46047 1 Korinthe 13 (De liefde 6 van 6)
I. Ik ben geen expert op het gebied van het beleggen en investeren van geld, maar ik weet wel dat mocht ik geld gaan investeren, dan zou ik o.a. heel kritisch gaan kijken naar de duurzaamheid van de markt, de onderneming en het product.
A. Want als het product, de markt, en de onderneming geen lange levensduur hebben, dan heeft het voor mij geen zin om mijn tijd, mijn energie en mijn middelen daarin te investeren.
II. Zo zie ik mijn leven als christen ook. Ik wil absoluut geen tijd, energie en middelen verspillen aan iets dat uiteindelijk geen eeuwigheidswaarde heeft.
A. En dus wil ik voornamelijk blijven investeren in de dingen die voor eeuwig zullen blijven standhouden.
i. Maar dan moet ik wel weten over welke dingen het gaat.
ii. Gelukkig hebben wij de Bijbel! Dus, laten wij naar slechts een paar dingen kijken.
B. De Bijbel leert ons dat Gods Koninkrijk voor eeuwig stand zal blijven houden.
i. Lees Lukas 1:26-33
a. Vandaar dat Jezus zegt in Mattheüs 6:33: “Zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid…”
C. De Bijbel leert ons ook dat Gods Woord, de Bijbel, voor eeuwig stand blijft houden.
i. Toen Jezus over Zijn wederkomst sprak zei Hij in Lukas 21:33: “De hemel en de aarde zullen voorbij gaan, maar Mijn woorden zullen beslist niet voorbijgaan.”
ii. 1 Petrus 1:22-25 – “Nu u dan uw zielen gereinigd hebt in de gehoorzaamheid aan de waarheid, door de Geest, tot ongeveinsde broederliefde, heb elkaar dan vurig lief uit een rein hart, u, die opnieuw geboren bent, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God. Want alle vlees is als gras en al de heerlijkheid van de mens is als een bloem in het gras. Het gras is verdord en zijn bloem is afgevallen. Maar het Woord van de Heere blijft tot in eeuwigheid. En dit is het Woord dat onder u verkondigd is.”
D. Dus, willen wij als christenen het allerhoogste rendement behalen uit onze investering van onze tijd, energie en middelen, moeten wij investeren in de dingen die voor eeuwig blijven en niet in de tijdelijke, vergankelijke dingen van het leven in deze wereld.
i. Wij kunnen nooit fout zitten wanneer wij onze tijd, energie en middelen steken in Gods Koninkrijk en in het Woord van God, de Bijbel.
a. Deze keer gaan wij kijken naar nog iets dat voor eeuwig stand zal blijven houden, iets dat nooit zal vergaan.
LEES 1 KORINTHE 13
I. Deze keer pakken wij het op in vers 8. En we zullen zien dat de rest van hoofdstuk 13 gaat om deze ene uitspraak van Paulus: De liefde vergaat nooit!
A. Alles dat Paulus daarna zegt, is ter onderbouwing van die uitspraak.
Vers 8 – “De liefde vergaat nooit. Wat dan profetieën betreft, zij zullen tenietgedaan worden, wat talen betreft, zij zullen ophouden, wat kennis betreft, zij zal tenietgedaan worden.”
I. Over de dingen die de Korinthiërs zo hoog in het vaandel hielden, waar zij zo veel waarde aan hechtten, zegt Paulus dat zij zullen vergaan.
II. Hoe belangrijk de genadegaven van de Heilige Geest ook zijn, er zal een tijd komen wanneer de genadegaven van de Heilige Geest zoals profeteren, in tongen spreken en kennis niet meer nodig zullen zijn.
A. Bijvoorbeeld het profeteren, het spreken namens God. Wanneer wij na de wederkomst van Jezus Christus volledig in Gods aanwezigheid zullen zijn, waar de gemeenschap tussen God en de gelovigen volmaakt zal zijn, hebben wij de gave van profetie niet meer nodig!
i. Wij zullen alles rechtstreeks van God Zelf vernemen.
B. Zo ook met het spreken in tongen/talen. In de eeuwige heerlijkheid samen met God zal de communicatie tussen God en de gelovigen volmaakt zijn, dus zullen wij de gave van tongen niet meer nodig hebben.
C. Hetzelfde geldt voor kennis. Wanneer wij volledig en volmaakt zullen kennen, dan is de openbaring van kennis niet meer nodig. (Dit wil niet zeggen dat wij alwetend zullen zijn, want alleen God is alwetend.)
III. Maar de liefde vergaat nooit! De Bijbel leert ons in I Joh. 4: “God is liefde”. En net zoals God een eeuwig wezen is, zo zal liefde ook voor eeuwig blijven bestaan.
A. Paulus stelt hier in vers 8 het voor eeuwig blijvende karakter van de liefde tegenover de tijdelijke aard van de genadegaven van de Heilige Geest.
i. Dat wil niet zeggen dat de genadegaven niet belangrijk zijn, ze zijn gewoon niet het allerbelangrijkste.
Vers 9-10 – “Want wij kennen ten dele en wij profeteren ten dele, maar wanneer het volmaakte zal gekomen zijn, zal wat ten dele is, tenietgedaan worden.”
I. Er is er maar één die alles kent en weet; en dat is God Zelf. Hij alleen is alwetend.
A. Van alle kennis en wijsheid die God bezit wordt ons d.m.v. de gave van kennis en profetie maar een gedeelte bekend gemaakt.
B. Als Gods dienstknechten kennen en spreken wij slechts een gedeelte van wat er allemaal gekend kan worden over Gods wezen, Zijn Koninkrijk, Zijn heilsplan, Zijn plan voor de toekomst, enz… Paulus zegt hierover:
i. Romeinen 11:33-36 – “O, diepte van rijkdom, zowel van wijsheid als van kennis van God, hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen! Want wie heeft de gedachten van de Heere gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest? Of wie heeft Hem eerst iets gegeven en het zal hem vergolden worden? Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.”
a. Hoe je het ook wendt of keert, wij blijven beperkt.
II. Maar er zal een tijd komen wanneer het volmaakte gekomen zal zijn.
A. De Bijbel leert ons dat Jezus Christus op een gegeven moment de kerk (dus alle wedergeboren christenen) zal opnemen. Dit kan elk moment gebeuren!
B. Wanneer de kerk opgenomen wordt, breekt de tijd aan van de Grote Verdrukking waarin de antichrist zich zal openbaren.
C. Daarna zal Jezus in al Zijn heerlijkheid naar de aarde terugkomen om Zijn Koninkrijk hier op aarde gedurende 1.000 jaar te vestigen.
D. Vervolgens komt er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
i. Mensen, als wedergeboren christenen hebben wij een hoopvolle toekomst. Het beste komt nog!
a. Als wedergeboren christen is mijn leven hier op aarde het allerergste wat ik ooit zal meemaken.
b. Maar voor degenen die zichzelf niet verloochenen, die hun kruis niet opnemen en die Jezus niet navolgen, hoe slecht hun leven hier op aarde ook is, het leven hier op aarde is het allerbeste dat zij ooit zullen meemaken. Voor hen geldt dat het ergste nog zal komen!
1. Hun toekomst na het leven hier op aarde ziet er heel anders uit dan de mijne.
ii. Het is deze hoopvolle toekomst waar Paulus het over heeft wanneer hij in vers 10 schrijft: “wanneer het volmaakte zal gekomen zijn”.
a. Wanneer deze tijd aanbreekt, is de gedeeltelijke kennis die wij nu bezitten achterhaald. Het is niet meer relevant, het is niet meer actueel.
b. Paulus illustreert dit in vers 11:
Vers 11 – “Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, dacht ik als een kind, overlegde ik als een kind, maar nu ik een man geworden ben, heb ik het kinderlijke tenietgedaan.”
I. Er is niets mis met het kinderlijke, maar wanneer je volwassen bent, dan handel je niet meer als een kind, maar als een volwassene. Het Centrum voor Bijbelonderzoek (CvB) zegt:
A. “‘Sinds ik een man geworden ben, heb ik weggedaan wat bij het kind hoort.’ De volwassene spreekt, denkt en overlegt op een manier die bij de volwassenheid past, en het behoeft geen betoog dat het spreken, denken en overleggen van een volwassene op een hoger niveau ligt en dus volmaakter is. Zoals deze beide levensfasen van de mens verschillen, zo geldt dat ook voor de gemeente. Bij het stadium vóór de wederkomst van Christus behoren de gaven van het spreken met tongen/talen en van profetie en kennis. Het stadium na de wederkomst wordt gekenmerkt door een volmaakte gemeenschap met God.” (CvB)
Vers 12 – “Nu immers kijken wij door middel van een spiegel in een raadsel, maar dan zullen wij zien van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik ten dele, maar dan zal ik kennen, zoals ik zelf gekend ben.”
I. Hoe graag wij het ook willen, wij zullen in het aardse leven God nooit volledig leren kennen. In dit leven zijn wij en blijven wij in onze kennis van God en in onze kennis van de eeuwigheid beperkt.
A. Paulus vergelijkt onze kennis van God en onze kennis van de eeuwigheid met het kijken in een spiegel.
i. De spiegel waar Paulus het over heeft is geen spiegel zoals wij die vandaag de dag kennen. Tegenwoordig heb je zelfs verlichte en vergrote spiegels om alles heel duidelijk te kunnen zien.
ii. Maar de spiegels van zijn tijd waren voornamelijk van gepolijst brons gemaakt. De reflectie van zo’n spiegel was vaak vervormd, het was niet helder, het was ook donker.
a. Het beeld dat je dus in zo’n spiegel te zien kreeg, was op z’n best heel vaag, het was onduidelijk zoals een raadsel.
II. Maar nogmaals: er zal een tijd komen dat wij God en de eeuwige dingen volledig zullen kennen. Paulus gebruikt hier de term: “van aangezicht tot aangezicht” om de onverhinderde, volledige gemeenschap met God te omschrijven.
A. I Johannes 3:2 – “Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is.”
i. Wij zullen in die tijd God kennen zoals Hij ons kent, volledig en onverhinderd.
Vers 13 – “En nu blijven geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde.”
I. Paulus wil de Korinthiërs duidelijk maken dat alhoewel de genadegaven van de Heilige Geest belangrijk zijn, zij deze niet moet nastreven of najagen ten koste van de liefde.
II. De drie dingen die de christen moet najagen zijn niet wonderen, tekenen en krachten, maar geloof, hoop en liefde.
A. Ondanks dat de genadegaven door de Heilige Geest Zelf aan ons gegeven worden, en ondanks dat zij zeer kostbaar en nuttig zijn ter opbouw van de gemeente, was het nooit Gods bedoeling geweest dat onze focus zou liggen op de genadegaven.
i. Vandaar dat Paulus d.m.v. deze brief de Korinthiërs corrigeert, want zij kickten alleen maar op de genadegaven.
III. De drie dingen die de christen wel moet nastreven zijn: geloof, hoop en liefde. Deze drie komen telkens voor in het Nieuwe Testament. In I Thessalonicenzen 1:3 komen ze alle drie voor.
A. I Thessalonicenzen 1:2-3 – “Wij danken God altijd voor u allen, wanneer wij aan u denken in onze gebeden, en zonder ophouden denken aan het werk van uw geloof, de inspanning van uw liefde en de volharding van uw hoop op onze Heere Jezus Christus, voor het aangezicht van onze God en Vader.”
i. Paulus spreekt hier over het werk van uw geloof. Dit betekent dat geloof actief is, geloof komt tot uiting in daden.
a. Ik geloof dat Gods Woord nooit ledig tot Hem terugkeert, dat het altijd tot Gods doel zal komen; dus zet ik me elke week weer in om het Woord van God te verkondigen.
b. Ik geloof dat ik overal waar ik ben een getuige van Jezus Christus ben, dus ben ik actief bezig om mensen over Jezus te vertellen.
c. Ik geloof dat God mij ertoe geroepen heeft om de bediening van Calvary Chapel hier in Nederland op de kaart te zetten. Dit is mijn levenswerk, mijn werk van geloof!
1. Kortom, geloof is actief. Jakobus zegt in zijn brief: “geloof zonder werken/daden is dood!”
ii. Paulus spreekt hier ook over de inspanning van uw liefde. Ook hier betekent het, dat de liefde actief is. Ook hier komt de liefde tot uiting in daden.
a. Het woord inspanning betekent in de oorspronkelijke taal letterlijk: “afmattende arbeid, gezwoeg, geploeter tot uitputting aan toe.”
1. In hoeverre spannen wij ons op deze manier in, in liefde voor de ander? In hoeverre wordt er gesproken van de inspanning van uw liefde?
iii. Als laatste spreekt Paulus in dit vers over de volharding van uw hoop.
a. Volharding betekent hier standvastig zijn, lijdzaam zijn, vastberaden zijn. De hoop waar Paulus het over heeft, is datgene waar men op hoopt.
b. In dit geval ziet Paulus in deze mensen dat niets hen kan doen wankelen v.w.b. de hoop die zij in Jezus Christus hebben.
1. In de Bijbel betekent hoop: zekerheid. Het is niet iets vaags zoals de wereld “hoopt”, maar het is zeker zijn van iets dat komen gaat.
2. Mijn hoop is dat ik op een gegeven moment voor altijd bij Jezus zal zijn.
(i) God belooft dit!
3. Mijn hoop is dat God tot Zijn doel zal komen met mijn leven.
(i) Hij Die een goed werk in mij begonnen is, zal het tot voleinding brengen.
4. Mijn hoop is dat al mijn inspanningen omwille van Zijn naam niet tevergeefs zullen zijn, dat ik een GIGANTISCH rendement zal behalen uit mijn investering in Gods Koninkrijk!
(i) Daarom dan, mijn geliefde broeders, wees standvastig, onwankelbaar, altijd overvloedig in het werk van de Heere, daar u weet dat uw inspanning niet tevergeefs is in de Heere.
Vers 13 – “En nu blijven geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde.”
Bijbelstudie en Uitleg De liefde (6/6) – 1 Korinthe 13 – Calvary Chapel Haarlemmermeer