R66015 Ezra
I. Wij gaan verder met de preekserie Route 66 waarin wij elk Bijbelboek in vogelvlucht met elkaar doornemen zodat wij geestelijk zullen groeien naar volwassenheid.
A. Vandaag gaan wij het 15e Bijbelboek Ezra in vogelvlucht met elkaar doornemen.
B. Wij bevinden ons nog steeds in de periode van de geschiedenis van Israël.
C. De slotverzen van 2 Kronieken worden vervolgd door Ezra en Nehemia, waarin de Judeeërs in drie fasen terugkeren naar Jeruzalem. De vertelling gaat vanaf het einde van 2 Kronieken dus gewoon door tot aan het eind van Nehemia.
i. Alhoewel het boek Esther in onze Bijbels ná Nehemia komt, werd het tijdens de ballingschap geschreven tussen Ezra hoofdstuk 6 en 7 in. Dus wat betreft de vertelling, oftewel de chronologie van de geschiedenis, moeten we Esther zien als een parenthese, een invoeging.
II. Achter elke grote beweging van God staan grote Godsmannen en Godsvrouwen. 31 oktober was de herdenkingsdag van de Protestantse Reformatie van 1517, de breuk met de Rooms-Katholieke kerk. De namen waar men aan denkt wanneer je het over de Reformatie hebt, zijn meestal o.a. Maarten Luther en Johannes Calvijn.
A. Deze twee staan bekend als de koplopers van de Protestantse Reformatie; zij staan in de zogeheten spotlight. Maar, zoals er frontmannen zijn, zijn er ook altijd mensen achter de schermen of niet in de spotlight die voor een dergelijke beweging even belangrijk zijn. Denk bijvoorbeeld aan Philipp Melanchthon. Bij jullie bekend? Misschien als je een foto van hem ziet?
B. Deze Melanchthon werd beschouwd als dé intellectueel van de Reformatie; dus niet Luther en ook niet Calvijn. Hij schreef de Augsburgse Belijdenis, een van de belangrijkste documenten uit de Reformatie. De leerstellingen daarin zijn vandaag de dag net zo actueel als 500 jaar geleden. Hoe wij het evangelische Christendom anno nu tot uiting brengen, is geworteld in dit document. Melanchthon was de eerste die een systematische theologie had samengesteld.
i. Zijn vader en opa overleden toen hij elf was. Een grootoom bemerkte dat hij op zo’n jonge leeftijd al intellectueel ingesteld was. Voor zijn 12e verjaardag gaf deze oom hem een Bijbel en een Grieks grammaticaboek. En gedurende de komende 50 jaar waren Melanchthon en deze boeken onscheidbaar. Zijn kennis van het Nieuw Testamentische Grieks werd in heel Europa in zijn tijd door niemand overtroffen.
ii. Op zijn 12e behaalde hij zijn Bachelor of Arts aan de Universiteit van Heidelberg, op zijn 17e ontving hij een Master of Arts aan de Universiteit van Tübingen. Op zijn 21e werd hij hoogleraar Griekse taal aan de Universiteit van Wittenberg.
iii. Zijn roem en reputatie gingen hem voor, maar toen hij in Wittenberg aankwam, was men teleurgesteld. Hij was kwetsbaar, klein van gestalte, onopvallend, stil, timide, hij stond scheef omdat zijn ene schouder hoger dan de ander stond. Maar degenen die hem persoonlijk leerden kennen, merkten al snel wat voor kaliber mens zij voor zich hadden.
iv. Het kenmerkte hem dat hij een man van het Woord was. Hij daagde zijn vakgenoten continu uit om nauwkeurig en duidelijk te zijn in het uitleggen van de Bijbel. Hij hamerde erop om scherpzinnig te zijn, om het zorgvuldig te verwoorden, om kritisch en onderscheidend te zijn, om er zeker van te zijn dat wat je zegt Bijbels is. Hij bracht hen elke keer weer terug naar de Bijbel. Melanchthon werd de raadsman en rechterhand van Maarten Luther en hij heeft Luthers theologie gevormd.
a. Wie weet wat er van de Reformatie gekomen was zonder de invloed van Philipp Melanchthon.
C. Nu ik me in Ezra heb verdiept, ben ik ervan overtuigd dat Ezra de Melanchthon van zijn tijd was; een tijd waarin de Joden het meest kwetsbaar waren.
D. Wanneer men aan de grote personages van het O.T. denkt dan wordt er al snel gedacht aan Mozes, Abraham, Koning David, Salomo en zelfs misschien wel Nehemia. Maar het zal mij niet verbazen als de meesten van jullie Ezra nog nooit eerder bestudeerd hebben.
E. Zoals Melanchthon was Ezra een man van het Woord. Er wordt gezegd dat hij verantwoordelijk is geweest voor het samenstellen van de canon van het Oude Testament. Wij weten het niet zeker, maar er wordt zelfs gedacht dat Ezra Psalm 119 geschreven heeft als zijn eigen getuigenis over het Woord van God. We zullen zien dat Ezra een grote liefde had voor het Woord van God, de Bijbel.
F. Om hem echt te kunnen waarderen moeten wij de tijd en de omstandigheden waarin hij leefde een beetje begrijpen. Dus laten we eerst nog een kijkje nemen in 2 Kronieken 36.
2 Kronieken 36:14-16 – “Verder pleegden alle leiders van de priesters en het volk op grote schaal trouwbreuk, overeenkomstig alle gruweldaden van de heidenvolken. Zij verontreinigden het huis van de HEERE, dat Hij geheiligd had in Jeruzalem. De HEERE, de God van hun vaderen, zond hun vroeg en laat waarschuwende woorden door de hand van Zijn boden, want Hij wilde Zijn volk en Zijn woning sparen. Maar zij spotten met de boden van God, verachtten Zijn woorden en maakten Zijn profeten belachelijk, tot de grimmigheid van de HEERE tegen Zijn volk zo hoog opsteeg dat er geen genezing meer mogelijk was.”
I. Israël bereikte haar hoogtepunt onder leiding van koning Salomo. Er was vrede met de buurlanden, de wereld keek tegen Israël op, er was een mate van rijkdom en welvaart die daarna nooit meer geëvenaard is. Maar, omdat Salomo zich niet aan Gods voorschriften hield, ging het vanaf het einde van zijn bewind alleen maar bergafwaarts.
A. Tot op dat moment was Israël verenigd, maar na het overlijden van Salomo werd Israël uiteengescheurd in twee delen. Het noordelijke rijk was alleen maar slecht en God gebruikte de Assyriërs om hen te straffen. Het zuidelijke rijk had wel periodes dat het geestelijk goed ging, maar ook zij had de God van Israël de rug toegekeerd.
II. 2 Kronieken vertelt dat God middels Zijn profeten telkens weer tot het volk sprak, maar dat het zijn hart tegen God verhard had en zijn geweten dichtgeschroeid was, waardoor het niet meer te redden was. De straf waar God het eeuwenlang voor heeft gewaarschuwd, ging op dit moment in vervulling.
2 Kronieken 36:17-20 – “Toen deed Hij de koning van de Chaldeeën tegen hen optrekken, die hun jongemannen in het huis van hun heiligdom met het zwaard doodde. Hij spaarde de jongemannen, de meisjes, de ouderen en de stokouden niet. God gaf hen allen in zijn hand. Alle voorwerpen van het huis van God, de grote en de kleine, de schatten van het huis van de HEERE en de schatten van de koning en zijn vorsten: dat alles bracht hij naar Babel. Zij verbrandden het huis van God, en braken de muur van Jeruzalem af. Ook alle paleizen van Jeruzalem verbrandden zij met vuur, zodat alle kostbare voorwerpen ervan te gronde werden gericht. En wie overgebleven was van het zwaard, voerde hij weg naar Babel, en zij werden hem en zijn zonen tot slaven, tot het koninkrijk van Perzië ging regeren.”
I. Honderden jaren lang was God geduldig, maar nu was de maat vol. God gebruikte Nebukadnezar en de Babyloniërs om Juda te straffen. Degenen die niet gedood werden, werden gevangengenomen en afgevoerd naar Babel om in totaal 70 jaar lang in ballingschap te blijven.
II. De profeet Jeremia was een van de stemmen die God gebruikte om tot Juda te spreken, om Juda te waarschuwen. God gebruikte Jeremia ook om Juda te bemoedigen en om Juda hoop te geven ten tijde van hun gevangenschap.
A. Kijk wat er in Jeremia 29 gebeurt.
Jeremia 29:1 – “Dit zijn de woorden van de brief die de profeet Jeremia uit Jeruzalem gestuurd heeft aan de rest van de oudsten van de ballingen, aan de priesters, aan de profeten en aan heel het volk dat Nebukadnezar van Jeruzalem in ballingschap had gevoerd naar Babel.”
I. De ballingen krijgen deze brief en het belangrijkste in deze brief staat in vers 10:
Jeremia 29:10 – “Want zo zegt de HEERE: Voorzeker, pas wanneer zeventig jaren in Babel voorbij zijn, zal Ik naar u omzien en over u Mijn goede woord gestand doen, door u terug te brengen naar deze plaats.”
I. Terwijl de ballingen tot op dit moment niet wisten wat er met hen zou gebeuren, brengt God een boodschap van hoop. God zegt hier dat Hij, nadat zij hun les hebben geleerd, nadat de 70 jaren voorbij zijn, hen zal terugbrengen naar Jeruzalem. God zal hen bevrijden door een 2e Exodus, net zoals God hun vaderen door de Exodus uit Egypte had bevrijd. Waarom zou God dit überhaupt voor hen doen?
Jeremia 29:11-13 – “Ik immers, Ik ken de gedachten die Ik over u koester, spreekt de HEERE. Het zijn gedachten van vrede en niet van kwaad, namelijk om u toekomst en hoop te geven. Dan zult u Mijaanroepen en heengaan, u zult tot Mij bidden en Ik zal naar u luisteren. U zult Mij zoeken en vinden, wanneer u naar Mij zult vragen met heel uw hart. Ik zal door u gevonden worden, spreekt de HEERE, Ik zal een omkeer brengen in uw gevangenschap en ubijeenbrengen uit alle volken en uit alle plaatsen waarheen Ik u verdreven heb, spreekt de HEERE, en Ik zal u terugbrengen naar de plaats vanwaar Ik u in ballingschap heb gevoerd.”
I. God zegt hier tegen hen, dat, wanneer zij God met heel hun hart zoeken; wanneer God kennen hun hoogste prioriteit is; wanneer God najagen en aan Hem gelijk willen zijn hun grootste passie is; dan zal God Zich laten vinden en zal God hen naar het beloofde land terugbrengen, omdat God Zich aan Zijn woord houdt. Dit zien wij dus nu in Ezra verwezenlijkt worden.
A. Juda was afvallig geworden, maar zodra iemand God zoekt met heel zijn hart, zodra iemand berouw heeft en zich bekeert, is er bij God altijd een weg terug.
B. Ook voor jou, jij die nu afvallig bent. Zolang jij nog adem in je longen hebt, is er bij God een weg terug.
C. Iemand had ooit gezegd dat afvallig zijn niet per se betekent dat je je rug geheel tot God toegekeerd hebt. Maar als je in je geestelijk leven geen vooruitgang boekt; als je Gods heiligingsproces in de weg staat; als je stagneert in je geestelijke groei en in je kennis van God; dan ben je eigenlijk al afvallig.
i. Wat geestelijke groei betreft is het niet mogelijk om stil te staan. Òf je gaat vooruit in je geestelijke groei òf je gaat achteruit. Òf je leert God beter kennen òf je gaat vergeten wie God is. Òf je gaat Jezus steeds meer gehoorzamen òf je wordt steeds lakser in het doen wat het Woord van God zegt: het zal allemaal wel. . .
II. Tijdens de regering van de Babylonische koningen was er totaal geen hoop voor Juda om terug te keren. Maar toen gebeurde het. Babylonië werd veroverd door Kores, de koning van Perzië, en zie wat God met deze machtswisseling doet.
2 Kronieken 36:22-23 – “In het eerste jaar nu van Kores, de koning van Perzië, wekte de HEERE de geest van Kores op, de koning van Perzië, opdat hetwoord van de HEERE, dat Hij bij monde van Jeremia gesproken had, vervuld zou worden om door zijn hele koninkrijk een boodschap te laten gaan, ook in geschrifte: Zo zegt Kores, de koning van Perzië: Alle koninkrijken van de aarde heeft de HEERE, de God van de hemel, aan mij gegeven, en Hij is het Die mij heeft opgedragen om een huis voor Hem te bouwen in Jeruzalem, dat in Juda ligt. Wie er onder u ook maar tot al Zijn volk behoort – de HEERE, zijn God, zij met hem en laat hij optrekken.”
I. Wat een verordening! Dit was groots! Dit was voor Juda wat Bevrijdingsdag voor Nederland was toen Nederland bevrijd werd van de Duitse bezetting en de 2e wereldoorlog tot een einde kwam.
Dit is hoe 2 Kronieken eindigt en dit is hoe Ezra begint.
II. Maar de terugkeer van de Judeeërs naar Jeruzalem ging niet in één keer. Niet iedereen stond meteen op om terug te gaan. De terugkeer vond plaats in drie fasen.
A. De eerste terugkeer werd geleid door Zerubbabel en 49.897 mensen keerden terug. Onder zijn leiding werd de tempel herbouwd.
B. De tweede terugkeer vond 80 jaar ná de terugkeer van de eerste groep plaats en werd geleid door Ezra. Onder zijn leiding werd de aanbidding van God hersteld.
C. De derde terugkeer vond 12 jaar ná de terugkeer van de tweede groep plaats en werd geleid door Nehemia. Onder zijn leiding werd de stadsmuur herbouwd.
Hoofdstukken 1-6
I. Ondanks dat het boek naar Ezra genoemd is, gaan de eerste zes hoofdstukken over Zerubbabel. Pas in hoofdstuk 7 komt Ezra zelf op het toneel.
Hoofdstuk 1
I. In de eerste vier verzen van hoofdstuk 1 zien wij hetzelfde als wat wij aan het einde van 2 Kronieken gelezen hebben. God wekte de geest van Koning Kores op om Juda vrij te laten, om hen terug te laten keren naar Jeruzalem, en om het herstelwerk te gaan subsidiëren. In vers 5 begint de organisatie en kijk hoe dat tot stand komt.
Vers 5 – “Toen stonden de familiehoofden van Juda en Benjamin, en de priesters en de Levieten op, allen bij wie God de geest had opgewekt om op te trekken om het huis van de HEERE te bouwen, Die in Jeruzalem woont.”
I. Deze Judeeërs waren na 70 jaar in Babel gesetteld. Zij hoefden niet per se weg, want zij hadden hun leven daar. Weinigen wisten überhaupt nog iets van Jeruzalem af, dus waarom zouden zij een 4-maandenlang durende reis van ruim 1.400 km maken? Uiteindelijk is er slechts een klein overblijfsel teruggegaan; zo’n 50.000 mensen in deze eerste fase.
A. De Joden die God wél wilden dienen, werden innerlijk gedreven om de tempel te herbouwen. Zij wilden God dienen. Zij wilden aan God offeren. Zij wilden door hun offers wederom contact met God krijgen. Zij wilden de aanwezigheid van God bij zich hebben. Daarom moesten zij per se terug naar Jeruzalem om de tempel te bouwen. Zij moesten!
Hoofdstukken 2 & 3
I. In hoofdstuk 2 werd een volkstelling gedaan waaruit blijkt dat zo’n 50.000 mensen de reis hadden gemaakt.
I. In hoofdstuk 3 werd eerst het altaar gebouwd, zodat zij aan God konden offeren. Zij wisten dat zij eerst af moesten rekenen met hun zonden voordat ze God konden dienen.
II. Daarna werd onder leiding van Zerubbabel en Jesua de fundering van de tempel gelegd en dan staat er dit:
Ezra 3:11-12 – “Zij zongen in beurtzang bij het prijzen en bij het danken van de HEERE dat Hij goed is, dat Zijn goedertierenheid over Israël tot in eeuwigheid is. Heel het volk hief een groot gejuich aan bij het prijzen van de HEERE, omdat de fundering voor het huis van de HEERE gelegd was. Maar velen van de priesters en de Levieten en de familiehoofden, namelijk de ouderen die het eerste huis op zijn fundering gezien hadden, huilden met luide stem toen zij dit huis voor hun ogen zagen, terwijl vele anderen met gejuich en met blijdschap hun stem verhieven.”
A. Degenen die om zich heen keken naar wat God aan het doen was én die vooruitkeken naar wat God voor hen in petto had, waren hartstikke blij. Zij zongen uit volle borst en juichten, omdat de fundering voor het huis van de HEERE gelegd was. Zij waren vreugdevol en hoopvol, omdat zij God op dat moment aan het werk zagen en omdat zij vooruitkeken.
B. Maar de ouderen die met weemoed terugkeken naar de eerste tempel, de tempel van Salomo, huilden met luide stem. Deze mensen bleven steken in het verleden en in de goede oude tijd.
i. Vandaag de dag gebeurt dat nog steeds. Er zijn mensen die in het verleden blijven steken, omdat God toen echt gave dingen in hun leven heeft gedaan.
ii. In plaats van dat zij hun ogen openen om te zien wat God nu in het heden allemaal aan het doen is of wat God in petto heeft, blijven zij zich blindstaren op die goede oude tijd en missen nu de heerlijkheid van God.
iii. Het gaat er niet om wat God 1, 5, 10, 20 of 30 jaar geleden in jouw leven heeft gedaan. Wat doet God nu?!? Dat is het enige dat echt telt. Want als God in het verleden meer in jouw leven heeft gedaan dan nu, dan is de kans heel groot dat je nu afvallig bent.
Hoofdstuk 4
Ezra 4:1-3 – “Toen de tegenstanders van Juda en Benjamin hadden gehoord dat de ballingen een tempel bouwden voor de HEERE, de God van Israël, kwamen zij naar Zerubbabel toe en naar de familiehoofden en zeiden tegen hen: Laten wij samen met u bouwen, want zoals u zoeken ook wij uw God. En aan Hem offeren wij sinds de dagen van Esar-Haddon, de koning van Assyrië, die ons hierheen heeft laten trekken. Maar Zerubbabel en Jesua en de overige familiehoofden van Israël zeiden tegen hen: Het is niet aan u en aan ons om samen een huis voor onze God te bouwen, want wíj alleen zullen het bouwen voor de HEERE, de God van Israël, zoals koning Kores, de koning van Perzië, ons geboden heeft.”
I. Deze tegenstanders waren valse gelovigen, die deden alsof zij bij de gemeenschap hoorden en zogenaamd mee wilden bouwen. Maar Zerubbabel had hen door en liet hen de gemeenschap niet binnen.
A. Dit gebeurt helaas nog steeds. Mensen die onder valse voorwendselen en met foute bedoelingen een plaatselijke kerk proberen binnen te komen om zogenaamd mee te helpen bouwen.
B. Helaas hebben wij dit door de jaren heen meerdere malen meegemaakt. Ook CCF heeft dit in haar korte tijd als gemeente al meegemaakt. Daarom hebben wij Gods onderscheidingsvermogen nodig om de wolven in schaapskleding op te kunnen sporen om zo de kudde van God te beschermen.
II. Nadat Zerubbabel hen afgewezen had, haalden zij alles uit de kast om het bouwwerk van God te dwarsbomen. Het lukte hen uiteindelijk ook waardoor het werk stopte.
A. Je kunt er altijd van uitgaan dat waar God aan het werk is, onze tegenstander, de duivel, Gods werk zal tegenwerken. Dat geldt nu nog steeds.
B. Als gevolg van de aanvallen van de tegenstanders stond het bouwwerk aan de tempel gedurende zo’n 15 jaar lang stil.
Hoofdstuk 5
I. In hoofdstuk 5 zien wij iets bijzonders. Nadat de Judeeërs door hun tegenstanders ontzettend ontmoedigd waren geraakt, stuurde God twee profeten naar Zerubbabel en Jesua toe.
Ezra 5:1-2 – “De profeten Haggaï, de profeet, en Zacharia, de zoon van Iddo, profeteerden onder de Joden die in Juda en in Jeruzalem waren; in de Naam van de God van Israël profeteerden zij tegen hen. Toen stonden Zerubbabel, de zoon van Sealthiël, en Jesua, de zoon van Jozadak, op en begonnen het huis van God, Die in Jeruzalem woont, te herbouwen. Gods profeten, die hen ondersteunden, waren bij hen.”
I. God stuurde Haggaï en Zacharia om Zerubbabel en Jesua op God en Zijn plan te wijzen. Het hele volk was ontdaan vanwege de tegenstand, vanwege de omstandigheden. Het enige dat hun uit die sleur kon helpen was het Woord van God. Zij moesten op de geestelijke realiteit gewezen worden.
A. En ja, deze Haggaï en Zacharia zijn dezelfde profeten als in de boeken Haggaï en Zacharia. Dus wanneer je deze twee kleine profeten leest, weet dan dat hun profetieën gericht waren op Zerubbabel, Jesua en de teruggekeerde ballingen.
II. Wij moeten hieruit leren dat zij, toen zij vanwege de omstandigheden ontmoedigd en verlamd raakten, het Woord van God nodig hadden om de draad weer op te kunnen pakken, om weer voor God aan het werk te gaan, om weer iets voor God en Zijn zaak te kunnen betekenen.
Hoofdstuk 6
I. In hoofdstuk 6 werd het werk aan de tempel voltooid. Kijk naar wat er in vers 14 staat:
A. Vers 14 – “En de oudsten van de Joden bouwden en maakten goede vorderingen onder de profetie van Haggaï, de profeet, en Zacharia, de zoon van Iddo. Ze bouwden en voltooiden het overeenkomstig het bevel van de God van Israël en overeenkomstig het bevel van Kores en Darius en Arthahsasta, de koning van Perzië.”
i. Omdat deze twee profeten het Woord van God spraken, werd het bouwwerk afgemaakt. Daarom is het voor ons als gemeente zo belangrijk om onder het Woord van God te blijven waar het gaat om het bouwen, het leiden en het reilen en zeilen van Zijn kerk.
Tussen hoofdstuk 6 en 7 zit ongeveer 57 jaar. Dit is de periode waarin het boek Esther geschreven werd.
Hoofdstukken 7-10
I. Waar hoofdstukken 1-6 voornamelijk over de inwijding van de tempel gaan, gaan hoofdstukken 7-10 voornamelijk over de inwijding van het volk. Alles in deze hoofdstukken vindt plaats in een periode van één jaar. En nu pas komt Ezra op het toneel.
A. Ezra was de zoon van een hogepriester en hij was zelf ook priester. Hij was een schriftgeleerde, wat betekende dat hij een expert was in het Woord van God, de Bijbel.
B. Hij staat niet bekend als koploper of frontman. Hij was eerder iemand die net als Philipp Melanchthon een bescheiden plek in het Koninkrijk van God had. Maar kijk naar wat hem kracht in zijn bediening gaf:
Vers 6 – “Deze Ezra trok op uit Babel. Hij was een vaardig schriftgeleerde, bedreven in de wet van Mozes, die de HEERE, de God van Israël, gegeven heeft. En de koning gaf hem alles wat hij had verzocht, omdat de hand van de HEERE, zijn God, over hem was.”
Vers 9 – “Op de eerste van de eerste maand was namelijk het begin van zijn tocht uit Babel, en op de eerste van de vijfde maand kwam hij in Jeruzalem aan, omdat de goede hand van zijn God over hem was.”
Vers 28 – “Hij heeft mij goedertierenheid bewezen bij de koning, zijn raadgevers en alle machtige vorsten van de koning. Ik vatte moed omdat de hand van de HEERE, mijn God, over mij was en ik riep uit Israël familiehoofden bijeen om met mij mee te trekken.”
i. Tot drie keer toe lezen wij dat de goede hand van de HEERE over Ezra was. Hij ontving kracht van God en gunst bij de koning van Perzië en gunst bij de mensen. Ook kreeg hij alle nodige middelen mee om het werk van God uit te voeren.
ii. Mijn vraag is, waarom Ezra? Waarom Melanchthon? Waarom iemand die geen koploper of frontman is? Waarom had God Zijn goede hand op Ezra? Waarom koos God niet iemand met meer invloed of meer charisma of charme; iemand waar mensen tegenop kijken? Waarom iemand zoals Ezra?
II. Laten we kijken naar wie Ezra was, hoe hij in elkaar zit, want dat is naar mijn mening de sleutel om door God anno nu gebruikt te kunnen worden. Ik wil schatten in de hemel verzamelen, zodat ik een nog grotere beloning van God zal ontvangen. Daarom wil ik het geheim van Ezra’s leven ontdekken, want misschien kan ik zijn geheim in mijn eigen leven toepassen. . .
Vers 10 – “Ezra had namelijk zijn hart erop gericht om de wet van de HEERE te onderzoeken, om die te doen en om in Israël de verordeningen en bepalingen te onderwijzen.”
I. Het geheim van Ezra’s leven was dat hij zijn hart ergens op had gericht. Dit betekent dat datgene waar hij zijn hart op had gericht, de hoogste prioriteit in zijn leven had.
Ezra richtte zijn hart niet zomaar op iets, zeer zeker niet op iets egoïstisch. Zijn grootste hartstocht, zijn grootste passie van zijn leven waren drie dingen. Drie dingen die in het leven van een trouwe dienstknecht van de HEERE onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn.
A. Ten eerste richtte hij zijn hart op het onderzoeken van de wet van de HEERE. Dit betekent, dat Ezra zich ertoe aanzette om het Woord van God te lezen en te bestuderen. In het Hebreeuws betekent het zelfs dat je het herhaaldelijk leest.
i. Ezra had ergens in zijn leven de bewuste keus gemaakt om een serieuze student van het Woord van God te zijn. Daarom was hij een schriftgeleerde, wat in zijn tijd betekende dat hij een expert was in het Woord van God.
ii. Men wist dat je altijd wanneer je naar Ezra toeging om advies een Bijbels antwoord zou krijgen. Alles draaide bij Ezra om de Bijbel.
iii. Als je het voorrecht had om onder zijn bediening te mogen zitten, dan had je de volledige zekerheid dat Ezra zich strikt aan het Woord van God hield; zonder enige eigen interpretatie of mening.
iv. Ezra was een biblicist pur sang, hij leefde Sola Scriptura.
v. Oh wat heeft de kerk van Jezus Christus anno nu Ezra’s nodig! Sommigen van jullie, jong of oud hebben het verlangen om een Ezra te zijn. Dit verlangen komt bij God vandaan. Hij heeft dit in jouw hart geplaatst. Dus maak die keus en doe er wat mee.
a. Richt je hart op het onderzoeken van de Bijbel zoals Ezra dat deed. Als je jong bent, dan heb je je hele leven nog voor je. Als je al wat ouder bent, wees ervan verzekerd dat je nooit te oud bent.
B. Maar Ezra was niet puur een student van het Woord. Want als je alleen maar hoofdkennis vergaart, zal dat hoogstwaarschijnlijk leiden tot hoogmoed en tot wetticisme. Dan zal je je niet kunnen verplaatsen in andermans leven, dan ga je uit de hoogte doen. Daarom koos Ezra er ook voor om een dader van het Woord van God te zijn. En dit is het tweede waarop Ezra zijn hart richtte.
i. Het was voor Ezra niet genoeg om het Woord te kennen, hij wilde het voorbeeld geven om het Woord in zijn leven toe te passen.
ii. Het doel van Bijbelstudie is niet om kennis te vergaren, maar om je leven erdoor te laten veranderen. De Bijbel werd ons gegeven om een positieve impact te hebben op onze huwelijken, op onze gezinssituaties, op onze relaties, op ons werk, op hoe wij zakendoen. Het uiteindelijke doel van Bijbelstudie is om veranderd te worden naar het evenbeeld van Jezus Christus. Daarom snap ik niet dat belijdende christenen hun Bijbels niet lezen!
C. Als derde richtte Ezra zijn hart erop om in Israël de verordeningen en bepalingen te onderwijzen. Ezra wilde het Woord van God niet voor zichzelf houden. Hij wilde het zich eigen maken om het toe te passen, zodat hij anderen erin kon onderwijzen.
i. Wij zien in hoofdstuk 9 en 10 en straks ook in Nehemia dat Ezra inderdaad het Woord van God onderwees. Maar niet voordat hij zelf het Woord onderzocht en het zelf voorleefde.
II. In hoofdstuk 8 zien wij een lijst met Ezra’s reisgenoten. Naar schatting kwamen er in deze tweede fase zo’n 5.000 mensen naar Jeruzalem.
In hoofdstuk 9 zien wij dat na slechts ca. 60 jaar de Judeeërs Gods Woord en wegen alweer verlieten.
Wij zien tot slot in hoofdstuk 10 dat Ezra hiertegen optreedt en wat de mensen moeten doen om zich van hun zonden te bekeren.
I. Mensen, je krijgt maar één leven; misschien krijg je 50, 60, 70, 80 jaar. Wat zal jouw bijdrage geweest zijn aan het einde van je leven? Waarvoor zal jij herinnerd worden? Wat kan er op jouw grafsteen geschreven worden? Waarop richt jij jouw hart? Wees een Ezra!