46014 1 Korinthe 7:17-24 (God volledig dienen waar je bent)
I. Ik geloof dat jullie het met mij ééns zijn, als ik zeg dat het de mens eigen is om iets te willen hebben dat ze niet hebben, óf iets of iemand te willen zijn die ze niet zijn.
A. Kijk maar naar de vele blanke mensen die zo graag bruin willen zijn en zichzelf daarom blootstellen aan de u.v. stralen van de zon en/of de zonnebanken.
i. Of het tegenovergestelde: een Michael Jackson, die zo graag blank wilde zijn!
B. Ik hoorde van de week een preek waarin de voorganger vertelde over iemand in zijn gemeente die tevens zijn kapper is.
i. De voorganger vroeg aan deze kapper ofwel haarstilist: “In al die jaren dat je een kapper bent en zoveel verschillende mensen hebt geknipt, wat valt jou het meest op over mensen?”
a. Waarop de kapper zei: “Zowel mannen als vrouwen zijn niet tevreden met datgene wat hun is toebedeeld, ofwel niet tevreden met wie zij zijn.”
1. “De mensen met bruin haar willen blond zijn, de blondines willen hun haar donker hebben. Mensen met stijl haar willen golvend of krullend haar hebben, en mensen met krullend of kroeshaar willen hun haar stijl hebben, enz…”
II. Deze keer gaan wij kijken naar een stuk in de Bijbel dat o.a. hiermee te maken heeft en we zullen zien wat God hiervan vindt en wat Hij ons hierin wil leren. Wij pakken deze keer de draad op met onze studie van Paulus’ eerste brief aan de Korinthiërs.
I. Wij waren in I Korinthe hoofdstuk 7 gebleven waar Paulus een aantal vragen beantwoordt die de kerk in Korinthe middels een brief aan hem had gesteld.
A. In vers 1 schrijft Paulus: “Wat nu de dingen betreft waarover u mij geschreven hebt…” Vervolgens geeft Paulus zijn antwoord op deze vragen.
II. In hoofdstuk 7 geeft Paulus ons voornamelijk richtlijnen over het huwelijksleven binnen een christelijk huwelijk, echtscheiding, het celibatair leven, gemengde huwelijken waarin de één gelooft en de ander niet. Over deze zaken hebben wij het in de eerste drie studies van hoofdstuk 7 gehad.
A. Mocht je deze gemist hebben, dan raad ik je aan om die alsnog via onze Internetsite te gaan beluisteren.
i. Sterker nog, al heb je ze niet gemist, luister nogmaals naar deze studies, want er zijn vele mensen, zowel binnen als buiten de kerk die over dit onderwerp vragen hebben.
ii. En wij hebben in de Bijbel de antwoorden op deze vragen tot onze beschikking.
a. Maar om mensen antwoord te kunnen geven, moeten wij ons de waarheid eigen maken, dus verdiep je in de stof zodat je een ander hiermee kan dienen.
III. In de kerk in Korinthe werden de vrijgezelle mensen onder druk gezet door de Joden, die ervan overtuigd waren dat ieder mens moest trouwen. Want, de Heere zei uiteindelijk: “Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de hele aarde.” (Gen. 9:7)
A. Tegelijkertijd werden ook de getrouwde echtparen onder druk gezet, maar dan om zichzelf te onthouden van seksuele gemeenschap.
i. De heidenen dachten dat zij geestelijker zouden zijn als zij geen seksuele gemeenschap met zijn/haar echtgenoot zouden hebben.
B. Ook werd nog eens de gedachte opgelegd dat als een gelovige man/vrouw een ongelovige partner had, zij deze moest dumpen, want anders zou zij een soort van gelovig/ongelovige halfbloed kinderen verwekken.
i. Zij dachten dat hun kinderen bezoedeld zouden zijn vanwege een ongelijk span.
C. En dus was één van de grote vragen waarmee de Korinthiërs zaten:
i. Kan je God effectiever dienen als een getrouwde of als een ongetrouwde persoon?
ii. Kan je God een groter plezier doen als getrouwde of als een ongetrouwde?
a. Laten we vanmorgen de tekst zien in het licht van deze vraag!
LEES I Korinthe 7:1-24 – bidden
I. We zijn in onze laatste studie bij vers 16 geëindigd, dus gaan wij het deze keer in vers 17 oppakken.
A. In dit gedeelte geeft God ons een Bijbels principe dat voor ons allen van toepassing is.
i. Of je nu getrouwd bent, of vrijgezel, gescheiden, een weduwe, hertrouwd, wat dan ook.
a. Dit principe heeft in het bijzonder betrekking op je burgerlijke staat.
ii. Maar er is ook een bredere toepassing van dit principe; een meer algemene toepassing. Ik geloof dat het zowel in het bijzonder als in het algemeen tot een ieder van ons vanmorgen zal spreken.
Vers 17 – “Maar zoals God aan ieder heeft toebedeeld, zoals de Heere ieder geroepen heeft, zo moet hij wandelen. En zo schrijf ik het in alle gemeenten voor.”
I. Paulus zegt hiermee heel expliciet dat het niet uitmaakt of je nu getrouwd bent, of vrijgezel, of gescheiden of een weduwe of hertrouwd.
A. Je moet wandelen zoals de Heere je geroepen heeft, je moet wandelen in datgene dat God aan jou heeft toebedeeld.
i. Het woord “wandelen” wordt in al zijn brieven door Paulus gebruikt in de figuurlijke zin.
ii. Het betekent hoe je als christen leeft, hoe je je leven als christen invult, waar je je als christen mee bezig houdt, hoe je als christen alle gelegenheden benut om de Heere te dienen.
a. Het omschrijft het geheel van je handelen en gedragingen.
b. Het behelst jouw gehele christelijke handel en wandel.
1. Volgens Romeinen 6:4 hoort de christen in nieuwheid des levens te wandelen, ofwel een geheel nieuw leven te leiden.
2. Volgens Efeze 2:10 horen wij in goede werken te wandelen, ofwel wij horen goede werken, goede daden te verrichten.
3. Volgens Efeze 5:2 horen wij in liefde te wandelen, ofwel dat de onvoorwaardelijke liefde van God onze drijfveer is in alles dat wij denken en doen.
4. Volgens 2 Korinthe horen wij in geloof te wandelen. Dit betekent dat wij op grond van Gods Woord en de leiding van Gods Geest risico’s durven te nemen.
5. Volgens Kolossenzen 4:5 horen wij in wijsheid te wandelen.
6. Volgens 2 Johannes horen wij in waarheid en in Gods geboden te wandelen.
7. Volgens Galaten 5 horen wij in de Geest te wandelen, ofwel wij horen ons door de Heilige Geest in ALLE dingen te laten leiden.
(i) En door in de Geest te wandelen zal het ons door God Zelf mogelijk gemaakt worden om in al deze andere dingen te wandelen.
II. Paulus zegt hiermee dus dat ongeacht de situatie waarin je jezelf op dit moment bevindt, God wil dat jouw christen zijn ten volle tot uiting komt. God wil dat je Hem dient, God wil dat je met Hem wandelt.
A. Het was voor God geen probleem om jou in je huidige omstandigheden tot bekering en geloof te roepen, dus het hoeft ook geen probleem te zijn om God in je huidige omstandigheden te dienen.
III. Zoals de Korinthiërs dachten, zo denken ook wij al te vaak dat wij God pas op dit niveau kunnen dienen, wanneer. . .
A. De vrijgezel zegt: “ Wanneer ik getrouwd ben, dan kan ik God pas echt dienen, dan kan ik pas met God wandelen zoals het hoort.”
B. Degene die getrouwd is met een ongelovige partner zegt: “Wanneer ik van mijn ongelovige partner af ben, dan kan ik God pas echt dienen, dan kan ik pas met God wandelen zoals het hoort.”
i. Paulus zegt dat jouw burgerlijke staat er totaal niets mee te maken heeft, maar dat je God volledig kan dienen en met Hem wandelen in jouw huidige positie.
IV. Een van de effectiefste strategieën van satan is om christenen te laten denken dat zij God pas volledig kunnen dienen als er iets in hun leven verandert. Hij laat ons altijd denken dat het gras groener is aan de overkant!
A. Satan houdt vele christenen voor de gek door je te laten denken dat je God pas volledig kan dienen, dat je pas met God kan wandelen, wanneer. . .
i. wanneer je klaar bent met de middelbare school of met je studie;
ii. wanneer je een baan hebt die niet zo veel tijd in beslag neemt;
iii. wanneer je die promotie krijgt;
iv. wanneer je getrouwd bent;
v. wanneer je kinderen krijgt;
vi. wanneer je kinderen op school gaan;
vii. wanneer je kinderen van school af gaan;
viii. wanneer je met pensioen gaat;
ix. wanneer je in je seniorenflat gaat wonen. . .
a. Zie je hoe satan je kan beroven door continu tegen je te zeggen dat je God pas volledig kan dienen wanneer de omstandigheden in jouw leven veranderen?!
1. Maar dit is een leugen! De Bijbel zegt dat je God volledig kan dienen in de positie waar God je op dit moment in je leven heeft geplaatst.
V. “Maar zoals God aan ieder heeft toebedeeld, zoals de Heere ieder geroepen heeft. . .”
A. Wat heeft God jou toebedeeld? Wat voor leven heeft God jou gegeven? In welke positie bevind je jezelf op dit moment in je leven?
B. Wat voor mogelijkheden heeft God jou gegeven om daarin als christen te wandelen?
i. Onze ogen moeten geopend worden voor de talrijke gelegenheden waarin wij als individuen de Heere kunnen dienen.
a. De mogelijkheden en de gelegenheden om ons christen zijn tot uiting te laten komen in ons dagelijks leven liggen voor het oprapen!
1. Maar we moeten het willen zien! Er moet bij ons een knop omgaan!
VI. Paulus zegt: “Zo moeten wij wandelen. En zo schrijf ik het in alle gemeenten voor.”
En dan geeft Paulus de Korinthiërs een aantal praktijkvoorbeelden:
Vers 18 – “Is iemand als besnedene geroepen, dan moet hij die besnijdenis niet ongedaan laten maken. Is iemand geroepen die onbesneden is, dan moet hij zich niet laten besnijden.”
I. Het gaat Paulus hier niet om besnijdenis, maar om het simpele feit dat als je als een Jood tot geloof in Christus bent gekomen, je je niet als een heiden moet proberen voor te doen.
II. Of als je als een heiden, een niet-Jood, tot geloof in Christus bent gekomen, hoef je je niet eerst tot het Jodendom te bekeren.
Er zit meer achter deze uitspraak van Paulus, maar daar ga ik niet op in. Het komt neer op wat er in vers 19 staat.
Vers 19 – “Besneden zijn is niets en onbesneden zijn is niets, maar het onderhouden van de geboden van God.”
I. Waar het gaat om het dienen van God is het feit dat je besneden of onbesneden bent niet relevant. Maar ook jouw burgerlijke staat is niet relevant. Paulus kon net zo goed zeggen:
A. Getrouwd zijn is niets en niet getrouwd zijn is niets.
B. Schoolgaand zijn is niets en afgestudeerd zijn is niets.
C. Arbeidsgeschikt zijn is niets en arbeidsongeschikt zijn is niets.
i. Maar het houden van de geboden van God, het gehoorzamen van Gods Woord is waar het om draait!
Vers 20 – “Laat ieder blijven in die roeping waarin hij geroepen is.”
I.“Het geestelijk zijn is niet afhankelijk van het scheppen van andere levensomstandigheden, maar blijkt uit het trouw zijn aan de Heere binnen de huidige omstandigheden!” (Centrum voor Bijbelonderzoek)
Nog een praktijkvoorbeeld:
Vers 21 – “Bent u als slaaf geroepen, dan moet u zich daarover niet bekommeren. Kunt u echter ook vrij worden, maak dan liever van die gelegenheid gebruik.”
I. Paulus zegt: ben je als slaaf tot bekering en geloof gekomen, moet dat geen probleem zijn om als slaaf God trouw te zijn en Hem ten volle te kunnen dienen.
A. Maar als je de kans krijgt om vrijgemaakt of vrijgekocht te worden, moet je die kans pakken.
II. In de Grieks-Romeinse wereld was slavernij een doodgewoon verschijnsel. Zo’n 50% van de bevolking was slaven. Maar we moeten daarbij denken aan allerlei vormen van gruwelijke dwangarbeid.
A. De slaven van die tijd bekleedden allerlei functies; sommigen waren huishoudster, leraar, landarbeider, zelfs arts en accountant enz.
B. Slaven konden sparen om zichzelf vrij te kopen of zij konden door een ander vrijgekocht worden.
i. De slavernij van die tijd is dus een beetje te vergelijken met ons huidige arbeidsproces.
C. Ik kan me voorstellen dat sommige slaven dachten: “Oh, was ik maar vrij, dan zou ik de Heere pas echt kunnen dienen!”
i. “Oh man, ik baal ervan om een slaaf te zijn, God kan mij zeker niet gebruiken in deze positie, maar als ik vrij was, dan zou de Heere mij pas echt kunnen gebruiken.”
Vers 22 – “Wie namelijk als slaaf geroepen is in de Heere, is een vrijgelatene van de Heere. Evenzo is hij die als vrije geroepen is, een slaaf van Christus.”
I. Een ieder die tot bekering en geloof komt in Jezus is een vrijgelatene van de Heere.
A. Ik ben als wedergeboren christen vrijgekocht en vrijgemaakt van de macht van de zonde.
i. Ook ben ik vrijgemaakt van de zondeschuld. Door mijn geloof in Jezus Christus ben ik volkomen vrijgesproken van al mijn zonde. Hierdoor ben ik in Gods ogen 100% onschuldig!
ii. En ik ben ook vrijgemaakt van de heerschappij van de duivel over mijn leven. Hij heeft absoluut geen zeggenschap meer over mijn leven!
II. Tegelijkertijd ben ik als wedergeboren christen een slaaf van Jezus Christus geworden!
A. Ik ben Zijn eigendom geworden en ik ben nu VERPLICHT om Hem ten volle te dienen in welke positie of omstandigheden dan ook.
i. Maar dit geldt niet alleen voor mij! Dit geldt voor een ieder van jullie die wedergeboren zijn!
Vers 23 – “U bent duur gekocht, word dus geen slaven van mensen.”
I. Mensen, het is zo belangrijk om continu voor ogen te houden dat Jezus Christus ons heeft vrijgekocht; dat wij Zijn eigendom zijn geworden toen wij tot geloof in Hem kwamen.
A. Jezus heeft ons niet vrijgekocht uit onze slavernij aan de zonde en de dood zodat wij vervolgens ons eigen ding zouden blijven doen.
i. Wij zijn niet langer vrij om ons eigen leven te leiden! Nee, Hij heeft ons gekocht, wij zijn Zijn eigendom en wij zijn nu verplicht om Hem in deze wereld te dienen.
II. Word dus geen slaven van mensen!
A. Omdat wij het eigendom van Jezus zijn geworden, moeten wij niet meer proberen om het mensen naar de zin te maken ten koste van Jezus.
Vers 24 – “Laat ieder voor het aangezicht van God blijven, broeders, in die staat waarin hij geroepen is.”
I. Paulus somt het op door te zeggen dat wij God kunnen dienen en dat wij door God gebruikt kunnen worden in welke positie dan ook.
A.“Voor het aangezicht van God blijven” betekent dat je constant bij Hem blijft en Hem trouw dient. Het gaat om jouw persoonlijke relatie met Hem!
II. Dus, wat staat jou vanmorgen in de weg om Hem in het dagelijkse leven te dienen? Wat staat jou in de weg om geheel voor God te gaan?
A. Is het je huwelijk? Zijn het je kinderen? Is het je baan of je bedrijf? Word je afgeleid door de wereld?
i. Wat het ook mag zijn, Jezus zegt vanmorgen tegen je dat je GEEN excuus hebt om Hem niet volledig in jouw dagelijkse leven te kunnen dienen.
a. En als je niet weet hoe je God volledig in je dagelijks leven kan dienen, laten wij dan daarover praten.