46024 1 Korinthe 9:24-27 (Christen zijn is topsport!)
Vorige week vroeg ik aan het begin van de preek: “Wie van ons heeft echt het verlangen om meer op Jezus te gaan lijken?”.
Hebben wij inmiddels door, dat dat alleen mogelijk is wanneer wij onszelf verloochenen, aan onszelf sterven en Jezus in die staat navolgen?
Hebben wij inmiddels door dat wij zoals Paulus onze rechten en vrijheden naast ons neer moeten leggen om anderen te winnen?
Kijk hoe Paulus ons hierin aanspoort en vervolgens Jezus Zelf als hét voorbeeld geeft dat wij horen na te volgen.
Filippenzen 2:1-11 – “Als u elkaar in Christus helpt, als u elkaar met liefde bemoedigt, als u door de Geest één bent met elkaar, als u zich over elkaar ontfermt en liefdevol met elkaar omgaat, maak mij dan helemaal gelukkig door het onderling eens te zijn en elkaar lief te hebben. Streef (één van hart en ziel) naar echte eenheid. Wees niet egoïstisch en probeer niet de eer naar u toe te trekken of een ander te bedriegen. Maar wees nederig en sla een ander hoger aan dan uzelf. Denk niet alleen aan uw eigen zaken, maar heb ook belangstelling voor wat een ander doet. Blijf erop toezien dat uw innerlijke houding moet zijn zoals die van Christus Jezus, Die, hoewel Hij God was, Zich niet heeft vastgeklampt aan Zijn goddelijke rechten. Integendeel, Hij legde Zijn grote macht en heerlijkheid af en kwam als dienaar in het lichaam van een mens. Herkenbaar als mens, vernederde Hij Zich en gehoorzaamde tot het uiterste, zelfs tot in de dood aan het kruis. Daarom heeft God Hem de hoogste plaats gegeven en Hem een naam gegeven, die Hem boven alles plaatst, zodat in de naam van Jezus iedereen in de hemel, op aarde en onder de aarde zijn knieën zal buigen en openlijk zal erkennen tot eer van God de Vader, dat Jezus Christus de Here is.” (het boek)
I. Als de God Die ik dien, onze Koning en Heere, Jezus Christus Zichzelf niet heeft vastgeklampt aan Zijn goddelijke rechten, wie ben ik, wie ben jij om koste wat kost op je strepen te blijven staan?
A. In dit stuk zien wij hoever Jezus is gegaan om mensen te winnen, om ons te winnen!
B. In wat wij vorige week zondag hebben doorgenomen zagen wij hoever Paulus is gegaan om mensen te winnen.
i. “Voor allen ben ik alles geworden, om in ieder geval enigen te behouden.”
C. Wij hebben vorige week geleerd, dat als wij mensen willen winnen (zowel buiten als binnen de kerk), moeten wij koste wat het kost onszelf verloochenen en aan onszelf, aan ons eigen ik sterven. Er is geen andere weg mogelijk!
II. Waar wij vanmorgen naar gaan kijken is een aanvulling op de boodschap van vorige week.
A. Een aanvulling is nodig want als wij onszelf alleen verloochenen en aan onszelf sterven en vervolgens niets doen, zou dat zonde zijn.
Laten wij onze Bijbels openslaan op I Korinthe 9:24 LEES 24-27
I. Paulus spreekt in dit gedeelte nog steeds over het naast je neerleggen, het ontzeggen van jouw eigen rechten en vrijheden zodat wij in staat zullen worden gesteld om de harten van mensen te winnen voor Jezus.
A. Paulus gebruikt alleen nu om zijn punt aan de Korinthiërs duidelijk te maken een voorbeeld uit de wereld van topsport.
II. Het beeld van de hardloopwedstrijd en in vs. 26 het beeld van de bokser spreekt de Korinthiërs zeker aan.
A. Want in Korinthe werden om de twee jaar de Istmische Spelen gehouden. Dit was na de Olympische Spelen het grootste sportevenement van die tijd en iedereen in Korinthe was daarmee bekend.
i. En dus spreekt Paulus in hun taal. Hij gebruikt een voorbeeld uit hun leven waar zijn toehoorders bekend mee waren.
Vers 24 – “Weet u niet dat zij die in de loopbaan lopen, allen wel lopen, maar dat één de prijs ontvangt? Loop dan zo dat u die verkrijgt.”
I. Paulus zegt dat alhoewel meerdere mensen meedoen aan de hardloopwedstrijd, er maar één is die de eerste plaats zal behalen.
A. Elke deelnemer aan deze wedstrijden moest vóór de spelen 10 maanden lang dag in en dag uit keihard trainen.
B. De laatste maand, de tiende maand, brachten alle atleten door in Korinthe waar de Istmische Spelen gehouden werden.
i. Gedurende deze maand werden de deelnemers op de proef gesteld. Zij moesten zichzelf gaan bewijzen en moesten een streng trainingsprogramma volgen onder toezicht van o.a. de juryleden.
a. Het was in deze maand dat er deelnemers afvielen omdat zij niet voldeden aan de kwalificaties.
1. Alleen de besten van de besten, alleen degenen die er alles voor over hadden mochten deelnemen aan deze spelen.
(i) Elke deelnemer in deze hardloopwedstrijd deed mee om te winnen. Zij deden mee om de eerste plaats, dé prijs te behalen!
II. “Loop dan zó dat u die verkrijgt.” zegt Paulus.
A. In de Istmische Spelen deden zij stuk voor stuk mee om te winnen, vandaar dat Paulus ook dit voorbeeld gebruikt.
B. Vandaag de dag heb je mensen die deelnemen aan bijvoorbeeld de Amsterdam Marathon.
i. Natuurlijk zit er een klein aantal deelnemers tussen dat meedoet om te winnen, maar er zitten ook deelnemers tussen die gewoon mee doen om mee te doen.
a. Er zijn mensen die misschien wel het hele traject lopen of misschien voor de helft, maar die niet per se willen winnen.
b. Sterker nog, er zijn mensen die zich inschrijven, hun T-Shirt ontvangen en vervolgens een poosje meelopen en dan binnen no-time afhaken.
1. Dit zijn mensen die zich totaal niet inspannen om de prijs te behalen, maar die dan wel mee kunnen praten over het deelnemen aan de Amsterdam Marathon.
III. Zoals bij de Amsterdam Marathon waren er binnen de kerk in Korinthe te veel christenen die gewoon meededen; christenen die wel meeliepen in de wedstrijd, maar niet om te winnen!
A. Deze kwamen trouw elke zondag naar de kerkdienst, hadden zelfs een taak of een bediening, vertoonden allerlei geestelijke gaven, maar liepen vast op hun onbereidwilligheid om zich hun eigen vrijheden en rechten te ontzeggen. “Loop dan zo dat u de prijs verkrijgt.”
Vers 25 – “En iedereen die aan een wedstrijd deelneemt, beheerst zich in alles. Zij nu doen dat om een vergankelijke krans te ontvangen, maar wij om een onvergankelijke te ontvangen.”
I. De deelnemers aan de spelen moesten een eed afleggen dat zij zich gedurende tien maanden serieus hadden voorbereid.
A. Deze voorbereiding hield sowieso in dat zij intensief hadden getraind.
B. Ook betekende het dat zij zich hebben onthouden van bepaalde dingen. Dingen die hen zouden belemmeren.
i. Dingen zoals vet/ongezond eten en het drinken van alle alcoholische dranken.
ii. Het laat naar bed gaan, roken.
iii. En kort voor de wedstrijden moesten zij zich zelfs onthouden van alle seksuele activiteiten.
Deze topsporters moesten zich in ALLES beheersen. Zij moesten het hoogste niveau van zelfbeheersing bereiken, wilden zij kans maken om te winnen. Zij moesten zichzelf verloochenen.
II. Zij gingen tot het uiterste in zelfbeheersing en in zelfverloochening om een vergankelijke krans te winnen.
A. De winnaar van de Istmische Spelen ontving een krans gemaakt van denneboomtakken.
i. Marnie maakt tijdens de feestdagen kerstkransen van kerstboomtakken. Wanneer de takken nog vers zijn ziet het er prachtig uit.
ii. Maar na een aantal weken droogt het uit en beginnen de dennennaalden er vanaf te vallen en dan ziet het er heel zielig uit.
a. Zoals Marnies kerstkrans vergankelijk is en binnen no-time rijp is voor de GFT bak, waren ook de kransen die de winnaar van de Istmische Spelen kregen vergankelijk.
B. Natuurlijk namen de atleten niet alleen deel aan de Spelen om deze vergankelijke krans te winnen, maar om datgene dat de krans vertegenwoordigde.
i. De winnaar kreeg eer voor zichzelf, roem; en zij werden verheven tot de status van sportheld.
a. Maar ook deze dingen waren van tijdelijke aard. Niets van wat deze atleten hadden bereikt, zal voor eeuwig blijven bestaan! Het blijft vergankelijk!
III. Wedergeboren christenen doen niet mee aan de wedloop van het christelijke leven hier op aarde voor een moment van roem of een vergankelijke krans, nee, wij doen het om de eeuwige ‘lauwerkrans van de rechtvaardigheid’ die Jezus aan ons zal geven.
A. 2 Timotheüs 4:8 – “In de hemel wacht mij een kroon, die de Here (de rechtvaardige rechter) mij op de grote dag van Zijn terugkeer zal geven. En niet alleen aan mij, maar ook aan alle mensen die vol verwachting naar Zijn terugkeer uitkijken.” (het boek)
B. 1 Petrus 1:4 – “Daarom leven wij nu toe naar het eeuwige leven, dat wij ontvangen zullen. Dat is de erfenis die God allang voor u heeft klaarliggen in de hemel, een erfenis die door niets of niemand zal worden aangetast en nooit waardeloos zal worden.” (het boek)
i. Wij als christenen doen niet ons best om onze redding zeker te stellen. Nee, onze redding staat vast omdat Jezus hem aan ons door genade gegeven heeft.
ii. Maar wij doen ons best om Jezus te behagen in het verloochenen van onszelf en in zelfdiscipline zodat wij meer harten voor Hem zullen winnen.
a. Ik doe het omdat ik van Jezus zo graag wil horen: “Voortreffelijk, je bent een goede en betrouwbare dienaar. Kom binnen en vier feest met mij.”
Vers 26 – “Ik loop daarom niet zonder duidelijke bedoeling. Ik vecht zo met de vuist, dat ik niet in de lucht sla.”
I. Paulus zegt hiermee dat hij niet zomaar meeloopt achter de meute aan, maar dat hij doelbewust de wedloop loopt.
A. Het doel dat Paulus altijd voor ogen had was om zo veel mogelijk mensen voor Jezus te winnen.
B. In vers 22 zei Paulus: “Voor allen ben ik alles geworden, om in ieder geval enigen te behouden”.
i. Paulus loopt dus daarom niet zonder duidelijke bedoeling.
“Ik vecht zo met de vuist, dat ik niet in de lucht sla.”
I. Nu verandert hij zijn beeldspraak en spreekt nu vanuit het oogpunt van een bokser.
A. Paulus ziet het christelijke leven waarbij het winnen van zielen voor Jezus primair is, als een gevecht.
i. 2 Timotheüs 4:7 – “Ik heb lang en hard voor mijn Heer gestreden en door alles heen ben ik Hem trouw gebleven.” (het boek)
II. Hij zegt hier dat hij met de vuist vecht maar niet in de lucht slaat. Paulus bedoelt hiermee dat hij daadwerkelijk midden in het gevecht zit. Hij is niet aan het oefenen, hij is niet aan het schaduwboksen. Dit is echt, dit is menens.
A. Ik zie te veel christenen met hun vuisten in de lucht slaan. Ik maak mezelf daar ook aan schuldig.
B. Ik bedoel dat wij veel te veel praten over hoe wij mensen kunnen winnen en veel te weinig mensen daadwerkelijk winnen.
i. Ik heb jarenlang in de verkoop gewerkt voor multinationals. In het verkoopproces is het belangrijk om te plannen, om te filosoferen, om een strategie en een plan van aanpak te bepalen.
a. Maar als ik het daarbij liet, dan maakte ik geen sales, ik verkocht helemaal niets.
1. Uiteindelijk moest ik potentiële klanten gaan benaderen, ik moest in gesprek gaan met deze mensen, ik moest afspraken met hen maken.
(i) Waar het succes op neerkwam was “buffelen”. Keihard werken, niet oefenen, maar gewoon doen!
ii. Sorry mensen, maar in mijn eigen leven en in mijn beleving wordt er veel te veel gekletst over evangelisatie.
iii. Er wordt veel te veel geredeneerd over hoe wij de Grote Opdracht zouden kunnen vervullen en veel te weinig gedaan.
a. Paulus sloeg niet met zijn vuisten in de lucht. Hij raakte zijn doel, hij sloeg zijn tegenstander bont en blauw.
b. En wie was zijn grootste tegenstander?
Vers 27 – “Maar ik oefen mijn lichaam op harde wijze en maak het dienstbaar, opdat ik niet misschien, na anderen gepredikt te hebben, zelf word afgewezen.”
I. Paulus zelf, zijn lichaam met al haar drangen en zwakheden was zijn grootste tegenstander.
II. Omdat Paulus dat goed doorhad, “oefende hij zijn lichaam op harde wijze en maakte het dienstbaar”.
A. Het “oefenen” van zijn lichaam betekent hier letterlijk dat hij zijn lichaam slaat/beukt. In het Grieks staat er dat hij zichzelf met vuisten in zijn eigen gezicht sloeg, dat hij zichzelf een blauw oog gaf.
i. Dit bedoelt Paulus natuurlijk niet letterlijk, maar hij hield zijn vlees, zijn hartstocht, zijn begeerte in bedwang door het in elkaar te slaan om zijn lichaam, zijn vlees uiteindelijk dienstbaar ofwel een slaaf te maken.
B. De meeste mensen, ook christenen hebben geen beheersing over hun eigen lichaam. Nee, ze zijn eerder slaven van hun eigen lichaam.
i. Hun lichaam, hun vlees heeft het voor het zeggen. Hun lichaam bepaalt wanneer zij eten, wat zij eten, hoeveel zij eten, wanneer zij gaan slapen, wanneer zij wakker worden, enz…
a. Een topsporter kan zich dat niet veroorloven! Zijn leven kan niet bepaald worden door zijn lichaam, wat het lichaam wil.
b. Nee, zijn leven wordt bepaald door de strenge voorschriften van zijn trainer, van zijn coach.
1. Hij rent wanneer hij liever op de bank zit om een filmpje te kijken.
2. Hij eet een goed gebalanceerde maaltijd met veel bouwstoffen terwijl hij liever een pizza’tje haalt met een bakje Ben & Jerry’s.
3. Hij gaat vroeg naar bed terwijl hij liever nog opblijft omdat het zo gezellig is.
4. Hij staat ook heel vroeg op om te trainen terwijl hij zich liever nog even een paar keer omdraait.
(i) Een topsporter heeft zijn lichaam, zijn vlees in bedwang. Hij volgt zijn lichaam niet, nee, hij leidt zijn lichaam.
01. Zijn lichaam is zijn slaaf en niet andersom.
III. Paulus houdt zijn eigen lichaam, zijn vlees in bedwang opdat hij niet misschien, na anderen gepredikt te hebben, zelf wordt afgewezen.
A. Hij zegt hier niet dat hij zijn redding zou kunnen verliezen, want Gods redding is puur een genadegave van God die men niet kan verdienen door goede werken te doen.
B. Hij zegt hier wel, dat hij niet degene wil zijn die alle spelregels aan ons voorlegt en vervolgens zelf de regels niet navolgt.
i. Stel je voor dat ik tegen jullie zeg dat jullie jezelf moeten verloochenen, dat je je lichaam in bedwang moet houden, maar dat ik mezelf daar helemaal niet aan houd.
ii. Dit is wat Paulus hiermee bedoelt, dat hij als het ware gediskwalificeerd zou zijn om aan de wedstrijd mee te kunnen doen.
I. Vele christenen beginnen hun christelijke leven met veel enthousiasme en toewijding.
A. Een poosje trainen zij doelbewust en ook hard.
B. Maar na verloop van tijd hebben ze er minder zin in en gaan minder trainen, geven meer toe aan hun lichamelijke drang en eisen.
C. Voor dat je het weet zijn ze gediskwalificeerd om effectieve getuigen te zijn voor Jezus.
D. Ze zijn er niet voor geschikt, omdat ze niet bereid zijn om de prijs te betalen.
E. Het vlees, de wereld, het alledaagse leven, persoonlijke interesses en vaak gewoon luiheid komen in de weg te staan van geestelijke groei en het in staat zijn om Jezus te dienen.
F. Zelfs goede dingen kunnen in de weg staan van het allerbeste.
G. De vervulling van jouw eigen vrijheid en rechten kan in de weg staan van het vervullen van de wet van liefde.
H. Jouw eigen weg volgen kan in de weg staan om anderen naar de Weg, de Waarheid en het Leven te brengen.
I. De harten en zielen van mensen worden gewonnen door christenen die volkomen bereid zijn om door Jezus gebruikt te worden wanneer de Heilige Geest het wil.