R66027 Daniël 2 van 2
I. Goedemorgen en hartelijk welkom bij de eredienst en de livestream van de Calvary Chapel Haarlemmermeer. Vanmorgen pakken wij de preekserie Route 66 op waarin wij elk Bijbelboek in vogelvlucht doornemen zodat wij de Bijbel en alle verbanden in de Bijbel beter gaan leren kennen, waardoor wij de God van de Bijbel beter gaan leren kennen en Jezus Christus gaan zien in de gehele Schrift.
II. Deze keer gaan wij de 2e helft van het Bijbelboek Daniël verkennen. Het zal vandaag vrij snel gaan en ik zal jullie grotendeels wegwijzers geven, zodat jullie Daniël zelf kunnen gaan bestuderen en het hopelijk ook nog gaan snappen.
Inleiding
In deel 1 heb ik alle nodige achtergrondinformatie verstrekt in o.a. de slides die ik heb laten zien, dus zal ik er nu geen tijd aan besteden. Mocht je deel 1 gemist hebben dan raad ik je sterk aan om die te gaan bekijken; het staat o.a. op de website. Daniël bestaat in grote lijnen uit twee delen, twee genres.
A. De hoofdstukken 1-6 zijn verhalend, het is een vertelling van verschillende gebeurtenissen tijdens het leven en de bediening van Daniël. Dit hebben wij in deel 1 behandeld.
B. De hoofdstukken 7-12 zijn profetisch en kijken naar wat er met de toen huidige en daaropvolgende wereldrijken zou gebeuren. Anno nu zien wij dit gedeelte vanuit een historisch oogpunt, want dit speelde van 605 voor Chr. tot 1.453 na Chr., het einde van het Romeinse rijk.
Deze hoofdstukken zijn ook apocalyptisch, omdat deze ook ver vooruit kijken naar wat er gebeuren zal ná de opname van de Kerk. En dan met name naar de 7-jarige verdrukking en daarna de wederkomst van Jezus Christus. Hier gaan wij vandaag naar kijken.
Daniël Hoofdstuk 7
I. De hoofdstukken 7 en 8 vinden chronologisch plaats vóór de hoofdstukken 5 en 6. Ik geef dit aan, zodat je niet in de war raakt met de verschillende regeringsjaren van de verschillende koningen die genoemd worden.
II. In hoofdstuk 7 krijgt Daniël een droom waarin hij visioenen te zien krijgt van bizarre en angstaanjagende beesten, vier in totaal.
A. Deze vier beesten vertegenwoordigen precies hetzelfde als wat Nebukadnezar in zijn droom in hoofdstuk 2 had gezien: namelijk het grote en stralende beeld van goud, zilver, brons, ijzer, en ijzer en klei. Zo zag Nebukadnezar het.
B. Wat wij hier in hoofdstuk 7 te zien krijgen, is vanuit Gods perspectief. Nebukadnezar zag de vier wereldrijken vanuit zijn perspectief als iets moois en imposants. Maar God zag deze vier wereldrijken als gruwelijke, onnatuurlijke beesten.
i. Alles dat de mens in eigen kracht en voor zijn eigen roem maakt en bouwt, is voor de mens wel mooi om te zien en om over te pronken, maar voor God is het een gruwel en dat zien wij hier in dit voorbeeld.
III. De vier beesten vertegenwoordigden het Babylonische wereldrijk, het Medo-Perzische rijk, het Griekse rijk en het Romeinse rijk. Dit is gelijk aan de vier metalen die we in het beeld zien.
A. De geschiedenis heeft dit trouwens bevestigd; het eerste rijk werd inderdaad opgevolgd door het volgende enz.
B. Alleen het vijfde rijk dat vertegenwoordigd werd door de voeten die van ijzer en klei gemaakt werden, is nu nog toekomstig. Want in Daniël 2 lezen wij, dat het rijk van ijzer en klei door Jezus Zelf vernietigd zal worden en dat is nu nog toekomstig. Dit zal gebeuren bij Zijn wederkomst.
IV. Daniël zag dus vier beesten, maar zijn aandacht ging vooral uit naar het vierde beest, dat verschilde van al de dieren die ervóór geweest waren. Het viel Daniël op dat tussen de tien hoorns die het dier had, een kleine hoorn opkwam.
Vers 7-8 – “. . .En het had tien hoorns. Terwijl ik op de hoorns bleef letten, zie, een andere, kleine, hoorn rees daartussen op. Drie van de eerdere hoorns werden voor hem uitgerukt. En zie, in die hoorn waren ogen als mensenogen en een mond vol grootspraak.”
A. Vervolgens staat er in vers 11 dat dit dier gedood werd en in het laaiende vuur geworpen werd. Ook staat er dat de Zoon des Mensen, oftewel de Mensenzoon, Jezus Christus, Zijn koninkrijk kwam vestigen.
V. En dan staat er dat Daniël door wat hij in het visioen zag, helemaal ondersteboven was; en hij vroeg aan iemand die hij in het visioen zag om het aan hem uit te leggen.
Vers 17-18 – “Die grote dieren, die vier in getal zijn, zijn vier koningen, die uit de aarde zullen opstaan. De heiligen van de Allerhoogste zullen echter het koningschap ontvangen. Zij zullen het koningschap in bezit nemen tot in eeuwigheid, ja, tot in der eeuwen eeuwigheid.”
A. Hier legt hij uit dat de vier dieren de vier wereldrijken vertegenwoordigen, maar dat Gods wedergeboren kinderen uiteindelijk het voor eeuwig blijvende koninkrijk van God in bezit zullen nemen.
i. Dit is ons toekomstperspectief en dit is ontelbare malen beter dan alles dat wij ons eventueel zouden kunnen voorstellen.
Vers 19-22 – “Toen wilde ik de ware betekenis weten van het vierde dier, dat verschilde van al de andere – uitzonderlijk schrikwekkend, zijn tanden waren van ijzer, zijn klauwen van brons, het at, verbrijzelde en de rest vertrapte het met zijn poten – en van de tien hoorns die op zijn kop zaten en van die andere, die oprees en waarvoor er drie afgevallen waren, namelijk die hoorn die ogen had en een mond vol grootspraak en waarvan de verschijning groter was dan die van zijn metgezellen. Ik had namelijk toegekeken en gezien dat die hoorn oorlog voerde tegen de heiligen en dat hij hen overwon, totdat de Oude van dagen kwam, de heiligen van de Allerhoogste recht verschaft werd en het tijdstip was bereikt dat de heiligen het koningschap in bezit namen.”
A. Dit vierde beest vertegenwoordigt het Romeinse rijk, maar tegelijkertijd vertegenwoordigt het meer dan alleen dat.
B. Het Romeinse rijk kwam in 1.453 na Chr. tot een eind. Maar Daniël ziet, dat dit vierde beest tien hoorns heeft en dat er een elfde hoorn tussen ontspruit én dat drie van de tien hoorns eraf vielen om ruimte te maken voor deze 11e. Kijk naar de uitleg die Daniël hierover kreeg:
Vers 23-27 – “Het vierde dier zal het vierde koninkrijk op aarde zijn, dat verschillen zal van al de andere koninkrijken. Het zal heel de aarde verslinden, het zal haar vertrappen en haar verbrijzelen. En de tien hoorns duiden aan dat uit dat koninkrijk tien koningen zullen opstaan, en na hen zal een ander opstaan. Die zal verschillen van die er eerder geweest waren. Drie koningen zal hij vernederen. Woorden tegen de Allerhoogste zal hij spreken, de heiligen van de Allerhoogste zal hij te gronde richten. Hij zal erop uit zijn bepaalde tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in zijn hand worden overgegeven voor een tijd, tijden en een halve tijd (3 ½ jaar). Daarna zal het gerechtshof zitting houden: men zal hem zijn heerschappij ontnemen, hem verdelgen en volledig vernietigen. Maar het koningschap en de heerschappij en de grootheid van de koninkrijken onder heel de hemel zullen gegeven worden aan het volk van de heiligen van de Allerhoogste. Zijn koninkrijk zal een eeuwig koninkrijk zijn, en alles wat heerschappij heeft, zal Hem eren en gehoorzamen.”
A. Conservatieve theologen zijn het erover eens, dat dit vierde beest het Romeinse rijk vertegenwoordigt, maar dat de tien hoorns en de kleine 11e hoorn een nu nog toekomstig herrijzend Romeins rijk vertegenwoordigt.
i. M.a.w. het eerste Romeinse rijk is gekomen en gegaan. Maar op een gegeven moment zal het Romeinse rijk herrijzen.
ii. De tien hoorns vertegenwoordigen tien regeringsleiders van het herrijzende Romeinse rijk, maar het zal de 11e, de kleine hoorn zijn, die ten koste van drie over allen zal regeren. En deze kleine hoorn vertegenwoordigt de antichrist.
iii. We hebben helaas geen tijd om dit verder uit te diepen. Maar ik raad je aan om Daniël 2, Daniël 7, Openbaring 13 en Openbaring 17 samen te lezen en deze met elkaar te vergelijken. Maak er een studie van en praat er met elkaar over.
Hoofdstuk 8
I. In Hoofdstuk 8 krijgt Daniël nog een visioen, en deze keer krijgt hij twee dieren te zien: een ram met twee hoorns en een geitenbok met één hoorn tussen zijn ogen; een hoorn die op een gegeven moment afbrak en waarvoor er vier in de plaats kwamen. Uit een van die vier hoorns kwam een kleine hoorn tevoorschijn die uitzonderlijk groot werd.
II. De engel Gabriel legde het visioen uit en zei dat de ram twee koningen vertegenwoordigde, namelijk Medië en Perzië. De geitenbok vertegenwoordigde de koning van Griekenland en de grote hoorn tussen zijn ogen was de eerste koning, Alexander de Grote. Hij stierf op 32-jarige leeftijd en dit werd afgebeeld door de ene hoorn tussen de ogen die afbrak.
A. De vier hoorns die in de plaats kwamen van de hoorn die afbrak, vertegenwoordigden de vier opvolgers van Alexander de Grote. Dit waren vier van zijn generaals die het rijk opsplitsten.
B. De kleine hoorn die uit een van de vier hoorns tevoorschijn kwam, werd uitzonderlijk groot naar het zuiden, het oosten en naar het sieraadland, d.w.z. Israël.
C. De verzen 9-14 over deze kleine hoorn beschrijven de gruwelijke historische handelingen van een zekere Antiochus Epiphanes die over één vierde deel van het Griekse rijk regeerde inclusief Israël.
i. Hij pleegde verschrikkelijke wreedheden en gruweldaden tegen de Joden die in die tijd alweer in Israël en in Jeruzalem woonden. Het was inmiddels tussen 175-164 voor Chr., zo’n 360 jaar nadat de eerste ballingen uit Babel terugkeerden.
ii. Hij staat in de Joodse geschiedenis bekend als degene die de tempel in Jeruzalem had ontheiligd door er een altaar voor Zeus in de tempel op te richten en daar varkens op te offeren. Ook vernietigde hij alle kopieën van de Torah en als er iemand gevonden werd die iets van de Torah in zijn bezit had, werd hij vermoord.
iii. Het visioen in Daniël 8 heeft dus al plaats gevonden tijdens de intertestamentaire periode: de periode van 400 jaar tussen het Oude en het Nieuwe Testament in.
iv. Maar deze ontheiliging van de tempel wordt door het merendeel van de conservatieve theologen gezien als de voorloper van wat Daniël 12 beschrijft als de verwoestende gruwel en waar Jezus ook over sprak in Mattheüs 24.
Hoofdstuk 9
I. Daniël 9 is in mijn mening een van de meest beduidende hoofdstukken in de Bijbel, zo niet hét meest beduidende waar het gaat om Gods plan met Israël in het verleden; Gods plan met Israël in de toekomst; de eerste komst van de Messias; de grote verdrukking en de antichrist. Al deze dingen komen in Daniël 9 aan bod. Niet heel gedetailleerd, maar in grote lijnen.
Vers 1-2 – “In het eerste jaar van Darius, de zoon van Ahasveros, uit het geslacht van de Meden, die koning gemaakt was over het koninkrijk van de Chaldeeën, in het eerste jaar van zijn regering, merkte ik, Daniël, in de boeken het aantal jaren op waarover het woord van de HEERE tot de profeet Jeremia gekomen was: zeventig jaar zouden na de verwoesting van Jeruzalem voorbij moeten gaan.”
A. Wat was Daniël aan het doen? Hij was zijn Bijbel aan het lezen. Hij wist dat de ballingschap 70 jaar lang zou duren en de nu oude Daniël wilde weten hoe laat het was; hij wilde weten hoelang de ballingschap nog zou duren én wat daarna zou gebeuren.
Vers 3 – “Ik richtte mijn gezicht tot de Heere God, om Hem te zoeken in gebed en met smeekbeden, met vasten, en in zak en as.”
I. Aan de hand van wat Daniël van Jeremia’s profetie wist, kwam hij tot God in serieus gebed. Verzen 3-19 bevatten Daniëls gebed. En ineens gebeurde dit:
Vers 20-23 – “Terwijl ik nog sprak en bad, en belijdenis deed van mijn zonde en van de zonde van mijn volk Israël, en mijn smeekbede uitstortte voor het aangezicht van de HEERE, mijn God, omwille van de heilige berg van mijn God – terwijl ik mijn gebed nog uitsprak, kwam de man Gabriël, die ik in het begin in het visioen gezien had, snel aangevlogen en raakte mij aan, omstreeks de tijd van het avondoffer. Hij begon mij te onderwijzen en sprak met mij. Hij zei: Daniël, nu ben ik eropuit gegaan om u de betekenis te doen begrijpen. Bij het begin van uw smeekbeden is er een woord uitgegaan en nu ben ik zelf gekomen om u dat te vertellen, want u bent zeer gewenst. Begrijp dan dit woord en krijg inzicht in het visioen.”
I. Terwijl Daniël nog aan het bidden was, kwam de engel Gabriël naar hem toe om hem de omvang én Gods uiteindelijke bedoeling van die 70 jaren uit te leggen.
Vers 24-27 – “Zeventig weken zijn er bepaald over uw volk en uw heilige stad, om de overtreding te beëindigen, de zonden te verzegelen, de ongerechtigheid te verzoenen, om een eeuwige gerechtigheid tot stand te brengen, om visioen en profeet te verzegelen, en om de Heiligheid van heiligheden te zalven. U moet weten en begrijpen:vanaf de tijd dat het woord uitgaat om te laten terugkeren en om Jeruzalem te herbouwen tot op Messias, de Vorst, verstrijken er zeven weken en tweeënzestig weken.Plein en gracht zullen opnieuw gebouwd worden, maar wel in benauwde tijden. Na de tweeënzestig wekenzal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hemzelf zijn.Een volk van een vorst, een volk dat komen zal, zal de stad en het heiligdom te gronde richten.Het einde ervan zal zijn in de overstromende vloeden tot het einde toe zal er oorlog zijn, verwoestingen waartoe vast besloten is. Hij zal voor velen het verbond versterken, één week lang.Halverwege de weekzal Hij slachtoffer en graanoffer doen ophouden.”
I. Omwille van de tijd ga ik hier snel doorheen. Ik heb een uitgebreidere studie hierover gegeven die op onze website staat. Zoek binnen de website op 70 weken, dan zal je het vinden. Maar voor nu in vogelvlucht:
A. In vers 24 heeft Gabriël het over 70 weken. Met zeventig bedoelt hij gewoon zeventig zoals wij het kennen. Maar met weken bedoelt hij niet de weken van 7 dagen zoals wij die kennen. In de grondtekst staat er gewoon het woord zeven of zevens.
i. Hier betekent één week een periode van zeven jaar. Het gaat Gabriël dus om 70 perioden van 7 jaar, 490 jaar dus.
ii. Israël heeft in 490 jaar tijd meerdere geboden van God genegeerd. Eén zo’n gebod was om het land 6 jaar achter elkaar te verbouwen en het land in het 7e jaar te laten rusten; een sabbatsjaar voor het land.
iii. Vandaar dat hun ballingschap 70 jaar lang duurde. Maar in Daniël 9 krijgt hij inzage in de gehele toekomst van Israël tot aan de wederkomst van Jezus Christus wanneer Hij Zijn duizendjarig rijk hier op aarde vestigt. Hij krijgt Gods totale plan met Israël te zien, inclusief Gods oordeel en de straf die Israël toekwam, die nog lang niet vervuld was tijdens de ballingschap van 70 jaar.
iv. De 70 weken oftewel de 490 jaar behelzen de periode vanaf het moment dat Nehemia van Koning Arthahsasta toestemming kreeg om naar Jeruzalem te gaan om het te herbouwen tot aan de 1e komst van Jezus. Dit is een birds eye view.
B. In vers 25 heeft Gabriël het over het toen nog toekomstige bevel van Koning Arthahsasta aan Nehemia om Jeruzalem te herbouwen. Dit is in Nehemia 2 te lezen en vond plaats op 14 maart 445 voor Chr., dus zo’n 90 jaar later, 90 jaar ná deze profetie.
Hij heeft het in vers 25 ook over Messias, de Vorst en Zijn komst. En dan zegt hij iets dat moeilijk te volgen is.
i. “Vanaf de tijd dat het woord uitgaat om te laten terugkeren en om Jeruzalem te herbouwen tot op Messias, de Vorst, verstrijken er zeven weken en tweeënzestig weken.” Dus 69 weken in totaal.
a. Men denkt dat de zeven weken, de 49 jaar, op de herbouw van Jeruzalem duidt; dat het 49 jaar duurde om te herbouwen, maar dat kan niet achterhaald worden.
b. De tweeënzestig weken, oftewel 434 jaar, duiden op iets heel specifieks, dat wel te achterhalen is: namelijk de eerste komst van de Messias, de Vorst, Jezus Christus.
c. En dankzij het grondige onderzoek van een zekere Sir Robert Anderson uit de 19e eeuw weten wij precies wanneer dat moment aanbrak.
1. Dat was toen Jezus in Mattheüs 21 en in Johannes 12 op de rug van een ezel Jeruzalem binnenkwam als de langverwachte Messias en de mensen “Hosanna, hosanna!” riepen.
2. Dit gebeurde op de eerste Palmzondag op 06 april 32 na Chr. Dit was tot op de dag 434 jaar nadat Nehemia het bevel kreeg om Jeruzalem te herbouwen.
C. In vers 26 staat, dat de Messias na de tweeënzestig weken uitgeroeid zal worden. Hier sprak Gabriël over de kruisiging van Jezus.
D. Gabriël begon dit gedeelte met 70 weken, maar de zeven weken plus de tweeënzestig weken zijn in totaal 69 weken. Wanneer vindt de 70e week dan plaats? Dat moet nog komen.
i. Tussen het moment dat de Messias uitgeroeid werd en de 70e week zit het gehele tijdperk van de kerk.
ii. Paulus noemde dit tijdperk van de kerk een geheimenis. D.w.z. dat het in de tijd van het Oude Testament niet bekend was, maar nu in Christus geopenbaard is.
E. In vers 26 staat ook, dat er een vorst zal komen die de stad Jeruzalem en het heiligdom in de tempel te gronde zal richten.
F. En in vers 27 staat dat deze vorst een verbond, oftewel een vredesakkoord zal aangaan met Israël gedurende één week lang, oftewel voor 7 jaar.
i. Maar halverwege deze periode van 7 jaar, dus na 3 ½ jaar, zal deze vorst een eind maken aan de offers in de tempel. Nu laat hij zijn ware aard zien.
ii. Dit kijkt ver vooruit naar de 7-jarige periode van de verdrukking, waarin de antichrist eerst een vredesverbond met Israël zal aangaan en dat halverwege zal verbreken.
Hoofdstuk 10
I. Daniël 10 geeft ons inzicht in de onzichtbare geestelijke wereld, waar achter de schermen demonische machten controle hebben over menselijke regeringen.
II. Daniël kreeg wederom een visioen en deze keer ging het over een grote strijd. Hij was er zo ondersteboven van, dat hij drie weken lang rouwde. Hij at geen smakelijk voedsel, geen vlees, dronk geen wijn, douchte niet. Hij was aan het rouwen.
III. En op een gegeven moment was hij aan de oever van de rivier de Tigris en kreeg weer een visioen. Deze keer sprak een engel tot hem en zei:
Vers 12-14 – “Toen zei hij tegen mij: Wees niet bevreesd, Daniël, want vanaf de eerste dag dat u zich er met heel uw hart op toelegde om inzicht te krijgen en om u te verootmoedigen voor het aangezicht van uw God, zijn uw woorden gehoord, en omwille van uw woorden ben ik gekomen. De vorst van het koninkrijk Perzië stond eenentwintig dagen tegenover mij, maar zie, Michaël, een van de voornaamste vorsten, kwam om mij te helpen toen ik daar achterbleef bij de koningen van Perzië. Ik ben gekomen om u inzicht te laten krijgen in wat uw volk in later tijd zal overkomen, want er is nog een visioen voor die dagen.”
A. Deze engel zei dat hij vanaf het moment dat Daniël tijdens het rouwen begon te bidden, naar hem toegestuurd werd om hem uit te leggen wat er met Israël in de eindtijd zou gebeuren.
B. Maar een zekere vorst van Perzië hield de engel tegen. Wie was dat? We weten dat koning Kores op dat moment de koning van Perzië was, dus wie is deze vorst dan?
i. We weten ook, dat een mens een engel niet 21 dagen lang tegen kan houden, dus deze vorst moet een andere engel geweest zijn, weliswaar een gevallen engel, een demon.
ii. Dit laat ons zien dat achter de seculiere regeringen demonen de touwtjes in handen hebben. Dit zagen wij ook in Ezechiël 28 met de koning van Tyrus. Dit verklaart veel!
iii. Maar zoals Daniël tot God bad waardoor deze engel gestuurd werd, zo moeten ook wij bidden; vooral voor onze overheid en onze regering.
a. Er is veel meer gaande dan wat wij met onze zintuigen kunnen waarnemen.
Hoofdstuk 11
I. In hoofdstuk 11 krijgt Daniël een zeer gedetailleerde uitleg over wat Israël in de intertestamentaire periode te wachten staat. Dit is de periode tussen het Oude en het Nieuwe Testament in, een periode van 400 jaar waarin geen Bijbelboeken geschreven werden.
II. De gebeurtenissen in dit hoofdstuk beslaan een periode van enkele honderden jaren; dus wanneer je de koning van het zuiden en de koning van het noorden tegenkomt, gaat het niet per se om twee personen, maar om twee koninkrijken die enkele honderden jaren lang tegen elkaar strijden.
III. In vers 21 komen wij Antiochus Epiphanes weer tegen, waar ik het eerder over had. Hij wordt niet bij naam genoemd, maar de geschiedenis bevestigt dat het om hem ging.
Het ontheiligen van de tempel door varkens in de tempel te offeren wordt in Daniël 11:31 de verwoestende gruwel genoemd.
A. Even verderop in hoofdstuk 12 is er ook sprake van de verwoestende gruwel én Jezus sprak in Mattheüs 24 over de nu nog toekomstige verwoestende gruwel.
B. Ik wil hiermee zeggen, dat wij hier zoals wij met veel profetieën moeten doen, de nabije en de verre vervulling van de profetieën in acht moeten nemen.
i. Ik zei eerder dat de verschrikkelijke handelingen van Antiochus Epiphanes een voorloper zijn op wat de antichrist uiteindelijk tijdens de verdrukking zal doen.
ii. Dit bedoel ik met de nabije en verre vervulling. Antiochus Epiphanes is een type antichrist. Hij heeft iets ca. 165 voor Chr. gedaan en de antichrist zal het tijdens de verdrukking ook doen. Een tweeledige vervulling van een profetie.
Hoofdstuk 12
I. Met zo veel slecht nieuws m.b.t. zijn volk Israël krijgt Daniël in hoofdstuk 12 het ultieme goede nieuws.
Vers 1-13 – “In die tijd zal Michaël opstaan, de grote vorst, hij die uw volksgenoten bijstaat.Het zal een benauwde tijd zijn, zoals er niet geweest is sinds er een volk is geweest tot op die tijd.In die tijd zal uw volk ontkomen:ieder die gevonden wordt, opgeschreven in het boek. En velen van hen die slapen in het stof van de aarde, zullen ontwaken, sommigen tot eeuwig leven, anderen tot smaad, tot eeuwig afgrijzen. De verstandigen zullen blinken als de glans van het hemelgewelf, en zij die er velen rechtvaardigen, als de sterren, voor eeuwig en altijd. Maar u, Daniël, houd deze woorden geheim en verzegel dit boek tot de tijd van het einde. Velen zullen het onderzoeken en de kennis zal toenemen. En ik, Daniël, zag, en zie, er stonden twee anderen, de één hier op de oever van de rivier, en de ander aan de overkant op de oever van de rivier. De één zei tegen de Mangekleed in linnen, Die Zich boven het water van de rivier bevond: Hoelang duurt het nog voordat er een einde komt aan deze wonderlijke dingen? Toen hoorde ik de Man gekleed in linnen, Die Zich boven het water van de rivier bevond, en Hij hief Zijn rechter- en Zijn linkerhand op naar de hemel en zwoer bij Hem Die eeuwig leeft: Na een vastgestelde tijd, vastgestelde tijden en een helft, wanneer Hij er een einde aan gemaakt zal hebben om de macht van het heilige volk stuk te slaan, zal er aan al deze dingen een einde komen. Ik echter, ik hoorde het wel, maar ik begreep het niet. En ik zei: Mijn Heere, wat zal het einde hiervan zijn? Toen zei Hij: Ga heen, Daniël, want deze woorden blijven geheim en verzegeld tot de tijd van het einde. Velen zullen gereinigd, zuiver wit gemaakt en gelouterd worden. De goddelozen echter zullen goddeloos handelen en geen enkele van de goddelozen zal het begrijpen, maar de verstandigen zullen het begrijpen. Van de tijd af dat het steeds terugkerende offer weggenomen zal worden en de verwoestende gruwel opgesteld zal zijn, zijn het duizend tweehonderdnegentig dagen. Welzalig is hij die blijft verwachten en duizend driehonderdvijfendertig dagen bereikt. Maar u, ga heen tot het einde, want u zult rusten, en u zult opstaan in uw bestemming, aan het einde van de dagen.”
I. Dit is de eerste en de enige keer dat de opstanding tot eeuwig leven in het Oude Testament voorkomt. Wat een geruststelling was dit voor Daniël.
II. God zal Israël niet oneindig blijven straffen. Zijn plan met Israël staat vast en God zal Zijn plan met Israël tijdens de verdrukking, tijdens de 70e week, hervatten en voltrekken. Dit is het goede nieuws voor Daniël.
III. En ook voor ons is er goed nieuws. Jezus zal uiteindelijk in alle gerechtigheid regeren en wij die wedergeboren zijn, zullen met Hem regeren. Geen demonische vorsten die steden en staten regeren, maar de Koning der koningen en de HEERE der Heeren.
IV. En de belangrijkste vraag is: Zal jij deel uitmaken van Zijn voor eeuwig blijvende rijk of zal je samen met de onrechtvaardige machten voor eeuwig vergaan?
Bijbelstudie en Uitleg Route 66 – Daniël 2 van 2 – Calvary Chapel Haarlemmermeer