R66009 1 Samuël (1 van 2)
I. Wij gaan verder met de preekserie Route 66 waarin wij elk Bijbelboek in vogelvlucht gaan bekijken om 1) Jezus erin te ontdekken 2) om de belangrijkste levenslessen eruit te halen, en 3) om Gods Woord beter te leren kennen zodat wij God beter gaan leren kennen, waardoor ons geloof in God en ons vertrouwen op God zal groeien. “Het gras verdort, de bloem valt af, maar het Woord van onze God bestaat voor eeuwig.”
A. Deze keer kijken wij naar het 9e Bijbelboek 1 Samuël.
INLEIDING
I. De boeken 1 en 2 Samuël waren in de eerste Hebreeuwse Bijbel één boek. Pas toen het O.T. in het Grieks vertaald werd, de Septuagint, werd het opgesplitst in twee delen.
A. Beide boeken zijn echt boeiend om te lezen, omdat ze een verhaal vertellen over drie hoofdrolspelers. Een verhaal waarin een reus van 3 meter lang voorkomt, waar liefde in voorkomt, oorlog, trouw tussen vrienden, bedrog, wijsheid van God, dwaasheid van de mens, corrupte leiderschap, goede leiderschap, jaloezie, enz.
i. Verweven tussen al deze dingen zijn de handelingen van de levende God van de Bijbel. Gods goedheid, wijsheid, genade en rechtvaardigheid zijn zeer duidelijk aanwezig. Totaal niet saai om te lezen!
B. Beide boeken zijn genoemd naar de laatste richter en eerste officiële profeet, Samuël. Alhoewel Bijbeldeskundigen geloven dat Samuël zelf òf een gedeelte ervan heeft geschreven òf dat Samuël veel input heeft gegeven, is het niet voor 100% zeker wie de menselijke schrijvers van 1 en 2 Samuël zijn. Vooral omdat Samuël zelf in 1 Samuël 25 stierf en er daarna nog 6 hoofdstukken zijn én ook nog 2 Samuël.
C. 1 Samuël is het 9e Bijbelboek en het 4e boek van de historie van Israël.
Het geeft een duidelijke overgang aan van een volk dat in het beloofde land eerst door Jozua geleid werd,
vervolgens voor zo’n 350 jaar lang door de richteren geleid werd, naar een periode dat Israël een menselijke koning zal krijgen.
II. De gebeurtenissen in 1 Samuël vonden plaats aan het einde van de periode waarin de richteren in Israël regeerden. Het was geen goede periode, omdat er in die dagen ‘geen koning was en eenieder deed wat juist was in zijn ogen’ (Richteren 21:25).
A. Israël zat in een neerwaartse spiraal, in een periode waarin de bevolking geestelijk verward was, omdat zij haar Bijbel niet las. Zij was moreel bankroet. Sociale onrust was de norm. Het was een periode van calamiteit, immoraliteit en corrupte leiders. Het werd in Israël alleen maar erger totdat God één iemand bereidwillig vond om God boven alles te stellen, om God boven alles lief te hebben en God koste wat kost te dienen. En dat was Samuël.
III. Zoals ik al zei, zijn er drie hoofdrolspelers; Samuël, Koning Saul en Koning David. Natuurlijk zijn er ook een aantal mensen met bijrollen. Bijvoorbeeld Hanna, de moeder van Samuël; Eli de hogepriester; Jonathan de beste vriend van David. Ook zijn er korte verhalen over Goliath, Abigaïl en Doëg. Allemaal stuk voor stuk zeer boeiende figuren.
A. Het boek is verdeeld in drie delen
i. Hoofdstukken 1-7 gaan voornamelijk over Samuël en zijn bediening als richter, priester en profeet.
ii. Hoofdstukken 8-15 gaan voornamelijk over het koningschap van Koning Saul, de eerste koning van Israël.
iii. Hoofdstukken 16-31 gaan voornamelijk over het voorbereidende werk in het leven van David op zijn toekomstige koningschap. Saul was de eerste koning van Israël en Koning David was zonder twijfel de beste koning van Israël.
a. Vanaf hoofdstukken 16 t/m 31 is er wel wat overlap tussen het leven van Koning Saul en het leven van de toekomstige Koning David.
HOOFDSTUKKEN 1-7
I. Het boek begint met het verslag over een zekere Elkana, van afkomst een Leviet, maar een bewoner van Efraïm. Dit is belangrijk om te weten, want zijn toekomstige zoon, Samuël, wordt priester en alleen mannen uit de stam van Levi mochten priesters worden.
A. Elkana had twee vrouwen, wat al aangeeft dat zij in die tijd gewoon deden wat goed was in hun eigen ogen. Bigamie oftewel het gehuwd zijn met meerdere partners was en is nooit Gods bedoeling voor de mens. Vanaf Genesis 1 op de zesde dag was Gods bedoeling voor het huwelijk altijd één man met één vrouw.
B. Één van Elkana’s vrouwen, Peninna, was vruchtbaar en baarde kinderen, maar de andere vrouw, Hanna, niet. Onvruchtbaarheid was in die tijd een schande, een teken van vervloeking en Gods afwijzing. Dus was Hanna hierover zeer, zeer droevig.
C. Toen Elkana met zijn gezin naar Silo ging, de plek waar de tabernakel van God stond, ging Hanna in haar eentje naar de tabernakel toe om tot God te bidden.
1 Samuël 1:9-11 – “Toen stond Hanna op, nadat men in Silo gegeten en gedronken had. Nu zat Eli, de priester, op een stoel bij een deurpost van de tempel van de HEERE. Bitter van gemoed bad zij tot de HEERE en zij huilde erg. Zij legde een gelofte af; zij zei: HEERE van de legermachten, wanneer U werkelijk de ellende van Uw dienares aanziet, aan mij denkt en Uw dienares niet vergeet, maar aan Uw dienares een mannelijke nakomeling geeft, dan zal ik die voor al de dagen van zijn leven aan de HEERE geven, en er zal geen scheermes op zijn hoofd komen.”
i. Als God aan Hanna een zoon zou geven, zou zij haar zoon teruggeven aan de HEERE als een nazireeër. Een nazireeër was iemand die geheel afgezonderd voor God en toegewijd aan God was. Als je hier meer over wil weten, lees Numeri 6.
ii. Vers 17 – “Toen antwoordde Eli en zei: ‘Ga in vrede, en de God van Israël zal u geven wat u van Hem gebeden hebt’.”
II. God gaf Hanna wat zij wenste en zij baarde een zoon en noemde hem Samuël. Zij bracht de jonge Samuël naar Eli de priester nadat hij van de borst af was. Zij wijdde hem aan God.
Vers 24-28 – “Daarna, toen hij van de borst af was, nam zij hem met zich mee, met drie jonge stieren, een efa meel en een kruik wijn. Zij bracht hem in het huis van de HEERE in Silo, toen de jongen nog heel jong was. Zij slachtten de stier en brachten de jongen bij Eli. En zij zei: Och, mijn heer, zo waar u zelf leeft, mijn heer, ik ben die vrouw die hier bij u stond om tot de HEERE te bidden. Ik bad om deze jongen, en de HEERE heeft mij gegeven wat ik van Hem gebeden heb. Daarom heb ik hem ook voor al de dagen dat hij op aarde is, aan de HEERE overgegeven; hij is van de HEERE gebeden. En hij boog zich daar voor de HEERE neer.”
A. Samuël was de zoon van godvrezende ouders. Elkana was trouw in het jaarlijks offeren in de tabernakel en Hanna was een vrouw van gebed.
i. Ondanks dat hij Hanna’s eerste en tot op dat moment enige zoon was, hield zij zich aan haar gelofte aan de HEERE. Zij heeft haar zoon letterlijk aan de HEERE geofferd.
ii. Dat Hanna haar gelofte nakomt, is op zich al zeer bijzonder. Dit getuigt van haar karakter, haar relatie met God, haar integriteit. Want hoe vaak beloven wij God dingen wanneer wij wanhopig zijn? Zodra God ons uit onze wanhoop heeft geholpen, krijgen wij ineens geheugenverlies. Ik vrees dat dit al te vaak voorkomt.
B. Het is erg gaaf dat Samuël opgroeide rondom de dienst van de tabernakel, oftewel de kerk. Er staat dat hij zelfs als jongetje priesterkleding droeg. Er staat in hoofdstuk 3:1: ‘En de jonge Samuël diende de HEERE onder toezicht van Eli.’
i. Ouders met kleine kinderen, ik kan jullie niet genoeg op het hart drukken om jullie kinderen bij de bediening te betrekken. Hoe meer jullie kinderen voldoening gaan vinden in het dienen van de Heere in de kerk, hoe kleiner de kans is dat zij in hun puberjaren af zullen vallen van het geloof.
a. Betrek je kinderen bij jullie gebedsleven, leer je kinderen bidden, laat je kinderen ook bidden en stuur hen in hun gebeden.
b. Betrek je kinderen bij het Bijbellezen. Laat hen stukken voorlezen, laat hen vooral ook vragen stellen. Leer bijvoorbeeld ook samen met je kinderen alle namen van de 66 Bijbelboeken uit je hoofd.
c. Betrek je kinderen bij het gemeenteleven. Neem je kinderen elke zondag mee naar de eredienst, wees daarin getrouw. Kom vroeg om mee te helpen met het opbouwen en geef hun iets te doen, geef hun een stukje verantwoordelijkheid. Laat hen zo vroeg mogelijk leren om de Heere praktisch te dienen.
III. Terwijl Samuël als jongetje de HEERE in de tabernakel diende, riep God hem om God als priester, richter en profeet te gaan dienen. Tot drie keer toe riep God Samuël bij zijn naam.
A. De situatie in Israël was ellendig. Er staat in hoofdstuk 3:1: ‘Het woord van de HEERE was schaars in die dagen; er was geen visioen dat in de openbaarheid kwam.’ God had in die tijd geen enkele vertrouweling aan wie Hij Zijn woord bekend zou kunnen maken en door wie Hij Zijn Woord aan de mensen zou kunnen geven. God had geen menselijke spreekbuis in die tijd.
B. Ook schoot de priester Eli veel te kort. Niet alles dat volgens Leviticus in de dienst van de tabernakel moest gebeuren, gebeurde. Eli hield zich simpelweg niet aan de voorschriften voor de dienst van de tabernakel. Daarom riep God Samuël.
i. God doorgrondt de harten van mensen, God kent het begin en het einde, God zag dat Samuël een getrouwe en godvrezende dienstknecht was. God riep Samuël tot de bediening.
ii. Toen God aan Samuël verscheen, had God een specifieke boodschap voor Eli, de priester. Nadat Samuël de boodschap aan Eli had doorgegeven, wist Eli dat God Samuël had geroepen. Vervolgens staat er dat Samuël groot werd, dat de HEERE met Samuël was en dat de HEERE geen enkel woord dat Hij tot en door Samuël sprak onvervuld zou laten. Wat een bediening kreeg Samuël!
a. 1 Samuël 3:20-21 – “En heel Israël, van Dan tot Berseba toe, erkende dat Samuël aangesteld was tot profeet van de HEERE. En de HEERE bleef in Silo verschijnen; ja, de HEERE openbaarde Zich aan Samuël in Silo door het woord van de HEERE.”
b. In 7:15 staat dat Samuël al de dagen van zijn leven leiding aan Israël gaf. Hieraan zien wij dat God de gelofte van Samuëls moeder, Hanna, heeft vervuld.
1. Hanna nam de stap om haar enige zoon aan God te wijden en God heeft haar gelofte vervolgens gestalte gegeven.
2. Gods werk is nooit afhankelijk van mensen, maar God kiest ervoor om mensen te willen gebruiken. Gewone mensen zoals wij.
3. Zo gebruikte God de onbaatzuchtige daad van Hanna door haar zoon Samuël inderdaad heel zijn leven te gebruiken voor Zijn doeleinden.
IV. In hoofdstukken 4-6 zien wij hoe ver Israël van God is verwijderd. Er gebeurden verschrikkelijke dingen waaronder de kaping van de Ark van het verbond door de Filistijnen.
A. Pas in hoofdstuk 7 zien wij onder de leiding van Samuël een wijdverspreide bekering tot en toewijding aan de levende God van Israël. Zo belangrijk is het om godvrezende en geheel toegewijde en gehoorzame leiders te hebben over Gods volk. De geestelijke gezondheid van het volk is daarvan afhankelijk!
HOOFDSTUKKEN 8-15
I. In hoofdstuk 7 staat dat de hand van de HEERE tegen de vijanden van Israël was terwijl Samuël als richter, priester en profeet diende. Er staat zelfs dat er vrede in Israël was. (1 Samuël 7:13-14)
II. Maar, op een gegeven moment, toen Samuël oud geworden was, stelde hij zijn twee zonen aan als richteren over Israël. Maar de oudsten van Israël zagen dit niet zitten, omdat zijn twee zonen niet godvrezend waren zoals Samuël.
1 Samuël 8:4-8 – “Toen kwamen alle oudsten van Israël bijeen, en zij kwamen bij Samuël in Rama. Zij zeiden tegen hem: Zie, u bent oud geworden en uw zonen gaan niet in uw wegen. Stel daarom een koning over ons aan om ons leiding te geven, zoals alle volken. Toen zij zeiden: ‘Geef ons een koning om ons leiding te geven’, was dit woord kwalijk in de ogen van Samuël. En Samuël bad tot de HEERE. Maar de HEERE zei tegen Samuël: Geef gehoor aan de stem van het volk in alles wat zij tegen u zeggen; want zij hebben ú niet verworpen, maar Míj hebben zij verworpen, dat Ik geen Koning over hen zou zijn. Overeenkomstig alles wat zij Mij aangedaan hebben, vanaf de dag dat Ik hen uit Egypte geleid heb tot deze dag toe, door Mij te verlaten en andere goden te dienen, doen zij nu ook u aan.”
A. Wellicht lijkt hun vraag naar een koning niet zo vreemd, want alle andere volkeren om hen heen hadden ook een koning die hen leidde. Maar het punt was, dat zij God hiermee verwierpen.
i. In plaats van dat het volk naar God keek voor leiding en voor bescherming en voor hun levensbehoeften en voor hun oorlogsvoering, zochten zij het in de overheid.
ii. In plaats van dat het volk naar het Woord van God keek, in plaats van dat het volk naar het Woord van God leefde, zochten zij hun welzijn in een menselijke leider, in een overheidsmachine.
iii. Zij keken naar de naties om hen heen, naar Moab, naar Egypte, naar Ammon en hoe zij hun maatschappelijke vraagstukken tackelden. Deze oudsten kwamen tot de conclusie, dat het voor Israël beter zou zijn om ook een koning te hebben zoals de naties om hen heen.
B. Het allerergste van dit besluit was, dat het volk hiermee eigenlijk afstand doet van hun persoonlijke verantwoordelijkheid naar God toe. Want zij dachten dat zij zich alleen naar deze koning hoefden te schikken als zij een koning hadden, en dat zij zich niet naar al die lastige geboden en verboden van de Bijbel hoefden te schikken waar zij persoonlijk verantwoordelijk voor waren. Helaas zie ik dezelfde houding in het hedendaagse christendom.
i. Er zijn allerlei kerkgangers die hun eigen opvattingen hebben over God en over de Bijbel. Velen in het hedendaagse Christendom geloven bijvoorbeeld niet in de foutloosheid en de onfeilbaarheid van de Bijbel. Zelfs veel predikanten niet. En dit leidt tot een religieus milieu waarin eenieder doet wat juist is in zijn/haar eigen ogen. Zij zouden o.a. dit tegen mij zeggen:
a. ‘Kom op Stan, Jezus sprak nooit tegen homoseksualiteit dus dat moet gewoon kunnen. Uiteindelijk is Jezus toch liefde. En die Paulus, ja, die Paulus die was een rasechte Farizeeër, hij was een fanatiekeling, hij was wettisch, dus die hoeven wij niet te geloven. Maar Jezus, ja, Jezus, Hij spreekt mij aan, die Jezus is tenminste liefdevol.’
ii. In dit milieu is de Bijbel voor meerdere uitleg vatbaar. God is groter dan de Bijbel en spreekt buiten de Bijbel om. Wij Bijbel freaks moeten God niet beperken tot een boek. Niemand kan echt weten wie God daadwerkelijk is, wat God nu eigenlijk wil en wat Hij van de mens verwacht. Want jouw interpretatie van de Bijbel is niet de mijne. Niemand kan het echt weten.
iii. Slechts één van de gevolgen van deze denkwijze, van deze positie, is, dat zij het kerk zijn, het functioneren van de kerk, overlaten aan de leiders van de kerk. Zij schikken zich naar de leiders van de kerk door er ’s zondags te zijn, door hun giften te geven, door misschien zelfs een taak op zich te nemen, maar de persoonlijke verantwoording naar God toe in hun dagelijkse leven laat veel te wensen over.
a. Veel van deze kerkgangers vinden het prima om deel uit te maken van een groep mensen; om ergens bij te horen. Velen vinden het zelfs fijn om een tiende te geven, het hoort erbij. Velen dragen zelfs bij aan het reilen en zeilen van de organisatie.
b. Maar op geestelijk vlak, waar het gaat om het verloochenen van jezelf, het opnemen van je kruis, het navolgen van Jezus, het liefhebben van God boven alles, het gehoorzamen van het Woord van God, het vervullen van de Grote Opdracht door discipelen te maken, waar het gaat om dit niveau van persoonlijke verantwoording en toewijding naar God toe haakt men af.
c. Deze kerkgangers vinden het veel gemakkelijker om zich te houden aan een systeem, dan dat zij zich persoonlijk volledig toewijden aan de levende God van de Bijbel Die hen duur gekocht heeft met het bloed van Jezus Christus.
1. Zo ook Israël, die voor een systeem koos in plaats van dat zij zich persoonlijk wilde verantwoorden aan God, de God Die hen uit Egypte heeft bevrijd en Die hun het beloofde land heeft gegeven.
2. 1 Samuël 8:22a – “De HEERE zei tegen Samuel: Luister naar hun stem en stel een koning over hen aan.”
III. Samuël stelde onder de leiding van de Heilige Geest een zekere Saul, de zoon van Kis, aan tot de eerste koning van Israël.
A. Samuël zalfde Saul met olie, wat inhoudt dat de desbetreffende persoon voor God apart gezet is tot een specifieke taak. Er staat: ‘Is het niet zo, dat de HEERE u tot een vorst over Zijn eigendom gezalfd heeft?’ (10:1b)
B. Daarna profeteerde Samuël over Saul. Hij vertelde hem wat er in de komende dagen met hem zou gebeuren, waaronder het feit dat de Geest van God op hem zou komen.
i. Er staat in hoofdstuk 10 dat Saul op het moment dat de Geest van de HEERE op hem kwam in een ander mens veranderd zou worden.
ii. Dit is ook altijd het geval wanneer een mens tot geloof in Jezus Christus komt en gedoopt wordt met de Heilige Geest. Die persoon kan nooit dezelfde blijven.
IV. Koning Saul begon goed, maar helaas was het van korte duur. Door zijn eigen toedoen faalde Koning Saul behoorlijk. Zijn eigen woorden in hoofdstuk 26 geven een samenvatting van zijn leven als koning: ‘Ja, ik heb als een dwaas gehandeld en mij zwaar misdragen’ (26:21b WV2012). Wat was er dan met Saul gebeurd? Waarom faalde hij? Het begon bij ‘kleine’ zonden, compromissen. Bijvoorbeeld:
A. In hoofdstuk 13 zien wij dat Jonathan, de zoon van koning Saul, het garnizoen van de Filistijnen in Geba versloeg. Maar Saul liet door het hele land de bazuin blazen met de boodschap dat koning Saul de Filistijnen heeft verslagen.
i. Koning Saul en zijn troepen hadden hier niets mee te maken, omdat zij in een heel ander gebied aan het strijden waren. Het waren Jonathan en zijn troepen die de overwinning behaalden. Terwijl Saul met de eer streek, heeft hij de eer van de overwinning van Jonathan en zijn troepen afgenomen.
B. Even later waren Saul en zijn troepen door de Filistijnen in het nauw gedreven en hierdoor raakte Saul in paniek. Saul had met Samuël afgesproken om elkaar in Gilgal te ontmoeten zodat Samuël een brandoffer aan de HEERE zou offeren. Maar, omdat Saul in paniek raakte, nam hij het heft in eigen hand en offerde zelf het brandoffer.
i. Je zou kunnen zeggen, wat maakt dat nu uit? Hij offert toch iets goeds aan God? Het probleem was dat Saul geen priester was, dus het was hem niet toegestaan om te offeren.
a. 1 Samuël 13:13-14 – “…Samuel zei tegen Saul: U hebt dwaas gehandeld. U hebt het gebod van de HEERE, uw God, dat Hij u geboden heeft, niet in acht genomen. Anders zou de HEERE uw koningschap over Israël voor eeuwig bevestigd hebben, maar nu zal uw koningschap geen stand houden. De HEERE heeft een man naar Zijn hart voor Zich uitgezocht, en de HEERE heeft hem de opdracht gegeven een vorst te zijn over Zijn volk, omdat u niet in acht genomen hebt wat de HEERE u geboden had.”
b. Hoe vaak nemen wij het heft in eigen handen doordat wij in paniek raken?
C. In hoofdstuk 15 kreeg Saul van God de expliciete opdracht om de Amalekieten geheel uit te roeien. Maar Saul was deze keer wederom ongehoorzaam. Zijn troepen hadden het beste van het beste van de buit genomen, schapen en runderen om deze zogenaamd aan de HEERE te offeren. Én Saul bracht de koning van de Amalekieten, Agag, mee terug naar hun kamp.
i. God sprak inmiddels tot Samuël over wat Saul gedaan had. Daarom ging Samuël Saul tegemoet en vroeg hem waarom hij niet naar de stem van de HEERE heeft geluisterd, waarom hij gedaan heeft wat slecht was in de ogen van de HEERE.
ii. Saul begon terug te krabbelen en excuses te maken door te zeggen dat zijn troepen de schapen en runderen meegenomen hadden om deze aan God te offeren.
1 Samuël 15:22-23 – “Maar Samuel zei: Heeft de HEERE evenveel behagen in brandoffers en slachtoffers als in het gehoorzamen aan de stem van de HEERE?Zie, gehoorzamen is beter dan slachtoffer, opmerkzaam zijn beter dan het vet van rammen. Want opstandigheid is een zonde van waarzeggerij, en tegenstreven is afgoderij en beeldendienst.Omdat u het woord van de HEERE verworpen hebt, heeft Hij u verworpen, zodat u geen koning meer zult zijn.”
a. De stem van de HEERE gehoorzamen is beter dan het vervullen van religieuze plichten. Daarom zei ik zojuist dat het voor de mens gemakkelijker is om zich te schikken naar een systeem, dan dat hij zich geheel overgeeft en toewijdt aan God. Saul had hier moeite mee.
b. De zonde van Saul was opstandigheid en tegenstreven oftewel eigenzinnigheid. Samuël zegt hierover dat deze gelijk zijn aan waarzeggerij en afgoderij.
1. Een opstandig hart verwerpt de levende God van de Bijbel op dezelfde manier als iemand God verwerpt door zich te wenden tot waarzeggerij.
2. Alle vormen van tegenstreven oftewel eigenzinnigheid zijn eigenlijk afgoderij want het maakt de mens zijn eigen wil, het eigen ik, tot een afgod.
V. Vanaf dat moment gaat alles voor Saul bergafwaarts. Er staat in hoofdstuk 16 dat de Geest van de HEERE Saul had verlaten en in plaats daarvan stuurde de HEERE hem een kwade geest die hem kwelde.
HOOFDSTUKKEN 16-31
I. In hoofdstuk 16 komt de volgende koning op het toneel. God sprak tot Samuël en stuurde hem naar het huis van een zekere Isaï. Want een van zijn zonen was een man naar Gods hart. God heeft hem gekozen om koning te zijn over Israël.
A. Samuël komt bij Isaï en vertelt hem de reden voor zijn bezoek. Vervolgens stelt Isaï zijn oudste zoon, Eliab, voor aan Samuël en Samuël denkt meteen dat hij het is.
1 Samuël 16:6-7 – “En het gebeurde, toen zij kwamen, dat hij Eliab zag en dacht: Deze is vast en zeker voor de HEERE Zijn gezalfde. Maar de HEERE zei tegen Samuel: Kijk niet naar zijn uiterlijk en ook niet naar de hoogte van zijn gestalte, want Ik heb hem verworpen. Het is namelijk niet wat de mens ziet, want de mens ziet aan wat voor ogen is, maar de HEERE ziet het hart aan.”
B. Vervolgens stelde Isaï een voor een zijn overige zonen aan Samuël voor, maar de HEERE had geen van deze zeven zonen gekozen. Toen Samuël vroeg of dit al zijn zonen waren, zei Isaï dat de jongste nog ontbrak. Hij was de schapen aan het weiden.
1 Samuël 16:12-13 – “Toen stuurde hij een bode en bracht hem. Hij was rossig, had mooie ogen en was knap om te zien. De HEERE zei: Sta op, zalf hem, want deze is het. Toen nam Samuel de oliehoorn en zalfde hem te midden van zijn broers. En de Geest van de HEERE werd vaardig over David vanaf die dag en voortaan. Daarna stond Samuel op en ging naar Rama.”
i. Een paar observaties. Toen Samuël bij Isaï kwam en naar al zijn zonen vroeg, hielden Isaï en zijn zeven zonen David volledig buiten beschouwing. David was de jongste en hij werd door al zijn oudere broers geminacht.
ii. Omdat David de jongste was en in de ogen van zijn familie de minst waarschijnlijke kandidaat was, sloegen zij de plank mis. Zij keken naar het uiterlijke, maar God keek naar het hart. Over David wordt gezegd dat hij een man was naar Gods hart.
iii. Samuël zalft David hier voor de eerste keer als de nieuwe koning van Israël. De Geest van de HEERE kwam op David en vanaf dat punt kwam Davids voorbereiding op het koningschap in een stroomversnelling.
iv. Vanaf dit punt duurde het nog zo’n 15 jaar voordat David Koning David werd en de troon van Israël besteeg.
II. Omwille van de tijd moet ik het vandaag hierbij laten. 2 Samuël gaat voornamelijk over het leven van Koning David, dus ik zal in de volgende studie de rest van 1 Samuël meenemen in de studie van 2 Samuël.
A. Ik zei net dat Samuël David voor de eerste keer zalfde als koning. Ik weet niet of jullie dit weten, maar David wordt meerdere keren gezalfd als koning. Ga deze week op zoek in de rest van 1 Samuël en in 2 Samuël naar hoeveel keren David gezalfd werd.
I. De insteek van deze serie is om Jezus Christus in elk Bijbelboek te gaan ontdekken. Nu is het zo dat Jezus niet expliciet in alle Bijbelboeken van het O.T. voorkomt, maar vaak wel in de vorm van typebeelden.
A. Samuël is een typebeeld van Jezus Christus in de zin dat hij een priester, een profeet en een richter is. Een richter vervulde eigenlijk de taak van een koning. Jezus is de enige Die daadwerkelijk onze hogepriester is, Hij is de profeet waar Mozes over sprak, Hij is onze Koning. Hij is de Koning der koningen.
i. Zoals Jezus een nieuw verbond met de mensheid aanging en de mens tot een nieuwe bedeling bracht, bracht Samuël het volk Israël tot een nieuw tijdperk, het tijdperk van de koningen.
B. Ook was David een typebeeld van Jezus Christus. Hij werd zoals Jezus in Bethlehem geboren, hij was een herder en hij regeerde als koning van Israël.
i. Koning David was tegelijk ook de beste menselijke koning die Israël ooit heeft gehad, totdat Jezus op het toneel kwam.
II. Ken jij deze Jezus? Ken jij Hem als degene Die voor jouw zonden aan het kruis is gestorven en op de derde dag uit de dood is opgestaan om jou het leven te geven?
A. Wil jij vergeving van zonden? Wil jij verzoend worden met de levende God van de Bijbel? Wil jij de zekerheid van het eeuwige leven na de dood? Wil jij een navolger van Jezus Christus worden?
B. Zo ja, geef toe dat je een hopeloze zondaar bent en vraag God om jou te vergeven. Bekeer je van je oude leven en wend je tot Jezus Christus om Hem na te volgen. Vraag Jezus om in jouw hart te komen wonen en vraag Hem om jou te dopen met de Heilige Geest, zodat jij in staat zal zijn om een echte wedergeboren Christen te zijn, niet slechts een kerkganger.
C. Als je dit doet, zal Jezus jou absoluut niet weigeren, maar zal Zich aan jou bekend gaan maken!