R66011 1 Koningen 12-22
I. Wij gaan verder met de preekserie Route 66 waarin wij elk Bijbelboek in vogelvlucht met elkaar doornemen om 1) Jezus erin te ontdekken 2) om de belangrijkste levenslessen eruit te halen, en 3) om Gods Woord beter te leren kennen zodat wij God beter gaan leren kennen, waardoor ons geloofin God en ons vertrouwen op God zal groeien, én zodat Jezus Christus steeds meer gestalte in ons zal krijgen.
A. Jesaja 55:10-11 – “Want zoals regen of sneeuwneerdaalt van de hemelen daarheen niet terugkeert, maar de aarde doorvochtigten maakt dat zij voortbrengt en doet opkomen, zaad geeft aan de zaaier en brood aan de eter, zo zal Mijn woord zijn dat uit Mijn mond uitgaat:het zal niet vruchteloos tot Mij terugkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen waartoe Ik het zend.”
B. Vanmorgen kijken wij naar de 2e helft van het 11e Bijbelboek 1 Koningen.
I. INLEIDING: 1 Koningen en 2 Koningen zijn een vervolg op de vertelling in 1 en 2 Samuël. Het verslag van de geschiedenis van Israël gaat in deze twee boeken gewoon door.
1 en 2 Kronieken gaan niet verder met de vertelling, maar ze geven ons de details over gebeurtenissen in 2 Samuël en over gebeurtenissen in 1 en 2 Koningen.
1 Kronieken gaat dieper in op het bewind van koning David. 2 Kronieken gaat dieper in op koning Salomo én op de koningen die na hem over Juda regeerden. De overige 10 stammen van Israël, het noordelijke rijk, komen hierin niet aan de orde.
1 en 2 Kronieken zouden wij dus als een laag boven op 2 Samuël en op 1 en 2 Koningen kunnen leggen.
A. Wij bevinden ons nog steeds in de historie van Israël en in de vertelling bevinden wij ons nog steeds in het beloofde land.
B. Maar deze keer zien we het begin van Israëls neerwaartse spiraal, wat uiteindelijk tot hun ballingschap zal leiden.
C. 2 Samuël lanceerde de monarchie.
Daarvóór regeerde God direct over Israël, maar nu regeren de koningen onder de leiding van God. Althans dat was de bedoeling.
i. De eerste koning was Saul, de tweede koning David en de derde koning Salomo.
ii. Tot en met koning Salomo was het rijk van Israël verenigd. Dit noemt men dan ook het verenigde koninkrijk van Israël.
D. Maar ná de dood van Salomo werd als Gods straf voor hun gruwelijke zonden het koninkrijk van Israël in tweeën verdeeld;
namelijk het noordelijke rijk en het zuidelijke rijk. Het noordelijke rijk, Israël genoemd, bestaat uit tien stammen. Het zuidelijke rijk, Juda genoemd, bestaat uit de stammen Juda en Benjamin.
E. In de periode van 1 Koningen had Israël acht koningen die alle acht in Gods ogen slecht waren. Juda had er vier, waarvan er twee slecht waren en twee goed.
i. Aan het einde van 2 Koningen zullen we trouwens zien dat Israël geen enkele goede koning heeft gehad.
Alle negentien koningen van Israël waren slecht in Gods ogen. Van de twintig koningen die over Juda regeerden waren er vijf die het goed deden in Gods ogen, drie die goed begonnen maar slecht eindigden, één die slecht begon maar aan het einde van zijn bewind tot bekering kwam, de rest was bar slecht.
II. Koning Salomo had het koninkrijk van zijn vader koning David geërfd toen het zich op het hoogtepunt van Gods zegen en succes bevond. Geen enkel bewind na hem heeft dit niveau van Gods zegen en welvaart kunnen evenaren.
Maar helaas was het van tijdelijke duur. Zoals wij in de vorige studie hadden geleerd, maakte koning Salomo zich schuldig aan de drie dingen die een koning van Israël juist niet mocht doen. En hij liet na wat hij juist wel moest doen.
A. Deuteronomium 17:16-20 – Maar hij mag voor zichzelf niet veel paarden aanschaffen en het volk niet laten terugkeren naar Egypte om veel paarden aan te schaffen, omdat de HEERE tegen u gezegd heeft: U mag nooit meer langs deze weg terugkeren. Ook mag hij voor zichzelf niet veel vrouwen nemen, anders zal zijn hart afwijken. Hij mag voor zichzelf ook niet al te veel zilver en goud nemen. Verder moet het zó zijn, als hij op de troon van zijn koninkrijk zit, dat hij voor zichzelf op een boekrol een afschrift van deze wet schrijft, vanuit de rol die onder het toezicht van de Levitische priesters is. Dat moet bij hem zijn en hij moet er alle dagen van zijn leven in lezen om de HEERE, zijn God, te leren vrezen en om alle woorden van deze wet en deze verordeningen in acht te nemen door ze te houden, opdat zijn hart zich niet verheft boven zijn broeders, opdat hij niet afwijkt van het gebod, naar rechts of naar links en opdat hij zijn dagen verlengt in zijn koninkrijk, hij en zijn zonen, te midden van Israël.”
i. Koning Salomo mocht niet veel paarden in bezit hebben, zeer zeker geen paarden afkomstig uit Egypte. En toch lezen wij in hoofdstuk 10 dat Salomo duizenden paarden had, waaronder ook paarden die uit Egypte geïmporteerd waren.
Ook had hij duizenden strijdwagens en duizenden ruiters in zijn bezit, en elk jaar had er hij meer.
ii. Koning Salomon mocht niet veel vrouwen voor zichzelf nemen en toch lezen wij in hoofdstuk 11 dat hij zevenhonderd vrouwen had en driehonderd bijvrouwen.
a. Er staat ook dat hij veel buitenlandse vrouwen liefhad, terwijl God Israël expliciet verboden had om deze als vrouw te nemen. Over deze vrouwen staat: “Zij zouden ongetwijfeld uw hart doen afwijken, achter hun goden aan. Aan hen hechtte Salomo zich in liefde.”
b. Even verderop staat, dat zijn vrouwen zijn hart deden afwijken achter andere goden aan, zodat zijn hart niet volkomen was met de HEERE, zijn God, zoals het hart van zijn vader David.
c. 1 Koningen 11:6-8 – “Zo deed Salomo wat slecht was in de ogen van de HEERE: hij volhardde er niet in de HEERE na te volgen, zoals zijn vader David. Toen bouwde Salomo een offerhoogte voor Kamos, de afschuwelijke afgod van de Moabieten, op de berg die voor Jeruzalem ligt, en voor Molech, de afschuwelijke afgod van de Ammonieten. Zo deed hij voor al zijn uitheemse vrouwen, die hun afgoden reukoffers en slachtoffers brachten.”
1. Nog even voor onze beeldvorming: de afgod Molech, ook Moloch of Milkom genoemd, werd afgebeeld door een groot, metalen menselijk beeld met een hoofd van een stier.
Zijn armen waren naast elkaar uitgestrekt en in zijn buik was een holte gemaakt. Dit metalen beeld werd door vuur gloeiendheet gemaakt en men offerde hun baby’s aan deze Molech door hen op de uitgestrekte armen van Molech te leggen. De baby’s kwamen hierdoor levend in de gloeiendhete buikholte terecht.
2. Men offerde hun baby’s aan Molech voornamelijk, omdat de aanbidding van Astarte met ongeremde seks gepaard ging en hierdoor ongewenste zwangerschappen ontstonden. Om van die ongewenste baby’s af te komen offerden zij de baby’s aan Molech.
3. 1 Koningen 11:5 – “Salomo ging achter Astarte aan, de god van de Sidoniërs, en achter Milkom (Molech), de afschuwelijke afgod van de Ammonieten.”
(i) Het offeren van baby’s aan Molech gebeurt vandaag de dag nog steeds. Men aanbidt de afgod van buitenechtelijke seks en genot waardoor meisjes en vrouwen ongewenst zwanger raken.
(ii) Elk jaar worden tientallen miljoenen ongewenste baby’s aan Molech geofferd d.m.v. abortus. Waar blijven de protesten tegen deze moorden?!?
iii. Salomo mocht ook niet al te veel zilver en goud voor zichzelf nemen en toch lezen we dat hij omgerekend naar het nu, honderden miljarden EUR had uitgegeven aan het bouwproject van de tempel alleen. Daarnaast ontving hij jaarlijks zo’n 1 miljard EUR voor zichzelf. (Skip Heitzig)
iv. Hij liet na wat hij juist wél moest doen om zichzelf, zijn familie, zijn rijk en Israël te beschermen tegen de gevolgen van zonde.
a. In de vorige studie lazen wij dat koning Salomo de gehele Torah met de hand moest overschrijven en dat hij deze alle dagen van zijn leven moest lezen. Dit heeft hij kennelijk niet gedaan, want als hij dat wel gedaan had, en als hij het Woord van God wel in acht genomen had, dan had hij God liefgehad en gehoorzaamd.
B. Waar koning Salomo dus in eerste instantie in een gespreid bedje kwam, waardoor hij tot aan zijn laatste adem toe van Gods zegen kon genieten en Gods zegen ook nog eens na kon laten aan zijn opvolger, heeft hij misbruik gemaakt van alles dat God hem gaf en alles dat God voor hem deed.
God dienen en God behagen stond blijkbaar niet hoog op zijn prioriteitenlijst. En dit heeft ertoe geleid, dat God het koninkrijk van Salomo heeft losgescheurd.
III. Wij die Jezus navolgen, waren ook in een gespreid bedje gekomen, toen wij door de Geest van God tot wedergeboorte kwamen. God heeft ons Zijn Koninkrijk gegeven met alle voordelen van dien; nog meer dan Salomo zelfs. Een zo’n voordeel leert de apostel Paulus ons:
A. 2 Korinthe 5:17 – “Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden.”
i. Door de wedergeboorte ben ik een nieuwe schepping geworden. Ik heb geen make-over gekregen, maar God heeft mij geestelijk geheel opnieuw geschapen.
a. Dit betekent, dat ik nu door mijn eigen wil en door mijn keuzes veranderd kan worden naar het beeld van Jezus Christus. Het betekent, dat ik God nu wél kan gehoorzamen, dat ik God met mijn wil en met mijn keuzes nu wél kan behagen, dat ik God nu wél voor Zijn eer en glorie kan dienen, dat ik nu wél Zijn wil en Zijn plan voor mijn leven hier op aarde kan vervullen.
b. Ik zal aan deze kant van de eeuwigheid nooit volmaakt en zondeloos zijn, maar doordat Hij mij geestelijk opnieuw heeft geschapen ben ik nu in staat om Zijn Woord, de Bijbel, niet alleen te begrijpen, maar het ook te gehoorzamen, uit te voeren en er dagelijks door in positieve zin veranderd te worden.
ii. Het betekent ook, dat ik nu Gods bezit ben. Ik ben Zijn eigendom, ik behoor Hem toe. Hij heeft mij duur gekocht met het bloed van Jezus Christus. Des te meer reden om mijn prioriteiten op orde te hebben. Des te meer reden om het proces om Zijn Woord te leren kennen en het in acht te nemen hoog op mijn prioriteitenlijst te hebben staan.
a. Als ik jou vraag wat jij gisteren of in de afgelopen week in de Bijbel hebt gelezen en jij zegt dat het erbij ingeschoten is, dan staat God niet hoog op jouw prioriteitenlijst.
b. Of als je zegt dat je geen tijd had. Dan heb ik zoiets: wat doe je dan met je tijd? Heb jij dan 20 uur per etmaal i.p.v. de 24 uur die ik heb?
c. Als Degene die jou het Koninkrijk gegeven heeft op zijn allerminst niet elke dag jouw aandacht krijgt door Hem oprecht te willen zoeken en te kennen en oprecht te weten wil komen wat Hij van je vraagt, waar ben je dan mee bezig?
1. Koning Salomo begon goed, kwam in een gespreid bedje, maar eindigde bar slecht. Mijn gebed en mijn hoop voor jou is dat je niet eindigen zal zoals koning Salomo.
IV. Salomo had aan het einde van zijn leven het Bijbelboek Prediker geschreven. Hij schrijft daarin, dat de zoektocht naar geluk, de zoektocht naar voldoening in het leven zonder God een zinloze leegte is.
A. Na alles gehad te hebben wat een mens ooit zou kunnen hebben, na alles gedaan te hebben wat een mens ooit zou kunnen doen, na alles bereikt te hebben wat een mens ooit zou kunnen bereiken, was zijn conclusie, dat dit alles zonder God te willen behagen alleen maar zinloos en leeg was.
B. Waarin zoek jij jouw geluk? Waarin zoek jij jouw voldoening? Waarin zoek jij jouw ding waar je wakker voor gemaakt kan worden? Is het God? Is het voor God te leven? Is God jouw verlangen? Is God kennen en Hem dienen jouw allerhoogste prioriteit?
i. Zo nee, dan mis je oneindig veel. Dan ben je net als die dakloze die miljarden euro’s heeft geërfd en die het niet weet. Dan doe je jezelf en de mensen om je heen ontzettend te kort. God wil jouw geluk zijn, God wil jouw voldoening zijn, God wil Degene zijn waar je voor wakker gemaakt kan worden.
ii. God wil jou rijkelijk zegenen waardoor je een dankbaar mens wordt, waardoor je vreugde in je leven zal ervaren ondanks alle narigheid in de wereld of in je leven. God wil je zegenen met Zijn vrede waardoor je je geen zorgen maakt over wat dan ook. Maar dit is alleen weggelegd voor degenen die Hem ernstig zoeken.
iii. Elke keer wanneer ik erop hamer om je Bijbel te lezen gaat het mij niet om een religieuze plicht, maar om oprecht God te willen kennen, om oprecht van God te horen wie Hij is en wat Hij van jou verwacht. Dus wees geen Salomo!
V. Het gevolg van Salomo’s falen en mislukking is, dat het koninkrijk door God van hem losgescheurd werd en dat het koninkrijk verdeeld zou raken.
Hoofdstuk 11
I. In het laatste gedeelte van hoofdstuk 11 spreekt God via de profeet Ahia tegen een zekere Jerobeam, een dienaar van Salomo. Ahia vertelt Jerobeam, dat God hem koning gaat maken over de tien noordelijke stammen, Israël.
A. Toen Salomo dit te weten kwam, wilde Salomo Jerobeam doden, maar Jerobeam vluchtte naar Egypte en bleef daar totdat Salomo stierf. Hier komen we op terug.
Hoofdstuk 12
I. Nadat Salomo stierf, werd zijn zoon Rehabeam koning in zijn plaats.
A. Toen Jerobeam hoorde, dat Salomo reeds overleden was, kwam hij met heel de gemeenschap van Israël naar de nieuwe koning Rehabeam toe om hem te vragen om de last te verlichten die Salomo op het volk had gelegd.
i. Salomo had het volk zwaar belast met zowel belasting alsook dienstverlening om zijn eigen welvaart te onderhouden, dus vroeg het volk aan de nieuwe koning om deze zware last te verminderen.
ii. Rehabeam raadpleegde de oudsten die Salomo dienden en zij zeiden dit:
Vers 7 – “Als u heden een dienaar voor dit volk wilt zijn, en als u hen dient, hun antwoord geeft en goede woorden tot hen spreekt, dan zullen zij alle dagen uw dienaren zijn.”
a. Maar Rehabeam verwierp de raad van de oudsten en raadpleegde de jonge mannen waarmee hij was opgegroeid en die nu bij hem in dienst waren.
iii. Zij zeiden dit:
Vers 10b-11 – “Mijn pink is dikker dan het middel van mijn vader. Welnu, mijn vader heeft een zwaar juk op u geladen, maar ik zal aan uw juk nog meer toevoegen. Mijn vader heeft u met gesels gehoorzaamheid bijgebracht, maar ík zal u met schorpioenen gehoorzaamheid bijbrengen.”
a. Helaas luisterde Rehabeam wél naar de jonge mannen en heeft met enkele onbezonnen woorden de deur geopend voor de komende periode van 400 jaar die gekenmerkt was door conflict, strijd, tweedracht, een burgeroorlog, zwakheid en uiteindelijk de ondergang van de gehele natie Israël.
iv. Door deze klungelige actie van de jonge dictator Rehabeam zeiden de tien noordelijke stammen van Israël, dat zij zich niet naar Rehabeam gingen schikken en dat zij Jerobeam tot hun koning gingen maken. Alleen Juda en Benjamin bleven bij Rehabeam en dat was puur door Gods toedoen.
v. Dit was dus het moment waarop de natie Israël uiteen-gescheurd werd en vanaf dat moment nooit meer één was geworden.
vi. Vanaf dit moment is het koninkrijk in tweeën verdeeld, waardoor Juda de hierna komende 390 jaar 20 koningen zal hebben en Israël de hierna komende 240 jaar 19 koningen zal hebben.
Hoofdstukken 13-22
I. Alle koningen van Israël en Juda werden door God op drie gebieden beoordeeld:
A. Aanbaden en dienden zij puur en alleen de God van Israël?
B. Hebben zij de afgoderij in Israël geheel afgeschaft of tolereerden zij het?
C. Bleven zij trouw aan het verbond zoals koning David trouw bleef aan het verbond?
i. Tot aan het einde van 2 Koningen zal je zien dat alle koningen van het noordelijke rijk Israël zich totaal niet aan deze criteria hielden. Ook zal je zien dat slechts één vierde deel van alle koningen van het zuidelijke rijk Juda zich wel hieraan hielden.
II. Vanaf hoofdstuk 13 tot aan het einde van 2 Koningen is de vertelling moeilijk te volgen. Het is niet geschreven zoals ik dat graag wil. Ik ben een lineaire denker. Ik zie dingen graag opeenvolgend opgeschreven. Maar deze boeken zijn opgeschreven vanuit een totaal andere denkwijze. Het gaat de schrijver meer om de inhoud en wat het ons vertelt in plaats van een chronologisch verslag.
A. Dit maakt het zeer lastig om de lijn vast te houden. Je hebt twee parallelle sporen die in de vertelling gevolgd worden; de een is Israël en de ander is Juda.
B. Alleen kom je soms bij het lezen een koning van Juda tegen en dan een koning van Israël en dan weer dezelfde koning van Juda en ga zo maar door.
C. Het is ook verwarrend, dat sommige koningen meerdere namen hebben. Bijvoorbeeld Azaria, de tiende koning van Juda, heet ook Uzzia. Om het nog verwarrender te maken hebben sommige koningen dezelfde naam.
i. Twee Israëlische koningen heten Jerobeam.
ii. De Jehoram van Juda wordt ook Joram genoemd en er is ook een Joram in Israël.
a. Kortom, om alles goed op een rijtje te krijgen moet je er echt werk van maken. Je zou bijvoorbeeld een Excel sheet kunnen maken waarin je alle 39 koningen zet om zo een overzicht te kunnen hebben van de boeken 1 en 2 Koningen.
b. Gelukkig zijn er mensen die ons hierin voor zijn gegaan en dit allemaal hebben uitgezocht. Ik heb schema’s in mijn boeken waar ik veel aan heb gehad tijdens mijn voorbereiding, anders zou ik er helemaal tureluurs van zijn geworden.
c. Wat ik op de slides heb gezet, heb ik niet klakkeloos een op een van deze schema’s overgenomen, ik heb ze stuk voor stuk opgezocht, dus als ik het goed heb gedaan, kloppen de slides.
D. Van het resterende gedeelte van 1 en 2 Koningen ga ik de uitschieters belichten, want daarin zitten de belangrijkste voorbeelden en de belangrijkste lessen.
III. 1 en 2 Koningen vertelt ons ook over de bediening van de profeten. Een van de belangrijkste profeten in de geschiedenis van Israël is Elia, de Tisbiet. In de volgende studie zal ik dieper ingaan op Elia en op zijn opvolger Elisa.
A. Het is trouwens goed om te weten, dat 12 van de 16 profetische boeken van de Bijbel; bijvoorbeeld Jesaja, Jeremia, Hosea en Joël, de grote en de kleine profeten, in de tijdspanne van 2 Koningen passen.
B. Dus, als je de profeten leest en als je deze wil begrijpen, dan is het noodzakelijk dat je weet waar 1 en 2 Koningen over gaat. Als je de context van 1 en 2 Koningen niet kent, dan zal je niets gaan snappen van de zestien profetische boeken van het O.T.
i. Vandaar dat ik ook meer tijd heb besteed aan het schetsen van de situatie in 1 Koningen. Deze achtergrond is essentieel om niet alleen de profetische boeken te kunnen snappen, maar ook de rest van het O.T.
IV. In het resterende deel van 1 Koningen kan je lezen over 8 koningen van het noordelijke rijk Israël en over 4 koningen van Juda.
Alle 8 de koningen van Israël waren slecht waarvan Achab de aller slechtste was. 2 van de vier koningen van Juda waren goed.
A. In 2 Koningen kan je daarna lezen over de resterende 27 koningen waarvan er slechts 3 goed waren. Dit is een zeer triest verhaal, want als de koning slecht is, dan zal het volk daaronder lijden.
i. Als je de rest van het O.T. leest, zal je zien dat het volk inderdaad veel te verduren had onder kwaad leiderschap.
ii. Vandaar dat ongelovig Israël tot op de dag van vandaag Jezus Christus verwerpt, nog steeds de Messias verwacht, Die volgens hun interpretatie van het O.T. zal regeren in gerechtigheid.
B. Maar wij weten dat de langverwachte Messias Jezus Christus is. Wij die wedergeboren zijn, mogen nu al van Zijn bewind genieten. Wij mogen nu al onder Zijn rechtvaardige heerschappij leven en wij mogen Hem als de Koning der koningen leren kennen en dienen.
V. Ik raakte van de week in gesprek met een oud-collega uit de V.S. die negroïde is. Hij is ook gelovig. En hij vertelde mij over alle onrust in de V.S. rondom de dood van George Floyd.
A. Ik zei tegen hem dat zolang een zondig mens aan de macht is, er geen ware gerechtigheid zal zijn. Zonde is het probleem en alleen Jezus Christus is bij machte om die zonde uit de wereld te verwijderen wanneer Hij terugkomt om hier op aarde te gaan regeren.
B. Als jij deel uit wil maken van een bewind waarin de Koning der koningen geheel rechtvaardig en liefdevol zal regeren, dan moet je nu de keus maken om je te bekeren van je oude leven waarin je geen rekening met de God van de Bijbel houdt, tot een nieuw leven waarin je jezelf geheel aan Jezus Christus en aan Zijn Evangelie geeft.