46015 1 Korinthe 7:25-31 (Vrijgezel zijn is nog niet zo’n gek idee 1 van 2)
I. Wisten jullie dat het vrijgezel zijn en het vrijgezel blijven als wedergeboren christen zijnde niet zo’n gek idee is?
A. Natuurlijk leert de Bijbel ons dat God het huwelijk heeft ingesteld en dat het christelijke huwelijk o.a. een weerspiegeling hoort te zijn van de relatie tussen Jezus en de gemeente.
i. Maar hoe goed het huwelijk ook kan zijn, sommige christenen hoeven niet per se als getrouwd persoon door het leven te gaan, maar bij voorkeur als een vrijgezel.
B. Misschien klinkt dit tegenstrijdig, want uiteindelijk zei God Zelf in Genesis 2 dat het niet goed was dat de mens alleen door het leven zou moeten gaan.
i. Maar de Bijbel leert ons tegelijkertijd dat het in sommige gevallen wél goed is dat een kind van God als alleenstaande door het leven gaat.
C. Wij mogen er 100% zeker van zijn dat er niets tegenstrijdigs in de Bijbel staat, en vanmorgen zullen we dat weer gaan zien. Wij gaan vanmorgen verder met onze studie van Paulus’ eerste brief aan de Korinthiërs en wij zitten momenteel nog in hoofdstuk zeven.
I. Wij weten inmiddels dat Paulus in dit hoofdstuk reageert op een aantal vragen die de Korinthiërs aan hem hadden gesteld.
A. Vragen over het celibataire leven versus het getrouwde leven en welke van deze twee “geestelijker” was.
B. Vragen over het huwelijk en over echtscheiding.
C. En nu begint Paulus in vers 25 een aantal vragen te beantwoorden over het vrijgezel zijn, het door het leven gaan zonder een levenspartner, ofwel over het celibataire leven.
LEES I Korinthe 7:25-31 – bidden
Vers 25 – “Wat de ongehuwde jonge vrouwen betreft, heb ik geen gebod van de Heere. Ik geef echter mijn mening als iemand die barmhartigheid van de Heere heeft gekregen om trouw te zijn.”
I. Paulus spreekt hier over de ongehuwde jonge vrouwen. In de grondtekst staat er letterlijk dat Paulus het over “maagden” heeft. Dus voor alle duidelijkheid: vrouwen die nog nooit eerder seksuele gemeenschap met een man hebben gehad.
A. Nog specifieker heeft Paulus het hier zeer waarschijnlijk over verloofde maagden.
II. Hij zegt dat hij wat deze verloofde maagden betreft geen gebod heeft gekregen van de Heere.
A. M.a.w. toen Jezus Christus hier op aarde was, heeft Hij hier niets specifieks over gezegd, waardoor Paulus Jezus dus niet kan citeren.
III. Maar hij zegt dat hij hierover wél zijn mening kan geven.
A. Als ik ‘s zondags mijn mening verkondig, zou ik als ik jullie was op zoek gaan naar een andere kerk.
i. Want mijn mening is feilbaar, mijn mening is op zijn allerbest onvoldoende.
B. Maar bij Paulus was dat anders. Paulus geeft hier wel zijn mening, maar het is niet uit zichzelf.
i. Doordat Paulus een apostolische bevoegdheid van God heeft gekregen, schrijft hij dit vanuit zijn door God gegeven positie als de Apostel Paulus.
a. Alles dat in de Bijbel staat is door de Geest van God geïnspireerd, ofwel is door de Geest van God aan de schrijvers gegeven om vast te leggen.
C. Omdat er in de kerk in Korinthe mensen waren die zijn apostelschap in twijfel trokken, schreef Paulus dat hij zijn mening geeft als iemand die barmhartigheid van de Heere heeft gekregen om trouw te zijn.
i. De Heere Zelf heeft in Zijn barmhartigheid van Paulus een betrouwbare spreekbuis voor God gemaakt; en zowel de Korinthiërs als wij kunnen zijn mening in dit geval met 100% zekerheid als Gods mening zien.
D. Hierin is ook belangrijk, dat hij met levenssituaties te maken heeft die van persoon tot persoon verschillen. En daarom wil hij sowieso geen zwart/wit gebod geven, maar door de Heilige Geest geïnspireerde adviezen en richtlijnen.
Vers 26 – “Dit is naar mijn mening goed met het oog op de aanstaande nood, namelijk dat het voor een mens goed is om zo te zijn.”
I. Paulus zegt dat het voor een mens goed is om ongetrouwd te blijven wegens de aanstaande nood.
A. Uit onze studie in het boek Handelingen hebben wij gezien dat de wereld waarin Paulus leefde niet bijzonder sympathiek stond tegenover de volgelingen van Jezus Christus.
B. Sterker nog, de wereld waarin zij leefden was juist bijzonder vijandig jegens het Christendom.
i. Christenen werden in die tijd vervolgd. Ze werden gearresteerd, in elkaar geslagen, gevangen genomen, gemarteld en zelfs op gruwelijke wijze gedood.
ii. Paulus wist zelf als geen ander hoe vijandig de wereld was jegens christenen. Hij is zelf tot meerdere malen toe afgeranseld, met de zweep geslagen, gestenigd, gevangen genomen enz…
a. Hij zag waarschijnlijk de tekens aan de wand dat het alleen maar erger zou worden. En niet alleen dat, Jezus Zelf zei dat Zijn volgelingen vervolgd zouden worden zoals Hij vervolgd was.
1. En dat de tijd zou komen dat degenen die christenen doden, denken dat ze God daarmee een dienst bewijzen.
C. Nog geen tien jaar na het schrijven van deze brief kwam de eerste golf van staatsgeweld tegen de christenen onder het bewind van Keizer Nero.
i. De Romeinse historicus Tacitus zei, dat Keizer Nero de kunst van het martelen zodanig verfijnd had, dat zijn naam synoniem was met sadistische wreedheid.
a. Hij heeft christenen gekruisigd;
b. Nero heeft christenen levend verbrand.
c. Hij heeft christenen gewikkeld in huiden van dieren en hen vervolgens aan wilde honden gegeven die hen aan flarden scheurden.
d. Hij heeft christenen gekleed met kleding die in kaarsvet gedoopt werd en heeft hen vervolgens aan palen in zijn tuin vastgebonden en in brand gestoken om zo als menselijke kaarsen gebruikt te worden.
II. Vervolging is moeilijk genoeg voor een alleenstaande, een vrijgezel. Maar de problemen en de pijn worden alleen maar vermenigvuldigd wanneer men getrouwd is en kinderen heeft.
A. Stel je voor: je wordt als vrijgezel gevangen genomen omdat je een christen bent.
En als je je geloof in Jezus niet verloochent, word je gemarteld of op gruwelijke wijze gedood. In zo’n situatie hoef je als vrijgezel eigenlijk alleen maar aan jezelf te denken.
B. Maar wat als je als een getrouwde gevangen genomen wordt en je wordt bedreigd met de dood. Het eerste waar je aan zal denken zijn je vrouw en je kinderen en hoe zij zonder jou verder moeten in het leven.
i. Of nog erger, wat als je als een getrouwde gevangen genomen wordt en je wordt bedreigd met de verkrachting van je vrouw en kinderen, of met de marteling van je vrouw en kinderen, dan wordt het een stuk moeilijker.
III. Dus Paulus zegt dat als je de gave van God hebt gekregen om als alleenstaande door het leven te gaan, moet je dit vooral doen.
A. En één reden hiervoor is dat je God als vrijgezel effectiever kan dienen in een wereld die steeds vijandiger wordt jegens christenen.
Vers 27-28 – “Bent u aan een vrouw verbonden, zoek geen losmaking. Bent u vrij van een vrouw, zoek dan geen vrouw. Maar ook als u trouwt, zondigt u niet. Ook als het meisje dat nog maagd is, trouwt, zondigt zij niet. Zulke mensen echter zullen wel verdrukking hebben in het vlees en dat wil ik u besparen.”
I. Paulus zegt dat degenen die trouwen verdrukking hebben in het vlees.
A. Ten eerste bedoelt Paulus met het vlees onze zondige natuur. D.w.z. de verdorvenheid van de mens die van nature in opstand is tegen God en alles waar God voor staat.
i. Denk hierbij aan al je tekortkomingen, je ongezonde begeerten, je leugens, de neiging om de regels te overtreden, de neiging om koste wat kost je eigen ding te willen doen, je egoïsme, enz…
ii. Al deze dingen veroorzaken genoeg problemen voor jezelf als een vrijgezel.
B. Stel je voor: jij die zondaar bent met al je tekortkomingen, eigenaardigheden en zonden, gaat nu trouwen met nog zo’n zondaar met al zijn/haar tekortkomingen, eigenaardigheden en zonden.
i. Je hoeft geen wiskundig wonderkind te zijn om te beseffen dat 1+1 twee is, en dat wanneer twee zondaren een eenheid vormen, je twee maal zoveel problemen zal krijgen.
ii. Dit bedoelt Paulus met de verdrukking in het vlees.
iii. En stel dat je na verloop van tijd vier kinderen erbij krijgt, dan heb je een huishouden vol zondaren en nog meer verdrukking in het vlees.
a. En daarom zegt Paulus: “dat wil ik jou besparen”.
Vers 29-31 – “Maar dit zeg ik, broeders, dat de tijd beperkt is. En verder, laten zij die vrouwen hebben, zijn alsof ze die niet hebben, en zij die wenen, alsof zij niet wenen, en zij die blij zijn, alsof zij niet blij zijn, en zij die kopen, alsof zij niet bezitten, en zij die van deze wereld gebruikmaken, alsof zij die niet gebruiken. Immers, de gedaante van deze wereld gaat voorbij.
I. Paulus zegt nu tegen alle gelovigen dat de tijd die wij hier op aarde hebben beperkt is. Het woord “beperkt” dat Paulus in de grondtekst gebruikt betekent in eerste instantie: “reven”.
A. “Reven” is het inkorten van een zeil op een schip. En “reven” is wat de zeemannen deden wanneer zij de haven naderden. Dit betekende het einde van hun reis.
i. Paulus zegt hiermee dus: mensen, nog even, we zijn er bijna!
II. Dan zegt hij: “Laten zij die vrouwen hebben, zijn alsof ze die niet hebben”.
A. Het idee hierachter is niet, dat wij mannen onze vrouwen en onze huwelijken verwaarlozen.
B. Het betekent niet, dat wij mannen ons leven kunnen invullen alsof wij nog steeds vrijgezel zijn, alsof onze vrouwen niet bestaan.
C. Het betekent wel, dat Paulus ons hiermee aanmoedigt om te leven alsof de tijd die wij hier op aarde hebben beperkt is. Dat het kort dag is.
i. En dat wij niet dusdanig moeten leven alsof ons aardse gezin het enige is dat belangrijk is, maar dat wij juist leven met het oog op de eeuwigheid, met een eeuwig perspectief.
a. Als ik zuiver en alleen maar met mijn gezin bezig ben, verlies ik mijn effectiviteit in het dienen van de Heere.
III. Paulus zegt ook: “laten zij die wenen, alsof zij niet wenen, en zij die blij zijn, alsof zij niet blij zijn, en zij die kopen, alsof zij niet bezitten, en zij die van deze wereld gebruikmaken, alsof zij die niet gebruiken.”
A. Het idee hier is hetzelfde:
i. Als je verdriet hebt om welke reden dan ook, laat je daardoor niet overweldigen.
ii. Als je blij bent over aardse zaken, aards succes, als je de staatsloterij hebt gewonnen, ga daar niet helemaal in op!
iii. Hecht je niet aan materiële dingen.
iv. En laat je niet verwikkeld en verstrikt raken in de dingen van deze wereld. Want. . .
IV. “Immers, de gedaante van deze wereld gaat voorbij.”
A. De bijbel leert ons dat de wereld zoals wij die nu kennen, ooit zal ophouden te bestaan.
i. 1 Joh. 2:17 – “Aan de wereld en haar zondige begeerten komt een einde; maar wie doet wat God wil, zal eeuwig blijven leven.”
B. Dit is de reden waarom Paulus ons aanmoedigt om te leven alsof het kort dag is. Het leven hier op aarde zoals wij dat kennen houdt een keertje op.
i. Het huwelijk tussen man en vrouw is iets van het aardse leven.
a. In de eeuwigheid bestaan er geen huwelijken, dus alhoewel God het huwelijk heeft ingesteld en alhoewel het huwelijk voor God belangrijk is, leef niet alleen voor je huwelijk, maar leef met het oog op de eeuwigheid.
ii. Verdriet, blijdschap over aardse dingen, bezittingen, wereldse dingen zullen allemaal ophouden te bestaan.
a. Daarom zegt Paulus dat de tijd kort is en dat wij niet verwikkeld en verstrikt raken in zaken die vergaan.
V. Jezus zei in Mattheus 24:44 – “Daarom moeten ook jullie klaarstaan, want de Mensenzoon komt op een tijdstip waarop je het niet verwacht.”
A. Wij horen met een verwachtende houding klaar te staan, omdat Jezus op elk moment voor ons terug kan komen.
B. Ook zal een verwachtende houding ons helpen om Hem meer te gehoorzamen, het zal ons uiteindelijk meer in staat stellen om helemaal voor Hem te gaan.
i. Dat is de hoofdreden dat het nog niet zo’n gek idee is om als wedergeboren christen vrijgezel te blijven.
ii. Als God je die gave heeft gegeven, dan ben je als vrijgezel beter in staat om Jezus Christus, onze Koning en Heere, ten volle te dienen.
Jezus, Die als enige kon zeggen dat Hij altijd de wil van de Vader deed, was en bleef zijn gehele leven hier op aarde een vrijgezel.