46051 1 Korinthe 15:12-19 (Het belang van de opstanding van Jezus uit dood)
I. Een van de vragen die ik aan onze toen opgroeiende kinderen stelde, was: Wat is het verschil tussen een thermometer en een thermostaat? Toen ze nog heel klein waren, moest ik het uitleggen, maar nu weten ze precies wat ik bedoel wanneer ik het hierover heb.
A. Een thermometer meet en geeft de temperatuur weer van de omgeving waarin hij is geplaatst.
i. De temperatuur die hij aangeeft komt tot stand door de temperatuur van de omgeving. M.a.w. het gedrag van de thermometer wordt beïnvloed door de omgeving.
ii. Als het warm is, geeft hij dat aan en als het koud is ook.
a. Kortom, een thermometer heeft geen eigen wil, hij heeft geen directe invloed, hij is passief, hij past zich aan en gaat helemaal mee in de omgeving waarin hij zich bevindt.
B. Een thermostaat daarentegen bepaalt de temperatuur van de omgeving waarin hij is geplaatst.
i. Een thermostaat die ingesteld is op 20 graden zal ervoor zorgen dat de temperatuur in de aangewezen omgeving constant 20 graden is.
a. Een thermostaat heeft dus wél een eigen wil, heeft wél een directe invloed, hij is niet passief, hij past zich niet aan en gaat niet mee in de omgeving waarin hij zich bevindt.
Als christenen horen wij thermostaten te zijn en geen thermometers! Jezus zei dat wij het zout der aarde en het licht van deze wereld zijn!
II. Eén van de problemen van de kerk in Korinthe was dat sommigen zich meer gedroegen als thermometers ipv thermostaten.
Deze mensen lieten zich meer beïnvloeden door de wereld waarin zij leefden, dan dat zij een goddelijke invloed hadden op hun leefwereld.
A. En één van de gebieden waarop deze Korinthiërs zich nog te veel lieten beïnvloeden door de wereld, was op het gebied van de lichamelijke opstanding uit de dood.
i. “Onder invloed van de in hun dagen aanvaarde Griekse filosofie, brachten deze dwaalleraren een strikte scheiding aan tussen de geest en de materie. Zij hadden een hoge waardering voor het geestelijke, maar minachtten het stoffelijke. Als mensen die behoorden bij de christelijke gemeente zullen zij zeker geloofd hebben dat de geest van de mens op een bepaalde manier na de dood voortbestaat, maar vanuit hun Griekse achtergrond konden zij niet aanvaarden dat het lichaam van een mens weer tot leven wordt gewekt.” (Centrum voor Bijbelonderzoek)
ii. Lees Handelingen 17:15-34
a. In dit verslag zien wij hoe de raadsleden van de Areopagus reageerden en waarop zij reageerden. Het ging hen om de lichamelijke opstanding van Jezus uit de dood.
1. Niemand in die wereld geloofde in de lichamelijke opstanding uit de dood en dit had helaas nog steeds een invloed op sommige christenen in de kerk in Korinthe.
(i) Paulus probeert d.m.v. hoofdstuk 15 deze misleide christenen op het goede pad te brengen.
LEES 1 KORINTHE 15:12-19
I. In vers 1 t/m 11 bevestigde Paulus dat het Evangelie dat hij en de andere apostelen verkondigen, gegrond is in de opstanding van Jezus Christus.
Paulus zegt hiermee dat de opstanding van Jezus Christus centraal staat in het Evangelie. Kijk maar even mee:
A. 1 Korinthe 15:1-2 – “Verder maak ik u bekend, broeders, het Evangelie, dat ik u verkondigd heb, dat u ook aangenomen hebt, waarin u ook staat, waardoor u ook zalig wordt, als u eraan vasthoudt zoals ik het u verkondigd heb, tenzij dat u tevergeefs geloofd hebt.”
i. Dan legt hij in vers 3-4 het Evangelie uit; en vervolgens geeft hij aan dat Jezus na Zijn lichamelijke opstanding uit de dood aan vele ooggetuigen is verschenen, waarvan de meeste nog leefden. In vers 11 zegt Paulus: Zó prediken wij en zó hebt u geloofd.
a. M.a.w. dit is wat wij jullie verteld hebben en dit is waarin jullie hebben geloofd.
Vers 12-14 – “Als nu van Christus gepredikt wordt dat Hij uit de doden is opgewekt, hoe kunnen sommigen onder u dan zeggen dat er geen opstanding van de doden is? En als er geen opstanding van de doden is, dan is Christus ook niet opgewekt. En als Christus niet is opgewekt, dan is onze prediking zonder inhoud, en zonder inhoud is ook uw geloof.”
I. Denk aan hoeveel menselijke interacties er in de afgelopen 2000 jaar plaats hebben gevonden, waar het Evangelie van Jezus Christus in centraal stond.
A. Denk aan hoeveel preken er in de afgelopen 2000 jaar gepredikt zijn, waar de opstanding van Jezus Christus uit de dood in centraal staat.
B. Denk aan alle preken die vandaag in heel de wereld gebracht worden waar de opstanding van Jezus Christus uit de dood in centraal staat.
C. Denk aan alle dagen van je leven waarin je in de opstanding van Jezus hebt geloofd.
i. Denk aan alle gebeden die opgegaan zijn tot de opgestane Heere.
ii. Denk aan alle bijbelstudies die je hebt gehad, denk aan alle vormen van lofprijs en aanbidding aan Jezus, Die opgestaan is uit de dood.
iii. Denk aan alle samenkomsten die je als christen hebt bijgewoond. Denk aan alle momenten van fellowship die je in je christelijke bestaan hebt ervaren.
a. Als Jezus niet uit de dood is opgestaan, dan zijn alle menselijke interacties, alle gesprekken, alle bijbelstudies, alle samenkomsten, alle preken van de afgelopen 2000 jaar en alle bijbelstudies en preken die momenteel in druk en op het Internet staan totaal zonder inhoud; dan zijn al deze dingen volkomen nutteloos.
b. Als Jezus niet uit de dood is opgestaan, geloven wij in iets dat niet bestaat, dan geloven wij in een sprookje.
Vers 15 – “En dan blijken wij ook valse getuigen van God te zijn. Wij hebben namelijk van God getuigd dat Hij Christus heeft opgewekt, terwijl Hij Die niet heeft opgewekt als inderdaad de doden niet opgewekt worden.”
I. Plat gezegd is een valse getuige gewoon een leugenaar.
A. Als Jezus niet uit de dood is opgestaan, heb ik de afgelopen 20 jaar alleen maar staan liegen tegen mensen over God.
i. Dan heb ik de afgelopen vier jaar alleen maar tegen jullie staan liegen.
B. Sterker nog, dan hebben Maria Magdalena en de andere vrouwen, de Twaalf, de 500 broeders aan wie Jezus na Zijn opstanding verscheen, én alle schrijvers van het Nieuwe Testament gelogen.
C. Kortom, als Jezus niet lichamelijk uit de dood is opgestaan, dan hebben alle mensen in de afgelopen 2000 jaar, die ooit de opstanding van Jezus hebben verkondigd, gelogen.
Vers 16-17 – “Immers, als de doden niet opgewekt worden, is ook Christus niet opgewekt. En als Christus niet is opgewekt, is uw geloof zinloos; u bent dan nog in uw zonden.”
I. Vorige week hebben wij gezien dat ieder mens een zondaar is en dat God daardoor de mens veroordeeld heeft tot de dood.
A. Ook hebben wij gezien dat God de mens de mogelijkheid biedt om aan deze dood te ontkomen. Dat is het goede nieuws!
II. Naast het feit dat de zonde tot de dood leidt, zijn er terwijl wij hier op aarde leven heel veel symptomen van de zonde waar de mens mee te kampen heeft.
A. Uiteindelijk leidt de zonde tot een langzame dood. Hoe je het ook wendt of keert, zonde eist altijd zijn tol!
i. Volgens Romeinen 1:21 maakt zonde de mens ondankbaar, nutteloos en dwaas in hun denken en in hun harten van onbegrip verblind voor de waarheid.
a. Ondankbaarheid maakt de mens alleen maar zuur, of verbitterd. Iemand die ondankbaar is, benadrukt continu de negatieve kant van het leven en ziet nooit in hoe goed hij het eigenlijk heeft.
1. Zo’n persoon is niet gelukkig te krijgen, want er is altijd iets in zijn leven dat niet goed is.
b. Iemand die nutteloos en dwaas is in zijn denken kan o.a. omschreven worden als iemand die “poep eigenwijs” is.
1. Een eigenwijs iemand is niet in staat om te leren. Hij/zij weet alles al. . .
c. Hetzelfde geldt voor iemand die verblind is voor de waarheid, die kan de waarheid niet zien, laat staan dat hij die kan aanvaarden.
1. Zo’n persoon zal zijn hele leven lang de leugen najagen.
(i) Hij zal zich alleen maar richten op de onhaalbare dromen die de satan hem voorhoudt.
ii. Volgens Romeinen 1:24 levert God de hardnekkige zondaar over aan zijn/haar begeerten van het hart tot seksuele onreinheid.
a. Mensen die overgeleverd zijn aan hun begeerten, bedrijven allerlei vormen van seksuele zonden.
1. God heeft de seksuele gemeenschap bedoeld voor één man en één vrouw binnen het huwelijk. Dus niet vóór het huwelijk en ook niet naast het huwelijk.
(i) Denk aan alle gevolgen van de losbandigheid van onze samenleving:
01. SOA’s, HIV, AIDS, gebroken relaties, gebroken gezinnen, verkrachtingen en pedofilie met alle gevolgen vandien.
iii. Naast deze dingen maakt zonde de mens egoïstisch, eigenwijs, trots, overtuigd van eigen goedheid.
iv. De zonde geeft de mens een hoge eigendunk, het maakt de mens hatelijk, haatdragend, onvergevingsgezind, jaloers, vijandig, achterbaks en afgunstig.
v. Zonde laat de lust in de mens zijn vrije gang gaan op het Internet of in de roze buurt. Zonde houdt de pornografische industrie, de prostitutie, vrouwenhandel in stand.
a. Al deze dingen zijn bedoeld om de mens tot een langzame en pijnlijke dood te brengen.
1. Als Jezus Christus niet lichamelijk uit de dood was opgestaan, zouden wij nog steeds in de greep zijn van de zonde met alle gevolgen van dien.
Vers 18 – “Dan zijn ook zij die in Christus ontslapen zijn, verloren.”
I. M.a.w. als Jezus niet opgestaan is uit de dood, zijn de gelovigen die inmiddels gestorven zijn, de eeuwige dood tegemoet gekomen.
Vers 19 – “Als wij alleen voor dit leven op Christus onze hoop gevestigd hebben, zijn wij de meest beklagenswaardige (ellendige) van alle mensen.”
I. Waarom zegt Paulus dat? Is het leven met Christus hier op aarde dan niets waard?
A. Waarom lijkt het erop alsof Paulus het leven in Christus hier op aarde veracht?
i. Omdat het leven hier op aarde tijdelijk is en je het niet kan vergelijken met het leven in de heerlijkheid samen met God.
a. Helaas hechten te veel christenen zich aan het aardse leven…
II. Paulus zegt hiermee, dat als wij na ons sterven toch verloren gaan, als wij toch de eeuwige dood tegemoet komen, d.w.z. dat wij in de hel belanden, dan zijn wij de meest ellendige van alle mensen. Maar waarom?
A. Paulus die zo ontzettend veel van zijn levensgemakken heeft opgegeven; die zijn carrière als Farizeeër heeft opgegeven; die ontzettend ver uit zijn comfortzone is gestapt om Jezus te dienen, weet als geen ander dat als het alleen maar om het leven hier op aarde ging, hij de grootste dwaas geweest zou zijn.
i. 2 Korinthe 11:23-29 – “Ik heb harder gezwoegd, heb vaker gevangengezeten, heb veel meer lijfstraffen ondergaan, ben vaker in doodsgevaar geweest. Door de Joden ben ik vijfmaal met veertig min één zweepslagen gestraft, ik ben driemaal met stokslagen gestraft, ik ben eenmaal met stenen bekogeld en heb driemaal schipbreuk geleden. Eén keer heb ik een heel etmaal op zee rondgedreven. Voortdurend was ik onderweg, bedreigd door rivieren, rovers, volksgenoten en vreemdelingen, in gevaar in de stad, in de woestijn, op zee en te midden van schijngelovigen. Ik heb gezwoegd en geploeterd, vaak zonder te slapen, hongerig en dorstig, vaak zonder te eten, verkleumd en zonder kleren. En dan laat ik al het andere nog buiten beschouwing: de druk waaronder ik dagelijks sta vanwege mijn zorg voor de gemeenten. Als er iemand zwak is, dan ben ik het wel; gaan anderen onder verleidingen gebukt – ik word erdoor verteerd.” (nbv)
ii. Zou Paulus al het lijden hebben kunnen doorstaan als het alleen maar ging om het leven op aarde?
iii. Als hij geen zekerheid had op het leven na de dood, denk je dat hij zijn leven hiervoor zou hebben gegeven?
B. Wat dacht je van Stefanus in Handelingen 7, die gestenigd werd omdat hij van de opgestane Heer getuigde.
i. Hand. 7:55-56 – “Maar hij, vol van de Heilige Geest, hield zijn ogen naar de hemel gericht en zag de heerlijkheid van God, en Jezus, Die aan de rechterhand van God stond. En hij zei: Zie, ik zie de hemelen geopend en de Zoon des mensen aan de rechterhand van God staan.”
a. Hij zag de opgestane Heere!
C. En Jakobus, de broer van Johannes, die onthoofd werd; Markus die verbrand werd; Bartholomeus, die in elkaar geslagen werd, gekruisigd en onthoofd.
D. Petrus, die ondersteboven gekruisigd werd omdat hij zichzelf niet waardig achtte om op dezelfde manier gekruisigd te worden als zijn Heer.
E. Of alle volgelingen van Jezus door de eeuwen heen, die zichzelf verloochend hebben om de opstanding van Jezus met anderen te kunnen delen.
III. Als wij alleen voor dit leven op Christus onze hoop gevestigd hebben, zijn wij de meest ellendige van alle mensen. Want als er niets beters is na de dood, wie van ons zou zichzelf dan nog verloochenen, ons kruis opnemen en Jezus navolgen?
A. Paulus zegt in vers 32 dat als er alleen maar dit leven is, laten wij dan maar eten en drinken, want morgen sterven wij.
i. M.a.w. zoals de wereld het ziet, moet je je helemaal uitleven!
Vers 20 – “Maar nu, Christus ís opgewekt uit de doden…”
I. Mensen, onze hoop in Christus ligt nu (vanmorgen) in het feit dat wij verlost zijn van de zonde.
A. Dit betekent dat de zonde (waaronder alle dingen die ik zoëven genoemd heb) geen vat meer op ons hoeft te hebben.
B. Wij kunnen nu kiezen of wij toegeven aan zonde of niet. De ongelovigen hebben dit vermogen niet; zij zijn slaven van de zonde.
II. Onze hoop in Christus ligt in onze toekomst.
A. 2 Korinthe 4:16-18 – “Daarom verliezen wij de moed niet; integendeel, ook al vergaat onze uiterlijke mens, toch wordt de innerlijke mens van dag tot dag vernieuwd. Want onze lichte verdrukking, die van korte duur is, brengt in ons een allesovertreffend eeuwig gewicht van heerlijkheid teweeg. Wij houden onze ogen immers niet gericht op de dingen die men ziet, maar op de dingen die men niet ziet; want de dingen die men ziet, zijn van het ogenblik, maar de dingen die men niet ziet, zijn eeuwig.”