden komen. Zij zag er feestelijk uit, als een bruid die op haar bruidegom wacht. 3Ik hoorde een luide stem uit de troon zeggen: ‘Gods huis staat nu bij de mensen. Hij zal bij hen wonen. Zij zullen Zijn volk zijn en Hij zal Zelf bij hen zijn. 4Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen en er zal geen dood meer zijn. Van verdriet, rouw en pijn zal geen sprake meer zijn. Dat hoorde allemaal bij de oude wereld en die is voorgoed voorbij.’ 5Hij Die op de troon zat, zei: ‘Ik maak alles nieuw.’ En Hij zei tegen mij: ‘Schrijf het allemaal op, want wat Ik zeg, is waar en betrouwbaar’.” (het boek)
C. Ik zei zoëven, dat de Bijbel onderscheid maakt tussen het onderwijzen van Gods Woord en het prediken van het Evangelie.
i. Het verschil tussen de twee ligt niet zo zeer in de inhoud van de boodschap, want met beiden moet Gods Woord verkondigd worden, het moet uitgelegd worden zodat men Gods Woord kan begrijpen.
ii. Het grootste verschil ligt waar je de nadruk op legt. M.a.w. in het onderwijzen leg je alles uit dat in de Bijbel staat, zodat men het kan begrijpen, zodat men God beter leert kennen, zodat men geestelijk groeit, zodat men weet wat God van Zijn kind verwacht en verlangt, enz.
In het prediken van het Evangelie leg je de nadruk op het goede bericht, het goede nieuws dat God van de mens houdt en de mens wil redden van de verdoemenis.
a. Je kan het ook zo zien, dat het prediken van het Evangelie gericht is op ongelovigen en het onderwijzen van Gods Woord gericht is op Gods kinderen, de wedergeboren christenen.
1. Ik moet er wel bij zeggen, dat wanneer ik op de zondagochtend mijn preek houd, mijn focus op het onderwijzen van Gods Woord ligt, maar het Evangelie er toch altijd wel in verweven is.
Als derde zien wij Jezus het Evangelie van het Koninkrijk van God prediken om mensen tot bekering te brengen. Jezus zei: “Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.”
Vers 23 – “En Jezus trok rond in heel Galilea, gaf onderwijs in hun synagogen en predikte het Evangelie van het Koninkrijk, en Hij genas elke ziekte en elke kwaal onder het volk.”
Vers 24 – “En het gerucht over Hem verspreidde zich over heel Syrië; en zij brachten bij Hem allen die er slecht aan toe waren en door allerlei ziekten en pijnen bevangen waren, en die door demonen bezeten waren, en maanzieken en verlamden; en Hij genas hen.”
IV. Als vierde zien wij Jezus tijdens Zijn missie om de verlorenen op te sporen en te redden elke ziekte en elke kwaal onder het volk genezen.
A. Mattheüs schrijft hier over mensen die er slecht aan toe waren, die door allerlei ziekten en pijnen bevangen waren, die door demonen bezeten waren, maanzieken en verlamden.
B. Dit is niet niets! We gaan vanmorgen niet naar al deze verschillende dingen kijken, maar ik wil wel laten zien wat er in Lukas 5 staat.
i. Lukas 5:12-13 – “12En toen Hij in een van die steden was, gebeurde het, zie, dat er een man vol melaatsheid was. En toen hij Jezus zag, wierp hij zich met het gezicht ter aarde en bad Hem: Heere, als U wilt, kunt U mij reinigen. 13En Hij stak Zijn hand uit, raakte hem aan en zei: Ik wil het, word gereinigd. En meteen verliet de melaatsheid hem.”
a. Deze man vol melaatsheid verkeerde in een vergevorderd stadium van deze ziekte. Vol melaatsheid houdt hier in, dat hij van top tot teen hieraan leed.
1. Maar Jezus raakte hem aan en meteen verliet de melaatsheid hem.
Vers 25 – “En grote menigten volgden Hem, uit Galilea en Dekapolis, uit Jeruzalem en Judea, en van over de Jordaan.”
I. De geschiedschrijver Josephus had een schatting gedaan van de grootte van deze menigte die Jezus volgde. Volgens zijn schatting kon het zo’n 20.000 mensen zijn geweest.
A. Maar de manier waarop deze menigte Jezus volgde, was niet dezelfde als hoe Zijn discipelen, Petrus, Andreas, Johannes en Jakobus Hem navolgden.
i. Niemand in de hele geschiedenis van de mensheid had ooit de dingen gedaan die Jezus deed.
ii. Het genezen van melaatsen, verlamden, blinden, het bevrijden van mensen die door demonen bezeten waren, waren dingen die tot op dat moment alleen Jezus had gedaan.
iii. Het was spectaculair! En het trok de aandacht van alle mensen.
a. En helaas zien wij in de vier evangeliën ook, dat niet al deze mensen echt geïnteresseerd in Jezus waren of in Zijn Koninkrijk, maar in het sensationele.
b. Vandaag de dag zijn er ook mensen die niet geloven, die niet wedergeboren zijn, die geen volgelingen van Jezus zijn, maar die wel willen meegenieten van al het goede dat Jezus te bieden heeft.
c. En ja, natuurlijk wil Jezus het goede aan alle mensen geven, maar uiteindelijk heeft Jezus de eeuwige redding van de mens voor ogen.
d. Jezus maakt een schifting tussen degenen die alleen maar uit zijn op het sensationele en degenen die alles achter zich willen laten om Jezus na te volgen, door het Woord van God te onderwijzen.
1. Lees Mattheüs 5:1-2
(i) Op het moment dat het Woord van God onderwezen wordt, wordt het kaf van het koren gescheiden. Joh. 6:66.
(ii) Alleen degenen die Jezus daadwerkelijk en oprecht willen navolgen, blijven. Degenen die uit zijn op iets anders zullen vanzelf weggaan.
II. Alle vier de dingen die wij Jezus hier zien doen, zullen wij gedurende onze studie van Mattheüs tegenkomen. Ik zal te zijner tijd op sommige dingen terugkomen waar ik deze keer aan voorbij gegaan ben.
III. De werkwijze die wij als Jezus’ reddingsbrigade moeten hanteren om de verlorenen op te sporen en te redden, is precies dezelfde als de werkwijze van Jezus:
A. Wij moeten er op uit gaan. Wij moeten uit onze comfortzone stappen.
B. Wij moeten mensen Gods Woord uitleggen, zodat zij het snappen.
C. Wij moeten het Evangelie met mensen delen.
D. Wij moeten de genezing en heling van Jezus aan de mensen brengen. Begrijp mij hierin niet verkeerd. Ik geloof, dat Jezus vandaag de dag nog steeds geneest, maar ik geloof ook dat Hij daarin soeverein is, dat wij het niet kunnen claimen of afdwingen.
i. Het is een gave van de Heilige Geest en de Heilige Geest geeft het aan wie HIJ wil op het moment dat HIJ wil.
II. Wisten jullie dat 95% van alle christenen nog nooit iemand tot de Heere heeft geleid? Mijn gebed en mijn hartsverlangen is, dat wij ons hier niet aan schuldig maken.
A. Mocht je hart vanmorgen ontvankelijk zijn geweest en mocht de Heere vanmorgen tot je gesproken hebben, dan is er a.s. zaterdag de gelegenheid om er op uit te gaan.
III. Misschien ben jij er vanmorgen slecht aan toe. Misschien ben jij vanmorgen bevangen door ziekte of pijn. Misschien wil je dat Jezus je vanmorgen aanraakt.
A. Als je dat wil, dan wil ik in gehoorzaamheid aan Gods Woord voor jou bidden en jou met olie zalven.
Bijbelstudie en Uitleg De werkwijze van Jezus – Mattheüs 4:23-25 – Calvary Chapel Haarlemmermeer
Studie van het Bijbelboek Mattheüs door Stan Marinussen, Calvary Chapel Haarlemmermeer: calvarychapel.nl