46050 1 Korinthe 15:1-11 (De inhoud van het Evangelie, zondebesef en Gods genade)
I. Stel dat je in een volle Boeing 747 zit, die op een hoogte van 10 km vliegt, maar aan het neerstorten is wegens technische problemen.
A. Jij als wedergeboren christen hebt 5 minuten de tijd om de mensen het Evangelie van Jezus Christus te vertellen voordat het vliegtuig neerstort en alle inzittenden de eeuwigheid ingaan.
i. Wat moet je de mensen vertellen over Jezus? Wat is het allerbelangrijkste op dat moment? Wat moeten deze mensen van jou te horen krijgen?
a. Deze keer zullen wij zien wat wij mensen moeten vertellen over Jezus.
b. En niet alleen mensen die over 5 minuten de eeuwigheid dreigen in te gaan, maar een ieder aan wie wij het Evangelie vertellen.
II. Vandaag de dag wanneer christenen met ongelovigen praten over Jezus, of zelfs wanneer het Evangelie vanaf het podium gebracht wordt, hebben velen de neiging om een verwaterde versie van het Evangelie te brengen.
A. Ik bedoel dit. Omdat christenen niet aanstootgevend willen zijn wanneer zij met ongelovige mensen praten, vermijden ze vaak essentiële onderdelen van het Evangelie.
B. Evangelie betekent “goed nieuws”. Maar, tenzij iemand een probleem heeft, of inziet dat zij een probleem hebben, is de oplossing die wij te bieden hebben geen goed nieuws voor hen.
i. Zonder dat iemand beseft dat hij een probleem heeft, is er geen oplossing nodig.
a. En mensen die het besef niet hebben dat zij een probleem hebben, zeggen dan ook keihard: “Nee, ik heb God niet nodig!”
C. De tendens is om dingen zoals zonde, Gods oordeel en de hel te vermijden. Want niemand wil het over dit soort dingen hebben. Dit is geen leuke gesprekstof.
i. Nu, begrijp me a.j.b. niet verkeerd. Je moet na vanmorgen nu niet naar je buurman stappen en hem in één minuut vertellen dat hij een zondaar is, dat God hem zal veroordelen en dat hij naar de hel gaat.
a. Is dit waar? Ja! Maar ga je hem hiermee winnen voor Gods koninkrijk? Ik denk het niet.
b. Er is een andere manier. Een manier die niet ten koste gaat van de waarheid, maar ook niet ten koste van jouw vruchtbare evangelisatie!
Deze keer beginnen wij in 1 Korinthe 15 waarin Paulus 58 verzen besteedt aan de opstanding uit de dood. En hij begint met de opstanding van Jezus; het allerbelangrijkste onderdeel van het Evangelie.
LEES 1 KORINTHE 15:1-11
I. Nadat Paulus drie hoofdstukken heeft besteed aan de genadegaven en de liefde, snijdt hij nu een nieuw onderwerp aan.
A. In de kerk in Korinthe geloofden sommigen van hen niet in de opstanding uit de dood.
B. Zoals het met alle andere onderwerpen in deze brief ging, tracht Paulus nu ook in hoofdstuk 15 deze mensen van hun foute gedachten af te brengen.
Vers 1 – “Verder maak ik u bekend, broeders, het Evangelie, dat ik u verkondigd heb, dat u ook aangenomen hebt, waarin u ook staat,”
I. Paulus herinnert hen eraan dat zij het Evangelie van hem hebben ontvangen.
A. Paulus verkondigde het Evangelie dat gebaseerd is op historische feiten en op het profetische Woord van God.
i. Het is dit Evangelie dat de Korinthiërs hebben aangenomen.
B. Op het moment dat het ware Evangelie tot de mens komt die open oren heeft, die open ogen heeft, die een open hart heeft, zal die persoon een keus moeten maken.
i. Wij die geloven, hebben ooit voor die keus gestaan en wij hebben de keus gemaakt om het aan te nemen.
ii. Een ieder die het ware Evangelie te horen krijgt, wordt gedwongen om een keus te maken. Jezus zei: “Wie niet vóór Mij is, is tegen Mij.”
a. Als je denkt dat je gewoon geen keuze maakt, dan heb je niet bewust vóór Jezus gekozen waardoor je uiteindelijk toch tegen Jezus gekozen hebt.
II. Paulus zegt ook dat de Korinthiërs in het Evangelie staan.
A. M.a.w. zij staan op het ware Evangelie dat Paulus verkondigd heeft. Dit is hét fundament van hun christen zijn.
i. Zou dit Evangelie worden veranderd of weggenomen, dan zou daarmee geestelijk gezien hun fundament wegvallen.
a. Maar, zij staan! En zolang zij in het ware Evangelie geloofd hebben, zolang zij echt tot wedergeboorte zijn gekomen, zullen zij blijven staan.
Vers 2 – “waardoor u ook zalig wordt, als u eraan vasthoudt zoals ik het u verkondigd heb, tenzij dat u tevergeefs geloofd hebt.”
I. Door te blijven staan worden de Korinthiërs en ook wij zalig.
A. Zalig wil zeggen dat onze uiteindelijke redding, onze eeuwige behoudenis een realiteit zal worden.
i. De Bijbel leert ons dat wanneer Jezus Christus terugkomt, onze eeuwige heerlijkheid, het zalig worden, tot vervulling komt.
a. Als gelovige heb ik een zalige toekomst!
II. Maar deze zaligheid is wel afhankelijk van ons vasthouden aan het ware Evangelie zoals Paulus het verkondigd heeft, tenzij dat iemand tevergeefs geloofd heeft.
A. De vele waarschuwingen tegen valse leer van zowel Jezus als Paulus, Petrus, Judas en Johannes staan niet voor niets in de Bijbel.
i. Vandaar dat Paulus hier ook zegt dat zij zich aan de gezonde leer moeten vastklampen en die nooit meer moeten loslaten.
B. Paulus zegt tegen de Korinthiërs dat zij het in het verleden goed hebben gedaan door het Evangelie aan te nemen.
C. Ook doen zij het in het heden goed, want zij staan in het Evangelie.
D. Maar zij moeten aan hun geloof blijven vasthouden. Zij moeten de wedloop goed beëindigen.
E. Wat voor zin heeft het als zij in het verleden en in het heden geloven, maar in de toekomst afvallen van het geloof?
i. Als iemand het Evangelie niet vasthoudt, kan hij niet blijven bouwen op het geloof dat hij ooit in het verleden heeft gehad.
ii. Al het geloof vanuit het verleden geldt niet wanneer men het niet vasthoudt; dan hebben zij zoals Paulus hier zegt: “tevergeefs geloofd”.
Vers 3-4 – “Want ik heb u ten eerste overgeleverd wat ik ook ontvangen heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden, overeenkomstig de Schriften, en dat Hij begraven is, en dat Hij opgewekt is op de derde dag, overeenkomstig de Schriften,”
I. Hier zien wij de essentiële onderdelen van het Evangelie. Dit zijn de dingen die wij aan mensen moeten vertellen om hun het ware Evangelie voor te houden.
A. Ten eerste: dat Jezus Christus gestorven is voor onze zonden overeenkomstig de Schriften, het Oude Testament van de Bijbel.
i. De Bijbel leert ons dat de mens zondig is en dat hij de eeuwige dood verdient, d.w.z. dat de mens veroordeeld is tot de hel:
a. Romeinen 3:10-12 – “Er is geen mens rechtvaardig, zelfs niet één, er is geen mens verstandig, er is geen mens die God zoekt. Allen hebben ze zich afgewend, heel de mensheid is verdorven. Er is geen mens die nog het goede doet, er is er zelfs niet één.” (nbv)
b. Romeinen 3:23 – “…allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God,”
c. Romeinen 6:23a – “…het loon van de zonde is de dood,” oftewel, de zonde verdient de eeuwige dood.
1. Openbaring 20:15 – “En als iemand niet bleek ingeschreven te zijn in het boek des levens, werd hij in de poel van vuur geworpen.”
(i) Dit is menens, dit is geen sprookje en de ongelovige mensen om ons heen moeten dit te weten komen.
01. Het probleem waar elk mens dus mee te maken heeft, is dat hij een zondaar is, waardoor hij een eeuwig doodvonnis gekregen heeft.
ii. Maar God Die de mens zo lief heeft gehad, heeft Zijn eniggeboren Zoon naar de aarde gestuurd om de mens te redden van dit doodvonnis.
a. Jezus Christus is in onze plaats aan het kruis gestorven. Hij heeft aan het kruis ons doodvonnis op Zich genomen waardoor wij vrijgesproken kunnen worden.
b. De plaatsvervangende dood die Jezus Christus voor de mens heeft geleden, is iets dat al duizenden jaren van tevoren vaststond in de Bijbel.
1. Zijn lijden en sterven aan het kruis voor de zonde van de mens is overeenkomstig de Schriften, het Oude Testament van de Bijbel.
(i) Dit is het eerste dat wij duidelijk moeten maken wanneer wij het Evangelie met mensen delen. Dit is goed nieuws!
B. Ten tweede moeten wij mensen ook vertellen dat Jezus Christus begraven is.
i. Dit is belangrijk, omdat iemand die begraven is, daadwerkelijk is gestorven. Jezus moest sterven.
a. Ook Zijn begrafenis is overeenkomstig de Schriften.
1. Jesaja 53:9 – “Men had Hem als misdadiger willen begraven, maar Hij werd gelegd in het graf van een rijke;” (het boek)
(i) Volgens Mattheüs 27 heeft een zekere Jozef van Arimathea, een rijke man, het lichaam van Jezus in een nieuw graf begraven.
C. Ten derde en het allerbelangrijkste is, dat wij mensen moeten vertellen dat Jezus Christus uit de dood is opgestaan.
i. Verderop in het hoofdstuk zullen we zeer gedetailleerd zien waarom de opstanding van Jezus zo belangrijk is. Ook de opstanding is overeenkomstig de Schriften!
a. Romeinen 10:9 – “Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden.”
Vers 3-4 – “Want ik heb u ten eerste overgeleverd wat ik ook ontvangen heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden, overeenkomstig de Schriften, en dat Hij begraven is, en dat Hij opgewekt is op de derde dag, overeenkomstig de Schriften,”
Vers 5 – “en dat Hij verschenen is aan Kefas, daarna aan de twaalf.”
I. Kefas is de andere naam voor de apostel Petrus.
II. De twaalf is een gangbare uitdrukking voor de 12 apostelen die Jezus tijdens Zijn leven op aarde heeft uitgekozen.
A. Paulus bedoelt hier dus de 11 overgebleven apostelen.
i. Het is een beetje te vergelijken met hoe wij het Nationale Team het Nederlands elftal noemen.
a. Als er tijdens een wedstrijd iemand een rode kaart krijgt, dan spelen ze verder met 10 man, maar het blijft het Nederlands elftal. . .
Vers 6-7 – “Daarna is Hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, van wie de meesten nu nog in leven zijn, maar sommigen ook zijn ontslapen. Daarna is Hij verschenen aan Jakobus, daarna aan alle apostelen.”
I. Paulus probeert de Korinthiërs in te laten zien dat er voldoende ooggetuigen zijn die Jezus hebben gezien nadat Hij opgestaan is uit de dood.
A. In de Evangeliën zien wij dat Jezus niet op afstand te zien was, maar dat Hij van heel dichtbij te zien was.
i. Na Zijn opstanding uit de dood kreeg Jezus Zijn verheerlijkte lichaam dat zomaar in een gesloten ruimte verscheen.
ii. Jezus sprak met hen, liet Zijn volgelingen Hem aanraken, Hij wandelde met hen, at samen met hen, Hij was voor Zijn discipelen net zo persoonlijk en toegankelijk na de dood en opstanding als ervoor.
Vers 8 – “En als laatste van allen is Hij ook aan mij verschenen, als aan de ontijdig geborene.”
I. Paulus die op weg was naar Damascus om christenen gevangen te nemen, kreeg plotseling een persoonlijke ontmoeting met de opgestane Heere.
A. Het was geen visioen, het was ook geen droom. Het was een letterlijke, fysieke ontmoeting met Jezus.
i. Het grote verschil van Paulus’ ontmoeting met Jezus vs. de anderen is dat Jezus aan Paulus verscheen ná de hemelvaart.
B. Galaten 1:11-12 – “Ik verzeker u, broeders en zusters: het evangelie dat ik verkondigd heb, is geen zaak van mensen. Ik heb het ook niet van een mens ontvangen of geleerd, nee, het is me geopenbaard door Jezus Christus. (gnb)
i. Volgens Galaten 1 heeft Paulus een aantal jaren in Arabië gezeten. Blijkbaar heeft Jezus het gehele Evangelie in die tijd aan Paulus kenbaar gemaakt.
Vers 8 – “En als laatste van allen is Hij ook aan mij verschenen, als aan de ontijdig geborene.”
I. Met ‘ontijdig geborene’ kan Paulus bedoelen dat hij niet gelijktijdig met de andere apostelen tot wedergeboorte is gekomen.
A. Hij maakte geen deel uit van ‘de Twaalf’. Hij had geen deel aan de aardse bediening van Jezus. Voor zijn gevoel hoorde hij er eigenlijk niet bij. Hij was een soort van apostolisch nakomertje.
Vers 9 – Ik immers ben de minste van de apostelen, die niet waard ben een apostel genoemd te worden, omdat ik de gemeente van God vervolgd heb.”
I. Paulus was zich volkomen bewust waar hij vandaan was gekomen. Hij was dé vervolger van de christenen.
A. Niet dat hij continu een zwaar schuldgevoel met zich meedroeg, maar een bewustzijn wie hij was toen Jezus hem gegrepen had.
II. Omdat hij voor zijn bekering de gemeente van Jezus Christus schade heeft aangericht, acht hij zichzelf de minste van de apostelen.
A. In Efeze 3:8 noemt hij zichzelf “de allerminste van alle christenen”.
B. Aan het eind van zijn leven noemt Paulus zichzelf in 1 Tim. 1:15 de voornaamste ofwel de grootste zondaar van alle zondaren.
i. Hoe langer Paulus hier op aarde leefde, hoe beter hij Jezus Christus en Zijn genade leerde kennen, hoe méér bewust hij zich werd van zijn eigen zonde.
ii. Lees Lukas 5:1-8
a. In het licht van wie Jezus Christus is, zag Petrus zichzelf voor wie hij daadwerkelijk was: een zondig mens.
1. Wanneer wij Jezus zien in al Zijn heiligheid, majesteit en heerlijkheid, dan kan het niet anders zijn dan dat wij onszelf zien als vieze, vuile onrechtvaardige zondaren.
iii. Lees Lukas 7:36-47
a. Net als Petrus was deze vrouw zich in het licht van Jezus Christus volkomen bewust van haar zonde.
1. En omdat zij zich ervan bewust was, waardeerde zij des te meer de genade van God. Zij wist 100% zeker dat zij Gods gunst niet verdiende.
b. De Farizeeërs daarentegen waren overtuigd van hun eigen goedheid, hun eigen rechtvaardigheid.
1. Zij hielden zich aan alle religieuze regels. Zij hadden alles goed voor elkaar, zij hadden alles goed op een rijtje.
2. De Farizeeërs hadden geen besef van eigen zonde. Zij maakten zichzelf niet schuldig aan de uiterlijke zonden zoals deze vrouw.
3. Maar zij maakten zich schuldig aan een nog ergere, grovere zonde:
(i) Zij waren vol eigendunk! Zij keken neer op anderen die wel uiterlijk zondigden.
(ii) Hun zonde was innerlijk. Zij zondigden in hun hart.
4. En van dit soort mensen zegt Jezus: “aan wie weinig vergeven wordt, die heeft weinig lief”.
c. Dit is vandaag de dag helaas nog steeds een groot probleem in de kerk. De hedendaagse Farizeeërs hebben ook geen besef van hun eigen zonde.
1. Zij kijken neer op alle christenen om zich heen met een zelfvoldane houding en rammen op hun borst en zeggen: “Oh dank u, Heer, dat ik niet ben zoals die of die”.
(i) Het gevolg van deze hartsgesteldheid is dat zij niet in staat zijn om lief te hebben. En dat is in alles te zien.
III. Hoe zie jij jezelf? Zie je jezelf in het licht van Jezus Christus en zie je jezelf als een vieze vuile zondaar? Of leef je vanuit de waanvoorstelling dat je een goede christen bent?
A. Aan het eind van zijn leven noemt Paulus zichzelf de voornaamste ofwel de grootste zondaar van alle zondaren!
Vers 10 – “Maar door de genade van God ben ik wat ik ben, en Zijn genade voor mij is niet tevergeefs geweest. Integendeel, ik heb mij meer ingespannen dan zij allen; niet ik echter, maar de genade van God, die met mij is.”
I. Nogmaals: het besef wie Paulus was, brengt hem tot het juiste besef dat ALLES dat hij is, ALLES wie hij is in, uit en door de genade van God is.
II. Hij zegt dat Gods genade jegens hem niet tevergeefs is geweest, omdat hij zichzelf meer ingespannen heeft dan alle andere apostelen.
A. Het Griekse woord voor inspannen dat Paulus hier gebruikt, betekent dat hij zich ver boven alle anderen tot uitputting aan toe heeft ingespannen in het dienen van de Heere.
B. Wie van ons spant zich in, tot uitputting aan toe in het dienen van de Heere?
i. Ik vrees dat wij überhaupt niet eens tot inspanning komen om de Heere en Zijn gemeente te dienen, laat staan tot uitputting.
a. Je moet jezelf ernstig afvragen of Gods genade jegens jou tevergeefs is.
Vers 11 – “Of ik het dan ben of zij, zó prediken wij en zó hebt u geloofd.”
I. M.a.w. zowel Paulus als de andere apostelen hebben eenduidig hetzelfde Evangelie gepredikt en in dit Evangelie hebben de Korinthiërs geloofd.
I. Stel, je zit in een volle Boeing 747 zit, die aan het neerstorten is. Weet je wat je de mensen moet vertellen?
A. Als dat nog niet duidelijk is, vraag het aan iemand. Praat na de dienst met elkaar over dit onderwerp. Spoor elkaar aan, daag elkaar uit om deze week het Evangelie met iemand te delen. Houd elkaar verantwoordelijk!
II. Hoe zie je jezelf? Zie je jezelf als een zondaar die volkomen verloren is zonder Jezus Christus, of ben je je van geen kwaad bewust?
III. Is Gods genade jegens jou tevergeefs of span je jezelf in in het dienen van de Heere, zowel binnen als buiten de gemeente?