R66013 1 Kronieken
I. Na een onderbreking gaan wij verder met de preekserie Route 66 waarin wij elk Bijbelboek in vogelvlucht met elkaar doornemen om 1) Jezus erin te ontdekken 2) om de belangrijkste levenslessen eruit te halen en 3) om Gods Woord beter te leren kennen zodat wij God beter gaan leren kennen, waardoor ons geloof in God en ons vertrouwen op God zal groeien; én zodat Jezus Christus steeds meer gestalte in ons zal krijgen. Kortom om geestelijk te groeien naar volwassenheid.
A. Mattheüs 24:35 – “De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan.”
i. Gods Woord, de Bijbel, houdt eeuwig stand; vandaar ook o.a. deze Route 66 serie.
B. Psalm 19:8 – “De wet van de HEERE is volmaakt, zij bekeert de ziel; de getuigenis van de HEERE is betrouwbaar, zij geeft de eenvoudige wijsheid.”
i. Hier is sprake van de wet en de getuigenis van de HEERE. Jezus sprak in Mattheüs 24 over Zijn woorden.
ii. Psalm 119 is een psalm die voornamelijk over het Woord van God gaat. In de Psalm heeft het Woord van God verschillende namen:
a. Gods wet, getuigenissen, geboden, bevelen, verordeningen, bepalingen, beloften en woord.
b. Ik noem dit om aan te geven, dat het Woord van God, de Bijbel meerdere namen heeft.
c. Waar God of Jezus in de Bijbel rechtstreeks tot de mens spreken, dan is het Gods Woord. Waar er sprake is van de Wet van Mozes of Gods wet, dan is het Gods Woord. Waar er sprake is van geboden, bevelen, beloften, bepalingen, enz. dan is het Gods Woord, de Bijbel.
iii. Dus, waar in Psalm 19:8 staat dat de wet van de HEERE volmaakt is en de getuigenis van de HEERE betrouwbaar, dan kunnen wij gewoon zeggen dat het Woord van God, de Bijbel, volmaakt en betrouwbaar is. Al deze benoemingen verwijzen naar hetzelfde, het Woord van God, de Bijbel.
a. Omdat Gods Woord veel voor ons betekent, is het logisch dat wij naast onze vers-voor-vers boekenstudies ook deze Route 66 studie doen, want zoals ik zojuist al zei, deze studie zal ons geestelijk doen groeien.
b. Ik geloof, dat de Bijbel Zelf leert, dat verklarend prediken dé manier is om Gods Woord te lezen, te bestuderen en te onderwijzen. Verklarend prediken is eruit halen wat erin staat oftewel Gods oorspronkelijke bedoeling eruit halen en uitleggen. Het punt van de preek is namelijk het punt van de tekst.
1. Het is dus zaak voor degenen die voorgaan in de woordverkondiging, dat zij Gods oorspronkelijke bedoeling van de tekst eruit halen, het verklaren, het vertalen naar een toepasselijke boodschap voor ons anno nu.
c. Denk trouwens niet dat het per definitie verklarend prediken is als men vers-voor-vers door de Bijbel heen gaat. Dat is een goed beginpunt, maar er is meer voor nodig om uit te komen op ‘het punt van de preek is het punt van de tekst’. Als hierover vragen zijn, dan hoor ik het graag na de eredienst.
Wij pakken de draad op bij 1 Kronieken, het 13e Bijbelboek. Wij hebben inmiddels Genesis t/m 2 Koningen in vogelvlucht behandeld.
Inleiding:
I. Eerst een stukje context:
vanaf Jozua bevindt Israël zich in het beloofde land, Kanaän. En hier start de geschiedenis van Israël. De geschiedenis eindigt zo’n 980 jaar later met Nehemia nadat Juda uit haar ballingschap teruggekeerd is naar Jeruzalem. Het Bijbelboek Esther, dat als laatste genoemd is op de slide, is tijdens de ballingschap van Juda geschreven.
A. In Jozua, Richteren en Ruth was er sprake van een theocratie, waarin God rechtstreeks regeerde d.m.v. Jozua en de richters.
B. In 1 Samuël wordt Saul als de eerste koning van Israël aangesteld. Vervolgens koning David in 2 Samuël en koning Salomo in 1 Koningen.
C. Ná de dood van Salomo werd, als Gods straf voor hun gruwelijke zonden, het koninkrijk van Israël in tweeën verscheurd, namelijk het noordelijke rijk en het zuidelijke rijk. Het noordelijke rijk wordt Israël genoemd en bestaat uit tien stammen. Het zuidelijke rijk wordt Juda genoemd en bestaat uit de stammen Juda en Benjamin.
i. Tot en met koning Salomo was het rijk van Israël verenigd. Dit noemt men dan ook wel het verenigde koninkrijk van Israël.
D. De boeken 1 en 2 Koningen zijn een vervolg op de vertelling van 1 en 2 Samuël.
E. In Kronieken gaat de vertelling niet verder. Het Bijbelboek Kronieken geeft ons details over de gebeurtenissen van 2 Samuël en over de gebeurtenissen van 1 en 2 Koningen.
i. Waar Samuël en Koningen de geschiedenis van Israël voornamelijk vanuit een politiek oogpunt belichten, belicht Kronieken voornamelijk de Davidische dynastie vanuit een priesterlijk en geestelijk oogpunt. Vandaar dat er veel nadruk is op de tempel en de priesters.
F. 1 Kronieken gaat dieper in op het bewind van koning David. 2 Kronieken gaat dieper in op koning Salomo én op de koningen die na hem over Juda regeerden. De overige 10 stammen van Israël, het noordelijke rijk, komen hierin niet aan de orde, omdat zij niet van belang zijn voor de Messiaanse bloedlijn.
i. 1 en 2 Kronieken zouden wij dus als een overlay, een laag boven op 2 Samuël en op 1 en 2 Koningen kunnen leggen.
II. Alhoewel de schrijver van Kronieken niet genoemd wordt, is er voldoende bewijs dat Ezra, de schriftgeleerde en priester die het Bijbelboek Ezra geschreven heeft, ook de schrijver van Kronieken is.
A. Kronieken werd geschreven voor de Judese gemeenschap die uit de ballingschap in Babylon naar Jeruzalem terugkwam en daar opnieuw in de nieuwe tempel mocht aanbidden.
B. Je moet je voorstellen, dat de ballingen die terugkwamen allerlei vragen hadden over God. Net zoals wij anno nu allerlei vragen hebben over God; vooral in de periode voordat wij tot wedergeboorte waren gekomen.
i. Juda was gedurende 70 jaar door God verbannen en nu waren zij ineens weer terug in Jeruzalem. Zij vroegen zich ongetwijfeld af of God überhaupt nog interesse in hen had of God nog een plan met hen had.
a. Daarom beantwoordt Ezra deze vraag met een volmondig ‘ja’. God was vanaf het begin al in Juda geïnteresseerd en is dat nog steeds. Vandaar dat Ezra hen helemaal terugneemt naar Adam, vandaar dat Ezra 9 hoofdstukken wijdt aan het uitgebreidste geslachtsregister in de Bijbel.
1. De eerste 9 hoofdstukken wijzen op het feit dat Israël, en specifiek Juda een door God gekozen volk is waarmee God een verbond heeft gesloten.
2. Omdat God een verbond met haar heeft gesloten, zal God Zijn werk in en door Juda heen afmaken tot in eeuwigheid. God doet wat Hij belooft.
ii. Op de vraag van hoe zij nu verder moesten, verwees Ezra hen naar de tempel en naar koning David en zijn dynastie.
a. Door Juda te wijzen op het belang van de tempel van Salomo en de herbouwde 2e tempel geeft Ezra hun de voorschriften hoe zij God nu ná de ballingschap moeten dienen.
b. Door Juda te wijzen op het belang van koning David en zijn dynastie geeft Ezra hun een hoopvolle toekomst, omdat de door God beloofde Messias vanuit de bloedlijn van koning David voortgebracht zou worden.
III. 1 Kronieken bestaat uit twee delen.
A. De hoofdstukken 1-9 bevatten het uitgebreidste geslachtsregister. Het begint met Adam en eindigt met koning Saul. Het behelst een tijdspanne van zo’n 3.000 jaar.
B. De hoofdstukken 10-29 gaan alleen maar over koning David. Zijn naam wordt zo’n 180 keer genoemd.
i. Ik vind het erg interessant wat de naam Kronieken in de Septuagint betekent, de Griekse vertaling van het O.T.: ‘wat weggelaten is’.
ii. We zullen zien dat dit in het bijzonder heel mooi en toepasselijk is op het tweede deel van 1 Kronieken.
Deel 1 – De eerste negen hoofdstukken:
I. Jullie die Caspers en mijn aanhoudend aandringen om je Bijbel elke dag te lezen in achtnemen, zijn ongetwijfeld moedeloos geworden toen je 1 Kronieken begon te lezen. Want de eerste negen hoofdstukken bevatten bijna alleen maar namen. Hier en daar zit wel een stukje vertelling in, bijv. in hoofdstuk 4 het gebed van Jabez, maar het is voornamelijk een register.
A. Deze hoofdstukken zijn niet gemakkelijk om te lezen, alhoewel ze het geïnspireerde Woord van God zijn. Het is niet zo, dat je ’s ochtends lekker je Bijbel openslaat om je ochtenddevoties te houden en dat je aan de Heere vraagt om door deze hoofdstukken persoonlijk tot jou te gaan spreken.
B. Nee, deze hoofdstukken zijn niet bedoeld voor devotionele doeleinden.
II. Dit geslachtsregister moet gezien worden als een officieel dossier, een geboorteregister. Het staat in de Bijbel als een naslagwerk. Het diende de teruggekeerde ballingen op drie verschillende manieren:
A. Het waarborgt de continuïteit met het verleden. Dit was onmisbaar, omdat er een breuk was in de geschiedenis van Israël vanwege hun 70-jarige ballingschap in Babylon.
i. Als het niet was vastgelegd, zou Israël een groot stuk van hun geschiedenis missen.
B. Ten tweede erkent het op dat moment Israëls heden. Want men moet kunnen bewijzen dat zij de juiste stamboom hebben om als priesters in de nieuwgebouwde tempel te mogen dienen
i. Nehemia 7:63-64 – “Ook de priesters uit het geslacht van Chobaja, Hakkos en Barzillai, zochten in het register naar het bewijs van hun priesterlijke afstamming, maar konden die niet vinden en werden uitgesloten van het priesterlijke ambt.” (WV2012)
a. Hier zien wij dus diverse mannen uitgesloten worden van het priesterlijk ambt omdat hun namen niet opgeschreven stonden in het geslachtsregister.
C. Ten derde diende het geslachtsregister de ballingen ook in de zin dat het hun verzekerde, dat het Abrahamitische verbond, het Mozaïsche verbond en uiteindelijk het Davidische verbond dat wij in 2 Samuël 7 behandeld hadden, nog steeds van kracht zijn; en dat zij daardoor een hoopvolle toekomst hadden. Want de toen toekomstige Messias zou uit de bloedlijn van Koning David voortkomen. Wij kennen Hem als Jezus Christus.
i. Vandaar ook, dat het eerste boek in het N.T., het Evangelie van Mattheüs, met een dergelijk geslachtsregister begint. Dit dient als bewijs dat Jezus inderdaad de langverwachte Messias is.
a. Dus ja, het lezen van de eerste 9 hoofdstukken van 1 Kronieken is best wel lastig en saai. Het ís zo, omdat het niet bedoeld is om devotioneel gelezen te worden, het is een officieel register, een naslagwerk. Wij mogen God dankbaar zijn dat Hij ervoor gezorgd heeft dat het nauwkeurig door de schrijver Ezra en de Schriftgeleerden voor ons vastgelegd is.
b. Als je wil leren wat de waarde van de Bijbelse geslachtsregisters is, dan kan je naar onze website gaan en daar de eerste studie van Mattheüs beluisteren. ‘Wat moet ik met al die namen?’
Deel 2 – Hoofdstukken 10-29
I. Deze hoofdstukken draaien om koning David. Twee dingen springen er bij mij uit: wat weggelaten is én wat benadrukt wordt.
A. Het grootste deel van zijn persoonlijke ervaringen zijn weggelaten.
·Denk bijvoorbeeld aan zijn gevecht met Goliath.
·Zijn ballingschap door koning Saul en dat Saul hem wilde vermoorden.
·Er staat niets in over de grot van Adullam.
·Er staat niets in over zijn overspel met Bathseba en dat hij haar man Uria had laten vermoorden.
·Ook niets over zijn strijd met zijn zoon, Absalom.
i. Het opvallendste is dat Ezra niet ingaat op Davids zonde met Bathseba. Ik zou juist denken dat dat een belangrijke les zou moeten zijn voor de teruggekeerde ballingen. Hier kom ik straks op terug.
B. Wat daarentegen juist benadrukt wordt, is het volgende:
i. David wordt tot koning gekroond, hij vormde een onverslaanbaar leger, al zijn overwinningen worden genoemd. Maar al deze zaken leggen slechts de basis voor zijn geestelijke ondernemingen.
ii. David brengt bijvoorbeeld de Ark van het verbond naar Jeruzalem. Dit is een geestelijke zaak, want Gods aanwezigheid onder het volk was verbonden aan de Ark. David, die zelf in Jeruzalem woonde, wilde dat God nabij was.
iii. Ook zien wij dat er 8 hoofdstukken gewijd zijn aan Davids inspanningen om alle voorbereidingen te treffen voor het bouwen van de eerste tempel die uiteindelijk door zijn zoon Salomo gebouwd werd. In het volgende stuk zien wij het hart van David:
1 Kronieken 29:1-4a – “Verder zei koning David tegen heel de gemeente: God heeft mijn zoon Salomo als enige uitgekozen, nog jong en onervaren. Dit werk daarentegen is groot, want het is geen bouwwerk voor een mens, maar voor God, de HEERE. Met heel mijn kracht heb ik voor het huis van mijn God gereedgemaakt: het goud voor de gouden voorwerpen, het zilver voor de zilveren, het koper voor de koperen, het ijzer voor de ijzeren en het hout voor de houten voorwerpen, onyxstenen en andere stenen als opvulling, sierstenen en kleurrijke stenen, allerlei edelstenen en marmeren stenen in overvloed. En omdat ik een behagen schep in het huis van mijn God, geef ik daarboven mijn persoonlijke vermogen aan goud en zilver voor het huis van mijn God, boven alles wat ik voor het huis van het heiligdom al gereedgemaakt heb: drieduizend talent goud, van het goud van Ofir, en zevenduizend talent gezuiverd zilver om de muren van de huizen te overtrekken.”
I. De hartgesteldheid van David laat ons zien dat hij van God en van het huis van God hield. Daarom gaf hij uit vrije wil heel veel uit zijn privévermogen aan Gods zaak.
A. Alleen al het goud dat David aan het huis van de Heere schonk bedroeg zo’n 90.000 kilo. Dit heeft een dagwaarde van zo’n 4 miljard 700 miljoen EUR.
B. Maar David gaf niet alleen heel veel aan de Heere, hij maakte alle voorbereidingen voor de bouw van de tempel en de tempeldienst. De tempel die hijzelf van God niet mocht bouwen, maar Salomo, zijn zoon, wel.
Hierin zien wij een prachtig voorbeeld van het verloochenen van jezelf en het sterven aan jezelf.
C. David kreeg in 2 Samuël 7 van God te horen dat, het van God niet mocht alhoewel het zijn hartverlangen was om voor God een tempel te bouwen. God zei gewoon ‘nee!’
i. Maar in plaats van dat David bij de pakken neer ging zitten, verloochende David zichzelf en zijn eigen verlangens. Hij hielp zijn opvolger om het meest succesvolle en grandioze bouwwerk te realiseren: de tempel.
a. Het is echt indrukwekkend om te lezen hoeveel tijd, energie en middelen koning David stak in iets dat hij zelf nooit zou zien. Hij deed dit, omdat hij meer van God hield dan van zichzelf. Oh, wat kunnen jij en ik hier veel van leren.
II. Eén persoonlijk verhaal over David wordt benadrukt. In hoofdstuk 21 zet David de leiders van het volk ertoe aan om alle mensen te gaan tellen; een volkstelling.
A. 1 Kronieken 21:1-2 – “Toen stond de satan op tegen Israël, en hij zette David ertoe aan om Israël te tellen. David zei tegen Joab en tegen de leiders van het volk: Ga Israël tellen van Berseba tot Dan toe, en breng mij de uitslag, zodat ik hun aantal weet.”
i. Joab, Davids legerbevelhebber, was hier fel op tegen. Hij wist namelijk hoe God hier tegenover stond, maar David drukte het door en de volkstelling vond plaats.
ii. Wij zien hier dat de satan David hiertoe bewoog. Dit kwam niet bij God vandaan, omdat God niet wilde dat David op dit moment een volkstelling deed. God wilde dat David op Hem vertrouwde en niet op het aantal strijdbare mannen. Elke keer wanneer David een overwinning behaalde, was het omdat God hem de overwinning gaf. Het aantal strijdbare mannen was dus niet relevant.
iii. En nu wordt David door de satan verleid om zijn vertrouwen op God te gaan verschuiven naar het vertrouwen op het aantal strijdbare mannen.
B. God is hier absoluut niet van gediend. God gaf aan David de keus om voor zijn zonde uit drie vormen van straf te kiezen. Drie jaar hongersnood, drie maanden weggevaagd worden door hun vijanden of drie dagen het zwaard van de HEERE d.m.v. de pest in het land.
1 Kronieken 21:13 – “Toen zei David tegen Gad: Het benauwt mij zeer. Laat mij toch in de hand van de HEERE vallen, want Zijn barmhartigheid is zeer groot. Laat mij echter niet in de hand van mensen vallen.”
i. David koos het beste, omdat hij wist dat God een barmhartige God is. Dit bleek later ook.
ii. De Heere liet vervolgens de pest uitbreken waardoor zeventigduizend mensen stierven.
iii. Ook zond de Heere een engel om verderf aan te richten in Jeruzalem. De Heere zag de schade die de engel aanrichtte. God beval de engel vanwege Zijn barmhartigheid om te stoppen met het uitstorten van Gods oordeel.
C. Het is echt super boeiend, dat God de engel het bevel gaf om Zijn oordeel onmiddellijk te eindigen op het moment dat de engel bij de dorsvloer van Ornan, de Jebusiet, stond. Het oordeel van God stopte bij de dorsvloer van Ornan, de Jebusiet.
i. Vervolgens kocht koning David de dorsvloer van Ornan voor de volle prijs. Hij bouwde op die plek een altaar en bracht daar brandoffers en dankoffers aan de Heere.
ii. De dorsvloer van Ornan stond op de berg Moria waar Abraham zijn zoon Izak moest offeren. Het was ook de exacte plek waar de tempel gebouwd zou worden, én het was uiteindelijk ook de plek waar Jezus Christus gekruisigd werd.
D. Koning David, een typebeeld van Jezus Christus, kocht de dorsvloer voor de volle prijs.
i. Jezus betaalde ook de volle prijs voor jou en mij, toen Hij later op exact dezelfde plek voor onze zonden aan het kruis de losprijs voor ons betaalde en de doodstraf kreeg.
E. De offers die op exact dezelfde plek zouden plaatsvinden in de nieuwe tempel, verwezen ook naar Jezus Christus en Zijn ultieme offer aan het kruis.
i. Dit is geen toeval. Al deze dingen zijn door God Zelf voor jou en voor mij geregisseerd. God heeft al deze dingen laten vastleggen om Hem beter te kennen.
III. 1 Kronieken laat het merendeel van Davids fouten en zonden achterwege, omdat de schrijver Ezra de teruggekeerde ballingen niet wilde wijzen op de zonden van hun voorouders, maar op de goedheid en de genade van God.
A. De ballingen waren onzeker en zij moesten ervan verzekerd worden, dat God nog steeds van hen hield; dat God Zijn verbond met hen niet was vergeten; dat God een hoopvolle toekomst voor hen had met de komst van Jezus Christus, Die uit de bloedlijn van koning David zou voortkomen.
IV. Voor ons geldt hetzelfde. Ten eerste moeten wij om tot bekering en geloof te kunnen komen allereerst tot het besef komen dat wij hopeloze zondaren zijn die een Redder en Verlosser nodig hebben Die onvoorwaardelijk van ons houdt en Die een plan voor ons leven heeft. Deze Redder en Verlosser is Jezus Christus.
A. Maar, als wij eenmaal tot wedergeboorte zijn gekomen dan hoeven wij niet telkens gewezen te worden op alle zonden die wij in het verleden hebben begaan. Wij zijn vergeven!
B. De positieve waarheid in de Bijbel moet ons niet alleen bemoedigen en blij maken, het moet ons bewegen, het moet ons aansporen om Jezus Christus steeds meer te willen liefhebben, navolgen, gehoorzamen en dienen.
C. Wij gaan later in Nehemia zien dat het Woord van God door Ezra voor de mensen geopend wordt; dat de mensen n.a.v. de Bijbellezing een keus moeten maken. Zij moeten òf kiezen vóór God òf kiezen tegen God. Er was toen en er is nu geen middenweg.
D. Mattheüs 12:30 – “Wie niet vóór mij is, is tegen mij, en wie mij niet helpt om de schapen bij elkaar te drijven, jaagt ze uiteen.” (GNB)
i. Je kunt niet een beetje vóór Jezus zijn en toch nog een beetje voor jezelf. Het is binaire: òf het een òf het ander, het is aan of uit.
ii. De ballingen snapten dit en ik hoop dat jullie dit ook snappen.
V. Jezus is voor ons aan het kruis gestorven om onze doodstraf op Zich te nemen. De doodstraf voor onze eigen zonden, terwijl wij die doodstraf zelf verdienen.