R66004 Numeri 1 van 3
I. Wij gaan verder met de preekserie Route 66 waarin wij elk Bijbelboek in vogelvlucht gaan bekijken om 1) Jezus erin te ontdekken 2) om de belangrijkste levenslessen eruit te halen. Deze keer behandelen wij het Bijbelboek Numeri, deel 1/3.
II. Numeri is net zoals Leviticus een boek waarop veel mensen al snel afhaken. De naam Numeri is sowieso al niet erg boeiend en meteen al bij het begin word je geconfronteerd met een volkstelling. Je leest aan het begin een hoop onbekende namen en je ziet grote aantallen van de verschillende stammen voorbijkomen enz. Het begin leest gewoon niet lekker!
A. De naam Numeri geeft niet echt goed weer waar het boek over gaat, maar de naam is wel enigszins begrijpelijk omdat het volk Israël in dit boek twee keer geteld of genummerd wordt. Vandaar dat het bij de vertaling van het Oude Testament in het Grieks de naam ‘Arithmoi’ kreeg. Hiervan is de Latijnse naam Numeri afgeleid en in onze Bijbels heet het boek ook Numeri.
i. De Hebreeuwse naam voor het boek ligt naar mijn mening dichter bij waar het boek over gaat en komt voort uit het eerste vers: ‘De HEERE sprak tot Mozes in de woestijn’. ‘In de woestijn’ is dus de Hebreeuwse naam. Dit ligt dichter bij de inhoud, omdat het volk Israël het merendeel van de tijd in de woestijn verblijft, in de wildernis.
B. Numeri pakt de draad van de vertelling op waar de vertelling in Exodus is opgehouden.
i. Exodus eindigde op de eerste dag van de eerste maand in het tweede jaar en Numeri begint op de eerste dag van de tweede maand in het tweede jaar. Vandaar dat wij ook weten dat het één maand lang duurde om alle instructies in Leviticus te ontvangen.
C. Exodus gaat voornamelijk om verlossing. Leviticus gaat voornamelijk over de aanbidding van God oftewel hoe je heilig met God moet omgaan en hoe je heilig moet leven. Numeri gaat voornamelijk om het tellen en het voorbereiden van het volk Israël om de vooruitgang van het Koninkrijk van God te bevorderen oftewel om meer mensen te gaan redden.
III. Ondanks dat het boek nogal een saai begin heeft, is het net zoals de eerste drie boeken van de Torah onmisbaar voor het kunnen volgen en het kunnen begrijpen van de rest van de Bijbel. Ook zullen wij zien dat het tjokvol zit met gebeurtenissen waarop de schrijvers van zowel het Oude alsook het Nieuwe Testament teruggrijpen. Dingen zoals:
A. Kaleb, wiens geloof in een groot God voorbeeldig is. Over Kaleb en Jozua schreef de Bijbelleraar J. Sidlow Baxter: ‘De tien overige spionnen zetten het probleem tussen hen en God in, Kaleb en Jozua zetten God tussen hen en het probleem in.’ Dit is pas geloof!
B. Het ongeloof van Israël, wat hun uiteindelijk hun leven heeft gekost.
C. Water dat uit een rots vloeide.
D. Een koperen slang die de levens van die mensen redde die door gifslangen gebeten werden.
E. De zegen en de profetie van Bileam, een niet-Joodse waarzegger. Dit zijn slechts enkele voorbeelden.
F. Het is voor ons vooral interessant wat de apostel Paulus aan de Korinthiërs over Numeri schrijft:
i. 1 Korinthe 10:1-12 – “Graag wil ik, broeders en zusters, uw aandacht vragen voor wat er gebeurde met onze voorouders. Ze stonden allemaal onder bescherming van de wolk en trokken allemaal veilig door de Rode Zee. In de wolk en in de zee werden ze gedoopt als volgelingen van Mozes. Ze aten allemaal hetzelfde geestelijke voedsel, en dronken allemaal dezelfde geestelijke drank. Want ze dronken water uit een geestelijke rots die overal met hen meetrok, en die rots was Christus. Toch rustte op de meesten van hen Gods zegen niet. Want werden ze niet afgeslacht in de woestijn? Die gebeurtenissen zijn een voorbeeld voor ons, een waarschuwing dat we niet naar het kwade moeten verlangen, zoals zij. Word geen afgodendienaars, zoals sommigen van hen, over wie de Schrift zegt: Het volk ging zitten om te eten en te drinken, het werd een losbandig feest. En laten we geen ontucht plegen, zoals sommigen van hen. Het gevolg was dat op één dag drieëntwintigduizend mensen de dood vonden. Laten we Christus ook niet op de proef stellen, zoals anderen van hen deden, met het gevolg dat ze door slangen omkwamen. Mopper ook niet op God, zoals weer anderen – zij werden omgebracht door de engel van de dood. Wat hun overkwam, moet een voorbeeld voor ons zijn. Het werd opgeschreven om ons te waarschuwen, omdat we voor het einde der tijden staan. Wie dus denkt rechtovereind te staan, moet oppassen dat hij niet komt te vallen.”(GNB96)
a. Paulus schrijft dus dat Numeri ons kan helpen om geestelijk volwassen christenen te worden door van de fouten van Israël te leren. Dit alleen al is voor ons reden genoeg om ons Numeri eigen te maken.
b. Volgens Paulus leert Numeri ons hoe we niet moeten begeren of lusten. Numeri leert ons om geen afgoden te hebben (een afgod is alles dat jij belangrijker vindt dan God). Numeri leert ons om niet mee te gaan in seksuele immoraliteit, d.w.z. seks met een persoon waarmee je niet getrouwd bent. Numeri leert ons om Christus niet op de proef te stellen, om niet te klagen, én om niet trots te zijn, denkende dat je het allemaal wel weet en dat je als christen alles wel op orde hebt.
1. Dit laatste komt vaak tot uiting als iemand antwoordt op jouw vraag na afloop van de preek hoe God tot hem/haar gesproken heeft, met de volgende woorden: ‘Ik weet dit allemaal al, er is eigenlijk niets nieuws verteld.’
2. Als je zo’n houding hebt, dan waarschuwt Paulus jou in vers 12: “Wie dus denkt rechtovereind te staan, moet oppassen dat hij niet komt te vallen.”
ii. Hebreeën 3:16-19 – “Wie waren dat, die zijn stem hoorden en rebelleerden? Toch allen die onder Mozes uit Egypte waren getrokken? En op wie was God toornig, veertig jaar lang? Toch op hen die gezondigd hadden, van wie de lijken in de woestijn lagen? En aan wie anders heeft Hij onder ede de toegang tot zijn rust ontzegd dan aan hen die weigerden te gehoorzamen? Het is duidelijk dat ongeloof hun belet heeft zijn rust binnen te gaan.” (WV2012)
a. Hier zien wij dat ongehoorzaamheid en ongeloof hun het leven heeft gekost. Wij zullen zien dat, ondanks dat God deze generatie uit Egypte heeft verlost en gered, deze generatie het beloofde land niet binnenging, omdat zij God weigerde te gehoorzamen en omdat zij God niet vertrouwde.
b. Numeri zit dus vol met geestelijke lessen waar wij anno nu veel van kunnen leren in ons christen zijn. Ook zijn er meerdere verwijzingen naar Jezus Christus in Numeri, dus totaal niet saai!
IV. Waar Genesis 2.500 jaar behelst, Exodus 82 jaar, Leviticus 1 maand, behelst Numeri 38 jaar. Het volgt het volk Israël vanaf de berg Sinaï waar God de Tien Geboden gaf en waar Israël de tabernakel bouwde, tot aan Kades-Barnea, de grens van het beloofde land.
A. Ik zie in Numeri dat God Israël wil voorbereiden en wil trainen om de vooruitgang van het koninkrijk van God te bevorderen oftewel om zo veel mogelijk andere mensen te redden.
i. Vergeet niet dat God in Genesis 12 Abram koos om God persoonlijk te gaan kennen en dienen. God is een eenzijdig verbond met Abram aangegaan waarin God Abram beloofde dat Hij Abram tot een groot volk zou maken (Israël); dat Hij Abram een land zou geven (Israël); én dat Jezus Christus uit zijn nageslacht zou voortkomen.
ii. Israël speelt in Gods wereldwijde verlossingsplan dus dé sleutelrol. Vanaf Numeri gaat God met dit volk aan de slag om haar klaar te stomen om haar door God gegeven rol te gaan vervullen. Om de redenen die we zojuist in 1 Korinthe en in Hebreeën 3 hebben gelezen gaat dit helaas niet helemaal goed.
B. Numeri begint 13 maanden nadat Israël Egypte uit was getrokken. Zij hebben 11 maanden lang bij de berg Sinaï gekampeerd. Hier hadden zij de Wet van Mozes ontvangen, hier hadden zij de tabernakel gebouwd en hier zij hadden de instructies voor aanbidding van God gekregen zoals beschreven in Leviticus. In Numeri 1:1 is het 13 maanden verder en krijgt zij verdere instructies voor hoe zij als het volk van God hoort te zijn.
i. Vanaf Numeri 1:1 zal zij nog 19 dagen bij de berg Sinaï zijn. Na die 19 dagen gaat ze op weg richting het beloofde land. Numeri vertelt ons over deze reis en wat er tijdens de reis allemaal gebeurde.
ii. Volgens Deuteronomium 1:2 is het vanaf Sinaï, een onderdeel van de bergen in Horeb, tot aan Kades-Barnea, de grens van het beloofde land, elf dagen reizen. Van punt A tot punt B zou elf dagen moeten duren, maar in Numeri zien wij dat het 38 jaar heeft geduurd.
iii. Kades-Barnea is de plek waar zij het kamp opzetten. Vanhier stuurden zij de twaalf spionnen het beloofde land in om het land te verkennen en om informatie te winnen over de Kanaänieten die zij uit het land moesten verdrijven.
a. Numeri had dus eigenlijk 1 maand lang moeten duren; de 19 dagen die zij nog aan de Berg Sinaï zaten en dan een reis van 11 dagen naar Kades-Barnea. Dan hoorde het boek Jozua eigenlijk te beginnen. Maar het is heel anders gelopen zoals we zullen zien.
C. Numeri kan verdeeld worden in drie delen: Hoofdstukken 1-14 –de eerste of de oude generatie. Dit zijn alle mensen die God uit Egypte heeft verlost, maar die in de wildernis zijn omgekomen vanwege hun ongehoorzaamheid en ongeloof.
D. Hoofdstukken 15-20 – de overgangsperiode. Dit is de periode waarin Israël 38 jaar lang doelloos heeft rondgezworven.
E. Hoofdstukken 21-36 – de tweede of de nieuwe generatie die uiteindelijk het beloofde land in zal gaan. Ook zij wordt geteld en krijgt opnieuw instructies over wat zij moet doen wanneer ze het beloofde land in zal gaan.
i. Deze nieuwe generatie is trouwens dé reden waarom Deuteronomium is geschreven.
ii. Als de eerste generatie gewoon had gedaan wat God aan haar had opgedragen, dan zou de tocht naar het beloofde land geen 38 jaar hebben geduurd, maar gewoon 11 dagen. Dan zou ook het boek Deuteronomium niet nodig zijn geweest, want Deuteronomium werd gegeven voor de tweede generatie. Dan zou het einde van Numeri naadloos aangesloten hebben op het begin van het boek Jozua.
V. In hoofdstukken 1-4 zien wij dat God orde gaat brengen in deze gigantische gemeente van naar schatting 2 miljoen mensen. Ik kan me goed voorstellen dat er orde op zaken gesteld moet worden als je van 2 miljoen mensen een strijdmacht wil creëren. Het eerste dat God gaat doen is de mensen tellen.
A. Numeri 1:2-3 – “Mozes, je moet de Israëlieten tellen. Tel alle mannen van twintig jaar en ouder die geschikt zijn voor het leger. Tel ze allemaal, één voor één, en schrijf hun namen op. Schrijf ook op bij welke familie iemand hoort, en bij welk deel van het leger. Je moet dit werk samen met Aäron doen.” (BGT)
i. Mozes krijgt hier de specifieke opdracht om alleen de mannen van 20 jaar en ouder te tellen die klaar zijn voor de strijd. Het is dus duidelijk dat deze volkstelling te maken had met het vormen van een strijdmacht.
ii. Deze strijdmacht wordt in Numeri klaargestoomd om het land Kanaän te veroveren. Veel mensen vinden het oneerlijk dat God zomaar het inheemse volk verdrijft. Maar vergeet niet dat al deze heidense volkeren gruwelijk zondig waren. Zij sneden bijvoorbeeld de buiken van zwangere vrouwen open en offerden de kinderen levend aan hun afgoden. Sinds Genesis hebben zij al honderden jaren de tijd gehad om zich tot de God van de Bijbel te bekeren.
iii. Honderden jaren lang heeft God Zijn geduld en Zijn genade en Zijn barmhartigheid aan de Kanaänieten getoond, maar zij wilden er niets van weten. En nu wil God deze strijdmacht gebruiken om dit gruwelijke volk te verdrijven en het land aan Israël te geven.
a. In Jozua lezen wij trouwens dat Rachab, een Kanaänietische vrouw in Jericho, vertelde dat zij bekend was met de God van Israël, dus het was niet zo dat men onwetend was. Zij hebben de God van Israël willens en wetens verworpen.
iv. Uiteindelijk kwam de volkstelling uit op 603.550 strijdbare mannen.
B. Numeri 2:2 – “De Israëlieten moeten hun kamp opslaan, ieder bij zijn vaandel, bij de herkenningstekens die behoren bij hun familie; zij moeten op enige afstand hun kamp opslaan rondom de tent van ontmoeting.”
i. Iedere stam, twaalf in totaal, moest zich rondom de tabernakel opstellen. 3 stammen aan de oostkant, 3 aan de westkant, 3 aan de noordkant en 3 aan de zuidkant. Het is bijzonder, dat God bij hen centraal stond.
a. Als je met een drone een filmpje zou maken van het kamp van de Israëlieten. dan zou het meteen opvallen dat de tabernakel waar God aanbeden wordt, waar God de mensen ontmoet, het middelpunt is van het leven van Israël. (ca. 31 km2)
b. Dit geldt ook voor ons in de gemeente van Jezus Christus; zowel collectief alsook individueel. Jezus moet bij ons de hoogste plaats hebben, Hij moet onze eerste prioriteit zijn.
c. Jezus zei dat het allerbelangrijkste in het leven van de christen is om Hem lief te hebben met heel zijn hart, ziel, kracht en verstand. Kan jij zeggen dat Jezus jouw eerste prioriteit is in heel je leven? Kan jij in alle oprechtheid tegen Jezus zeggen dat je van Hem houdt?
1. Dit was Gods bedoeling en verlangen voor het volk Israël en het is nog steeds Gods verlangen voor ons.
C. In hoofdstukken 3-4 zien wij wie God gekozen heeft om thuis te blijven terwijl de 603,550 strijders erop uitgaan om het beloofde land te veroveren. Als je tijdens het lezen van Numeri goed opgelet hebt, dan heb je gezien dat in de telling in hoofdstuk 1 de stam van Levi niet meegeteld werd. En dit heeft een goede reden.
Numeri 3:11-13 – “De HEERE zei tegen Mozes: ‘Toen ik alle eerstgeborenen bij de Egyptenaren doodde, eiste ik voor mij alle eerstgeborenen bij de Israëlieten op, zowel mens als dier. Maar in plaats van al die eerstgeboren Israëlieten, neem ik nu alle nakomelingen van Levi. Zij behoren mij toe, want ik ben de HEERE’.” (GNB96)
i. God heeft de Levieten gekozen om Hem in de bediening van de tabernakel te dienen. Aäron als hogepriester, zijn zoons als priesters en nu de overige Levieten om alle praktisch zaken rondom de dienst in de tabernakel te verrichten. Ook was het hun taak om de tabernakel af te breken, te verhuizen en opnieuw op te zetten wanneer God hen leidde om te verkassen.
ii. Ik kan me best voorstellen dat er strijders van de andere 12 stammen waren die zoiets hadden van: ‘hey, maar dit is totaal niet eerlijk, ik moet m’n leven op het spel zetten in de strijd, deze Levieten mogen lekker thuisblijven’.
a. Alhoewel de Levieten het slagveld niet op gingen, voerden zij een geestelijke vorm van oorlog. Zij hielden zich bezig met de geestelijke oorlogsvoering zoals Paulus in Efeze 6 noemt.
b. Zij zetten zich in voor het volk, voor de strijders, voor hun geestelijke groei zodat zij tot geestelijke volwassenheid zouden komen.
1. Ik geloof dat hun strijd vaak moeilijker en heftiger was dan de strijd van degenen die het letterlijke slagveld op gingen.
iii. Maar waarom heeft God per se de Levieten gekozen voor deze bediening?
a. Weet je nog dat God met de tiende plaag alle eerstgeborenen in Egypte had gedood? Maar door het bloed van het lam werden de eerstgeborenen van de Israëlieten verlost oftewel door God vrijgekocht. Op dat moment eiste God alle eerstgeborenen van Israël op voor Zichzelf. (Exodus 13)
b. Maar God is nu in Numeri bezig om de boel te organiseren. God zegt dat er een wijziging plaatsvindt: in plaats van dat God alle eerstgeborenen van alle 12 de stammen voor Zichzelf opeist, eist God nu de gehele stam van Levi voor Zichzelf op om Hem te dienen in en rondom de bediening van de tabernakel en later van de tempel.
iv. De vraag is waarom maakt God nu opeens deze verandering? In Exodus 32 en de hoofdstukken erom heen gebeurde iets waarvan ik denk dat dat voor God doorslaggevend is geweest.
a. Mozes was op de berg Sinaï en hij was al meer dan een maand weg. De mensen dachten dat Mozes niet terug zou komen, dus gingen zij naar Aäron toe en zeiden dat zij terug naar Egypte wilden gaan.
b. Maar Aäron antwoordde dat zij alleen maar hoefden te aanbidden en dat alles goed zou komen. Aäron zei tegen hen dat zij al hun gouden voorwerpen e.d. naar hem toe moesten brengen om daar een gouden beeld van te maken zodat zij dat konden aanbidden.
c. Toen het gouden kalf klaar was, begon het volk te feesten. Het was een gigantisch losbandig feest en zij waren allerlei immorele dingen aan het doen. Plat gezegd was het één grote orgie.
d. Mozes kwam op dit moment van de berg af en hoorde een hoop kabaal uit het kamp komen. Jozua was bij hem en hij dacht dat het kamp aangevallen werd, maar Mozes wist meteen wat er gaande was. Hij zei dat ze niet aangevallen werden, maar dat ze aan het feesten waren.
v. Exodus 32:25-28 – “Toen Mozes zag dat het volk losgeslagen was – want Aäron had het losgelaten – tot leedvermaak van hun tegenstanders, ging Mozes bij de ingang van het kamp staan en zei: Wie bij de HEERE hoort, moet bij mij komen. Toen verzamelden al de Levieten zich bij hem. Hij zei tegen hen: Zo zegt de HEERE, de God van Israël: Ieder moet zijn zwaard aan zijn heup doen, het kamp van poort tot poort door gaan, en ieder moet zijn broeder doden, ieder zijn vriend en ieder zijn naaste. De Levieten deden overeenkomstig het woord van Mozes en er vielen op die dag van het volk ongeveer drieduizend man.”
a. Dit is wel heel bijzonder. Het volk is totaal losgeslagen en Mozes komt de berg af en vraagt: ‘wie van jullie willen de HEERE dienen in plaats van meedoen met deze losbandigheid?’. En de Levieten voegen zich bij Mozes en zeggen: ‘Wij gaan voor de HEERE! Wij houden van God en wij gaan Hem dienen’.
b. Vervolgens draagt Mozes deze Levieten op om het kamp door te gaan om de boosdoeners te doden. Het maakte niet uit of het familie of vrienden waren, God wilde dat deze Levieten de zonde uit het kamp verwijderden.
c. Misschien denk je dat het oneerlijk is of extreem wreed om 3.000 man te doden, maar hierin zien wij de barmhartigheid van God. Doordat de Levieten deze 3.000 mannen hebben gedood, hebben zij heel Israël gered. Want God stond op het punt om heel Israël te vernietigen.
1. Het zwaard van Levi heeft heel Israël gered.
2. Als jij als christen effectief wil zijn in het werk van de Heere, in het bouwen en het uitbreiden van het Koninkrijk van God, dan moet je jezelf bekwamen in het gebruiken van het zwaard; het zwaard van de Geest, het Woord van God, de Bijbel.
D. In hoofdstuk 5 zien wij dat God nog verder gaat in de voorbereiding van het volk. Hier komt duidelijk naar voren dat het kamp, de gemeente, heilig moet zijn. Er zijn namelijk mensen die in zonde leven en die zich moeten bekeren, er zijn mensen die zich bezoedeld hebben en die gereinigd moeten worden, er zijn mensen die huwelijksproblemen hebben en die situaties moeten opgelost worden. Voordat het legerkamp uitrukt, moeten deze zaken eerst aangepakt worden.
E. In hoofdstuk 6 zien wij iets heel bijzonders; namelijk het nazireeërschap. Dit was iets dat God aan de mensen voorlegde en het was geheel vrijwillig.
i. Het was bedoeld om wie dan ook de gelegenheid te bieden om zichzelf meer aan God toe te wijden, om God beter te leren kennen en om Hem dieper en inniger lief te gaan hebben. Dit kon gedurende een door hen bepaalde tijd.
ii. Hiervoor was nodig, dat zij een gelofte aan de Heere deden en dat zij zich onthielden van drie dingen:
a. Een nazireeër mocht niets eten of drinken dat van de wijnstok kwam. Dus geen wijn, geen druivensap, geen druiven, zelfs geen pitten of druivenschillen. Niets!
b. Het tweede was dat hij/zij het haar niet mocht knippen. Een nazireeër moest het per se laten groeien.
c. Het derde was dat hij/zij niet bij het lichaam van een dode mocht komen. Dus als vader, moeder, broer, zus, zoon, dochter of wie dan ook tijdens het nazireeërschap kwam te overlijden, dan mocht hij/zij niet eens naar de uitvaart. Het kost dus echt iets om God toegewijd te zijn.
d. Op het moment dat men ervoor koos om het nazireeërschap te beëindigen moest men zijn/haar haar afscheren.
1. Daarom verloor Simson, de meest bekende nazireeër, zijn kracht. Zijn kracht zat echt niet in zijn haar, maar in het feit dat hij de Heere toegewijd was. Zijn kracht verliet hem toen hij ervoor koos om de Heere niet langer toegewijd te zijn.
iii. Het is dus uitermate belangrijk voor ons als kerk en als individuen om heilig te zijn zoals het legerkamp; om zonde en onreinheid en huwelijksproblemen aan te pakken; én om geheel aan de Heere toegewijd te zijn zoals de nazireeërs dat waren.
F. In hoofdstuk 7 zien wij een bijzonder offer. De leiders of hoofden van de families brachten voorwerpen naar de tabernakel als offergaven. Dit was niet verplicht, maar was superhandig voor degenen die dienst in de tabernakel uitoefenden, namelijk de overige Levieten.
i. Deze Levieten, dus niet de priesters moesten allerlei hand en spandiensten verrichten in en rondom de tabernakel.
ii. Wanneer bijvoorbeeld de tabernakel afgebroken en verhuisd moest worden, moest een groep uit de Levieten de zilveren voetstukken dragen. Deze zijn te vergelijken met die akelig zware parasolvoeten in onze tuinen.
a. Deze familiehoofden hadden wagens en runderen aan de Levieten gegeven om deze zware voetstukken op te zetten om ze gemakkelijker te kunnen vervoeren.
b. Nogmaals, dit was niet door God verplicht, zij kwamen er zelf mee.
1. Dit zie ik ook hier in onze kerk gebeuren. Een prachtig voorbeeld hiervan is natuurlijk de nieuwe laptop die ik onlangs heb mogen aanschaffen. Jullie zagen dat deze voor mij noodzakelijk was om mijn werk voor de Heere en voor Zijn kerk te doen en jullie hebben offergaven gegeven om mijn werk mogelijk te maken. En zo zijn er nog meer voorbeelden in onze kerk.
VI. Helaas moet ik het hierbij laten. Ik weet dat we niet ver zijn gekomen, maar er zit gewoon te veel in om het in een keer te behandelen.
A. Wat wij deze keer hebben doorgenomen is slechts de achtergrond. Volgende keer gaan wij verder. Ik ga Numeri in drie keer behandelen.
VII. Neem vandaag in ieder geval mee dat Numeri ons leert om geestelijk volwassen te worden door al die dingen in 1 Korinthe 10 af te leggen. En om niet zoals de Israëlieten aan de Heere ongehoorzaam te zijn en Hem niet te vertrouwen.