R66034 Nahum
I. Goedemorgen en hartelijk welkom bij de eredienst én de livestream van de Calvary Chapel Haarlemmermeer. Vanmorgen pakken we de preekserie Route 66 op en we zullen in vogelvlucht gaan kijken naar het Bijbelboek Nahum, de 7e van de 12 kleine profeten.
II. Zoals bij een aantal andere kleine profeten is ook Nahum bij de meeste christenen onbekend. En zoals bij de andere minder bekende profeten hoop ik daar vanmorgen ook bij Nahum verandering in te brengen.
Inleiding
I. Zoals ik al meerdere malen heb aangegeven sinds wij in de profeten zitten, hebben de profeten hun bediening uitgevoerd tijdens deze periode.
A. Ik raad jullie dan ook echt aan om, wanneer je de profeten leest, de relevante passages in de in geel gekleurde boeken raadpleegt. Dit is nodig voor o.a. de context en achtergrond.
B. Als je dit niet doet, dan blijf je in het duister tasten over waar de profeet het over heeft. Ook loop je het gevaar dat je zaken uit hun context haalt en dingen gaat toepassen op bijv. de kerk wat misschien alleen op Israël van toepassing is. En dit is niet Gods bedoeling.
C. Nahum geeft nergens aan welke koning in Israël of Juda aan de macht was in de tijd van zijn profetie, dus op basis hiervan kunnen wij niet bepalen wanneer hij profeteerde.
i. Maar, in Nahum 3:8-10 schrijft hij in de verleden tijd over het einde van de toenmalige Egyptische hoofdstad, No-Amon, ook Thebe genoemd met zijn Griekse naam.
ii. Dit vond plaats in 663 voor Chr. én na 10 jaar tijd was die stad herbouwd. Het moet dus ergens tussen 663 en 653 voor Chr. geschreven zijn. Ook weten wij vanuit de geschiedenis dat Ninevé in 612 voor Chr. verwoest werd door de Babyloniërs en de Meden.
a. Op basis van deze informatie kunnen wij dus concluderen dat Nahum ergens rond 660 voor Chr. zijn profetie gaf. Als er geen duidelijk opschrift aanwezig is, moet je verder gaan zoeken naar dit soort informatie en in de meeste gevallen is het ergens wel te vinden.
D. Dit gezegd hebbend zou je dan om de context en de achtergrond te kunnen krijgen moeten nagaan welke koningen van Israël en Juda aan de macht waren in die periode.
i. Dus, ja! Voor de serieuze Bijbelstudenten onder ons: om het Woord van God recht te kunnen snijden gaat het je tijd en energie kosten. Maar gelukkig zijn er hulpmiddelen en naslagwerken, geschreven door godvrezende Bijbelleraren die ons hierin voorgegaan zijn, die wij kunnen raadplegen.
a. Ik zal jullie vanmorgen gratis meegeven dat zijn profetie tijdens het bewind van Koning Hizkia en Koning Josia plaatsvond, wat te lezen is in 2 Koningen en 2 Kronieken.
b. Ook waren Zefanja, die we over twee weken gaan behandelen, en Jeremia tijdgenoten van Nahum.
II. Nahum, wiens naam ‘troost’ of ‘trooster’ betekent, kwam volgens vers 1 uit een ons onbekende plaats die Elkos heette. Dit is het enige dat over Nahum bekend is.
A. Maar ondanks dat was ook Nahum een ware profeet van YHWH, de HEERE.
Vers 1 – “De last van Ninevé. Het boek van het visioen van Nahum uit Elkos.”
i. De last die hier genoemd wordt is niets minder dan een woord van God dat de profeet als een last is opgelegd d.m.v. een visioen. M.a.w. God heeft Nahum de profetie gegeven en hij moet het van God als een last dragen en verkondigen.
ii. Het is erg opvallend in dit boek dat de profetie tegen Ninevé ook bedoeld is om Juda troost te bieden, want God belooft hiermee dat Hij Israëls tegenstander uit de weg gaat ruimen.
a. Dus alhoewel Nahum (trooster) een boodschap van onheilsdreiging en oordeel predikt tegen Ninevé, troost hij Juda met dezelfde boodschap.
III. We zouden Nahum in grote lijnen in drieën kunnen indelen:
A. In hoofdstuk 1 zien wij een aantal karaktereigenschappen van God én dat het oordeel van die God over Ninevé vaststaat.
B. In hoofdstuk 2 wordt Gods oordeel over Ninevé tot in detail omschreven.
C. En in hoofdstuk 3 zien wij dat Gods oordeel over Ninevé geheel juist en gerechtvaardigd is.
Hoofdstuk 1
I. Na het opschrift in vers 1 krijgen wij in poëtische taal en beeldspraak een beschrijving van de almachtige en soevereine God van de Bijbel.
Vers 2-8 – “Een na-ijverig God en een Wreker is de HEERE, een Wreker is de HEERE, en zeer grimmig. Een Wreker is de HEERE voor Zijn tegenstanders, en Hij handhaaft Zijn toorn jegens Zijn vijanden. De HEERE is geduldig, maar groot van kracht en Hij houdt de schuldige zeker niet voor onschuldig. De weg van de HEERE is in wervelwind en in storm, wolken zijn het stof van Zijn voeten. Hij bestraft de zee en maakt die droog, al de rivieren laat Hij verdrogen. Basan (vruchtbaar landbouwgrond) en Karmel (fruitboomgaard) zijn verwelkt, de bloesem van Libanon is verwelkt. De bergen beven voor Hem, de heuvels smelten weg, de aarde rijst op voor Zijn aangezicht, de wereld met al zijn bewoners. Wie kan standhouden voor Zijn gramschap? Wie kan te midden van Zijn brandende toorn opstaan? Zijn grimmigheid is uitgegoten als vuur, de rotsen worden door Hem stukgebroken. De HEERE is goed, Hij is tot een vesting op de dag van de benauwdheid. Hij kent hen die tot Hem hun toevlucht nemen. En door een overstromende vloed zal Hij een vernietigend einde maken aan zijn plaats en duisternis achtervolgt Zijn vijanden.”
I. In vers 2 staat dat de HEERE een na-ijverig God is. In sommige vertalingen staat dat Hij een jaloers God is. Nu moeten wij begrijpen dat het woord na-ijverig of jaloers niet bedoeld wordt zoals het bij mensen gebruikt wordt.
In de grondtekst wordt dit woord alleen aan God toegekend, omdat Hij niet jaloers is of wordt zoals mensen vaak jaloers zijn.
A. Zoals de broers van Joseph in Genesis jaloers op hem waren, is het de mens eigen om jaloers te zijn op anderen. Hetzij jaloers zijn op een broer of zus, hetzij een andere voorganger of kerk, hetzij iemands bediening, hetzij een auto, hetzij een paar van die mooie hippe schoenen of rugtas, of mobieltje.
i. Dit zijn voorbeelden van de kleinzieligheid van de jaloezie van de mens. Dit is niet wat hier staat.
B. De jaloezie of na-ijver van God heeft puur te maken met het feit dat Hij geen andere goden voor Zijn aangezicht kan tolereren. Aan Hem en aan Hem alleen komt de eerste plaats in ons leven toe, Hij laat Zich op die manier ook gelden. (Zie Exodus 34:14)
C. God is jaloers op onze liefde. Het voornaamste gebod is om Hem lief te hebben met heel ons hart, ziel, kracht en verstand. Hij heeft ons hiertoe gekozen. Zouden wij dan een ander kiezen?
D. Hij heeft ons met Zijn eigen bloed gekocht. Hebben wij dan nog zeggenschap over ons ‘eigen’ leven?
E. Hij heeft ons zo lief, dat Hij niet in de hemel stil kon blijven zitten. Nee, Hij zou liever Zelf sterven dan dat jij en ik verloren zouden gaan. En daarom kan die jaloerse God het niet verdragen dat ook maar iets tussen onze liefde-en-hartstocht en Hem in komt te staan.
F. God is niet jaloers, omdat Hij er zogenaamd beter van wordt. Nee, het gaat er bij God om dat wij er beter van worden. God heeft hiermee altijd het allerbeste voor ons voor ogen.
G. In Exodus 34:14 staat dat wij geen andere god mogen aanbidden, want de Naam van de HEERE is immers de Na-ijverige. Een na-ijverig God is Hij.
i. In Johannes 14:6 zegt Jezus dat Hij de Weg, de Waarheid en het Leven is en dat niemand tot God de Vader kan komen dan door Jezus alleen.
a. Jezus, Die God is, is de enige Weg en God zal jou en mij niet met een andere afgod delen omdat die andere afgoden niet redden. In dit opzicht is God jaloers.
II. De HEERE is tegelijkertijd ook een wreker. Tot drie keer toe schrijft Nahum dit. En zoals bij het woord jaloers moeten wij ook dit niet in menselijke begrippen zien.
A. God is volmaakt. Hij is voor 100% rechtvaardig en goed en betrouwbaar. Wanneer Hij Zich wreekt, dan is het niet een kwestie van wraak of vergelding zoals het bij de mens is. Nee, God wreekt rechtvaardig.
B. Bij de mens is het zo: als jij mij iets aandoet, dan pak ik je terug en goed ook! Maar bij God is het totaal anders.
i. God is de Schepper van de mens. Wanneer de mens Gods volmaakt morele wet willens en wetens overtreedt en blijft overtreden door o.a. gruweldaden tegen de mensheid te plegen, dan is het Zijn goed recht om Zich op deze misdadigers te wreken. In vers 3 staat dat God de schuldige zeker niet voor onschuldig zal houden. Dit is recht, dit is rechtvaardig. God is gerechtvaardigd in Zijn wraak. Vandaar dat Hij hier de Wreker genoemd wordt.
III. Tegelijkertijd is God ook geduldig, vers 3 en goed, vers 7. In vers 7 staat: ‘De HEERE is goed, Hij is tot een vesting op de dag van de benauwdheid. Hij kent hen die tot Hem hun toevlucht nemen.’
A. God is goed, punt uit. Mensen die in nood zijn kunnen altijd bij Hem terecht. Hij kent hen, d.w.z. dat Hij een relatie heeft met degenen die tot Hem hun toevlucht nemen.
i. Het is absoluut niet zo dat God een boze god is die zijn emoties niet onder controle heeft en geen zelfbeheersing heeft. Nee, God is goed. Hij is rechtvaardig.
B. Bij wie of wat zoek jij jouw toevlucht? Is het alcohol? Is het blowen of een ander verdovend middel? Is het online shopping? Is het gokken? Is het pornografie? Is het losbandigheid? Is het feesten? Is het bijval zoeken bij mensen die medelijden met je hebben? Is het zo veel mogelijk mensen aan jouw kant krijgen? En ga zo maar door. . .
i. God, Die liefde is, Die goed is, Die zuiver en alleen het allerbeste met jou vóór heeft, wil jouw toevlucht zijn. God Die het alleenrecht op jouw leven heeft, wil jou niet tegen je wil in claimen, maar Hij wil wel dat Hij jouw toevlucht is, dat jij er vrijwillig voor kiest.
a. Dus als jij jouw toevlucht in andere dingen of in mensen zoekt; die jou niet kunnen bevredigen; maar die jou eigenlijk alleen maar dieper in de zooi brengen; die van jouw leven een nog groter puinhoop maken, bekeer je vandaag en ren naar God!
b. Het is het niet waard om koppig en eigenwijs te blijven. Hij is een vesting, een vaste burcht wanneer je leven een puinhoop is. Hij heeft de antwoorden die je zoekt. Dit is de God van de Bijbel!
Vers 9-15
I. Kijk nu in de verzen 9-15 naar wat de HEERE bepaald heeft. We gaan niet naar alle verzen kijken, ik kies er maar een paar.
Vers 9a – “Wat u ook bedenkt tegen de HEERE, Hij Zelf maakt er een vernietigend einde aan.”
Vers 10 – “Omdat zij vervlochten zijn als dorens, en dronken als dronkaards, zullen zij volledig verteerd worden, als dorre stoppels.”
Vers 14 – “Maar wat u betreft heeft de HEERE geboden: Uw naam zal zich niet meer voortplanten. Uit het huis van uw god zal Ik de gesneden en gegoten beelden uitroeien. Ik zal uw graf toebereiden, want u bent verachtelijk.”
A. Dit gaat eraan komen zegt God tegen Ninevé. Maar er tussendoor geeft Nahum Juda ook hoop.
II. In de verzen 9, 12-13 en ook vers 15 spreekt God tot Juda.
Vers 15 – “Zie op de bergen de voeten van hem die het goede boodschapt, die vrede laat horen! Vier uw feestdagen, Juda, kom uw geloften na, want de verderfelijke man (Assyrië) zal voortaan niet meer door u heen trekken, hij is helemaal uitgeroeid.”
A. Jesaja 52:7 zegt hetzelfde als wat hier in de eerste zin staat. En Paulus citeert Jesaja in Romeinen 10:15 wanneer hij het over het prediken van het Evangelie heeft.
Jesaja 52:7 – “Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten van hem die het goede boodschapt, die vrede laat horen, die een goede boodschap brengt van het goede, die heil laat horen, die tegen Sion zegt: Uw God is Koning.”
i. Het feit dat God in hoofdstuk 1 bepaalt dat Hij de Assyriërs zal gaan oordelen en straffen is goed nieuws voor Juda. Vooral ook met het zicht op de toekomst wanneer Jezus daadwerkelijk als Koning zal regeren.
Hoofdstuk 2
I. In hoofdstuk 2 wordt Gods oordeel wederom in poëtische taal en beeldspraak omschreven. Om het beter te kunnen volgen raad ik jullie aan om dit in verschillende vertalingen te lezen, en vooral ook in het Engels, in bijvoorbeeld de New King James Version of de English Standard Version.
II. Kijk, ik snap bepaalde dingen gewoon niet als ik alleen één vertaling lees. En zonder de grondtekst in te duiken is het voor mij dus handig wanneer ik meerdere vertalingen open heb staan. Bijvoorbeeld vers 13 begint met deze woorden:
“Zie, Ik zál u, spreekt de HEERE van de legermachten:”
A. ‘Ik zál u’ lijkt mij op een onvolledige zin. ‘Ik zál u wat?’ In andere vertalingen is het voor mij gewoon duidelijker, want in Het Boek staat: “‘Nu keer Ik Mij tegen u,’ zegt de Heere van de hemelse legers.” (Dit ligt vast aan mij!)
B. God zegt hier en ook in 3:5 dat Hij tegen de Assyriërs is. God is tegen Zijn vijanden. En als God tegen je is, dan is het voor jou einde oefening.
C. En hoe hard dit ook gaat klinken: God is tegen eenieder die zijn/haar leven nog niet aan Jezus Christus heeft overgegeven.
D. Daarentegen zegt God tegen mij als wedergeboren Christen: “Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?”
i. Dit is compleet anders. Het voor of tegen je zijn is een kwestie van leven en dood. Als de God van de Bijbel vóór mij is, dan is er niets en niemand die tegen mij kan zijn. Mijn eeuwige lot is in Christus verzegeld. Niets en niemand kan mij uit Zijn hand rukken.
ii. Als God op dit moment tegen jou is, dan is er vandaag hoop voor jou. Want ook jij kan aan de goede kant van God komen te staan.
Romeinen 5:10 – “Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood van Zijn Zoon, hoeveel te meer zullen wij, nu wij verzoend zijn, behouden worden door Zijn leven.”
a. Het enige dat je hiervoor hoeft te doen is je hele leven, je liefde en je hartstocht aan de HEERE Jezus Christus overgeven.
Hoofdstuk 3
I. In hoofdstuk 3 wordt Gods oordeel gerechtvaardigd oftewel er staat dat Ninevé het verdiend heeft.
A. In de eerste zeven verzen lezen we hoe de Assyriërs te werk gingen in hun veroveringen.
B. Vervolgens vergelijkt Nahum Assyrië met No-Amon, ook Thebe genoemd. En zoals No-Amon de aanval van de Assyriërs niet heeft overleefd, zo zal Ninevé Gods oordeel ook niet overleven.
C. Het boek eindigt met vers 19:
Vers 19 – “Er is geen heling voor uw breuk, uw wond is pijnlijk. Allen die het gerucht over u horen, klappen om u in de handen, want over wie is uw kwaad niet voortdurend heen gekomen?”
i. God verklaart hier tegen Ninevé dat het voor hen over is. Zij liggen als het ware in hospice. Er is geen remedie, herstel is niet mogelijk. Nog erger: de stad zal geheel verwoest worden om nooit meer opgebouwd te worden.
II. De geschiedenis heeft bewezen dat wat God zo’n 50 jaar daarvoor d.m.v. de profeet Nahum tegen Ninevé had gezegd tot in de kleinste details is uitgekomen.
A. Eeuwenlang heeft men gedacht dat Ninevé een mythologische stad is zoals bijv. Atlantis. En zij dachten dit, omdat eeuwenlang niets over Ninevé te vinden was.
i. Pas ruim 2.400 jaar ná de verwoesting van Ninevé hebben Britse archeologen Ninevé ergens in het begin van de 19e eeuw gevonden.
ii. Het is in mijn optiek erg bijzonder, dat er in de bibliotheek van Ninevé documenten waren gevonden waarin zo’n tien Israëlische koningen bij naam genoemd worden. Ninevé heeft echt bestaan.
III. Maar, wat is er met Ninevé gebeurd? Ruim 100 jaar daarvoor had Ninevé zich tot God bekeerd. Jona predikte een boodschap van onheilsdreiging en de hele stad bekeerde zich. En nu, zo’n 100 jaar later zegt Nahum dat God Ninevé geheel zal verwoesten. Dit kwam omdat zij weer terug bij af waren.
A. Wanneer zij een stad of land of volk veroverden, werden gruweldaden tegen de mensheid gepleegd. Zij hakten handen, voeten, oren, neuzen van hun gevangen af. Zij trokken de tongen eruit, zij staken de ogen uit. Hun gevangenen werden levend gevild en zij legden hun huiden over de tenten. Baby’s werden in stukken gehakt, bij zwangere vrouwen werden hun buiken opengesneden. Woorden schieten tekort om de wreedheid van de Assyriërs te omschrijven.
i. Dit was dan ook de reden waarom God Jona 100 jaar hiervoor al op hen afstuurde. En nu, zo’n 100 jaar later was het weer business as usual. Hun bekering was van korte duur.
ii. Na honderden jaren lang geduldig met de Assyriërs te zijn geweest, was God er nu klaar mee.
IV. De les die wij hieruit kunnen halen, is dat God goed is; Hij is geduldig; Hij is een vesting en een vaste burcht voor degenen die bij Hem willen schuilen. Hij wil een persoonlijke God voor ons zijn en dat heeft Hij mogelijk gemaakt door Zijn Zoon Jezus Christus voor ons op te offeren aan het kruis.
A. Maar, er is nog meer. In de Galaten brief laat Paulus ons een geestelijke wet zien.
Galaten 6:7-8 – “Maak u niets wijs: God laat niet met zich spotten. Wat een mens zaait zal hij ook oogsten. Wie zaait op de akker van zijn zondige natuur, zal van die natuur verderf oogsten; wie zaait op de akker van de Geest, zal van de Geest eeuwig leven oogsten.” (WV2012)
i. Dit geld voor eenieder die voor zichzelf blijft leven en daardoor zich tegen God verzet. Als je nog niet wedergeboren bent en je blijft je eigen ding doen, dan zal je met de consequenties moeten leven. Kijk naar Ninevé.
a. Ik ken genoeg mensen die op dit moment in hun leven verderf oogsten, omdat zij hun eigen hartstocht en eigen dwaasheid hebben nagevolgd, waardoor zij per definitie God hebben verworpen.
ii. Maar ik geloof dat dit ook tot op zekere hoogte voor mij kan gelden. Ik ben nog steeds in staat om op de akker van mijn zondige natuur te zaaien; en wanneer ik dat doe, dan zal ook ik een mate van verderf oogsten.
a. Als ik bijvoorbeeld God en Zijn Woord niet gehoorzaam, dan is het logisch en ook juist dat ik met de gevolgen te maken zal krijgen.
b. Paulus schrijft bijvoorbeeld dat ik iedereen moet vergeven zoals ik door God vergeven ben. Als ik niet vergevingsgezind ben t.o.v. iemand, als ik iemand in mijn hart weiger te vergeven, dan zijn de consequenties daarvan dat ik mezelf beroof van de rust en vreugde die God voor me heeft. Ik blijf me opvreten.
1. Iemand heeft ooit onvergeeflijkheid beschreven als het zelf drinken van gif met de hoop dat de ander erdoor zal sterven.
2. En zo zijn er tal van manieren waarop wij als wedergeboren christenen nog steeds op de akker van onze zondige natuur kunnen zaaien.
iii. Wie daarentegen zaait op de akker van de Geest, zal van de Geest eeuwig leven oogsten.
a. Dit geldt voor eenieder die nu nog niet in Jezus Christus gelooft. Als jij het Woord van God als waarheid aanneemt, als jij Jezus, de Weg, de Waarheid en het Leven aanneemt, dan zal ook jij het eeuwige leven oogsten.
b. Dit geldt ook voor mij als wedergeboren Christen. Hoe meer ik mijn tijd, energie en hartstocht geef aan de dingen van God, de akker van de Geest, hoe meer ik de kwaliteit van het eeuwige leven hier op aarde zal ervaren. En voor de duidelijkheid, dit heeft niets met materiële dingen te maken.
B. God zei twee keer dat Hij tegen de Assyriërs is. Niemand zou willen dat God tegen je is, want het gevolg is fataal. Daarom heeft God ons Jezus Christus gegeven, zodat niemand God tegen zich hoeft te hebben.
Spreuken 26:11 – “Zoals een hond terugkeert naar zijn braaksel, zo is een dwaas die in zijn dwaasheid terugvalt.”
i. Dit is wat de Assyriërs deden. Wees alsjeblieft geen Assyriër, want God laat echt niet met Zich spotten.
Romeinen 8:31b – “Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?”
ii. Plaats jezelf aan de juiste kant van God en laat Hem vóór jou zijn.
iii. Jezus zei: ‘Wie niet voor Mij is, is tegen Mij.’ Wees geen Assyriër en wees voor Hem.
BIDDEN
ZEGEN
Numeri 6:24-26
De HEERE zegene u en behoede u!
De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig!
De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede!
https://biblearchaeology.org/research/divided-kingdom/2744-nahum-nineveh-and-those-nasty-assyrians