Openbaring 7:1-17 – De 144.000
I. Naar aanleiding van een vorige preek is er een vraag binnengekomen die ik ga behandelen. Ik had aan het einde van de dienst deze vraag met jullie gedeeld en ik had jullie gevraagd om over deze vraag na te denken en om met een Bijbels antwoord te komen.
A. Nu ga ik jullie niet overhoren, maar ik vind het wel belangrijk, dat wij met z’n allen met dit soort zaken bezig zijn.
II. “Hoi Stan. Ik luister voor de tweede keer deze week jouw preek van afgelopen zondag (2 weken geleden). En er komt steeds een vraag bij me naar boven. Hoe kan ik gelukkig zijn in de hemel als ik weet dat er mogelijk mensen van wie ik heel erg veel hou op de aarde blijven tijdens de verdrukking. Nu ik weet wat ze mogelijk te wachten staat. Misschien een lastige vraag. Maar je zei dat we bij vragen, altijd contact konden opnemen. Dus vandaar! Pittige preek maar leerzaam!”
A. Ten eerste, hartelijk dank voor de vraag. Het geeft aan, dat je Gods Woord serieus neemt en dat je met zaken bezig bent die eeuwigheidswaarde hebben. In het bijzonder geeft deze vraag ook aan, dat je begaan bent met het lot van degenen die niet met de opname meegenomen worden.
B. Als eerste wil ik zeggen, dat het voor ons, aan deze kant van de eeuwigheid onmogelijk is om een voorstelling te krijgen van hoe het voor ons in de hemel zal zijn.
C. Maar daarom hebben wij het Woord van God, de Bijbel gekregen, zodat God ons voldoende tevreden kan stellen en ons het vertrouwen in Hem kan geven m.b.t. dit soort zaken.
i. Jesaja 65:17-19 –“17Zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, en aan wat vroeger geweest is wordt niet meer gedacht; het komt niet meer in de gedachten op.18Ik ga vreugde voor u scheppen en vrolijkheid voor altijd; Jeruzalem wordt door Mij herschapen in een stad vol vrolijkheid, met een bevolking vol blijdschap. 19Dan zal Ik juichen om Jeruzalem en mij verblijden om mijn volk; geween en gekerm worden er niet meer gehoord.” (Willibrord)
ii. Psalm 16:11b –“Overvloed van blijdschap is bij Uw aangezicht.”
a. Alhoewel wij nu, als beperkte schepselen, het oneindige, het eeuwige niet kunnen bevatten, kunnen wij wél vertrouwen hebben op het Woord van God. Als God hier zegt, dat het zo zal zijn, dan moet dat voor mij als christen genoeg zijn.
Lees Openbaring 7:1-17
I. Wij zijn vorige keer geëindigd met hoofdstuk 6 vers 17 waarin staat: “Want de grote dag van Zijn toorn is aangebroken en wie kan dan staande blijven?” Het antwoord is natuurlijk niemand. Niemand kan op eigen kracht staande blijven. Maar, God laat ons in hoofdstuk 7 zien dat Hij een aantal mensen tijdens de grote verdrukking staande zal houden.
A. In Openbaring 6 worden de eerste zes van de zeven zegels van de boekrol geopend. Dit gebeurt in chronologische volgorde.
B. Hoofdstuk 7 is een parenthetisch hoofdstuk. D.w.z. dat het tussengevoegd is om de zaak te verklaren. In hoofdstuk 7 wordt er ingezoomd op specifieke gebeurtenissen die onderdeel uitmaken van de zes zegels die reeds geopend zijn.
i. M.a.w. wat wij deze keer te zien krijgen gebeurt niet per se ná het openen van het zesde zegel, maar hoogstwaarschijnlijk al aan het begin van én gedurende de grote verdrukking.
Vers 1 –“Hierna zag ik vier engelen staan op de vier hoeken van de aarde. Zij hielden de vier winden van de aarde tegen, opdat er geen wind zou waaien op de aarde, of op de zee of tegen enige boom.”
I. Dit is een van de meest omstreden Bijbelverzen, omdat de critici van de Bijbel beweren dat de Bijbel de aarde hier als een vierkant omschrijft.
A. Maar dat is absoluut niet waar. De vier hoeken van de aarde moet gezien worden als de vier uiteinden van de aarde, oftewel de vier windstreken van de aarde zoals gezien wordt op een kompas.
II. Blijkbaar heeft God deze vier engelen op strategische plaatsen op aarde gezet. Een op de noordpool, een op de zuidpool, een in het oosten en een in het westen om de wind op heel de aarde tegen te houden.
A. Dit betekent, dat er geen wind zal zijn op heel de aarde, geen briesje, totaal geen beweging van de lucht.
B. Normaliter verdampt het water in de zee en dit wordt door de wind landinwaarts geblazen en dat brengt vervolgens regen over het land. Maar als er geen wind is, dan zal het ook niet regenen.
i. Dit verklaart dan wat er in Openbaring 11:6 staat, dat de twee getuigen van God ervoor zullen zorgen, dat er 3,5 jaar lang geen regen zal vallen op de aarde.
a. De twee getuigen zullen op aarde voor deze periode de hemelen afsluiten waardoor er geen enkel druppeltje regen zal vallen, maar dit wordt achter de schermen door de vier engelen uitgevoerd.
Vers 2-3 –“2En ik zag een andere engel opkomen van waar de zon opgaat, met het zegel van de levende God. En hij riep met luide stem tegen de vier engelen aan wie het gegeven was de aarde en de zee schade toe te brengen, 3en zei: Breng geen schade toe aan de aarde, en ook niet aan de zee en de bomen, totdat wij de dienaren van onze God aan hun voorhoofd verzegeld hebben.”
I. Deze vijfde engel kwam vanuit het oosten en hij droeg het zegel van de levende God.
A. De Bijbel geeft niet aan wat dit zegel precies was, maar het was in Bijbeltijden gebruikelijk om iets of iemand te verzegelen om het eigendom van iets of iemand aan te geven.
B. Mensen tatoeëerden bijvoorbeeld de logo’s of de tekens van hun afgoden op hun lichamen om aan te geven dat zij tot die of die afgod behoorden.
i. Ik geloof, dat in het geval van deze vijfde engel het zegel van de levende God in ieder geval aangaf, dat hij de levende God van de Bijbel toebehoorde én dat hij de volmacht van God gekregen had om te doen wat hij moest doen.
II. Deze engel gaf de opdracht aan de vier engelen die de wind tegen zullen houden om nog even te wachten totdat de dienaren, de doulos (de slaven) van God aan hun voorhoofd verzegeld werden.
A. Dit is een zeer bijzondere verzegeling die inhoudt, dat degenen die verzegeld worden, 1) beschermd zullen worden tegen alles wat er tijdens de grote verdrukking plaats zal vinden, en 2) dat zij tegelijk ook bekrachtigd zullen worden om tijdens de grote verdrukking Gods werk op aarde te verrichten.
B. Deze vorm van verzegeling of bescherming door God is niet iets nieuws.
i. Om te voorkomen dat iemand Kaïn zou doden had God Kaïn in Genesis 4 verzegeld met een merkteken.
ii. Toen God de tien plagen over Egypte uitstortte, had God in elk geval het volk Israël beschermd en bespaard. De verzegeling van de deurposten zorgde ervoor, dat de engel des doods de eerstgeborenen van de Israëlieten niet trof. Alle andere eerstgeborenen werden die nacht gedood.
iii. In Ezechiël 9 krijgt de profeet te zien, dat wegens heftige gruweldaden die de Joden verrichten in de tempel van God, God op het punt staat om de stad Jeruzalem met de dood te straffen.
a. En terwijl God zes engelen gereedmaakte om de straf van God uit te voeren, sprak God tot een man gekleed in linnen die een schrijverskoker droeg.
b. God zei tegen deze man om de stad in te gaan om een merkteken op de voorhoofden van de mannen te plaatsen die bedroefd zijn over de gruweldaden.
c. Vervolgens zei God tegen de andere zes om alle mensen te doden waarop geen merkteken te vinden is.
1. Dit is precies hetzelfde wat met de mensen uit Openbaring 7 gaat gebeuren. Zij zullen op hun voorhoofd verzegeld worden met een merkteken en deze zullen op een bovennatuurlijke wijze door God beschermd worden tegen alles wat er tijdens de grote verdrukking op hen af zal komen.
Vers 4 –“En ik hoorde het aantal van hen die verzegeld waren: honderdvierenveertigduizend waren er verzegeld uit alle stammen van de Israëlieten.”
I. Hier staat duidelijk dat de 144.000 mannen die verzegeld werden uit alle stammen van de Israëlieten kwamen. Om een of andere reden blijkt dit niet voor iedereen duidelijk te zijn.
A. Bijvoorbeeld de Jehova’s Getuigen beweren, dat de 144.000 Jehova’s Getuigen zijn die God uitverkoren heeft sinds Pinksteren tot op heden, en dat dezen voor eeuwig in de hemel zullen komen. Alle andere Jehova’s Getuigen zullen voor eeuwig op een vernieuwde aarde komen te wonen.
B. De Mormonen beweren, dat de 144.000 een Mormoonse priesterorde zal zijn die door God aangesteld wordt.
C. En zo zijn er nog een aantal groepen die claimen, dat zij de 144.000 zijn. Zelfs binnen het christendom zijn er groepen die beweren dat de 144.000 symbool staan voor de kerk. Nu, als het in vers 4 nog niet duidelijk genoeg is, dat de 144.000 toch echt Israëlieten zijn, dan zegt God het volgende:
Vers 5-8 –“5Uit de stam Juda waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Ruben waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Gad waren er twaalfduizend verzegeld, 6uit de stam Aser waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Naftali waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Manasse waren er twaalfduizend verzegeld, 7uit de stam Simeon waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Levi waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Issachar waren er twaalfduizend verzegeld, 8uit de stam Zebulon waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Jozef waren er twaalfduizend verzegeld, en uit de stam Benjamin waren er twaalfduizend verzegeld.”
I. 12 stammen en 12.000 uit elke stam van Israël is bij elkaar opgeteld 144.000.
II. Nu moet ik er wel bij zeggen, dat wanneer de twaalf stammen in de Bijbel genoemd worden, zo’n 30 keer in totaal, dat de stammen niet altijd in dezelfde volgorde genoemd worden.
A. Hier wordt Juda bijvoorbeeld als eerste genoemd, terwijl Ruben de oudste was. Ook wordt Jozef genoemd in plaats van Efraïm. En ook wordt Levi genoemd die normaliter niet genoemd wordt én Dan wordt in deze lijst helemaal niet genoemd.
i. Nu weten wij niet precies waarom de twaalf stammen hier op deze volgorde genoemd worden. Er zijn verschillende redenen mogelijk, maar dat is voor ons nu niet relevant.
III. Wat wel relevant is, is, dat deze 144.000 Joden door God gebruikt gaan worden om tijdens de grote verdrukking het Evangelie te verkondigen.
A. Dit zijn als het ware Gods commando’s. Ten eerste zijn het Joden. Joden die nu eenmaal een mate van lef, vrijmoedigheid, doorzettingsvermogen hebben. Zij hebben wat de Joden ‘chutzpah’ noemen. Dit gepaard met Gods bovennatuurlijke zalving en bescherming maakt hen onoverwinnelijk.
B. Deze zijn het die tijdens de grote verdrukking het Evangelie aan heel de wereld zullen gaan verkondigen. Deze zijn het waar Jezus over sprak in Mattheüs 24:14:
i. Mattheüs 24:14 – “En dit Evangelie van het Koninkrijk zal in heel de wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen.”
a. Het einde waar Jezus in dit vers over spreekt, is Zijn wederkomst. En het middel dat God zal gaan gebruiken om het Evangelie in heel de wereld te prediken is o.a. de 144.000.
b. De 144.000 verzegelde Joden zullen ná de opname van de kerk tot geloof komen in hun Messias, Jezus Christus. Vervolgens zal God hen verzegelen.
c. Het kan heel goed zijn, dat deze 144.000 meer mensen tot geloof zullen leiden dan dat de kerk in de afgelopen 2.000 jaar heeft gedaan.
C. Kijk in vers 9 naar de vrucht van hun bediening:
Vers 9-10 –“9Hierna zag ik en zie, een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle naties, stammen, volken en talen, stond vóór de troon en vóór het Lam, bekleed met witte gewaden en palmtakken in hun hand. 10En zij riepen met een luide stem: De zaligheid is van onze God, Die op de troon zit, en van het Lam!”
I. Johannes ziet hier dezelfde groep mensen die hij in Openbaring 6:9-11 zag. Het is niet zo, dat zij ontelbaar waren, maar in de grondtekst staat, dat het te veel mensen waren om door één persoon geteld te worden.
II. De respons op wat God en Jezus voor hen gedaan heeft, zijn lofprijs en aanbidding.
A. Dit is trouwens altijd het gevolg wanneer iemand echt tot redding en verlossing is gekomen.
B. Wanneer een mens echt doorheeft, dat Jezus Christus hem gered heeft, dat zij zonder Jezus Christus helemaal niets zijn, dat zij weten dat zij Gods toorn verdienen, maar dat zij Gods genade gekregen hebben, dan kan een mens zich alleen maar in lofprijs en aanbidding uiten.
i. Dit zien wij bij elke groep die voor de troon van God komt te staan.
ii. Maar dit begint eigenlijk nu al hier op aarde, bij ons!
III. De laatste keer dat mensen palmtakken in hun handen hadden toen zij Jezus zagen, was bij de intocht in Jeruzalem. De mensen huldigden Jezus als Koning, maar de religieuze leiders wezen Hem af.
A. Nu huldigt deze groep mensen Jezus als de rechtmatige Koning van het heelal en niemand zal Jezus meer afwijzen.
Vers 11-12 –“11En alle engelen stonden rondom de troon, de ouderlingen en de vier dieren. Zij wierpen zich vóór de troon neer met hun gezicht ter aarde en aanbaden God, 12en zeiden: Amen. De lofprijzing, de heerlijkheid, de wijsheid, de dankzegging, de eer, de kracht en de sterkte is aan onze God tot in alle eeuwigheid. Amen.”
I. Niet alleen de menigte aanbidt God, maar ook de engelen, de ouderlingen, oftewel de kerk, en de vier levende wezens.
II. Nadat God de 144.000 Joden verzegeld had en nadat deze het Evangelie in heel de wereld gepredikt hadden, zijn al deze mensen tot geloof in Christus gekomen waardoor zij hier voor de troon van God zijn gekomen.
A. Er kan de wedergeboren christen niets beter overkomen dan wanneer een ander mens zijn/haar leven overgeeft aan Jezus Christus, wanneer iemand overgaat van-naar. . .
i. Er is geen enkel ander gevoel dat vergeleken kan worden met het gevoel dat God je geeft wanneer je iemand tot Christus ziet komen.
ii. Niets, maar dan ook niets geeft meer voldoening dan wanneer je iemand tot Christus ziet komen.
iii. En wanneer dat gebeurt, het enige wat vanuit het mensenhart opkomt, is dankbaarheid naar God toe. En die dankbaarheid uit zich spontaan in lofprijs en aanbidding.
iv. Vooral wanneer je er persoonlijk bij betrokken bent en je weet alle ins-en outs over hoe God de redding van zo’n persoon bewerkstelligd heeft, dan besef je hoe groot God is.
v. Daarom wierp deze hemelse massa engelen en de kerk zich voor de troon van God neer en zeiden: ‘De lofprijzing, de heerlijkheid, de wijsheid, de dankzegging, de eer, de kracht en de sterkte is aan onze God tot in alle eeuwigheid. Amen.’
Vers 13-14 –“13En een van de ouderlingen antwoordde en zei tegen mij: Dezen, die bekleed zijn met witte gewaden, wie zijn zij en waar zijn zij vandaan gekomen? 14En ik zei tegen hem: U weet het, mijn heer. En hij zei tegen mij: Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen; en zij hebben hun gewaden gewassen en ze hebben hun gewaden wit gemaakt in het bloed van het Lam.”
I. De grootste opwekking aller tijden zal plaats vinden tijdens de grote verdrukking. Er zullen heel veel mensen tot geloof in Jezus Christus komen tijdens deze periode van zeven jaar.
A. Nadat de kerk door Jezus opgenomen wordt en wij die Jezus navolgen in een ondeelbaar ogenblik van de aardbol verdwijnen, zullen alle mensen waarmee het Evangelie ooit is gedeeld ineens tot het besef komen dat het Evangelie toch waar is.
i. Deze mensen zullen Bijbels pakken en zullen preken gaan beluisteren als nooit tevoren!
ii. Zij zullen de 144.000 Joden het Evangelie horen brengen. Zij zullen Gods twee getuigen uit Openbaring 11 het Evangelie horen en zien brengen. Zij zullen de engel uit Openbaring 14:6 het Evangelie horen en zien brengen.
a. En het gevolg van deze wereldwijde Evangelieverkondiging zal zijn, dat velen tot geloof zullen komen.
B. Het probleem dat deze gelovigen zullen ondervinden, is dat zij het zwaar te verduren zullen krijgen. Uiteindelijk zijn al deze mensen die hier genoemd worden martelaren, zij werden stuk voor stuk gedood wegens hun geloof in Jezus Christus.
Hoe zal die tijd er voor de gelovige uit gaan zien?
i. Mattheüs 10:21-23 – “21De ene broer zal de andere broer overleveren om gedood te worden, en de vader het kind, en de kinderen zullen tegen de ouders opstaan en hen doden. 22En u zult door allen gehaat worden omwille van Mijn Naam; maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. 23Wanneer ze u in de ene stad vervolgen, vlucht dan naar de andere, want voorwaar, Ik zeg u: U zult uw rondgang door de steden van Israël niet geëindigd hebben, voordat de Zoon des mensen gekomen is.”
a. Jezus geeft hier aan hoe het er aan toe zal gaan in de periode vóór Zijn wederkomst, de periode van de grote verdrukking.
Vers 15-16 –“15Daarom zijn zij vóór de troon van God, en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel. En Hij Die op de troon zit, zal Zijn tent over hen uitspreiden. 16Zij zullen geen honger of dorst meer hebben, en geen zonnesteek of enige hitte zal hen treffen.”
I. In de eeuwigheid, nadat de nieuwe hemel en aarde gekomen zijn, zal er geen dag en nacht meer zijn. Ook zal er geen tempel zijn.
A. Volgens Ezechiël 43 zal er wel een tempel zijn tijdens het 1.000 jarig vrederijk.
B. Het kan zijn, dat deze gelovigen, die uit de grote verdrukking komen, de Heere op een bijzondere wijze in Zijn tempel zullen dienen tijdens het 1.000 jarig vrederijk.
II. Het allermooiste is, vind ik, dat God Zijn tent over hen uit zal spreiden. Dit betekent, dat God gemeenschap/fellowship met hen zal onderhouden.
In Johannes 1 zien wij hetzelfde idee, waarin staat dat Jezus, het levende Woord, onder de mens getabernakeld heeft, oftewel dat God te midden van de mensen heeft gewoond om gemeenschap met de mens te hebben.
A. Ook zullen zij verlost worden van de honger en de dorst en de zonnesteek en de hitte die zij tijdens de grote verdrukking hebben moeten verduren.
Vers 17 –“Want het Lam, Dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en zal hen geleiden naar de levende waterbronnen. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen.”
I. Er zal tijdens de grote verdrukking een gigantisch tekort aan schoon en verfrissend water zijn. Het is vooral voor deze gelovigen, die uit de grote verdrukking komen dus een heerlijke belofte, dat Jezus hen zal leiden naar levende waterbronnen.
A. Openbaring 22:1 – “En hij liet mij een zuivere rivier zien, van het water des levens, helder als kristal, die uit de troon van God en van het Lam kwam.”
II. God Zelf zal alle tranen van hun ogen afwissen. Dit betekent niet dat er in de hemel tranen zullen zijn, maar, dat de tranen die in dit leven zijn gevloeid voor eeuwig vergeten zullen zijn.
III. Deze gelovigen die uit de verdrukking komen, hebben een prachtige toekomst, maar de weg naar hun toekomst zal verschrikkelijk zijn.
A. Als iemand van tevoren zou weten hoe gruwelijk die weg zou zijn, zou hij/zij er niet bewust voor kiezen.
B. Ik geloof dat het merendeel van deze martelaars gigantisch veel spijt zal hebben, dat zij hun leven niet vóór de opname van de kerk aan Jezus Christus hebben gegeven.
C. Daarom is het nu zaak om je leven op orde te brengen door jezelf aan Jezus over te geven.
i. Jezus accepteert je zoals je bent en dan gaat Hij vervolgens met jou aan de slag om je leven op orde te krijgen.
ii. Velen denken, dat zij eerst alles op een rijtje moeten hebben voordat ze bij God aan kunnen kloppen, maar dit is een leugen van de satan. Satan wil je alleen maar tegenhouden, want hij weet, dat je toch nooit alles op een rijtje zal krijgen.
IV. God houdt onvoorwaardelijk van jou en misschien heb je reden om tranen te laten vloeien. God weet het en Hij wil jou daarin tegemoetkomen.
A. God weet waar jij dagelijks mee te maken hebt. Hij kent jouw stil verdriet. En Hij wil ook jouw tranen afwissen.
Studie van het Bijbelboek Openbaring door Stan Marinussen, Calvary Chapel Haarlemmermeer: calvarychapel.nl