Mattheüs 2:1-23 – Op welke wijze werkt God Bovennatuurlijk natuurlijk
I. Voor vrijwel alle dingen die men tot zijn beschikking heeft, geldt de algemene regel dat je als je het beste eruit wil halen of als je het tot het uiterste wil benutten, op z’n minst wel moet weten hoe het werkt.
A. Neem bijvoorbeeld een smartphone zoals de iPhone. Het heeft heel veel mogelijkheden.
i. Maar als je niet weet wat die mogelijkheden zijn en hoe de iPhone werkt, dan zal je het beste er nooit uit halen en je zal hem nooit tot het uiterste kunnen benutten.
ii. Sterker nog, je zal teleurgesteld raken in de iPhone en je zult het een stom ding gaan noemen om het simpele feit dat je niet weet hoe het werkt.
B. Hetzelfde principe geldt voor onze relatie met God. Als ik het allerbeste dat God voor mijn leven heeft, wil krijgen; als ik wil dat God mijn leven tot het uiterste kan benutten; als ik het uiterste wil halen uit mijn relatie met God, dan moet ik op z’n allerminst weten hoe God werkt.
i. Als ik niet weet hoe God te werk gaat in Zijn relatie met Zijn kinderen, dan zal ik heel veel missen.
ii. Sterker nog, als ik niet weet hoe God te werk gaat dan zal ik vroeg of laat teleurgesteld in God raken en dan loop ik het risico om af te haken…
II. Deze keer zal God ons laten zien hoe Hij met Zijn kinderen hier op aarde te werk gaat. Lees Matt. 2:1-23
Vers 1-2 – “1Toen nu Jezus geboren was in Bethlehem, in Judea, in de dagen van koning Herodes, zie, wijzen uit het oosten kwamen in Jeruzalem aan, 2en zeiden: Waar is de pasgeboren Koning van de Joden? Want wij hebben Zijn ster in het oosten gezien en zijn gekomen om Hem te aanbidden.”
I. Ik denk dat de meesten van ons ooit wel eens zo’n geboortescene van Jezus hebben gezien waarin o.a. de drie wijzen te zien zijn.
Wie waren deze wijzen en waarom vindt Mattheüs het noodzakelijk om per se over hen te schrijven?
A. Het Grieks woord dat vertaald wordt met “wijzen” is “magos”. In sommige Nederlandse vertalingen wordt dit woord “magos” vertaald met “magiërs” of “sterrekundigen”.
B. De “magos” zien wij voor het eerst in het boek Daniël. In Daniël 2 lezen wij, dat koning Nebukadnezar toen hij een nachtmerrie gekregen had en de betekenis er niet van begreep, de “magos” vroeg om zijn droom uit te leggen.
i. Deze magos waren een klasse van Babylonische priesters die zich bezig hielden met het onderzoek naar de verborgen krachten van de natuur, sterrenkunde en van dromen.
ii. Deze magos hadden in die maatschappij een zeer grote invloed, zelfs zo groot, dat buitenbijbelse bronnen ons leren, dat zij zelfs verantwoordelijk waren voor het voordragen en het benoemen van koningen.
a. Zij waren een soort van koning-makers, zij stelden koningen aan.
iii. Toen geen van hen de droom van Nebukadnezar kon uitleggen, gaf God de uitleg van de droom aan Daniël. Vervolgens stelde Nebukadnezar Daniël aan als heerser over heel de landstreek Babel en als hoofd van alle magos.
a. Als heerser en hoofd bevond Daniël zich in een zeer machtige en bevoorrechte positie. Hij had alle magos onder hem ongetwijfeld verteld over de God van Israël en de komende Messias.
1. De magos van Mattheüs 2 zijn dus ongetwijfeld de nakomelingen van de magos die het Evangelie van Daniël meegekregen hebben.
(i) God heeft dus 600 jaar voor de geboorte van Jezus deze Babylonische priesters voorbereid om Jezus als Koning der Joden te huldigen.
Vers 3-4 – “3Toen koning Herodes dit hoorde, raakte hij in verwarring en heel Jeruzalem met hem. 4En nadat hij alle overpriesters en schriftgeleerden van het volk bijeen had laten komen, wilde hij van hen weten waar de Christus geboren zou worden.”
I. Deze koning Herodes werd door de Romeinen aangesteld als de koning der Joden. Hij was een zeer gewelddadige heerser.
A. Hij vermoordde o.a. zijn eigen vrouw, enkele leden van zijn schoonfamilie en zelfs drie van zijn eigen zonen.
i. Keizer Augustus zei over hem: “Je kunt beter Herodes’ varken zijn, dan zijn zoon”.
II. Je kan je dus wel voorstellen dat hij nogal van streek raakte toen deze magos (koning-makers) niet op kamelen, maar waarschijnlijker op Arabische hengsten Jeruzalem binnenkwamen en navraag deden naar de pasgeboren Koning der Joden.
Vers 5-6 – “5Zij zeiden tegen hem: In Bethlehem, in Judea, want zo staat het geschreven door de profeet: 6En u, Bethlehem, land van Juda, bent beslist niet de minste onder de vorsten van Juda, want uit u zal de Leidsman voortkomen Die Mijn volk Israël weiden zal.”
I. Hier haalt Mattheüs een profetie over Jezus aan uit Micha 5:1 die rond 700 jaar vóór de geboorte van Jezus vastgelegd werd.
Vers 7-10 – “7Toen riep Herodes de wijzen onopgemerkt bij zich en vroeg hun nauwkeurig naar de tijd dat de ster verschenen was; 8en hij stuurde hen naar Bethlehem en zei: Ga erheen en doe nauwkeurig onderzoek naar dat Kind, en als u Het gevonden hebt, bericht het mij, zodat ook ik kom om Het te aanbidden. 9En nadat zij de koning aangehoord hadden, gingen zij op weg. En zie, de ster die zij in het oosten gezien hadden, ging hun voor, totdat hij boven de plaats kwam te staan waar het Kind was. 10Toen zij de ster zagen, verheugden zij zich met zeer grote vreugde.”
I. De ster die de magos gezien hadden, kon geen gewone ster zijn zoals wij die kennen.
A. Want zij zagen hem in eerste instantie in het oosten waar zij vandaan kwamen én hij leidde hen naar de exacte locatie van Jezus, allemaal zonder GPS!
i. Er is geen andere verklaring voor deze bijzondere ster dan dat het een eenmalig wonder van God geweest is om deze magos de weg te wijzen.
Vers 11 – “En toen zij in het huis kwamen, vonden zij het Kind met Maria, Zijn moeder, en zij vielen neer en aanbaden Het. Zij openden hun schatkisten en brachten Hem geschenken: goud en wierook en mirre.”
I. Ten eerste zien wij hier, dat deze wijzen niet bij de geboorte van Jezus aanwezig waren zoals wij vanmorgen in de afbeeldingen gezien hebben.
A. Want hier staat dat zij het huis in kwamen en het “kind” vonden.
i. Jezus was geen pasgeboren baby, maar ook niet ouder dan twee jaar oud.
Vers 12 – “En nadat zij door een aanwijzing van God in een droom gewaarschuwd waren om niet terug te keren naar Herodes, keerden zij langs een andere weg terug naar hun land.”
I. Ten eerste wil ik opmerken, dat Mattheüs dit verhaal vastlegt om zijn bewering te onderbouwen, dat Jezus de rechtmatige Koning van Israël is.
A. Denk hier eens over na: God had bijna 600 jaar vóór de geboorte van Jezus de Babylonische ballingschap toegelaten waardoor o.a. Daniël naar Babylon werd weggevoerd.
B. Vervolgens gebruikt God Daniël daar om de magos het Evangelie te verkondigen en om discipelen van hen te maken.
C. En 600 jaar later komen deze gelovige discipelen, deze magos naar Bethlehem om Jezus te huldigen als de Koning van Israël en om Hem te aanbidden.
i. Omdat deze magos bekend stonden als “koning-makers” moesten de mensen hen serieus nemen. Hun aankondiging dat Jezus de Koning van Israël is, was officieel.
II. Ten tweede wil ik opmerken, dat in dit hele verhaal God zowel bovennatuurlijke middelen als natuurlijke middelen gebruikt heeft om met deze mensen tot Zijn doel te komen.
A. Het begon 600 jaar voor de geboorte van Jezus, toen God Babylon gebruikte om Israël te straffen door hen naar Babylon weg te voeren. Dit was geen pretje.
B. God gaf Daniël op een bovennatuurlijke wijze uitleg over de droom van Nebukadnezar.
i. Vervolgens legt Daniël de droom uit aan Nebukadnezar en verkondigt hij het Evangelie op een natuurlijke wijze aan de wijzen door het hun te vertellen en te leren.
a. Daniël sprak met hen zoals wij vandaag de dag ook met mensen moeten spreken als wij hun het Evangelie duidelijk willen maken.
1. Dit is een natuurlijk proces bekrachtigd door het bovennatuurlijke werk van God, de Heilige Geest.
C. Dan zien wij de wijzen uit Mattheüs 2 die een bovennatuurlijk wonder zien in de vorm van een ster die hen naar Bethlehem leidt.
D. Wij zien de wijzen de reis maken van Babylon naar Jeruzalem en van Jeruzalem naar Bethlehem. Wij zien, dat zij hun schatkisten openden en Jezus kado’s gaven.
In een rechte lijn is de afstand van Babylon naar Jeruzalem 875 km.
i. Het reizen en het meeslepen van deze kado’s en het schenken van deze kado’s moesten zij zelf doen, er was niets bovennatuurlijks aan.
a. In dit verhaal zien wij dus duidelijk, dat Gods bovennatuurlijke werk en het natuurlijke werk verweven zijn. Het overlapt.
Vers 13-15 – “13Nadat zij vertrokken waren, zie, een engel van de Heere verschijnt Jozef in een droom en zegt: Sta op, en neem het Kind en Zijn moeder met u mee, en vlucht naar Egypte, en blijf daar totdat ik het u zal zeggen, want Herodes zal het Kind zoeken om Het om te brengen.14Hij stond dan op, nam het Kind en Zijn moeder in de nacht met zich mee en vertrok naar Egypte. 15En hij bleef daar tot de dood van Herodes, opdat vervuld werd wat door de Heere gesproken is door de profeet: Uit Egypte heb Ik Mijn Zoon geroepen.”
I. Hier zien wij weer, dat God op een bovennatuurlijke wijze tot Jozef spreekt om het leven van Jezus te beschermen.
A. Maar, God kon Jezus heel gemakkelijk op een andere manier beschermen.
i. Hij kon ervoor zorgen dat Herodes verblind werd, zodat hij Jezus niet kon vinden.
ii. God kon engelen inzetten om Herodes en zijn troepen uit te schakelen, enz…
a. Maar God koos ervoor om Jozef en Maria zelf stappen te laten ondernemen, zodat zij Gods voorzienigheid en Gods voorziening beter leerden kennen.
B. God beveelt Jozef om met zijn gezin naar een plek op minstens 180 km van Bethlehem te gaan verhuizen, maar niet zonder dat God d.m.v. de wijzen de reis had gefinancieerd.
i. Jozef en Maria hebben ongetwijfeld gebruik gemaakt van het goud dat zij van de wijzen hadden gekregen om deze reis te kunnen maken, om in Egypte te kunnen wonen en vervolgens de reis terug naar Israël te maken.
Vers 16-18 – “16Toen werd Herodes, die zag dat hij door de wijzen bedrogen was, verschrikkelijk kwaad. Hij stuurde er soldaten op uit en bracht al de jongetjes om die er binnen Bethlehem en in heel dat gebied waren, van twee jaar oud en daaronder, in overeenstemming met de tijd die hij bij de wijzen nauwkeurig nagevraagd had. 17Toen is vervuld wat gesproken is door de profeet Jeremia: 18Een stem is in Rama gehoord, geklaag, gejammer en veel gekerm; Rachel huilde over haar kinderen, en wilde niet vertroost worden, omdat zij er niet meer zijn.”
I. Herodes was vastberaden om Jezus om te brengen, omdat hij zijn eigen koninkrijkje wilde beschermen,. Ook hierin zien wij een overlap tussen het bovennatuurlijke en het natuurlijke.
A. God had ons in Genesis 3 direct na de zondeval beloofd, dat Hij ons een Redder en Verlosser zou brengen Die de satan uit zal schakelen. God zei dit tegen de satan zelf!
B. Satan is dus vanaf Genesis 3 al bezig om de toen nog komende beloofde Messias uit te schakelen. Hij wist niet wie het zou zijn, maar hij wist wel, dat de Messias uit de mens voort zou komen, want God had ook dat gezegd.
i. Door de hele Bijbel heen zien wij dat satan, een bovennatuurlijk wezen, ook natuurlijke middelen gebruikt om de lijn van Jezus te vernietigen.
a. Voorbeeld uit Genesis 6.
ii. Hier in Mattheüs 2 zien wij Herodes, die om zijn eigen beweegredenen Jezus wil vermoorden, achter de schermen geïnspireerd wordt door de satan die millenia lang bezig is om Jezus uit te schakelen.
Vers 19-23 – “19Toen Herodes gestorven was, zie, een engel van de Heere verschijnt Jozef in een droom, in Egypte, 20en zegt: Sta op, neem het Kind en Zijn moeder met u mee, en ga naar het land Israël, want zij die het Kind naar het leven stonden, zijn gestorven. 21Hij stond dan op, nam het Kind en Zijn moeder met zich mee, en kwam in het land Israël. 22Toen hij echter hoorde dat Archelaüs in Judea koning was in de plaats van zijn vader Herodes, was hij bevreesd daarheen te gaan. Maar nadat zij door een aanwijzing van God in een droom gewaarschuwd waren, vertrok hij naar het gebied van Galilea. 23En toen hij daar gekomen was, ging hij wonen in een stad die Nazareth heette, zodat vervuld werd wat door de profeten gezegd is: dat Hij Nazarener genoemd zal worden.”
I. Zoals ik twee weken geleden had gezegd, wijdt Mattheüs de eerste twee hoofdstukken aan de bewijsvoering van Jezus’ rechtmatige Koningschap over Israël.
A. Wat in deze eerste twee hoofdstukken staat, is voor zijn Joodse lezers veel herkenbaarder dan voor ons. Zij wisten precies wat Mattheüs hiermee bedoelde en wat Mattheüs beweerde.
II. Mijn gebed is, dat wij dit niet alleen als een stuk bewijsvoering hebben gezien, maar dat wij God hierin hebben gezien; Zijn wijsheid, Zijn genade, Zijn werkwijze.
A. God had Jozef, Maria en Jezus niet vrijgesteld van de moeilijkheden van het leven hier op aarde.
i. Ook wij worden niet vrijgesteld van de moeilijkheden van het tijdelijke leven hier op aarde.
ii. Ook wij krijgen te maken met ellende, pijn, bedreigingen, gevaar, ziekte, ongemak, vervolging, enz…
a. Maar, ook wij zullen God en Zijn bovennatuurlijke kracht aan het werk zien wanneer wij hiermee te maken krijgen.
B. God heeft in deze verhalen waar nodig het bovennatuurlijke verricht. Wij zien dit alles achteraf en het is voor ons heel duidelijk.
C. Maar degenen die dit meemaakten, zagen voornamelijk de omstandigheden waarin zij verkeerden. Ja, zij moesten doen wat van hen verwacht werd; zij hadden hun verantwoordelijkheden. Maar ik geloof, dat zij vaak niet door hadden dat God een bovennatuurlijk werk aan het verrichten was…
i. Zo gaat dat ook met ons. Gods bovennatuurlijke werk gebeurt heel vaak achter de schermen en op zo’n manier dat wij niet eens door hebben dat het een bovennatuurlijk werk is.
III. Dus, als iemand je vraagt: “Op welke wijze werkt God?” dan kan je zeggen: “Bovennatuurlijk natuurlijk!”
Studie van het Bijbelboek Mattheüs door Stan Marinussen, Calvary Chapel Haarlemmermeer: calvarychapel.nl