Openbaring 21:9-27 – Het nieuwe Jeruzalem
I. Als je deze keer voor het eerst in de Calvary Chapel bent, dan kom je middenin onze studie in het Bijbelboek Openbaring binnen.
A. Dat is op zich niet erg, want elke studie staat op zichzelf, maar wij zitten vandaag in hoofdstuk 21 van 22, dus dan heb je wel veel gemist.
B. Wij zijn ruim een jaar geleden met Openbaring 1:1 begonnen en deze keer pakken wij het op bij Openbaring 21:9.
Lees Openbaring 21:9-27
I. Wij zijn in onze reis door Openbaring heen tot het einde van alles gekomen. Eigenlijk zijn wij tot het nieuwe begin gekomen.
A. In Genesis 1 spreekt de Bijbel over de schepping van de huidige hemel en aarde en in Openbaring 21 spreekt de Bijbel van een nieuwe hemel en nieuwe aarde, vandaar dat ik zei, dat vanaf Openbaring 21 een nieuw begin gaat komen.
B. Waar wij het deze keer over gaan hebben, is het einde van het boek, het einde van de Bijbel. Omdat God ons hiermee een ‘spoiler’ heeft gegeven, kunnen wij weten hoe het afloopt.
C. Dit is dus de climax! Dit is waar de hemel en het verloste volk van God al duizenden jaren op zitten te wachten. Dit is waar de gehele Bijbel naartoe heeft gewerkt. En dit is datgene wat de gelovige hoop geeft.
i. Als jij vanmorgen geen hoop hebt of als je denkt dat jouw leven hopeloos is, dan wil ik je nu vertellen, dat wij weten hoe de volgeling van Jezus Christus er daadwerkelijk voor staat, en dat is hoopvol
ii. Er is hoop!! Er is hoop voor de christen! En als je deze hoop wil hebben en je bent geen christen, dan is dat heel gemakkelijk opgelost: word vandaag een christen!
II. Wij bevinden ons in de tijdlijn van Openbaring na het duizendjarig vrederijk van Christus.
A. Hoofdstuk 1-3 hebben betrekking op het tijdperk van de kerk die in Handeling 2 begon en door zal gaan totdat de Heere letterlijk de kerk op zal nemen.
B. Tussen hoofdstuk 3 en 4 wordt de kerk, d.w.z. alle echte wedergeboren christenen, door Jezus opgenomen in de hemel.
C. Hoofdstuk 6-18 hebben betrekking op de verdrukking en de grote verdrukking.
D. Hoofdstuk 19-20 hebben o.a. te maken met de bruiloft van het Lam, de wederkomst van Jezus Christus, het duizendjarig vrederijk en het laatste oordeel waarin satan, alle demonen en allen wiens naam niet geschreven staat in het Boek des Levens in de poel van vuur geworpen worden om voor eeuwig gestraft te worden.
E. En tot slot hebben hoofdstuk 21 en 22 te maken met de eeuwige heerlijkheid, het nieuwe begin waarin al het oude voorbijgegaan is, waarvan de profeet Jesaja schrijft:
i. Jesaja 65:17 – “Want zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Aan de vorige dingen zal niet meer gedacht worden, ze zullen niet meer opkomen in het hart.”
III. Afgelopen keer hebben wij in de eerste 8 verzen gezien, dat God een nieuwe hemel en een nieuwe aarde gaat maken. Ook zagen wij, dat de heilige stad, het Nieuwe Jeruzalem neerdaalt van God uit de hemel.
A. Afgelopen keer hebben wij niet veel aandacht hieraan besteed, dus gaan wij deze keer het Nieuwe Jeruzalem van iets dichterbij bekijken.
B. Maar, zoals ik afgelopen keer zei, is het onmogelijk om met ons beperkte verstand en beperkte geestelijk inzicht een juiste voorstelling te krijgen van hoe rijk en hoe mooi het hemelse leven zal zijn.
Vers 9-10 –“9En een van de zeven engelen die de zeven schalen hadden, vol van de zeven laatste plagen, kwam naar mij toe en hij sprak met mij en zei: Kom, ik zal u de bruid, de vrouw van het Lam, laten zien. 10En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en liet mij de grote stad zien, het heilige Jeruzalem, dat neerdaalde uit de hemel, bij God vandaan.”
I. Het is noemenswaardig, dat deze engel een van de zeven engelen is die Gods toorn uitgoot over de grote hoer, de stad Babylon.
A. Want hier is het dezelfde engel die de schitterende bruid, de vrouw van het Lam, Jezus Christus, aan Johannes laat zien. Wat een contrast tussen de hoer en de bruid!
II. Ik denk, dat Johannes op dit moment misschien verwachtte een bruid te zien, maar de engel nam Johannes mee in een visioen en liet hem de grote stad zien, het nieuwe Jeruzalem.
A. De engel nodigt Johannes uit om de bruid te gaan zien, maar hij krijgt het nieuwe Jeruzalem te zien.
i. Ik geloof niet, dat de bruid van Christus en het nieuwe Jeruzalem een en dezelfde zijn, maar dat het nieuwe Jeruzalem gekarakteriseerd wordt door haar inwoners, de bruid van Christus.
ii. In deze context wordt de bruid van Christus gevormd door alle verloste mensen vanuit de gehele menselijke geschiedenis, dus niet slechts de kerk.
Vers 11-13 –“11Zij had de heerlijkheid van God, en haar uitstraling was als een zeer kostbare edelsteen, als een kristalheldere steen jaspis. 12Zij had een grote en hoge muur met twaalf poorten, en bij die poorten twaalf engelen. Ook waren er namen op geschreven, namelijk van de twaalf stammen van de Israëlieten. 13Drie poorten op het oosten, drie poorten op het noorden, drie poorten op het zuiden, en drie poorten op het westen.”
I. De stad straalde met de heerlijkheid van God en Johannes kon het alleen maar vergelijken met de uitstraling van een zeer kostbare edelsteen, een kristalheldere jaspis waarvan veel Bijbelleraren denken dat hij eerder op een diamant lijkt.
A. Eerder in Openbaring 4 beschreef Johannes God Zelf als een jaspis. En ook hier schrijft Johannes, dat de stad was als een kristalheldere jaspis.
II. De grote en hoge muur met twaalf poorten, waarop de namen van de twaalf stammen van de Israëlieten staan geschreven, maakt een aantal zaken duidelijk:
A. 1) Dat de zogenaamde 10 verloren stammen helemaal niet verloren zijn, want God weet kennelijk precies waar ze zijn.
B. 2) Dat Gods plan met Israël niet geëindigd is toen de kerk tot stand was gebracht, zoals de vervangingsleer aanhangers dat beweren.
i. Alleen al in Ezechiël 40-48 leren wij, dat God Zijn plan met Israël op Zijn tijd voort zal zetten.
C. 3) Dat de namen van de twaalf stammen een prominente rol zullen spelen in het Nieuwe Jeruzalem geeft ook aan, dat niet alleen de gelovigen die tot de kerk behoren voor eeuwig gered zullen zijn, maar ook alle heiligen vanuit het Oude Testament, onder het oude verbond.
Vers 14 –“En de muur van de stad had twaalf fundamenten met daarop de twaalf namen van de twaalf apostelen van het Lam.”
I. Dat de namen van de twaalf apostelen op de twaalf fundamenten staan, geeft aan, dat niet alleen de heiligen vanuit het Oude Testament hemelburgers zullen zijn, maar vooral ook de heiligen vanuit het Nieuwe Testament, de kerk.
A. Volgens Efeze 2 is de kerk gebouwd op het fundament van de apostelen.
II. Ik ben benieuwd wie de twaalfde apostel zal zijn. Zal het Matthias uit Handelingen 1 zijn of zal het de apostel Paulus zijn?
Vers 15-16 –“15En hij die met mij sprak, had een gouden meetlat om de stad op te meten, en haar poorten, en haar muur. 16En de stad lag daar als een vierkant, haar lengte was even groot als haar breedte. En hij mat de stad met de meetlat op: twaalfduizend stadiën. Haar lengte, breedte en hoogte waren gelijk.
I. Volgens de beschrijving van Johannes zal het nieuwe Jeruzalem een mega grote kubus zijn. Ik kan me daar niets bij voorstellen, vooral als we de afmetingen lezen. De enige referentie die ik heb is iets uit Star Trek, the Next Generation. Dit ken ik trouwens van vóór mijn bekering!
A. Het kan zijn, dat Hollywood het idee van de Borg Cube uit Openbaring heeft gehaald.
II. De afmetingen zijn voor ons beperkt verstand onvoorstelbaar:
A. 1 stadion = 192 meter
B. 12.000 stadiën = 2.304 kilometer
C. 12.230.590.464 km3 (meer dan 12 miljard kubieke kilometer)
D. Dit is een weergave van hoe groot het nieuwe Jeruzalem ongeveer zal zijn.
i. Nogmaals, wij weten niet hoe het er precies uit zal gaan zien en hoe het zal werken, maar het zal in ieder geval groot genoeg zijn om ons voldoende ruimte te bieden.
Vers 17 –“En hij mat haar muur op: honderdvierenveertig el, een mensenmaat, die ook de maat van een engel is.”
I. De meeste conservatieve Bijbelleraren verklaren, dat de engel hier niet de hoogte van de muur opmeet, maar de dikte van de muur.
A. De muur is 144 el, oftewel ca. 70 meter dik.
Vers 18-21 –“18En het bouwmateriaal van de muur was jaspis en de stad was zuiver goud, gelijk aan zuiver glas. 19En de fundamenten van de muur van de stad waren met allerlei edelgesteente versierd. Het eerste fundament was jaspis, het tweede saffier, het derde chalcedon, het vierde smaragd, 20het vijfde onyx, het zesde sardius, het zevende chrysoliet, het achtste beril, het negende topaas, het tiende chrysopraas, het elfde hyacint, het twaalfde amethist. 21En de twaalf poorten waren twaalf parels. Elke poort apart bestond uit één parel, en de straat van de stad was zuiver goud, als doorzichtig glas.”
I. God laat hier zien, dat Hij het allerbeste, het allermooiste voor ons in petto heeft. We hoeven nooit meer jaloers te zijn op anderen die een veel mooier en groter huis hebben dan wij!
A. De mooiste bouwwerken op aarde stellen in vergelijking met het nieuwe Jeruzalem niets voor.
i. Sint-Pietersbasiliek in Rome valt in het niet.
ii. Buckingham Palace in Londen valt in het niet.
iii. De Petronas Towers in Kuala Lumpur vallen in het niet.
iv. De Burj Khalifa in Dubai, het hoogste gebouw ter wereld met haar 830 meter hoogte en 160 verdiepingen valt in het niet.
Vers 22 –“Ik zag geen tempel in haar, want de Heere, de almachtige God, is haar tempel, en het Lam.”
I. In de voormalige hemel zagen wij in Openbaring 7, 15 en 16 nog wel een tempel. Volgens Ezechiël zal er tijdens het duizendjarig vrederijk ook een tempel zijn. Maar in de nieuwe hemel en nieuwe aarde, in het nieuwe Jeruzalem, is er geen tempel meer.
A. Er is geen tempel meer nodig, geen kerkzaal meer nodig, geen gebedskamer meer nodig, geen zondagsschool lokaal, geen crèche ruimte, want God is in het nieuwe Jeruzalem overal aanwezig.
B. “Dat God in een apart gebouw woont, impliceert een afstand tussen Hem en de mensen. Deze afstand verdwijnt in het nieuwe Jeruzalem. Hier wordt gezegd dat ‘de Heere God de Almachtige’ de tempel is van haar (de stad); zo bezien wordt de hele stad een tempel en valt het specifieke van de tempel weg.” (CvB)
i. Wij zullen fulltime fellowship met God hebben.
Vers 23 –“En de stad heeft de zon en de maan niet nodig om haar te beschijnen, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en het Lam is haar lamp.
I. Tijdens het duizendjarig vrederijk zijn de zon en de maan er nog om licht te geven (Jes. 30:26), maar in de eeuwigheid zijn God, de Vader, en het Lam, Jezus, Zelf het licht.
A. Hoe dat precies in z’n werk gaat weet niemand, maar Jezus zei het Zelf al toen Hij in Johannes 8 van Zichzelf zei, dat Hij het licht van de wereld is.
B. Ook schrijft Johannes in zijn eerste brief, dat God licht is, en dat in God geen duisternis is.
Vers 24 –“En de naties die zalig worden, zullen in haar licht wandelen, en de koningen van de aarde brengen hun heerlijkheid en eer erin.”
I. De naties betekent volken, het betekent letterlijk heidenen, oftewel niet-Joden. Kortom, gewone mensen dus.
A. Wij dan die zalig worden, die gered zijn, zullen in het licht van God wandelen. Niets zal meer in de duisternis gebeuren, want er zal geen enkel moment van duisternis zijn.
II. De koningen van de aarde en ook de overige volken van vers 26 brengen hun heerlijkheid en eer de stad in, wat wil zeggen dat zij hun aardse positie, status en prestaties inleveren. In het nieuwe Jeruzalem zal iedereen gelijk zijn.
Vers 25-26 –“25En haar poorten zullen overdag nooit gesloten worden, want daar zal geen nacht zijn. 26En zij zullen de heerlijkheid en de eer van de naties daarin brengen.”
I. In Bijbeltijden gingen de stadspoorten ’s nachts altijd dicht om zo de stad te beschermen tegen inbraak, tegen invloed van buitenaf en tegen haar vijanden.
A. Maar, omdat er in de eeuwigheid sowieso geen nacht zal zijn, zullen de twaalf poorten in de muur nooit gesloten worden, want er zal absoluut geen bedreiging meer zijn.
B. Ik denk, dat wij allemaal wel weten wat het is om voor een gesloten deur te staan. Maar straks zal de deur altijd voor ons open staan. Wij kunnen gewoon altijd de stad in- en uitgaan.
Vers 27 –“Al wat onrein is, zal er niet inkomen, en ook niemand die zich bezighoudt met gruwelen en leugens, maar alleen zij die geschreven zijn in het boek des levens van het Lam.”
I. In het nieuwe Jeruzalem, wat in de volksmond ook de hemel genoemd wordt, zullen er alleen maar mensen zijn die daar echt willen zijn.
A. We zullen niemand aantreffen die daar rondloopt met een lang gezicht omdat hij/zij zich verveelt of liever ergens anders wil zijn.
i. Nee, er zullen alleen maar super gemotiveerde en laaiend enthousiaste mensen in de hemel zijn.
B. De mensen waarmee wij voor eeuwig op zullen trekken, zullen mensen van het allerhoogste kaliber zijn dat je ooit mee zal maken.
i. Dit zijn mensen wiens naam geschreven staat in het boek des levens van het Lam.
II. Zoals wij afgelopen keer hebben gezien, zal niets van de ellende van dit leven op aarde in de eeuwigheid aanwezig zijn.
A. Niemand zal zich bezighouden met de gruweldaden van onze dag. Geen pedofilie, geen seksueel misbruik, geen verkrachting, geen enkel zedendelict zal zich in de hemel voordoen. Het zal niet eens in onze gedachten opkomen!
i. Jesaja 65:17b – “Aan de vorige dingen zal niet meer gedacht worden, ze zullen niet meer opkomen in het hart.”
B. Niemand zal tegen jou liegen en ook jij zal niet meer liegen. Er zullen in het nieuwe Jeruzalem geen leugenaars zijn!
i. hoe noemen wij een persoon die liegt? Een leugenaar. Heb jij ooit gelogen? Wat ben je dan?
III. De enige mensen die daar zullen zijn, zijn zij die geschreven zijn in het boek des levens. De hamvraag vanmorgen is dus dit: staat jouw naam geschreven in het Boek des Levens op basis van jouw geloof in Jezus Christus?
A. Als jouw naam niet geschreven staat in het Boek des Levens op grond van het geloof in Jezus Christus, dan heb jij een geheel ander vooruitzicht dan wat wij vanmorgen met elkaar gelezen hebben.
i. Hier hebben wij het gedurende onze studie in Openbaring uitgebreid over gehad.
a. Als je wil weten wat dat vooruitzicht is, vraag het straks.
B. Maar als jouw naam dus wel geschreven staat in het Boek des Levens, dan heb jij het ultieme toekomstperspectief! Al het goede dat God voor Zijn kinderen voor ogen heeft, is voor jou weggelegd en dat weegt miljarden malen veel zwaarder dan al onze problemen en toestanden bij elkaar opgeteld.
i. De apostel Paulus, die omwille van Jezus het zeer zwaar te verduren had schreef dit:
ii. 2 Korinthe 4:16-18 – “16Daarom geven wij het niet op. Hoewel ons lichaam zwakker wordt, wordt onze innerlijke kracht met de dag groter. 17Onze moeilijkheden en pijn zijn uiteindelijk niet zo groot en zullen ook niet zo lang duren. Maar het gevolg ervan is dat wij voor altijd in Gods heerlijke nabijheid zullen leven. 18Dus kijken wij niet naar wat zich voor onze ogen afspeelt, maar wij kijken uit naar wat wij nu nog niet zien. Alle zichtbare dingen zijn tijdelijk, maar de dingen die nu nog niet zichtbaar zijn, zullen eeuwig blijven.” (Het Boek)
a. Voor jullie die ik mijn broers en zussen in Christus mag noemen, zal God Zijn allerbeste voor het laatst bewaren. The best is yet to come en dat geeft ons hoop!
Studie van het Bijbelboek Openbaring door Stan Marinussen, Calvary Chapel Haarlemmermeer: calvarychapel.nl