R66036 Zefanja
I. Goedemorgen en hartelijk welkom bij de eredienst én de livestream van de Calvary Chapel Haarlemmermeer. Vanmorgen zetten we de preekserie Route 66 voort en we zullen in vogelvlucht gaan kijken naar het Bijbelboek Zefanja, de 9e van de 12 kleine profeten.
A. De bedoeling van deze serie is o.a. om de Bijbel en alle verbanden in de Bijbel beter te leren kennen, zodat wij de God van de Bijbel beter gaan leren kennen, en zodat Jezus Christus meer gestalte in ons zal krijgen. Uiteindelijk is onze heiliging, het veranderd worden naar het beeld van Christus, een belangrijk doel van het bestuderen van de Heilige Schrift.
II. Niet voor niets bidt Jezus tot de Vader: ‘Heilig hen door Uw waarheid; Uw woord is de waarheid’.
III. Zoals bij een aantal andere kleine profeten is Zefanja ook zo’n Bijbelboek dat voor de meeste christenen onbekend is. Het wordt nooit of nauwelijks bestudeerd. Er wordt nooit of nauwelijks uit gepredikt. Het wordt zelfs nauwelijks gelezen. Mijn hoop en gebed is om hierin verandering te brengen zodat we i.i.g. iets van de boodschap van Zefanja mee zullen krijgen.
Inleiding
I. Alle profeten hebben hun bediening uitgevoerd tijdens deze periode in de geschiedenis van Israël.
A. Om te kunnen volgen waar de profeten het over hebben is het dus van essentieel belang dat je wanneer je de profeten leest, de relevante passages in de in geel gekleurde boeken ook leest. Dit is nodig voor o.a. de context en achtergrond. Het vergt wat tijd en onderzoek, maar het maakt dat je veel effectiever de Bijbel tot je zal nemen. Want Bijbel lezen gaat om veel meer dan alleen de woorden lezen. We moeten ons het Woord van God eigen maken. En het is ook leuk!
B. Omdat Zefanja in het opschrift aangeeft dat het woord van de HEERE tot hem kwam tijdens het bewind van Koning Josia, is de tijd van schrijven gemakkelijker te achterhalen dan bij sommige van de andere profeten.
i. Koning Josia regeerde van 640 tot 609 voor Chr. en Zefanja 2:13 geeft aan dat de verwoesting van Ninevé door de Assyriërs nog toekomstig was. Dit gebeurde in 612 voor Chr.
a. Zijn profetie heeft dus ergens tussen 640 en 612 voor Chr. plaatsgevonden.
ii. We weten ook uit 2 Koningen en 2 Kronieken dat Josia geestelijke hervormingen in Juda doorvoerde.
a. Dit begon doordat Koning Josia in 632 voor Chr. op 16-jarige leeftijd de God van David begon te zoeken.
b. 4 jaar daarna in 628 voor Chr. vond de eerste hervorming plaats. In 622 voor Chr. vond Vvrvolgens de laatste hervorming plaats.
iii. Maar, omdat Zefanja in 1:3-13 en in 3:1-7 specifieke zonden noemt waar Juda voor gestraft zal worden, zou zijn profetie nog vóór de hervormingen plaatsgevonden hebben.
a. Het is aannemelijk dat Zefanja rond 630 voor Chr. profeteerde.
b. Zoals Jeremia profeteerde Zefanja ook aan Juda en ook vóór de ballingschap.
c. Ook deze keer wilde ik jullie laten zien hoe je tot een aannemelijke tijd van schrijven zou kunnen komen met de informatie die in de Bijbel staat. Dit zou niet mogelijk zijn geweest zonder 2 Koningen en 2 Kronieken geraadpleegd te hebben.
II. Zefanja, wiens naam betekent ‘De HEERE beschut of verbergt’, past goed bij de inhoud van het boek. Want wie op de HEERE vertrouwen, zullen door Hem beschut/verborgen worden op de dag van de toorn van de HEERE. Dit staat in 2:3.
III. Zijn profetie gaat zoals Joëls profetie voornamelijk over de dag van de HEERE. En alhoewel de dag van de HEERE enerzijds met Gods oordeel te maken heeft, heeft het voor degenen die God toebehoren te maken met redding/zaligheid.
A. Dit is dan ook duidelijk te zien in zijn profetie. Zefanja kunnen we globaal in drieën indelen:
i. Zefanja 1:2-2:3 gaat over Juda en dat God Juda zal oordelen en straffen.
ii. Zefanja 2:4-3-8 gaat over de heidenvolken en dat God deze zal oordelen en straffen.
iii. Zefanja 39-3:20 gaat over Gods volledige redding en herstel van Israël, wat nu nog toekomstig is.
Hoofdstuk 1
Vers 1 – “Het woord van de HEERE dat gekomen is tot Zefanja, de zoon van Cusji, de zoon van Gedalia, de zoon van Amarja, de zoon van Hizkia, in de dagen van Josia, de zoon van Amon, de koning van Juda.”
I. Zefanja was de achter-achterkleinzoon van Juda’s koning Hizkia, de beste koning die Juda heeft gehad. Dit betekende dat Zefanja een royal was, hij had koninklijk bloed. Dit betekent ook dat hij een neef van Koning Josia was. (1 Kronieken 3:9-14)
A. Dit kan hebben betekend, dat Zefanja toegang had tot het koninklijke hof waardoor hij toegang tot koning Josia had. Als dit zo was, dan zou Zefanja mogelijk bijgedragen hebben aan koning Josia’s bekering en zijn hervormingen.
i. We weten het niet zeker, maar misschien was dit de reden waarom Zefanja ons deze uitgebreide details geeft v.w.b. zijn persoon en afkomst.
En dan meteen met de deur in huis vallend schrijft hij:
Vers 2-7 – “Ik zal alles volkomen wegvagen van de aardbodem, spreekt de HEERE. Ik zal mens en dier wegvagen, Ik zal de vogels in de lucht en de vissen in de zee wegvagen en de struikelblokken, samen met de goddelozen; ja, Ik zal de mensen uitroeien van de aardbodem, spreekt de HEERE. Ik zal Mijn hand uitstrekken tegen Juda en tegen alle inwoners van Jeruzalem. Ik zal van deze plaats uitroeien het overblijfsel van de Baäl, de naam van de afgodspriesters, met de priesters, en hen die zich neerbuigen op de daken voor het leger aan de hemel, en hen die zich neerbuigen en zweren bij de HEERE én zweren bij Malcam (Molech van Ammonieten), en die zich van de HEERE afkeren, bij Hem vandaan, en die de HEERE niet hebben gezocht en niet naar Hem hebben gevraagd. Wees stil voor het aangezicht van de Heere HEERE. Want nabij is de dag van de HEERE. Ja, de HEERE heeft een offer bereid, Zijn genodigden geheiligd.”
I. Omdat wij al eerder hebben gekeken naar de zonde van Juda, ga ik er nu niet op in. We zien hier duidelijk, dat bij God de maat vol is en dat Hij vastberaden is om Zijn oordeel uit te storten.
II. We gaan nu focussen op wat Zefanja de ‘dag van de HEERE’ noemt en dat die volgens Zefanja nabij was.
A. Vervolgens verwijst hij in de verzen 8,9 en 10 naar deze dag; dan schrijft hij dat God op die dag zal straffen en dat er hulpgeroep, gejammer, noodgeschrei en weeklaag gehoord zal worden.
i. Toen wij Jeremia hebben behandeld, lazen wij hoe verschrikkelijk dit oordeel over Juda en Jeruzalem was. Niet voor niets heeft Jeremia Klaagliederen geschreven en niet voor niets wordt Jeremia de huilende profeet genoemd. Hij heeft deze algehele verwoesting met eigen ogen gezien.
Vers 14-18 – “De grote dag van de HEERE is nabij; hij is nabij en nadert zeer snel. Hoor, de dag van de HEERE! De held zal daar bitter schreeuwen! Een dag van verbolgenheid is die dag, een dag van benauwdheid en angst, een dag van verwoesting en vernietiging, een dag van wolken en donkerheid, een dag van donkere wolken, een dag van bazuingeschal en krijgsgeschreeuw tegen de versterkte steden en tegen de hoge hoektorens. Ik zal de mensen benauwen, zodat zij zullen gaan als de blinden, want zij hebben tegen de HEERE gezondigd. Hun bloed zal uitgegoten worden als stof en hun lichaam als uitwerpselen. Ook hun zilver, ook hun goud zal hen niet kunnen redden op de dag van de verbolgenheid van de HEERE. Door het vuur van Zijn na-ijver zal heel dit land verteerd worden, want Hij zal zeker en spoedig een vernietigend einde maken aan alle inwoners van het land.”
I. Zefanja laat duidelijk zien wat de dag van de HEERE voor Juda in die tijd zou betekenen. Nogmaals, het oordeel van God over Juda en Jeruzalem is te verschrikkelijk voor woorden. Dit laat zien dat je niet aan de verkeerde kant van God wil staan.
II. Wat Juda aan de verkeerde kant van God deed staan, geeft God Zelf in vers 17 aan: ‘want zij hebben tegen de HEERE gezondigd’. En omdat Juda de mogelijkheid verworpen heeft om voor haar zonden vergeven te kunnen worden, moet Juda nu voor haar eigen zonden boeten. En dat wil niemand, ook anno nu niet. En dit hoeft ook niet!
A. Maar ondanks dat God vastberaden is om de goddeloze Joden te straffen, biedt Hij hun nog steeds genade voordat het te laat is.
B. En zo is onze God, de God van de Bijbel. Hij is genadig, Hij is barmhartig, Hij wil mensen niet veroordelen en straffen. Nee, God wil dat alle mensen tot bekering komen en leven.
Hoofdstuk 2
Vers 1-3 – “Onderzoek uzelf nauwkeurig, ja onderzoek uzelf, volk zonder verlangen, voordat het besluit het licht ziet – een dag gaat als kaf voorbij – voordat over u komt de brandende toorn van de HEERE, voordat over u komt de dag van de toorn van de HEERE. Zoek de HEERE, alle zachtmoedigen van het land, die Zijn recht uitvoeren. Zoek gerechtigheid, zoek zachtmoedigheid, misschien zult u dan verborgen worden op de dag van de toorn van de HEERE.”
I. Te midden van de aankondiging van Zijn toorn roept God enkelen van Juda op om tot inkeer, tot bekering te komen.
A. God zegt: ‘Onderzoek uzelf nauwkeurig’ voordat het te laat is. Er waren Joden die enigszins godsdienstig waren, wiens harten niet geheel tegen God verhard waren, maar die toch van zichzelf dachten dat het wel snor zit. Maar tegen deze verwaande Joden zegt God dat zij zichzelf nauwkeurig moeten onderzoeken of het daadwerkelijk zo was.
B. De apostel Paulus schrijft iets dergelijks aan de Korinthiërs.
2 Korinthe 13:5 – “Onderzoek uzelf of u in het geloof bent, beproef uzelf. Of weet u niet van uzelf dat Jezus Christus in u is?”
i. Hier stelt Paulus eigenlijk dezelfde vraag, alleen nu wordt hij gesteld in het licht van Christus: de Korinthiërs moesten zichzelf afvragen of zij daadwerkelijk christenen waren.
ii. Dit geldt ook voor ons. Niet dat ik voor mezelf hieraan twijfel, maar voor sommigen is dit wel een relevante vraag. Ik heb het in het verleden vaker gehad over het verschil tussen een kerkganger en een wedergeboren christen. Dit is wat Paulus voor ogen heeft. Niet iedereen die betrokken was in de kerk in Korinthe was een echte wedergeboren christen.
iii. Het is de mens eigen om vooral anderen te onderzoeken en te beproeven, om over anderen conclusies te trekken. Dit is wat de Korinthiërs bij Paulus deden. Maar wij moeten te allen tijde bij onszelf beginnen. Wij moeten onszelf tegen het licht van Christus en de Heilige Schrift houden. Voor sommigen geldt dat zij zichzelf moeten onderzoeken en beproeven om te bepalen of zij echt een christen zijn, voor anderen is het meer om te bepalen in hoeverre Christus gestalte in hen heeft en zij de vrucht van de Geest dragen.
C. Iemand beproeft zichzelf niet of hij in het geloof is door zichzelf in zijn eentje op een eilandje te overtuigen hoe sterk, hoe standvastig en hoe rotsvast zijn geloof is.
i. Nee, men beproeft zichzelf door o.a. in het licht van het Woord eerlijk te kijken naar bijv. hoe hij zijn echtgenote ziet en behandelt; door eerlijk te kijken naar hoe hij zijn broeders en zusters ziet en behandelt, vooral degenen waarvan hij denkt dat zij nog niet zo ver zijn als hij; door eerlijk te kijken naar de mate van onvoorwaardelijke liefde die hij uitdraagt naar anderen toe; door eerlijk te kijken naar de mate van zelfverloochening en het sterven aan zichzelf t.a.v. de ander; én door eerlijk te kijken hoe Jezus Christus, Die in hem is, Zich manifesteert jegens de ander.
a. Ons leidersteam heeft aan het begin van dit jaar samen een mid-week doorgebracht in Amerongen om Jezus én elkaar beter te leren kennen.
b. We hebben gekeken naar het onderwijs van Gayle Erwin (man) die in zijn studies de karaktereigenschappen van Jezus als mens belicht en toelicht. Deze eigenschappen worden trouwens elke week voor en na de eredienst geprojecteerd op het scherm.
c. Het doel van deze mid-week was en is nog steeds om te leren een christen en een leider te zijn zoals Jezus.
d. Deze karaktereigenschappen van Jezus zijn voor ons als leidersteam de beste toetssteen om te beproeven of wij daadwerkelijk als Christus zijn in hoe wij met elkaar omgaan en hoe wij met Gods kudde omgaan.
e. Door onszelf elke keer weer tegen het licht van deze karaktereigenschappen van Jezus te houden is o.a. hoe wij onszelf beproeven. Voor de duidelijkheid, wij doen dit niet om te beproeven of wij gered zijn, maar om te beproeven of wij als Christus zijn.
1. Het is overigens een zeer waardevolle studie en als je het wil volgen, laat het me weten, dan stuur ik je de link. Het is wel Engelstalig.
2. Ik heb dezelfde studie geprobeerd te geven en ik denk dat ik het in 5 delen heb gedaan. Zoek op onze website op ‘Christen zijn in de stijl van Jezus’. Die van Gayle Erwin is veel beter, dus als je Engels goed kan verstaan, dan raad ik die aan.
D. Bij de Joden ging het wél om hun redding, dus God moedigt hen aan om zichzelf te onderzoeken en te beproeven voordat het te laat is. En dan zegt God: ‘misschien zult u dan verborgen worden op de dag van de toorn van de HEERE’.
i. Gods toorn komt eraan, maar als je je bekeert, dan zal God jou verbergen of beschutten op de dag van de toorn van de HEERE. Het door God verborgen of beschut worden is wat Zefanja’s naam dan ook passend maakt want zijn naam betekent: ‘De HEERE beschut of verbergt’.
Vers 4-15
I. De verzen 4-15 gaan over Gods oordeel en toorn over de heidenvolken.
A. In de verzen 4-7 kijkt God vanuit Jeruzalem naar het westen in de richting van het land van de Filistijnen.
B. In de verzen 8-11 kijkt God vanuit Jeruzalem naar het oosten in de richting van het land van de Moabieten en de Ammonieten.
C. In vers 12 kijkt God naar het zuiden, de Cusjieten, oftewel in de richting van Ethiopië.
D. En in de verzen 13-15 kijkt God naar het noorden in de richting van het land van de Assyriërs, namelijk Ninevé.
i. In deze verzen spreekt God Zijn oordeel en toorn uit over de heidenvolken en dat staat ook vast.
Hoofdstuk 3
Vers 1-8
I. In de verzen 1-8 laat God Juda en Jeruzalem alweer zien dat Hij hen zal oordelen; en de focus ligt op waarom God dit zal doen.
A. Zefanja liet in de vorige verzen zien dat God de heidenvolken zal oordelen voor hun misdaden.
B. Vervolgens sluit God dit deel af door aan te geven dat als God de heidenvolken oordeelt, God des te meer Juda zal oordelen, juist omdat zij God en Zijn Woord hadden en alle privileges die daarmee gepaard gaan. Dus juist omdat zij zich tegen God verzet hadden, zal God Juda straffen.
i. Juda moest beter weten. God had Zichzelf en Zijn Woord aan hen toevertrouwd. Zij waren hier verantwoordelijk voor. Zij moesten het licht van de wereld zijn om aan de heidenvolken de enige echte God te laten zien. Hun missie was eigenlijk dezelfde als die van ons.
ii. Maar zij verwierpen de liefdevolle, genadige, barmhartige en rechtvaardige God van de Bijbel. En zij deden dit al sinds de uittocht uit Egypte, ruim 800 jaar lang.
iii. Dus, nee, God is niet een boze wraakzuchtige God. Hij is zeer geduldig. De Bijbel zegt dat God lankmoedig is, wat inhoudt dat God niet snel verstoord raakt en veel kan verdragen. Ik weet uit ervaring dat God echt zo is, want Hij verdraagt mij en Hij verdraagt jullie.
a. Maar nu, na ruim 800 jaar lang lankmoedig met Israël te zijn geweest, is de maat vol en God zal Zijn oordeel en toorn over Juda uitstorten. De dag van de Heere is nabij.
b. 25 jaar hierna, in 605 voor Chr. begonnen de Babyloniërs Juda en Jeruzalem binnen te vallen. En 44 jaar hierna, in 586 voor Chr. waren Jeruzalem én de tempel geheel verwoest zoals God had gezegd. Maar. . .
Vers 9-20
I. Zefanja sluit zijn profetie af met een hoopvolle boodschap. De dag van de HEERE was voor Juda in die tijd zuiver een dag van de toorn van de HEERE. Maar de dag van de HEERE betekent veel meer dan alleen dat.
II. De uitdrukking: ‘De dag van de HEERE’ komt zo’n 19 keer in het Oude Testament voor en zo’n 8 keer in het Nieuwe Testament. In het Oude Testament heeft deze uitdrukking vrijwel altijd een meervoudige vervulling voor ogen, wat eigenlijk ook op meerdere profetieën van toepassing is. Het hoofdthema van het Bijbelboek Joël is de dag van de HEERE. In die studie ben ik er dieper op ingegaan dus zal ik er nu slechts een paar dingen over zeggen. Jesaja 2, 13, Ezechiël 13, 30, Joël 1, 2, 3, Amos 5, Obadja 1, Zacharia 14, Maleachi 4.
III. De term of uitdrukking: ‘De dag van de HEERE’ duidt niet per se een dag van 24 uur aan. Zoals met Juda begon de dag van de HEERE in 605 voor Chr. en eindigde hij in 586 voor Chr. Wij moeten het idee van één dag of één etmaal dus uit ons hoofd zien te krijgen wanneer wij naar deze term kijken. Deze dag behelst een langere periode.
IV. Het is ook zo, dat de dag van de HEERE een nabije vervulling heeft én een verre vervulling, dus de hier en nu én de daar en dan. Vanuit het perspectief van de profeet kan je het zo zien:
A. De profeet kijkt in de verte en ziet een bergketen voor zich. Hoe verder hij kijkt, hoe minder goed hij kan onderscheiden welke bergtop dichtbij is en welke veraf. Wanneer God een dergelijke profetie geeft dan is het aan ons om te bepalen welk onderdeel van de profetie een nabije en een verre vervulling heeft.
B. Ook weet de profeet niet wat er tussen de nabije en verre vervulling van de profetie plaats zal vinden. Dit zou je zo kunnen zien.
C. In het geval van Zefanja zien wij dus, dat de nabije vervulling reeds plaatsgevonden heeft met de verwoesting van Juda, Jeruzalem en de omringende heidenvolken en landen. Maar de verre vervulling is nu nog toekomstig.
D. Deze nu nog toekomstige betekenis van de dag van de HEERE is het meest bekend onder christenen, want het heeft met eschatologie oftewel de eindtijdleer te maken.
i. Het zal voor de ongelovigen een langere periode zijn van Gods oordeel en toorn. Lees bijv. Openbaring 6-19.
ii. Voor Israël en voor de christenen zal het een periode zijn van herstel, redding en het allerbeste leven dat wij ons kunnen voorstellen onder het bewind van de rechtvaardige en liefdevolle Koning der koningen, Jezus Christus.
Vers 9-20 – “Voorzeker, dan zal Ik bij de volken de lippen veranderen in reine lippen, zodat zij allen de Naam van de HEERE zullen aanroepen, om Hem schouder aan schouder te dienen. Van over de rivieren van Cusj zullen zij die vurig tot Mij bidden, het volk, overal door Mij verspreid, Mijn offer brengen. Op die dag zult u niet beschaamd zijn over al uw daden waarmee u tegen Mij in opstand kwam, want dan zal Ik hen uit uw midden wegdoen die uitgelaten zijn over uw hoogmoed. Voortaan zult u zich niet meer verheffen omwille van Mijn heilige berg. Maar Ik zal in uw midden doen overblijven een ellendig en arm volk. Zij zullen op de Naam van de HEERE vertrouwen. Het overblijfsel van Israël zal geen onrecht doen en geen leugen spreken, en in hun mond zal niet gevonden worden een tong die bedriegt. Ja, zij zullen weiden en neerliggen, en niemand zal hun schrik aanjagen. Zing vrolijk, dochter van Sion! Juich, Israël! Wees blij en spring op van vreugde met heel uw hart, dochter van Jeruzalem! De HEERE heeft uw oordelen weggenomen, Hij heeft uw vijand weggevaagd. De Koning van Israël, de HEERE, is in uw midden: u zult geen kwaad meer zien. Op die dag zal tegen Jeruzalem gezegd worden: Wees niet bevreesd; Sion, verlies de moed niet! De HEERE, uw God, is in uw midden, een Held, Die verlossen zal. Hij zal Zich over u verheugen met blijdschap. Hij zal zwijgen in Zijn liefde. Hij zal Zich over u verblijden met gejuich. Wie bedroefd zijn vanwege de samenkomst zal Ik verzamelen, zij zijn uit u; de smaad drukt als een last op hen. Zie, in die tijd ga Ik optreden tegen al uw verdrukkers. Ik zal verlossen wie mank gaat, bijeenbrengen wie verdreven is. Ik zal hen maken tot lof en tot een naam in heel het land waar zij beschaamd waren. In die tijd zal Ik u hierheen brengen, namelijk in de tijd dat Ik u zal bijeenbrengen. Voorzeker, Ik zal u maken tot een naam en tot lof onder alle volken van de aarde, wanneer Ik voor uw ogen een omkeer in uw gevangenschap breng, zegt de HEERE.”
I. Dit is wat God voor Israël in petto heeft, en wij mogen hieraan deelnemen. Wij heidense (niet-Joodse) christenen zijn als de wilde olijfboom geënt en hebben deel gekregen aan de wortel en de vettigheid van de olijfboom (Rom. 11:17). God heeft dit voor ons mogelijk gemaakt door Zijn Zoon Jezus Christus voor ons te offeren aan het kruis.
A. Zoals we gezien hebben, moesten de volkeren in het Oude Testament voor hun eigen zonden boeten; maar wij die Jezus navolgen, zijn geheel schoon gewassen van al onze zonden door het kostbare bloed van Jezus én wij zijn geheel vergeven van al onze zonden en gerechtvaardigd. God ziet mij nu alsof ik nooit gezondigd heb en dit is alleen mogelijk door het kruis.
B. De dag van de HEERE is voor de wedergeboren christen iets waar wij met reikhalzend verlangen (Rom. 8:19) naar uit mogen kijken. Wij hebben een glorieuze toekomst. En deze glorieuze toekomst begint bij de opname van de Gemeente, wat dan ook de eschatologische dag van de HEERE inluidt.
BIDDEN
Numeri 6:24-26
De HEERE zegene u en behoede u!
De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig!
De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede!