Mattheüs 24-25 – De context uit Daniel 9 – (2/3)

I. In mijn voorbereiding op de studie van vanmorgen liep ik telkens tegen het Bijbelboek Daniël aan om de context te schetsen voor de Grote Verdrukking.

A.  Dus gaan wij vanmorgen beginnen met Daniël 9.

II. De meeste van ons kennen deze uitspraak uit de financiële wereld: “In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.”

A.  Dit is wat de wereld en het wereldsysteem ons te bieden hebben. Er zijn in dit leven geen garanties!

B.  Maar bij de God van de Bijbel ligt dat anders. God garandeert alles dat Hij zegt, alles dat Hij belooft. Alles waarvan God zegt dat het gebeuren zal, gaat ook gebeuren. Gegarandeerd!

i.  Wij die de Bijbel hebben, wij die de geschiedenis achter ons hebben liggen, kunnen met zekerheid zeggen dat Gods in het verleden behaalde resultaten ons zeer zeker Gods garantie bieden voor de toekomst.

a.  Tot nu toe zijn 100% van alle voorspellingen uitgekomen zoals God het gezegd had.

b.  De Bijbel noemt dit profetie, het voorspellen van de toekomst.

1.  Dit profetische karakter onderscheidt de Bijbel van ALLE andere godsdienstboeken die bestaan.

Daniël 9

Vers 1-2 – “¹In het eerste jaar van Darius, de zoon van Ahasveros, uit het geslacht van de Meden, die koning gemaakt was over het koninkrijk van de Chaldeeën, ²in het eerste jaar van zijn regering, merkte ik, Daniël, in de boeken het aantal jaren op waarover het woord van de HEERE tot de profeet Jeremia gekomen was: zeventig jaar zouden na de verwoesting van Jeruzalem voorbij moeten gaan.”

I. Ondanks dat Daniël zelf een profeet was, bestudeerde hij Gods Woord, de Bijbel. Hier zien wij dat Daniël in het boek Jeremiah aan het lezen was.

A.  Hij las in Jeremiah 25 waarin Jeremiah voorspeld had dat Nebukadnessar en de Babyloniërs de Joden gevangen zouden nemen.

B.  God liet dit toe, omdat de Joden afgoden aan het dienen waren en ook omdat zij Gods Woord continu op veel gebieden negeerden.

C.  Bijvoorbeeld, in Leviticus 25 staat dat de Joden het land elk zevende jaar moesten laten rusten. Dit betekende dat zij in het zevende jaar niets op het land mochten verbouwen.

i.  Om de Joden hierin tegemoet te komen voorzag God in het zesde jaar in het dubbele, zodat zij in het zevende jaar genoeg hadden om het hele zevende jaar van rust door te kunnen komen.

ii. Maar gedurende een periode van 490 jaar hadden de Joden dit gebod van God genegeerd, waardoor het land in totaal 70 jaren van rust had moeten missen.

a.  Daarom had God het toegelaten om de Joden door de Babyloniërs gevangen te laten nemen gedurende een periode van 70 jaar.

1.  Op deze manier kregen de Joden hun straf én kreeg het land haar rust.

II. Daniël maakte deel uit van de groep Joden die gevangen werden genomen. En terwijl Daniël de profetie van Jeremiah las, wist hij dat de 70 jaren van gevangenschap tot een eind waren gekomen.

A.  Het eerste dat wij Daniël zien doen, nadat Hij de Bijbel had gelezen, is bidden.

i.  Ik geloof dat veel christenen niet of te weinig bidden, omdat zij het Woord van God niet lezen of bestuderen.

ii. Vaak weten christenen niet eens waar zij voor moeten bidden.

iii. Maar God is een geweldige gesprekspartner. Hij spreekt tot ons voornamelijk door Zijn Woord en wij geven respons op Zijn Woord door te bidden.

a.  Als je dus niet weet waar je voor moet bidden, dan kan dat liggen aan jouw gebrek aan het lezen van de Bijbel.

1.  Daniël las het Woord en zijn respons daarop was om in gebed te gaan.

Lees Daniël 9:3-15

I. Daniël las over de zonde van het volk Israël en hij besteedde het merendeel van zijn gebed aan het tonen van berouw over de zonde die zij hebben begaan.

A.  Hij toonde berouw voor zichzelf én voor zijn landgenoten Israël.

B.  Het waren niet alleen mooie woorden. Nee, hij meende het vanuit het diepst van zijn hart. Want er staat in vers drie dat hij zijn gezicht richtte tot de Heere God om Hem te zoeken in gebed en met smeekbeden, met vasten en in zak en as.

i.  Hoe vaak zijn wij in ons hart zo bewogen door onze zonde?

II. Ik zie ook dat Daniël zichzelf en het volk totaal niet probeert te rechtvaardigen. Hij maakt geen excuses, nee, hij geeft aan dat zij de straf die zij hebben gekregen, verdiend hebben.

A.  In Openbaring 16 stort God Zijn toorn over de goddelozen. Op een gegeven moment in hoofdstuk vers 5 en 7 zegt een engel:

i.  “U bent rechtvaardig, Heere, Die is en Die was en Die zal zijn, dat U dit oordeel geveld hebt.”

ii. “Ja Heere, almachtige God! Uw oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig”

a.  Als wij volwassen willen worden in ons christen zijn, dan moeten wij gaan erkennen dat God alleen maar het goede, het juiste, het rechtvaardige doet.

Lees Daniël 9:16-19

I. In dit gedeelte van zijn gebed doet Daniël beroep op Gods grote barmhartigheid.

A.  Dit is een hele belangrijke sleutel in het tot God komen in gebed.

B.  Hoe vaak voel je je niet waardig om in gebed tot God te komen, of naar de kerkdienst te komen omdat je het alweer hebt verknald? Omdat je voor de zoveelste keer in de fout bent gegaan?

i.  Als je zoals Daniël in gebed tot God komt op grond van Gods grote barmhartigheid, dan weet je dat je te allen tijde tot God in gebed kan komen ongeacht hoe je je voelt.

a.  Laten je emoties en de duivel je dus niet weerhouden van het tot God komen in gebed of in de kerkdienst of op de donderdagavond of gewoon bij andere christenen.

En nu gebeurt het!

Vers 20-23 – “²⁰Terwijl ik nog sprak en bad, en belijdenis deed van mijn zonde en van de zonde van mijn volk Israël, en mijn smeekbede uitstortte voor het aangezicht van de HEERE, mijn God, omwille van de heilige berg van mijn God – ²¹terwijl ik mijn gebed nog uitsprak, kwam de man Gabriël, die ik in het begin in het visioen gezien had, snel aangevlogen en raakte mij aan, omstreeks de tijd van het avondoffer.²²Hij begon mij te onderwijzen en sprak met mij. Hij zei: Daniël, nu ben ik eropuit gegaan om u de betekenis te doen begrijpen.²³Bij het begin van uw smeekbeden is er een woord uitgegaan en nu ben ik zelf gekomen om u dat te vertellen, want u bent zeer gewenst (geliefd). Begrijp dan dit woord en krijg inzicht in het visioen.”

I. Hier zien wij hoe God werkt in en door gebed. N.a.v. het bestuderen van de Bijbel in Jeremiah, kwam Daniël tot God in gebed en sprak over de 70-jarige ballingschap.

A.  Tijdens zijn gebed stuurt God de engel Gabriël naar Daniël met een bericht dat over iets veel groter gaat, nl. de gehele profetische toekomst van Israël.

i.  Zo is het vaak ook wanneer wij bidden. Wij komen tot God in gebed over bepaalde zaken die ons bezig houden.

ii. En terwijl wij aan het bidden zijn, laat God ons dingen zien die van veel groter belang zijn.

a.  Het gevolg daarvan is, dat wij uit ons gebed komen met een totaal andere kijk op dingen.

b.  Daarom is gebed zo ontzettend belangrijk! Het is niet alleen dat Gods hand bewogen wordt door ons gebed, maar wij worden door gebed veranderd, wij worden door gebed bewogen!

II. De laatste vier verzen van dit hoofdstuk zijn essentieel om eschatologie goed te kunnen begrijpen.

Vers 24 – “Zeventig weken zijn er bepaald over uw volk en uw heilige stad, om de overtreding te beëindigen, de zonden te verzegelen, de ongerechtigheid te verzoenen, om een eeuwige gerechtigheid tot stand te brengen, om visioen en profeet te verzegelen, en om de Heiligheid van heiligheden te zalven.”

I. Gabriël spreekt hier over een periode van zeventig weken.

A.  Het Hebreeuwse woord dat hier vertaald wordt in “weken” betekend het aantal “zeven”.

i.  In de Bijbel kan het zeven dagen betekenen, zeven weken, zeven maanden of zeven jaren.

a.  Hier in deze profetie van Daniël betekent één week een periode van zeven jaar. Het gaat Gabriël dus om 70 perioden van 7 jaar; 490 jaar dus.

II. In dit vers spreekt Gabriël over de omvang van de profetie. Het heeft betrekking op de gehele toekomst van Israël tot aan de wederkomst van Jezus Christus wanneer Hij Zijn duizendjarige rijk hier op aarde vestigt.

Vers 25 – “U moet weten en begrijpen: vanaf de tijd dat het woord uitgaat om te laten terugkeren en om Jeruzalem te herbouwen tot op Messias, de Vorst, verstrijken er zeven weken en tweeënzestig weken. Plein en gracht zullen opnieuw gebouwd worden, maar wel in benauwde tijden.”

I. Het gaat hier om twee gebeurtenissen die in een periode van 69 weken van 7 jaren zal geschieden. Waarom de Heere hier 7 weken en 62 weken heeft gezegd weten we niet precies.

A.  Er wordt over gespeculeerd dat het 7 weken oftewel 49 jaar heeft geduurd om Jeruzalem te herbouwen, maar dat kan niet achterhaald worden.

i. Hoe dan ook, het gaat hier om een periode van 69 weken van 7 jaar.

II. De eerste gebeurtenis die deze periode van 69 weken zal aftrappen is het bevel om Jeruzalem te herbouwen. Op het moment dat dit bevel uitgaat begint de klok.

A.  Dit bevel kwam in 445 v.Chr. door koning Arthahsasta, ook wel Artaxerxes genoemd.

B.  Het is belangrijk om te weten is dat in de Bijbel één jaar uit 360 dagen bestaat. De Bijbel hanteert een kalender die bestaat uit 12 maanden van 30 dagen.

i.  Dus, als wij de 69 weken in dagen uitdrukken dan gaat het om 173.880 dagen.

III. Dankzij het boek van Sir Robert Anderson, “The Coming Prince” uit 1894, weten wij dat het bevel om Jeruzalem te herbouwen op 14 maart 445 v.Chr. uitging. Maar wanneer heeft Jezus Zichzelf als Messias de Vorst, als de Koning van Israël voorgedragen?

A.  Wij weten uit de Evangeliën dat elke keer wanneer de mensen Jezus tot Koning wilden huldigen, Hij tegen hen zei dat Zijn uur nog niet gekomen was. M.a.w. het was Zijn tijd nog niet om gehuldigd te worden als de Koning van de Joden.

i.  Hij hield het telkens tegen!

B.  Maar op een gegeven moment doet Jezus iets heel bijzonders! Hij bepaalt Zelf het moment waarop Hij als Koning van Israël gehuldigd wordt en Hij regelt alle middelen.

i.  Weten jullie nog dat Jezus Zijn discipelen instructies gaf om het dorp in te gaan en dat zij daar een veulen zouden zien en dat zij dit en dat moesten zeggen?

C.  Op Palmzondag, de zondag vóór de kruisiging van Jezus, kwam Jezus Jeruzalem binnen, rijdend op een veulen. De mensen wisten precies wat dit betekende, want deze gebeurtenis vervulde de profetie uit Zacharia 9:9:

i.  Zacharia 9:9 – “Verheug u zeer, dochter van Sion! Juich, dochter van Jeruzalem! Zie, uw Koning zal tot u komen, rechtvaardig, en Hij is een Heiland, arm, en rijdend op een ezel, op een ezelsveulen, het jong van een ezelin.”

ii. Deze dag, dit moment werd honderden jaren daarvoor al door God vastgelegd. Het werd in Psalm 118 voorspeld:

a.  Psalm 118:24 – “Dit is de dag die de HEERE gemaakt heeft, laten wij op deze dag ons verheugen en verblijd zijn.”

1.  De meesten van ons die dit kennen passen dit op elke dag toe. En dat kan, maar deze psalm heeft specifiek te maken met DEZE dag, de intocht van Jezus in Jeruzalem als Koning.

iii. In de Evangeliën lezen wij dat de mensen wanneer Jezus Jeruzalem binnenkwam, palmtakken en kleding op de grond neerlegden en Hosannna riepen.

a. In Lukas 19:38 riepen de mensen: “Gezegend is de Koning, Die daar komt in de Naam van de Heere.” Zij citeren hier psalm 118:26.

D.  De komst van de Vorst Messias waarover de engel Gabriël tot Daniël sprak, vond dus plaats toen Jezus gehuldigd werd als Koning van Israël bij Zijn intocht in Jeruzalem.

i.  Hier komt Gods nauwkeurigheid heel duidelijk naar voren. Nogmaals, dankzij Sir Robert Anderson weten wij dat Jezus’ intocht plaats vond op 6 april 32.

a.  Van 445 v.Chr. tot 32 A.D. = 476 jaar

1.  van 01 v.Chr. tot 01 A.D. = 1 jaar

(i) (er is geen jaar 0)

b. Van 445 v.Chr. tot 32 A.D. = 173.740 dagen

c. Van 14 maart tot 06 april = 24 dagen

d. Schrikkeljaren + 116 dagen = 116 dagen +

totaal aantal dagen = 173.880 dagen

E.  Wat was de foutmarge van de engel Gabriël? Die was 0,0! Gabriël vertelde Daniël de exacte dag waarop de Messias Zichzelf aan Jeruzalem zou voorstellen als hun Koning!

i.  Geen enkel mens had dit kunnen beramen!

Laten wij kijken naar wat Jezus de mensen en ons te zeggen heeft over de vervulling van de profetie van Daniël 9. Lukas 19:41-44.

Vers 41-42 – “⁴¹En toen Hij dichtbij kwam en de stad zag, weende Hij over haar. ⁴²Hij zei: Och, dat u ook nog op deze uw dag zou onderkennen wat tot uw vrede dient! Nu echter is het verborgen voor uw ogen.”

I. Jezus komt de stad binnen als de Koning van Israël. Deze gebeurtenis vervult de profetie uit Daniël 9:25 100% nauwkeurig!

A.  Maar omdat deze koppige, eigenwijze Joden niet wilden onderkennen dat Jezus de vervulling is van de profetieën uit het Oude Testament, zei Jezus tegen hen dat alles omtrent Jezus verborgen zou zijn voor hun ogen.

i.  M.a.w. wegens hun koppigheid zouden de Joden verblind worden voor de waarheid over Wie Jezus Christus is, namelijk hun Messias!

a.  En dit zien wij vandaag de dag nog steeds. Israël herkent Jezus nog steeds niet als hun Messias.

1.  Maar dit zal niet altijd zo blijven. De Bijbel leert ons dat God nog niet klaar is met Israël en dat zij op een door God bepaald moment tot Hem terug zullen keren en Jezus als hun Messias zullen aanvaarden.

II. Mensen die zich vandaag de dag blijven verharden tegen het overtuigend werk van de Heilige Geest over Jezus bevinden zich op een zeer gevaarlijk gebied.

A.  Als de Heilige Geest tot je spreekt en je blijft Hem negeren, dan zal je hart alleen maar verhard worden tegen Zijn stem.

B.  Als je dat blijft doen, als je daarin koppig en eigenwijs blijft, dan zal de waarheid over Jezus op een gegeven moment ook voor jouw ogen verborgen worden.

i.  In Joh. 12:39 zegt Jezus over dit soort mensen dat zij niet meer KONDEN geloven. Wegens hun koppigheid waren zij niet meer in staat om de overtuiging van de Heilige Geest te onderscheiden en te aanvaarden. Zij hadden zichzelf volkomen buitengesloten van Gods heil.

a.  Dit is het gevolg van het bewust blijven weigeren om in Jezus Christus te willen geloven!

Vers 43-44 – “⁴³Want er zullen dagen over u komen dat uw vijanden een wal rondom u zullen opwerpen, u zullen omsingelen en u van alle kanten in het nauw zullen brengen. ⁴⁴En zij zullen u met de grond gelijkmaken en uw kinderen in u verpletteren. Ook zullen zij in u geen steen op de andere steen laten, omdat u het tijdstip waarop er naar u omgezien werd, niet hebt onderkend.”

I. Jezus voorspelt hier de verwoesting van Jeruzalem in 70 A.D. En Hij geeft aan waarom dit is gebeurd.

II. “…omdat u het tijdstip waarop er naar u omgezien werd, niet hebt onderkend.”

A.  God heeft naar de Joden omgezien. Hij heeft Zijn Zoon gegeven als de Messias van de Joden. Maar zij hebben het tijdstip waarin Jezus kwam niet onderkend.

i.  Zij waren eigenwijs en hebben vervolgens de boot gemist.

B.  De Heere heeft ons Zijn profetische Woord gegeven, zodat wij Gods plan, Gods timing, Gods waarschuwingen, Gods instructie kunnen en zullen herkennen en onderkennen.

C.  Daarom moeten wij zoals Daniël zich de profetieën van Jeremiah eigen maakte, ons Gods Woord eigen maken.

i. Ik geloof, dat wanneer ik voor Jezus kom te staan Hij er niet gediend van zal zijn wanneer ik met smoesjes zou komen dat ik HET niet wist. Wat dat ook mag zijn.

a.  Nee, ik geloof dat als ik met dat soort flauwe excuses kom, Hij tegen mij zal zeggen: “Hallo Stan, jij hebt geen excuus, Ik heb het je allemaal in de Bijbel gegeven!”

1.  Vandaar dat Paulus ook tegen Timotheüs zegt dat hij zich moet beijveren in het bestuderen van Gods Woord, de Bijbel.

(i)  Dit geldt voor ALLE christenen.

III. Ook zie ik in Jezus’ woorden een principe dat ik vaak tegenkom.

A.  Jezus ziet om naar de ongelovige mensen in ons leven. Hij doet dit d.m.v. onze gebeden voor hen, door hun te vertellen over Hem, door hun Zijn genade en liefde te betonen in praktische dingen.

B.  Maar, omdat sommigen niet onderkennen dat naar hen omgezien wordt, blijven zij buiten Gods redding.

C.  En zoals Jeruzalem verwoest werd wegens haar koppigheid zal de toorn van God ook komen over allen die koppig en ongelovig willen blijven. En dit zien wij in de Grote Verdrukking.

IV. Met dit als achtergrond kunnen wij volgende keer gaan kijken naar de woorden van Jezus die 100% overeenkomen met de woorden uit Daniël 9:27; betrouwbare woorden die zo’n 550 jaar daarvoor door de engel Gabriël gegeven werden.

V. Hoe sta jij op dit moment tegenover Jezus?

A.  Volg je Hem na of sta je letterlijk tegenover Hem?

B.  Misschien heeft Jezus wel een plek in jouw leven op de zondagen, maar voor de rest ben je niet zoals Daniël, die een gezond gebedsleven had omdat hij een gezonde relatie met God had.

C.  Misschien bid je niet omdat God niet tot jou spreekt. Ik wil je vertellen dat het niet aan God ligt. God spreekt voornamelijk door Zijn Woord, de Bijbel, maar als je daar niets mee doet, dan spreekt God niet.

II. Wij begonnen deze keer met de wereldse manier van doen waarin “De in het verleden behaalde resultaten geen garantie bieden voor de toekomst.”.

A.  Wij zagen dat God 100% nauwkeurig Zijn Woord vervult.

i.  Dit geldt ook voor de toekomstige toorn, maar nog belangrijker: dit geldt ook voor al Gods beloftes.

a.  God is getrouw, Hij is te vertrouwen, Hij heeft alleen maar het goede, het beste voor jou voor ogen.

Bijbelstudie en Uitleg De Grote Verdrukking (2/3) – Daniël 9 – Calvary Chapel Haarlemmermeer