R66014 2 Kronieken
I. Wij gaan verder met de preekserie Route 66 waarin wij elk Bijbelboek in vogelvlucht met elkaar doornemen om 1) Jezus erin te ontdekken 2) om belangrijke levenslessen eruit te hale, en 3) om Gods Woord beter te leren kennen zodat wij geestelijk zullen groeien naar volwassenheid toe. God de Heilige Geest gebruikt verklarend prediken om 1) Zijn familie tot stand te brengen én 2) om Zijn familie geestelijk te doen groeien.
A. In de vorige studie had ik een inleiding gegeven op Kronieken voor de context. Mocht je deze gemist hebben, dan raad ik je aan om deze online te gaan beluisteren of bekijken. Vandaar gaan wij het 14e Bijbelboek, 2 Kronieken in vogelvlucht met elkaar doornemen.
B. Wij bevinden ons nog steeds in de periode van de geschiedenis van Israël. Aan het eind van 2 Kronieken worden Jeruzalem en de tempel door koning Nebukadnezar geheel verwoest en veel vooraanstaande Joodse families werden afgevoerd naar Babel.
i. Er waren trouwens drie momenten in de geschiedenis van Juda waarop de Joden in ballingschap afgevoerd werden:
a. 605 V.Chr. – toen werd o.a. Daniel afgevoerd
b. 597 V.Chr.
c. 586 V.Chr. – toen werden de tempel en heel Jeruzalem met de grond gelijk gemaakt
C. De slotverzen van 2 Kronieken hebben hun vervolg in de Bijbelboeken Ezra en Nehemia, waarin de Judese Joden in drie fasen terugkeren naar Jeruzalem. De vertelling gaat vanaf dit punt dus gewoon door.
i. Esther werd tijdens de ballingschap geschreven tussen Ezra hoofdstuk 6 en 7 in. Wat de vertelling betreft moeten we Esther zien als een parenthese.
D. 2 Kronieken kunnen wij als een laag bovenop 1 en 2 Koningen leggen. Het gaat dieper in op het geestelijke aspect van het bewind van koning Salomo, én het belicht de twintig koningen die na hem over Juda regeerden. De overige 10 stammen van Israël, het noordelijke rijk, komen hierin niet aan de orde, omdat zij niet van belang zijn voor de Messiaanse bloedlijn, én omdat zij totaal geen interesse hadden in de eredienst in de tempel.
E. 2 Kronieken kan worden verdeeld in drie delen:
·Hoofdstuk 1-9 – voornamelijk de geestelijke aspecten van het bewind van koning Salomo
·10-12 – de splitsing van het verenigde koninkrijk in het noordelijke rijk en het zuidelijke rijk
·13-36 – de koningen van het zuidelijke rijk, Juda
F. 2 Kronieken begint en eindigt met de tempel. De eredienst in de tempel staat ook echt centraal, vandaar dat men ook concludeert dat het door Ezra de priester geschreven is. Alles in dit boek wordt vanuit het geestelijke oogpunt van een priester geschreven en aanbidding is dan ook de rode draad.
Hoofdstukken 1-9
I. De eerste negen hoofdstukken gaan over het bewind van koning Salomo, de bouw van de tempel, de inwijding van de tempel en de eredienst ín de tempel. De tempel wordt zo’n 30 keer genoemd en er wordt meer dan 30 keer verwezen naar het huis van God. De Ark van het verbond, waar de aanwezigheid van God is, wordt minstens 13 keer genoemd.
A. Alles in deze hoofdstukken draait om het geestelijke, om aanbidding, om een leven van aanbidding. Kijk hoe het eerste hoofdstuk begint.
Hoofdstuk 1
Vers 1-3 – “Salomo, de zoon van David, verstevigde zijn positie in zijn koninkrijk, want de HEERE, zijn God, was met hem, en maakte hem buitengewoon machtig. Salomo sprak tot heel Israël, tot de bevelhebbers van duizend en van honderd, en tot de rechters, en tot elke leider in heel Israël, de hoofden van de families. En Salomo en heel de gemeente met hemgingen op weg naar de offerhoogte die in Gibeon was, omdat daar de tent van ontmoeting (tabernakel) van God stond, die Mozes, de dienaar van de HEERE, in de woestijn gemaakt had.”
I. Het boek begint met Salomo en de hele gemeenschap, die met zijn allen naar de eredienst toe gaan. Kijk wat er als eerste in de eredienst gebeurt:
Vers 6 – “En Salomo offerde daar, voor het aangezicht van de HEERE, op het koperen altaar dat bij de tent van ontmoeting hoorde. Duizend brandoffers bracht hij daarop.”
I. Salomo bracht brandoffers aan de HEERE. Deze brandoffers waren volgens Leviticus 1 geheel vrijwillig. D.m.v. het brandoffer beleed de offeraar dat hij een zondaar is; dat God zonden d.m.v. het offer bedekt; en dat er herstel in de relatie tussen de offeraar en God plaats zou vinden.
A. Het brandoffer werd op de huid/vacht na geheel verteerd en ging in rook op richting de hemel als een aangename geur voor de HEERE. De huid werd aan de priesters gegeven als loon voor hun dienst in het offerproces.
i. Omdat het brandoffer geheel verteerd werd, betekende het dat de offeraar zichzelf geheel aan God overgaf.
B. Dit verwijst naar het offer van Jezus aan het kruis. Jezus heeft Zijn lijfelijke leven op aarde geheel aan God de Vader overgegeven door te sterven aan het kruis. Ook is Hij naar de hemel opgestegen en ook Zijn bedekking (kleding) werd gegeven aan degenen die dienst hadden tijdens Zijn kruisiging.
i. Maar, waar het brandoffer slechts de zonde van de mens bedekte, heeft het offer van Jezus aan het kruis de zonde van de mensheid eens en voor altijd geheel weggehaald; het heeft het ons mogelijk gemaakt om voor eeuwig verzoend te zijn met God de Vader.
II. Nergens staat er in de Wet van Mozes hoeveel brandoffers men moet brengen, maar hier in vers 6 lezen wij dat Salomo duizend brandoffers bracht.
A. Salomo wilde koste wat kost heel duidelijk zijn in zijn toewijding aan God. Daarom offerde hij zo’n groot vermogen aan de HEERE. Salomo wilde dat zijn aanbidding hem iets kostte, net zoals zijn vader David dat deed.
III. Ik heb 2 Kronieken meerdere malen gelezen en ik heb hier nergens in gevonden dat Salomo of Israël commentaar gaven over hun aanbidding.
Ik lees bijvoorbeeld nergens dat Salomo zei dat de aanbidding goed was; of dat hij zich er goed bij voelde; of dat hij door zijn aanbidding weer opgeladen of opnieuw gemotiveerd was.
A. Begrijp me niet verkeerd. Ik denk niet dat het van nature slecht is als je je goed voelt, of als je geniet van de muziek, of als je gesterkt wordt door het loven en prijzen van God. Maar wij moeten begrijpen dat dat niet het doel is.
B. Vandaag de dag wordt de kwaliteit van lofprijs en aanbidding vaak afgemeten aan hoe wij ons erbij voelen, of aan hoe goed het aanbiddingsteam de liederen zongen. Dit is echt een foute kijk op het aanbidden van de levende God van de Bijbel.
i. Aanbidding van God draait om God. Hij is het voorwerp van onze lofprijs en aanbidding. Hij moet er een welbehagen in hebben. Hij wil dat onze aanbidding vanuit een puur en oprecht hart vloeit; en terecht!
a. Openbaring 4:11 – “U bent het waard, HEERE, te ontvangen de heerlijkheid, de eer en de kracht, want U hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil bestaan zij en zijn zij geschapen.” Wij dus ook!
ii. Onze aanbidding hoort een respons te zijn op Wie God is; op wat Hij gedaan heeft op Golgotha; op wat Hij nu in ons leven doet; en op wat Hij voor ons in petto heeft. Hij wil in geest en in waarheid aanbeden worden.
a. In geest, omdat men allereerst wedergeboren, oftewel uit de geest geboren moet zijn om God überhaupt te kunnen aanbidden.
b. In waarheid, omdat wij God volgens Zijn in de Bijbel geschreven voorschriften moeten aanbidden. Wij kunnen zelf niet bepalen hoe wij God aanbidden. Het moet op basis van de waarheid zijn, de waarheid die alleen in de Bijbel te vinden is.
iii. Lofprijs en aanbidding d.m.v. samenzang in de eredienst draait dus niet om jou of mij, of om hoe wij ons voelen of om wat wij vinden van het aanbiddingsteam. Het draait alleen om God.
C. Aanbidding van God gaat trouwens om meer dan een lied. Het gaat om meer dan samenzang in de eredienst. Zoals Salomo d.m.v. de brandoffers zichzelf geheel aan God overgaf, moet onze aanbidding van God ook aan die maatstaf voldoen.
i. Wanneer wij er met ons hart bij zijn, aanbidden wij God ook tijdens de preek door aandachtig te luisteren naar Gods stem. Wanneer wij er met ons hart bij zijn, aanbidden wij God ook in onze fellowship en in gebed.
ii. Jezelf geheel aan God overgeven betekent dus dat aanbidding in geest en waarheid om veel meer gaat dan alleen ’s zondags naar de eredienst gaan. Aanbidding van de God van de Bijbel is jezelf elke dag opnieuw aan Hem geven én aan de zaak van Christus.
Romeinen 12:1 – “Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijdenals een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst, oftewel aanbidding.
D. Aanbidding behelst ons hele leven, elke dag opnieuw. En dan bedoel ik niet dat wij elke dag, de hele dag door liederen tot de HEERE moeten zingen, maar dat wij ons ervan bewust zijn dat wij duur gekocht zijn met het kostbare bloed van Jezus en dat wij Hem toebehoren.
i. Dit besef heeft tot gevolg dat wij niet alleen God bij alles in ons leven betrekken, maar dat wij onszelf juist elke dag gaan betrekken bij wat God wil doen.
Kijk naar wat er gebeurt nadat Salomo duizend brandoffers aan de HEERE had gebracht.
Vers 7-12 – “In die nacht verscheen God aan Salomo en zei tegen hem: Vraag wat Ik u geven zal. Salomo zei tegen God: Ú hebt aan mijn vader David grote goedertierenheid bewezen, en mij in zijn plaats koning gemaakt. Nu dan, HEERE God, laat Uw woord tot mijn vader David bewaarheid worden! Ú hebt mij immers koning gemaakt over een volk, talrijk als het stof van de aarde. Geef mij nu wijsheid en kennis, zodat ik voor de ogen van dit volk uitga en inga, want wie zou over dit grote volk van U kunnen rechtspreken? Toen zei God tegen Salomo: Omdat dit in uw hart geweest is en u geen rijkdom, bezittingen en eer gevraagd hebt, of het leven van wie u haat, of zelfs niet een lang leven gevraagd hebt, maar wijsheid en kennis voor uzelf gevraagd hebt, zodat u over Mijn volk, waarover Ik u koning gemaakt heb, zou kunnen rechtspreken, daarom is de wijsheid en de kennis aan u gegeven. Verder zal Ik u rijkdom, bezittingen en eer geven, zoveel als de koningen vóór u niet gehad hebben en zoveel als de koningen na u niet zullen hebben.
I. Salomo had een juist beeld van God en van zichzelf. Hierdoor richtte hij zich op en hield hij zich bezig met de zaak van God. Nadat Salomo zichzelf geheel aan God overgaf, gaf God Salomo carté blanche. Salomo vroeg om wijsheid en kennis om te doen waartoe God hem geroepen had. Dat is ware aanbidding, aanbidding in geest en waarheid.
A. Omdat Salomo zichzelf geheel aan God overgaf, zegende God hem bovenmate. Begrijp dit goed: God zal nooit bij de mens in het krijt staan, dus zal Hij altijd meer aan de mens geven dan wat de mens ooit aan God zou kunnen geven. You cannot outgive God! Maar het willen doen en het trachten te doen, dát is aanbidding.
Hoofdstukken 2-7
De hoofdstukken 2-7 gaan over de voorbereidingen voor het bouwen van de tempel, het bouwen van de tempel, het inwijden van de tempel en de eredienst in de tempel. Ik wil hieruit een paar dingen belichten. Ten eerste dit:
I. Hoofdstuk 5: nadat de tempel gebouwd en gereedgemaakt was met alle voorwerpen voor de tempeldienst, liet Salomo de Ark van het verbond halen om hem in de tempel te plaatsen.
A. Maar nog voordat de priesters de Ark in het Heilige der heiligen plaatsten, staat er dat koning Salomo en heel de gemeenschap voor de Ark stonden en schapen en runderen aan God offerden; zoveel dat ze niet geteld konden worden.
B. Nadat al deze brandoffers aan God gebracht waren, brachten de priesters de Ark van het verbond naar het Heilige der heiligen waar het hoorde te staan. Daarna verzamelde het gehele aanbiddingsteam zich bij het altaar met al hun instrumenten. En bij hen stonden 120 priesters die op hun trompetten bliezen. Het was feest! En dan staat er dit:
Vers 13-14 – “het gebeurde nu, toen zij eenparig op de trompet bliezen en toen zij zongen door met een eenparige stem een lied te laten horen om de HEERE te prijzen en te loven, ja, toen zij de stem verhieven met trompetten, met cimbalen en andere muziekinstrumenten, en toen zij de HEERE prezen met de woorden: Voorzeker, Hij is goed, want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig, dat het huis, het huis van de HEERE, met een wolk vervuld werd. En de priesters konden, vanwege die wolk, niet blijven staan om te dienen, want de heerlijkheid van de HEERE had het huis van God vervuld.”
I. Waar spreekt de wolk van? In Exodus zien wij tot meerdere malen toe dat de aanwezigheid van de HEERE in de wolkkolom was. Bijvoorbeeld:
Exodus 40:34-35 – “Toen overdekte de wolk de tent van ontmoeting, en de heerlijkheid van de HEERE vervulde de tabernakel, zodat Mozes de tent van ontmoeting niet kon binnengaan, omdat de wolk daarop bleef en de heerlijkheid van de HEERE de tabernakel vervulde.”
Leviticus 16:2 – “De HEERE zei toen tegen Mozes: Spreek tot uw broer Aäron en zeg dat hij niet te allen tijde in het heiligdom binnen het voorhangselmag komen, vóór het verzoendeksel dat op de ark ligt, opdat hij niet sterft, want Ik verschijn in de wolk op het verzoendeksel.”
A. De wolk maakt Gods aanwezigheid tastbaar en waarneembaar. God doet dit, omdat Hij genadig en barmhartig is. Want als Hij Zichzelf niet op een waarneembare wijze vertoonde, dan zou iedereen verteerd worden die in Zijn aanwezigheid kwam.
i. 1 Timotheüs 6 zegt dat God in een ontoegankelijk licht woont; Hebreeën 12 zegt dat God een verterend vuur is. Het was dus goed dat God de wolk liet zien.
II. Wij zien in hun aanbidding dat Salomo en de gemeenschap zichzelf éérst geheel aan God gaven d.m.v. de symboliek van de ontelbare brandoffers. Dit was het allereerste dat Salomo en Israël deden. Eenmaal geheel aan God overgegeven gingen zij verder door vervolgens muziek te maken en te zingen.
A. Hun aanbidding begon met het geheel offeren van zichzelf à la Romeinen 12:1. Zij gingen God niet pas aanbidden toen zij begonnen waren met lofprijs en aanbidding d.m.v. de muziek.
B. Aanbidding is dus niet beperkt tot het één keer in de week op zondagmorgen zingen in de eredienst. Nee, aanbidding begint door jezelf elke dag opnieuw geheel aan God te geven. Als je dat doet, dan is alles daarna een levensstijl van aanbidding tot God. Het is dus veel meer dan een lied.
Nog even een kanttekening over vers 14.
Vers 14 – “En de priesters konden, vanwege die wolk, niet blijven staan om te dienen, want de heerlijkheid van de HEERE had het huis van God vervuld.”
I. In hyper-charismatische kringen zoals bijvoorbeeld pinkster kerken, ook volle evangelie kerken genoemd, komt ‘vallen in de geest’ tijdens hun diensten voor. In het Engels wordt dit ‘slain in the spirit’ genoemd.
A. Er wordt beweerd, dat mensen, wanneer de Heilige Geest dusdanig aanwezig en aan het werk is, niet langer op eigen benen kunnen staan en dus op de grond neervallen.
B. In dergelijke diensten worden mensen naar voren toe geroepen, wordt er met mensen gebeden. Soms krijgen ze een klein zetje en dan vallen ze neer. Soms krijgt men meer dan een klein zetje. Vervolgens blijft men een poosje op de grond liggen schudden met stuiptrekkingen.
C. Wanneer er naar een Bijbelse onderbouwing voor dit fenomeen wordt gevraagd, dan wordt verwezen naar deze tekst. Want hier staat, dat de priesters niet konden blijven staan vanwege de heerlijkheid van God Die het huis van God vervulde.
i. Het probleem hiermee is dat dit simpelweg niet Bijbels is. Dat de priesters in dit vers niet konden blijven staan om te dienen betekende niet dat zij neervielen, maar dat zij hun dienst niet konden uitoefenen. Zij stonden in de dienst van de tempel, maar zij konden het op dit moment niet doen, zij konden hun positie niet innemen.
II. In hoofdstuk 6 zien wij Salomo een korte preek geven aan de gemeenschap. Meteen daarna spreekt hij een prachtig en krachtig gebed uit. Als je wil leren hoe te bidden, kijk dan naar dit gebed als voorbeeld.
III. In hoofdstuk 7 zien wij direct ná het gebed van Salomo het volgende:
2 Kronieken 7:1-2 – “Toen Salomo geëindigd had dit gebed te bidden, kwam het vuur uit de hemel neer en verteerde het brandoffer en de slachtoffers, en de heerlijkheid van de HEERE vervulde het huis. De priesters konden het huis van de HEERE niet binnengaan, want de heerlijkheid van de HEERE had het huis van de HEERE vervuld.”
A. Wat een duidelijke gebedsverhoring! Hier zien we alweer dat de priesters hun taak niet konden vervullen omdat de heerlijkheid van de HEERE de tempel vervulde. Dit interpreteert dan ook gelijk hoofdstuk 5:14, waarin staat dat de priesters niet konden blijven staan om de HEERE te dienen.
i. Dit is trouwens een belangrijk principe in het lezen en het interpreteren van de Bijbel. De Bijbel zelf legt de Bijbel uit. Wij moeten de Schrift altijd met de Schrift vergelijken om zo tot een juiste interpretatie te kunnen komen. Elk vers staat in een nabije context en een bredere context; in het hoofdstuk, het boek en de gehele Bijbel.
B. Vervolgens houdt Salomo een groot feest dat zeven dagen lang duurde. Tijdens dit feest offerden Salomo en de gemeenschap zo’n 140.000 schapen en runderen. Dit was allemaal bedoeld voor de inwijding van de tempel. Nadat de tempel volledig was ingewijd, verscheen de HEERE wederom aan Salomo om het verbond met Israël te bevestigen. In dit Schriftgedeelte staat een van de sleutelverzen van 2 Kronieken:
2 Kronieken 7:14 – “En Mijn volk, waarover Mijn Naam is uitgeroepen, in ootmoed buigt en bidt, en zij Mijn aangezicht zoeken, en zij zich bekeren van hun slechte wegen, dan zal Ík vanuit de hemel horen, hun zonden vergeven en hun land genezen.”
i. Het verbond tussen God en Israël bevat zowel zegen als straf. Wanneer Israël zich van God afkeert en haar eigen weg gaat, dan zal God haar straffen.
ii. Maar, het maakt niet uit wat Israël eventueel tegen God gedaan zou hebben, op het moment dat Israël zich voor God vernedert en zich bekeert van haar zonden, zal God Israël vergeven.
a. Dit verwijst naar hoe ook wij anno nu vergeving van God kunnen en mogen krijgen. Het maakt vandaag niet uit wie je bent of wat je gedaan hebt, op het moment dat je je voor God vernedert en Hem aanroept en je je bekeert van je zonden, dan zal God ook jou vergeven.
b. Daarom is Jezus Christus 2.000 jaar geleden aan het kruis gestorven. Jezus bracht het ultieme offer dat de zonde van de mens eens en voor altijd wegdoet. Als jij dit gelooft en als jij je zonden belijdt en als jij je bekeert van je oude leven tot een leven waarin Jezus over jou regeert, dan zal ook jij vergeven worden.
c. En dan niet alleen vergeven, maar God neemt ook je schuldgevoelens weg; je wordt vrijgemaakt! Je wordt een kind van de levende God van de Bijbel. Alle beloften die in de Bijbel staan zullen plotseling op jou van toepassing zijn.
Hoofdstukken 10-12
I. In de hoofdstukken 10-12 zien wij na de dood van Salomo het verenigde koninkrijk van Israël in tweeën gescheurd worden omdat Salomo, ondanks dat God hem bijzonder gezegend had, gruwelijk gezondigd heeft. Dit hebben wij in 1 Koningen 11 behandeld.
Hoofdstukken 13-36
I. De hoofdstukken 13-36 gaan over de twintig koningen die over Juda regeerden. Van de twintig waren er slechts enkelen die God gehoorzaamden, de rest was bar slecht.
A. Lees deze hoofdstukken en let vooral op wat goed ging en wat fout ging. Er staat zo veel in waarvan wij kunnen leren. Kijk vooral naar hoofdstuk 17 waarin koning Josafat (mijn favoriet) wordt belicht en zie wat hem van de overige koningen onderscheidt. Zijn verhaal gaat door tot het einde van hoofdstuk 20.
II. Als afronding wordt in hoofdstuk 16 koning Asa belicht; hij was een van de goede koningen. In zijn verhaal staat een tweede sleutelvers.
2 Kronieken 16:9a – “De ogen van de HEERE trekken over de hele aarde, om Zich sterk te bewijzen aan hen van wie het hart volkomen is met Hem.”
A. Dit was toen en is nog steeds van toepassing, want God is onveranderlijk. Jezus zei in Johannes 4, dat God op zoek is naar ware aanbidders. God zoekt mensen van wie het hart volkomen aan Hem is toegewijd. God zoekt mensen die geen verdeeld hart hebben, die niet met één voet in de wereld staan en één voet in Zijn Koninkrijk. Nee, God zoekt mensen die koste wat kost helemaal voor Hem gaan.
B. God zoekt dit soort mensen niet puur om Zichzelf te behagen, maar juist ook om Zichzelf sterk aan dit soort mensen te bewijzen. God wil Zich bewijzen. God wil mensen krachtig bijstaan. God wil mensen bovenmate zegenen met alle geestelijke zegen in de hemelse gewesten. Dit is het hart van God.
C. Alleen zien wij God niet vaak genoeg op deze manier handelen, omdat mensen geen ware aanbidders van God zijn. Mensenharten zijn al te vaak verdeeld. Mensen geven zichzelf niet geheel over aan God en dát is de kern van het probleem.
i. Dus, als dit vers voor jou niet een realiteit is, of als dit vers niet overeenkomt met jouw ervaring als belijdend christen, dan raad ik je ernstig aan om je eigen hart te gaan onderzoeken. Is jouw hart volkomen met God?
Johannes 4:23-24 – “Maar de tijd komt en is er nu, dat de ware aanbidders de Vader zullen aanbidden in geest en waarheid, want de Vader zoekt wie Hem zo aanbidden. God is Geest en wie Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid.”
I. De levende God van de Bijbel, de Schepper van hemel en aarde is op zoek. Hij zoekt mensen wier hart volkomen met Hem zijn; mensen die Hem onverdeeld toebehoren. Dit zijn de aanbidders die God zoekt.
A. God is Geest, dus als een mens van vlees en bloed God wil aanbidden, als een mens van vlees en bloed een kind van God wil worden om Hem te aanbidden zoals God dat wil, dan moet een mens over het juiste besturingssysteem beschikken. Dat is de geest van de mens die van nature dood is. De Geest van God wekt de geest van de mens op, waardoor de geest van de mens als het ware geactiveerd wordt d.m.v. de wedergeboorte.
B. De eerste voorwaarde om God te kunnen aanbidden is dat men wedergeboren is. Dit betekent dat een mens van vlees en bloed door de activering van het besturingssysteem een voortdurende verbinding met God heeft. Altijd, 24/7, vijf streepjes!
C. Een niet wedergeboren mens zal, al is hij/zij de meest toegewijde kerkganger, volgens Jezus niets van God kunnen zien, laat staan dat God Zichzelf krachtig aan die persoon zal bewijzen.
II. Wil jij dat God jou vindt? Wil jij zo’n mens zijn wiens hart volkomen met God is? Wil jij zo’n mens zijn die God in geest en waarheid aanbidt? Zo ja, zorg ervoor dat je het enige juiste besturingssysteem downloadt en installeert door de volgende dingen vandaag te doen:
A. Besef dat je een hopeloze zondaar bent en dat jij daarvoor Gods straf verdient. Maar ook, dat Jezus Christus voor jouw zonden aan het kruis jouw doodstraf kreeg.
B. Belijd aan God dat je een zondaar bent en dat je in het offer van Jezus aan het kruis gelooft. Belijd dat je gelooft dat Jezus voor jou persoonlijk gestorven is en dat Hij op de derde dag uit de dood is opgestaan.
C. Bekeer je van je oude leven waarin je geen rekening met God hebt gehouden; bekeer je tot een leven waarin je met een onverdeeld hart Jezus Christus gaat navolgen en dienen.
D. Bid dat je gedoopt zal worden met de Heilige Geest, zodat je door God in staat gesteld zal worden om een discipel van Jezus te kunnen zijn. Doe dat vandaag en word een mens die God heeft gezocht en gevonden heeft.