Mattheüs 5:43-48 – De ultieme test; heb je vijanden lief

I. Wie weet wat een USP is? Een USP is een “Unique Selling Proposition”, ook wel “Unique Selling Point” genoemd en het is een eigenschap van een product of dienst die het onderscheidt van vergelijkbare producten of diensten.

A.  Een USP is dus datgene waarmee één bedrijf zichzelf onderscheidt van een ander.

B.  Of wij ons er nu wel of niet van bewust zijn, wij maken dagelijks keuzes aan de hand van USP’s.

i.  Bij voorbeeld, de één doet zijn boodschappen bij Lidl ipv bij Albert Heijn, omdat Lidl goedkoper is.

a.  Goedkopere producten is een USP van Lidl.

ii. De ander doet zijn boodschappen bij Albert Heijn ipv bij Lidl, omdat Albert Heijn meer variatie biedt én om de kwaliteit van haar producten.

a.  Een bredere selectie en een hogere kwaliteit zijn USP’s van Albert Heijn.

iii. De één kiest voor een Apple iPhone en de ander kiest voor een Samsung Galaxy S2 of S3.

a.  Beiden hebben hun USP’s waardoor men bewust voor de één of voor de andere kiest.

C.  Het punt is namelijk, dat USP’s je als bedrijf in staat kunnen stellen om je te kunnen onderscheiden van andere bedrijven waardoor je potentieel meer mensen als klant kan krijgen dan je concurrent.

D.  Toen ik nog in het bedrijfsleven werkte en in de verkoop zat, vroeg iedere bestaande en potentiële klant zich af wat de USP’s van mijn bedrijf waren.

i.  Hij/zij stelde deze vraag niet letterlijk, maar ik wist dat elke beslisser met deze vraag zat.

a.  De vraag is: “Wat doe jij anders en wat doe jij meer dan de anderen?”

1.  Als ik aan kon tonen, dat datgene dat wij anders of meer deden, aansloot op hun behoeften, dan had ik hem/haar gewonnen.

II. Jezus stelt in Mattheüs 5:47 dezelfde vraag aan Zijn discipelen? Hij vraagt hun: “Wat doet u meer dan anderen?”

A.  Jezus vraagt hun dit, omdat God Zichzelf onderscheidt van alle andere zogenaamde godsdiensten.

i.  En terecht, want er is geen andere God zoals de God van de Bijbel. Hij en Hij alleen is de enige echte God.

B.  Eén van de vragen die ik vaak van ongelovige mensen krijg, is: “Wat maakt jouw geloof anders dan de andere godsdiensten?”

i.  Er zijn heel veel dingen die het Bijbelse christendom onderscheidt van alle andere godsdiensten. Eén ervan vinden wij terug in het laatste gedeelte van Mattheüs 5.

a.  Wij gaan deze keer behandelen wat, denk ik, het christen zijn, het meest onderscheidt van alle andere godsdiensten.

LEES MATTHEUS 5:43-48

Vers 43 – “U hebt gehoord dat er gezegd is: U moet uw naaste liefhebben en uw vijand moet u haten.”

I. Jezus geeft hier aan wat de schriftgeleerden en de Farizeeën de gewone mensen leerden over de Bijbel. Hij geeft dat aan door te zeggen: “U hebt gehoord dat er gezegd is:”. M.a.w. jullie hebben van de schriftgeleerden en de Farizeeën gehoord dat…

A.  De schriftgeleerden en de Farizeeën leerden de mensen dat zij hun naaste lief moeten hebben en hun vijanden haten. Dit was weer zo’n verdraaiing van Gods Woord.

B.  Dit is echter gedeeltelijk waar, want in Leviticus 19:18 waar zij dit vandaan halen, staat: “u moet uw naaste liefhebben als uzelf.”

C.  God wil, dat Zijn kinderen, zowel Jood als niet-Jood, hun naaste liefhebben zoals zij zichzelf liefhebben.

D.  Eén van de manieren waarop wij onszelf liefhebben, is door voor onszelf te zorgen. Paulus zegt in Efeze 5:29:

i.  Efeze 5:29a – “…niemand heeft ooit zijn eigen vlees (lichaam of zichzelf) gehaat, maar hij voedt en koestert het.”

a.  Over het algemeen heeft ieder mens zichzelf veel meer lief dan dat hij een ander liefheeft.

1.  Uitzonderingen daargelaten, maar wanneer wij opstaan zorgen wij altijd eerst voor onszelf; wij zorgen voor ons eigen eten en drinken, wij kleden onszelf aan, wij plannen onze dag in.

(i)  En als wij dit niet zelf doen, dan zorgen wij ervoor, dat een ander dat voor ons doet.

(ii)  Wij zorgen ervoor, dat wij zelf iedere dag genoeg te eten en te drinken krijgen.

2.  Wij willen altijd de eerste zijn bij de kassa, wij willen voor onszelf een zitplaats veroveren in de trein of bus.

3.  Als er nog maar één liter melk in de schappen staat en je weet dat die persoon naast je ook op de melk afgaat, dan ga je er als een gek op af om ervoor te zorgen, dat jij dat pak melk krijgt.

4.  Als wij vandaag een groepsfoto maken, waarop wij allemaal staan en ik deze volgende week aan jullie geef, wie zal je als eerste zoeken in de foto?

E.  Of wij het nu willen toegen of niet, wij mensen houden gewoon heel veel van onszelf. Het is aan alles te zien. Wij zorgen eerst voor onszelf voordat wij aan anderen denken.

i.  God wil, dat wij net zo veel van anderen houden, dat wij net zo goed voor anderen zorgen als voor onszelf.

ii.  Waarom? Omdat God zo is. Het is Gods natuur om van anderen te houden en om voor anderen te zorgen. Dit onderscheidt God van alle andere zogenaamde goden.

a.  Want God is een persoonlijke God, die onvoorwaardelijk van iedere persoon houdt en voor iedere persoon zorgt.

1.  Dus, het gebod is: “u moet uw naaste lief-hebben als uzelf.” Maar, in vers 43 staat dit:

Vers 43 – “U hebt gehoord dat er gezegd is: U moet uw naaste liefhebben en uw vijand moet u haten.”

I. Ten eerste hebben de schriftgeleerden en de Farizeeën het tweede gedeelte van het gebod weggelaten. Zij dachten, dat zij zelf, als zij de mensen leren om hun naaste lief te hebben, kunnen bepalen hoe zij hun naaste liefhebben.

M.a.w. niet per se liefhebben zoals zij zichzelf liefhebben, maar hun naasten liefhebben volgens hun eigen definitie.

II. Ten tweede hebben zij aan het gebod toegevoegd, dat zij hun vijanden moeten haten. Dit staat NERGENS in de Bijbel!

A.  De schriftgeleerden en de Farizeeën leerden, dat hun “naasten” alleen hun Joodse volkgenoten waren. Dit gaf hun dus het groene licht om alle andere mensen te haten. En dit deden zij ook!

i.  Sterker nog, hun definitie van “naaste” was zelfs zo nauw geworden, dat zij alleen hun familieleden en hun beste vrienden als hun “naasten” beschouwden.

a. Op deze manier hoefden zij slechts een klein groepje mensen op hun eigen manier lief te hebben en de rest van de wereld mochten zij haten en ook als gehate mensen behandelen. Lekker gemakkelijk!

Vers 44 – “Maar Ik zeg u: Heb uw vijanden lief; zegen hen die u vervloeken; doe goed aan hen die u haten; en bid voor hen die u beledigen en u vervolgen;”

I. Jezus haalt de kromme redenering van de zelfingenomen schriftgeleerden en Farizeeën helemaal onderuit.

A.  Zij meenden, dat zij rechtvaardig waren, omdat zij hun familie en vrienden liefhadden. Sterker nog, zij waren in eigen ogen zelfs gerechtvaardigd in het haten van hun vijanden.

i.  Zij dachten, dat zij hierdoor aan Gods maatstaven voldeden; maar Jezus legt de lat op een veel hoger niveau dat, menselijk gezien, onhaalbaar is. Jezus zegt: “Heb uw vijanden lief!”

II. Ik had er jaren lang moeite mee, dat Jezus ons hier leert om onze vijanden lief te hebben, terwijl God in het Oude Testament de Israëlieten gebiedt om bijvoorbeeld de Ammonieten, de Moabieten en de Edomieten geheel af te slachten.

A.  Ook kon ik toen ik de vervloekende Psalmen van koning David las, deze niet rijmen met het gebod van Jezus om mijn vijanden lief te hebben. Het leek mij allemaal zo tegenstrijdig.

B. Lees Psalm 69:23-29 – Hier zien wij Koning David zijn vijanden vervloeken. Maar, waarom?

i. Niet omdat het per se zijn persoonlijke vijanden waren, maar omdat het Gods vijanden waren. Vers 10 is de sleutel van koning Davids vervloekingen.

a.  Vers 10 – “Van mijzelf blijft niets over, omdat ik alles geef voor Uw zaak. De spot en hoon van hen die U haten, kwamen op mij terecht.”

1.  Koning David kende God, Zijn Woord en Gods heilsplan, waarin God vanuit het Joodse volk Zijn Messias voort zou laten komen.

2.  Hij wist ook, dat al Gods vijanden, die Gods heilsplan wilden dwarsbomen omdat zij Hem haatten, door God, De rechtvaardige rechter, gestraft moesten worden.

C.  Wij hebben deze keer geen tijd om ons hierin te verdiepen, maar de Kanaänieten waren de allerslechtste mensen die ooit op aarde gewoond hebben.

i.  Zij wilden niets met God te maken hebben en stonden Gods gekozen volk, Israël, alleen maar in de weg. Vandaar dat God Israël geboden had om de Kanaänieten geheel uit te roeien.

a.  Maar, ondanks dat God dit volk gestraft heeft, hield God persoonlijk van iedere Kanaäniet.

D.  Wat koning David betrof, vervloekte hij aan de ene kant in o.a. de Psalmen zijn vijanden, waaronder zijn eigen zoon Absalom, en aan de andere kant hield hij onvoorwaardelijk van Absalom en weende hij toen hij omkwam.

i.  2 Samuël 18:33b – “Mijn zoon Absalom, mijn zoon, mijn zoon Absalom! Och, was ík maar in jouw plaats gestorven, Absalom, mijn zoon, mijn zoon!”

E.  Ook zie ik in het Nieuwe Testament Jezus Zelf de schriftgeleerden en de Farizeeën verdoemen. Dit lijkt zeer tegenstrijdig, want dezelfde Jezus leert ons om onze vijanden lief te hebben.

i. Lees Mattheüs 23 diverse versen:

a.  Hier zien wij Jezus de schriftgeleerden en de Farizeeën meerdere malen vervloeken.

b.  En ook hier geldt, dat Hij deze mensen vervloekt op juridische basis en niet op een persoonlijke basis.

1.  Jezus, De rechtvaardige rechter van de hele Schepping, spreekt Zijn vonnis uit over de schrift-geleerden en Farizeeën, omdat zij niet alleen Gods Wet hadden overtreden, maar omdat zij Gods Heiland hadden verworpen.

(i)  En ondanks dit heeft God elke schriftgeleerde en Farizeeër lief.

Vers 44 – “Maar Ik zeg u: Heb uw vijanden lief; zegen hen die u vervloeken; doe goed aan hen die u haten; en bid voor hen die u beledigen en u vervolgen;”

I. Jezus zegt hier niet, dat wij onze vijanden aardig of leuk moeten vinden. Dat vereist iets emotioneels, het heeft met gevoelens te maken.

Maar het liefhebben is een praktische zaak. Het heeft hier niets te maken met een gevoel, maar juist met de wil en met een besluit om het te doen.

A.  Zegen hen die u vervloeken: Jezus bedoelt hiermee, dat ik wanneer iemand mij vervloekt, zoals men in Nederland bijv. iemand een bepaalde ziekte toewenst, niet terug scheld, maar dat ik juist iets goeds van hem/haar zeg.

i.  Het woord ‘zegen’ dat Jezus hier gebruikt, is hetzelfde woord waarvan wij het Engelse woord ‘eulogy’ krijgen. Een ‘eulogy’ is een lovende toespraak die gehouden wordt over de gestorvene tijdens de uitvaartdienst.

a. Wij zijn geneigd om iemand die ons vervloekt even de waarheid te zeggen. Maar dat hoort niet bij de christen.

B.  Doe goed aan hen die u haten: Jezus bedoelt hiermee, dat wanneer iemand mij haat, ik hem/haar niet terughaat, maar dat ik juist op een pro-actieve wijze iets goeds terug doe.

C.  Bid voor hen die u beledigen en u vervolgen: Jezus bedoelt hiermee, dat ik wanneer iemand mij smadelijk behandelt of met minachting of belediging lastig valt of op mij zit te vitten, voor die persoon ga bidden.

i.  Ten eerste moet ik tot de Heere in gebed komen om Hem te vragen of er iets in mij is wat aanleiding geeft tot het gedrag van deze persoon.

ii. Ten tweede moet ik bidden, dat God mij die persoon laat zien door Zijn ogen. D.w.z. als een verloren zondaar, wiens eeuwige bestemming hel en verdoemenis is.

iii. Ten derde moet ik bidden om God te vragen, dat God zijn/haar ogen opent voor de waarheid van het Evangelie en dat God mij of iemand anders zal gebruiken om deze persoon Gods liefde te tonen.

a.  God wil dat geen enkele persoon verloren gaat en wanneer wij onze vijanden liefhebben, kan het gevolg zijn, dat wij onze vijanden winnen voor het Koninkrijk van God. Jezus vraagt dit van Zijn discipelen…

Vers 45 – “zodat u kinderen zult zijn van uw Vader, Die in de hemelen is, want Hij laat Zijn zon opgaan over slechte en goede mensen, en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.”

I. Jullie kennen de gezegden: “Zo vader, zo zoon” of “Zo moeder, zo dochter”. Dit betekent, dat de kinderen de eigenschappen van hun ouders erven.

II. En omdat wij die wedergeboren zijn, vanuit God, de Heilige Geest, opnieuw geboren zijn en een nieuwe natuur gekregen hebben, erven wij de eigenschappen van God.

A.  Wij hebben onze vijanden lief, omdat wij kinderen zijn van God de Vader Die in de hemel is.

B.  D.m.v. van iets dat Gods algemene genade genoemd wordt, laat God de zon opgaan over zowel goede als slechte mensen. God voorziet zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen van regen.

i.  God zegent niet alleen de christelijke boer door hem een goede oogst te geven, maar God zegent ook de kwaadaardige, zondige boer die atheïst is.

Vers 46-47 – “⁴⁶Want als u hen liefhebt die u liefhebben, wat voor loon hebt u dan? Doen ook de tollenaars niet hetzelfde? ⁴⁷En als u alleen uw broeders groet, wat doet u meer dan anderen? Doen ook de tollenaars niet zo?”

I. Jezus zegt tegen de Joden, dat zij als zij alleen degenen liefhebben waarmee zij het goed kunnen vinden;

mensen die van hen houden, geen greintje beter zijn dan de tollenaren die zij haten.

A.  De Joden haatten de tollenaren, omdat zij voor de vijand werkten. Zij inden het belastinggeld voor de Romeinen.

i.  Jezus zegt hier, dat, zij tenzij zij hun vijanden liefhebben, net zo slecht zijn als de tollenaren die zij zo verachten.

II. Jezus zegt: “En als u alleen uw broeders groet, wat doet u meer dan anderen? Doen ook de tollenaars niet zo?”

A.  De gebruikelijke Joodse begroeting was niet zoals wij dat doen; “hoi”. Nee, de Joden begroetten alleen mensen waarvan zij houden, omdat zij niet alleen “hoi” zeiden, maar zij zeiden: “Shalom”.

i.  Zij wensten degenen die zij begroetten, Gods vrede toe. Zij deden dat alleen met degenen die zij mochten. Een Jood van die tijd zou dus nooit een tollenaar of een heiden begroeten.

Vers 48 – “Weest u dan volmaakt, zoals uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is.”

I. Jezus sluit dit gedeelte af door ons aan te moedigen om volmaakt te zijn. Dit betekent niet, dat wij aan deze kant van de eeuwigheid volmaakt en zondeloos zullen zijn.

A.  Het woord dat Jezus gebruikt, betekent volwassen of volgroeid. Het betekent, dat men volledig ontwikkeld en volleerd is.

i.  Hij zegt hiermee, dat wij christenen volwassen en volgroeide christenen moeten worden.

B.  Volwassen in onze kennis van God. Volwassen in onze kennis van Gods Woord. Volwassen in onze toewijding, trouw en overgave aan de Heere.

i.  Zo’n christen staat volkomen onder de leiding van de Heilige Geest en wordt door de Heilige Geest in staat gesteld om zijn/haar vijanden lief te hebben.

· Romeinen 5:6-11

· Kolossenzen 1:21-23

Bijbelstudie en Uitleg De ultieme test van het christen zijn: heb je vijanden lief! – Mattheüs 5:43-48 – Calvary Chapel Haarlemmermeer