46000 1 Korinthe 1:1-9 (hoe ziet God ‘slechte mensen’)
I. Hebben jullie ooit meegemaakt, dat je de woonkamer binnenkomt en er naar een film wordt gekeken.
Het is een film die je nog niet gezien hebt, en je vraagt wat er op dat moment gaande is.
En dan krijg je van één of meerdere kijkers plotseling een ‘Shhhh’ te horen, gevolgd door: ‘Kan ‘t niet uitleggen, je had het van het begin moeten zien’.
A. Nu, ik denk dat vooral bij 1 Korinthe dit ook het geval is. We moeten het begin goed begrijpen anders zullen wij bij de rest van het verhaal onbeantwoorde vragen overhouden.
B. Dus, vanmorgen zullen wij de brief induiken en gaan we rustig kijken hoe Paulus deze brief opent.
LEES I KORINTHE 1:1-9
BIDDEN
Vers 1 – “Paulus, een geroepen apostel van Jezus Christus door de wil van God, en Sosthenes, de broeder,”
I. Als wij vandaag de dag een brief schrijven, beginnen wij de brief altijd met de geadresseerde in de aanhef en eindigen wij met onze eigen naam.
A. In die tijd was het gebruikelijk om met de naam van de schrijver te beginnen.
B. Dit was handig omdat de brieven destijds in de vorm van een boekrol geschreven werden en op deze manier hoefde men niet eerste de hele brief uit te rollen om te zien wie de brief geschreven heeft.
i. En dus begint Paulus de brief met zijn eigen naam en titel.
II. Met deze aanhef komt Paulus meteen al ‘to the point’ door te zeggen dat hij een geroepen apostel is van Jezus Christus.
A. Later in de brief kunnen wij uit wat Paulus schrijft opmaken, dat zijn apostelschap in twijfel wordt getrokken door de Korinthiërs.
B. En dus zegt Paulus in zijn aanhef dat hij geen selfmade apostel is en ook niet door mensen als apostel is aangesteld, maar geroepen en aangesteld is door de wil van God.
III. Nu, het woord ‘apostel’ betekent simpelweg iemand die uitgezonden is.
A. In Lukas 6 werden de twaalf discipelen apostelen genoemd toen zij door Jezus uitgezonden werden om Hem te vertegenwoordigen.
B. En Paulus is door God geroepen om Zijn bijzondere ambassadeur te zijn en is namens Jezus Christus uitgezonden.
IV. In zijn aanhef noemt Paulus ook Sosthenes, de broeder. Dit is blijkbaar iemand die de Korinthiërs kenden.
A. In Handelingen 18 kwamen wij in het verhaal een zekere Sosthenes tegen. Hij was het hoofd van de synagoge die Paulus voor de rechter sleepte. (7043 & 7044)
i. We weten het niet zeker, maar als dit dezelfde Sosthenes is, dan is het hartstikke gaaf dat hij tot geloof in Jezus is gekomen en dat hij met Paulus meegegaan is op zendingsreis.
Vers 2 – “aan de gemeente van God die te Korinthe is, aan de geheiligden in Christus Jezus, geroepen heiligen, met allen die in elke plaats de naam van onze Heere Jezus Christus aanroepen, zowel hun als onze Heere:”
I. Paulus zegt hier nadrukkelijk dat de mensen die in de Naam van Jezus in Korinthe samen komen, niet het eigendom zijn van een bepaalde groep leiders.
A. De gemeente is ook niet het eigendom van de stichter, van Paulus. Maar de mensen die de gemeente vormen, zijn Gods eigendom, het is de gemeente van God.
II. Deze gemeente van God is in Korinthe.
A. Korinthe was destijds een bruisende wereldstad. Het was welvarend, druk, groeiend en bloeiend.
i. Zoals de Nederlandse maatschappij was Korinthe ook multicultureel.
ii. Wegens haar locatie was Korinthe ook een handelscentrum. Er werd daar veel gehandeld.
B. Korinthe had twee zeehavens: één aan de kant van de Egeïsche zee en één aan de kant van de Adriatische zee.
i. Tussen deze twee havens in lag een landengte, en op het smalste gedeelte werden de kleinere schepen van de ene kant naar de andere kant over rollers gesleept.
a. Op deze manier konden de zeelieden de gevaarlijke reis van zo’n 300 km om het zuidelijke deel van Griekenland vermijden.
C. Nu, zo’n wereldstad, zo’n havenstad met veel bezoekers zou niet compleet zijn zonder de nodige entertainment.
i. Korinthe stond het meest bekend om haar godin van de liefde, Aphrodite. Vereerders konden in de tempel van Aphrodite gratis gebruik maken van zo’n 1000 tempelprostituees.
a. Door de verering van Aphrodite en heel veel feestgedrag stond Korinthe bekend om haar losbandigheid en seksuele vrijheid.
1. ‘Men kwam naar Korinthe om zich te amuseren en geld uit te geven, zonder zich druk te maken over moraal of fatsoen.’ (Centrum voor Bijbelonderzoek)
D. Maar te midden van al deze zondige praktijken stond de gemeente van God.
III. En Paulus schrijft deze brief aan de geheiligden in Christus Jezus, de geroepen heiligen.
A. Op het moment dat iemand wedergeboren wordt door de Heilige Geest, is hij/zij geheiligd in Christus.
i. Geheiligd zijn betekent dat je ‘apart gezet’ wordt voor God, voor Gods doeleinden.
a. Dus, waar jij vóór jouw wedergeboorte alleen maar voor jezelf leefde, heeft God jou met jouw wedergeboorte apart gezet om voor Hem te gaan leven.
1. En dit is voor vele wedergeboren christenen zeer moeilijk.
2. Want alhoewel je positioneel wel ‘apart gezet’ bent voor God, ben je in de praktijk nog steeds te veel bezig met je eigen ding.
3. En ik geloof dat door een gebrek aan kennis van Gods Woord 1) velen niet eens weten dat zij apart gezet zijn voor God en 2) zij niet weten hoe ze dat in hun dagelijks leven horen toe te passen.
B. Paulus noemt de Korinthiërs ook ‘de geroepen heiligen’.
i. De Bijbel acht elke wedergeboren christen een heilige. Dit is dus niet iets exclusief zoals bijv. in de Katholieke kerk, die alleen bepaalde mensen een ‘heilige’ noemt, nadat zij aan bepaalde eisen hebben voldaan.
ii. Ik vind het zeer belangrijk dat de Bijbel de Korinthiërs als ‘geheiligden in Christus Jezus’ ziet en hen als ‘heiligen’ acht.Waarom?
a. Omdat er heel veel in deze brief staat over de gemeenteleden dat niet overeenkomt met ons beeld van het goed christen zijn.
b. De mensen van deze gemeente hebben problemen met moraliteit, met hun theologie, hun leer, met de leiderschapsstructuur, met het uitoefenen van de geestelijke gaven in hun diensten, met het gezag van het leiderschap van de kerk, met het Heilig Avondmaal, enz…
1. Het zou voor sommigen van ons heel gemakkelijk zijn om te denken dat deze Korinthiërs niet eens gered waren!
(i) Ik durf zelfs te zeggen dat de Korinthiërs misschien niet eens welkom zouden zijn in onze dienst.
2. Maar toch worden zij in de Bijbel ‘heiligen’ genoemd.
3. En ik geloof niet dat zij ‘heiligen’ zijn op basis van hun uiterlijke prestaties, maar op grond van de belofte van Jezus toen Hij in Hand. 18:10 tegen Paulus zei: “Ik heb veel volk in deze stad”.
Vers 3 – “genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heere Jezus Christus.”
I. Paulus begint al zijn 13 brieven in het Nieuwe Testament met deze begroeting. In de pastorale brieven voegt hij zelfs het woord ‘barmhartigheid’ toe.
A. Genade komt altijd voor vrede. Dit is, omdat genade de bron is van vrede. Zonder genade kan er geen vrede zijn; maar waar genade mij eigen is, zal mijn leven vanzelf vervuld worden met vrede.
B. Als je momenteel geen vrede in je leven hebt, geen vrede in je hart, dan kan het liggen aan het feit dat je Gods genade niet kent.
i. Bijvoorbeeld, een christen die Gods genade niet kent, voelt zich goed, voelt zich trots wanneer hij de dingen in zijn leven goed op een rijtje heeft.
ii. Hij voelt zich goed wanneer hij een bediening goed uitoefent.
a. Maar tegelijkertijd heeft hij geen vrede, omdat er anderen in de gemeente zijn die de dingen niet zo goed op een rijtje hebben staan.
b. Er zijn anderen in de gemeente die hun bediening niet zo goed uitoefenen als hij.
1. En het gevolg ervan is, dat deze persoon gefrustreerd raakt met de mensen die het niet zo goed doen als hij. Vandaar geen vrede.
iii. Een christen die Gods genade niet kent, voelt zich daarentegen ook terneergeslagen wanneer hij zijn leven niet goed op een rijtje krijgt.
iv. Hij voelt zich hopeloos wanneer hij om welke reden dan ook zijn bediening niet goed uitoefent.
a. Zo’n christen heeft geen vrede, omdat hij het idee heeft, dat hij nooit kan voldoen aan de eisen die aan hem gesteld worden.
b. Hij heeft het idee, dat hij Gods verwachtingen van hem niet kan naleven.
1. En het gevolg daarvan is, dat deze persoon gefrustreerd raakt met zichzelf en ook met de mensen in de gemeente die het wél goed blijken te doen. Vandaar geen vrede.
C. Maar als je Gods genade maar een beetje kent, weet je dat het er absoluut niet om gaat hoe goed of hoe slecht je het doet.
D. Gods genade is menselijk gezien eigenlijk niet te bevatten. Maar wat wij ervan kunnen begrijpen, zou ons christelijk leven radicaal kunnen veranderen.
E. Om nog één voorbeeld te noemen: mensen denken vaak dat God hen zegent wanneer zij het ‘goed doen’ en dat God hun Zijn zegen onthoudt wanneer zij het ‘slecht doen’.
i. Dit is een hele kromme redenering. Want God zegent niet op basis van onze goede werken, maar op basis van Zijn genade, Zijn onverdiende gunst.
ii. Het gevaar van deze foute redenering is, dat wanneer iemand in zonde leeft en God die persoon blijft zegenen, hij tot de foute conclusie zal komen dat God zijn zonde door de vingers ziet en het uiteindelijk goedkeurt.
Mensen, laten wij het ons levensdoel maken om Gods genade te leren kennen! Het zal ALLES in je denken, ALLES in je leven totaal veranderen!
Vers 4 – “Ik dank mijn God steeds weer voor u, vanwege de genade van God die u gegeven is in Christus Jezus.”
I. Paulus dankt God steeds weer voor de Korinthiërs.
A. Dankt hij God omdat de Korinthiërs zulk voorbeeldige christenen zijn?
i. Nee, hij dankt God omdat hij weet dat God hun Zijn genade heeft geschonken.
ii. Hoe vaak dank jij God voor de, in jouw ogen, ‘onvolmaakte’ broers/zussen in deze gemeente?
a. Je kan God alleen maar voor hen danken wanneer je Gods genade op hun leven ziet rusten.
b. En je kan Gods genade alleen maar op hun leven zien rusten wanneer je Gods genade leert kennen.
Vers 5-7 – “U bent namelijk in alles rijk geworden in Hem, in elk woord en alle kennis, zoals het getuigenis van Christus bevestigd is onder u, zodat het aan u geen genadegave ontbreekt, terwijl u de openbaring van onze Heere Jezus Christus verwacht.”
I. Paulus bevestigt hier dat de Korinthiërs ‘stinkend’ rijk zijn geworden in Christus.
A. Paulus zegt hier: “Jullie verkondigen het Evangelie; jullie kennen Jezus; de charismatische gaven (de genadegaven) van de Heilige Geest komen tot uiting en jullie verheugen je op de wederkomst van Jezus.
i. Jullie zijn stinkend rijk!
B. Hoeveel minpunten zij ook hadden, en het waren er veel, dit zijn hele positieve dingen die Paulus over hen zegt.
i. Over hoeveel gemeenten kunnen wij dit vandaag de dag nog zeggen?
a. Zelfvoldaan kunnen wij trots zijn op het feit dat wij niet dezelfde problemen hebben als de Korinthiërs.
1. Maar de vraag is: ‘hebben wij dan ook hun positieve punten?’
(i) Nogmaals, de Korinthiërs hadden al deze positieve dingen niet omdat zij zo geestelijk waren, maar omdat de genade van God in overvloed op de gemeente rustte.
Vers 8 – “God zal u ook bevestigen tot het einde toe, zodat u onberispelijk zult zijn op de dag van onze Heere Jezus Christus.”
I. De Korinthiërs hadden hun sterke punten en ze hadden hun zwakke punten.
A. Paulus dankt en prijst God voor al het goede dat in, onder en door hen gebeurde.
B. En hij zei met veel vertrouwen dat God voor al hun zwakheden zal zorgen; dat God het hun zal leren.
i. Ondanks alle problemen, ondanks hun onvolwassenheid, ondanks hun vleselijkheid, ondanks de foute hartsgesteldheid van de christenen in Korinthe was Paulus 100% zeker dat het met de gemeente in Korinthe goed zou komen.
ii. Hoe kan Paulus zo zeker zijn van zijn zaak wanneer er zoveel problemen zijn?
Vers 9 – “God is getrouw, door Wie u geroepen bent tot de gemeenschap met Zijn Zoon Jezus Christus, onze Heere.”
I.Paulus kan zeker zijn van zijn zaak omdat God getrouw is. Punt uit.
A. De Korinthiërs zijn door God geroepen om één te zijn met Jezus en God zal ervoor zorgen dat zij bevestigd, bekrachtigd zullen worden tot het einde toe.
i. En Jezus zal die onvolmaakte Korinthiërs onberispelijk, vlekkeloos, geheel onschuldig aan God de Vader presenteren.
“God is getrouw, door Wie u geroepen bent tot de gemeenschap met Zijn Zoon Jezus Christus, onze Heere.”
BIDDEN