46040 1 Korinthe 12:12-31 (De plaatselijke kerk; iedere christen is belangrijk en nodig voor haar succes 2 van 3)
I. Gisteren sprak ik iemand die mij per se wilde vertellen dat hij de laatste preek uit 1 Korinthe nogmaals had beluisterd, dat hij erdoor zeer bemoedigd was en dat hij zich uitstrekt naar het Woord van vanmorgen. Deze man heeft wijs gehandeld en is daardoor gezegend!
A. Ik hoop voor de rest van jullie dat jullie ook zo wijs zijn geweest als deze man om de laatste preek nogmaals of voor het eerst te hebben beluisterd.
i. Als niet, dan heb je jezelf tekort gedaan.
II. Vanmorgen pakken wij de draad op en gaan verder in 1 Korinthe 12. Mijn intentie is om 1 Korinthe aan het eind van dit kalenderjaar af te hebben zodat wij in het nieuwe jaar met een nieuw Bijbelboek kunnen gaan beginnen.
A. Bid de komende maanden alsjeblieft dat de Heere ons zal laten zien welk boek wij hierna moeten gaan behandelen.
LEES 1 KORINTHE 12:12-27
BIDDEN
I. In de vorige preek hebben wij gekeken naar vers 12-17 waarin Paulus ons een aantal hele belangrijke dingen laat zien:
A. Vers 12 – In vers 12 laat Paulus ons zien dat de gemeente, de kerk, met opzet reeds een éénheid vormt, dat God het vanaf het begin al een éénheid heeft gemaakt. Maar dat verscheidenheid onmisbaar is in die éénheid.
i. De Bijbel illustreert dit door de kerk te vergelijken met een goed functionerend menselijk lichaam waarin alle onderdelen samenwerken om een éénheid te vormen.
a. En dan niet een éénheid los van Jezus Christus, maar juist totaal verbonden mét Jezus Christus.
1. Dusdanig verbonden zelfs dat de Bijbel in dit vers de kerk “Christus” noemt.
(i) Dus in de context van het één zijn met Jezus en met elkaar kunnen wij van onszelf zeggen dat wij “Christus” zijn.
B. Vers 13 – In vers 13 leert de Bijbel ons dat wij die wedergeboren zijn allemaal één en dezelfde Heilige Geest in ons hebben wonen.
i. Per definitie betekent dit, dat wij éénsgezind moeten zijn v.w.b. de dingen van Jezus Christus, het christen zijn en hoe wij samen horen te werken als het Lichaam van Christus.
a. De vergelijking gaat niet helemaal op, maar het is vergelijkbaar met het besturingssysteem op computers.
1. Als je bijvoorbeeld een Microsoft Windows besturingssysteem op je p.c. hebt staan, dan zijn de software programma’s die daarvoor geschreven zijn alleen te draaien op een p.c. met Windows.
(i) Dus alle software programma’s die voor Windows geschreven zijn, zijn “Windows Compatible”; wat inhoudt dat zij (theoretisch) foutloos in een Windows omgeving horen te functioneren en/of samen te werken.
b. Wij die de Heilige Geest in ons hebben wonen, zijn allemaal “Heilige Geest Compatible”, wat inhoudt dat wij als kerk naar Gods maatstaven horen en kunnen functioneren. Wij hebben allemaal hetzelfde besturingssysteem!
C. Vers 14-17 – In vers 14-17 tackelt Paulus het probleem van het minderwaardigheidsgevoel dat sommige christenen in Korinthe hadden gekregen. Deze christenen voelden zich minderwaardig ten opzichte van anderen. En dat is absoluut niet Gods bedoeling!
i. Misschien denk jij vanmorgen dat je in de Calvary Chapel niet belangrijk bent, dat je niet meetelt.
a. Misschien denk je dat je niets of weinig bij te dragen hebt in het reilen en zeilen van de kerk.
b. Misschien voel je je vanmorgen dusdanig minderwaardig ten opzichte van anderen.
1. Als jij dat bent, dan heb ik heel goed nieuws voor jou! Kijk naar vers 18:
Vers 18 – “Maar nu heeft God de leden (onderdelen), elk van hen afzonderlijk, in het lichaam een plaats gegeven zoals Hij gewild heeft.”
I. Mensen, laat deze waarheid alsjeblieft tot je doordringen! Dat God Zelf een ieder van ons een plaats gegeven heeft in deze kerk zoals Hij het gewild heeft.
A. Denk even aan degenen die de onze aanhanger week in en week uit ophalen, hier naartoe slepen en vervolgens weer wegzetten.
i. Ten opzichte van de taak van het aanbiddingsteam of de taak van de voorganger kan het zijn dat die personen zich minderwaardig kunnen voelen; dat die personen denken dat hun bijdrage niet belangrijk is, of dat het niet meetelt in de bediening van onze kerk. Want ja, bijna iedereen kan een aanhanger trekken.
a. Maar, dat is een leugen. Ten eerste zouden wij onze diensten niet kunnen houden in deze vorm zonder dat iemand zichzelf opoffert om de aanhanger hier naartoe te brengen.
b. Ten tweede is het niet zozeer de daad van het meeslepen van de aanhanger die telt. Wat telt, is dat die persoon zichzelf “dienstbaar” opstelt.
1. Die persoon moet veel vroeger dan de meesten van ons zijn bed uit. Hij moet veel vroeger dan de meesten het huis uit. Het heeft ook een impact op zijn gezin.
(i) En de reden dat iemand dit week in en week uit doet, is niet dat hij zichzelf ziet als de toegewezen aanhangertrekker, maar omdat hij de Heere en de kerk (ons) wil dienen.
II. Misschien denk je helemaal niet van jezelf dat je minderwaardig bent, maar je weet gewoon niet wat jouw plaats is in deze kerk. Dit is denk ik voor velen het grootste probleem!
A. Je kan ervoor bidden, dat God jou laat zien welke plaats Hij jou in de gemeente heeft gegeven. En ik hoop dat een ieder van jullie dit sowieso doet.
i. Maar bidden alleen, bidden zonder dat je actie onderneemt zal niets opleveren. Je moet in beweging komen.
B. Toen ik net tot geloof was gekomen en voor het eerst onze thuiskerk in Californië binnenkwam, vroeg ik meteen aan de voorganger: “Wat kan ik doen om mee te helpen?”
i. Mijn voorganger zei: “Wees er volgende week zondag om 08:00 uur, dan kan je meehelpen met de schoonmaak van de zalen en met opbouwen.”
C. Besef dit: Ruim een jaar daarvoor was ik tot bekering gekomen; ik was zo vol van mijn nieuwe leven in Christus en zo dankbaar, dat ik Hem wilde dienen. En het maakte mij totaal niet uit wat ik moest doen.
D. Ik begon inderdaad met het in- en uitladen van de aanhanger, het schoon vegen van de zalen, het schoonmaken van de wc’s, de tafels afnemen, de stoelen, tafels en geluidsapparatuur opzetten, enz…
i. Ons gezin heeft twee jaar lang in die kerk gediend voordat wij naar NL kwamen en ik heb twee jaar lang deze werkzaamheden gedaan.
E. Maar gaandeweg zag God dat ik serieus omging met het dienen op deze praktische wijze. En gaandeweg begon God mij steeds meer en meer verantwoordelijkheid te geven.
F. Op een gegeven moment wilde ik mijn drumtalent gebruiken om de Heere te dienen; dus nadat ik mijn wens aan de aanbiddingsleider kenbaar had gemaakt, plaatste God mij in het Worship Team.
i. Toen ik mezelf als trouw lid van het Worship Team bewees, maakte God mij hoofd van het Worship Team.
G. Ik wilde graag mijn bijbelkennis met mensen delen, dus nadat ik die wens aan mijn voorganger bekend gemaakt had, plaatste God mij in de zondagsschool waar ik 5 en 6 jarige kinderen kon leren over Jezus.
H. Vervolgens kreeg ik van mijn voorganger de gelegenheid om op meerdere doordeweekse samenkomsten de bijbelstudie te geven.
i. En ondanks dat ik meer verantwoordelijkheid kreeg, bleef ik wel meehelpen met de schoonmaak, het laden en lossen van de aanhanger, het opbouwen en afbreken.
a. En uiteindelijk kwam ik tot de ontdekking dat God mij als voorganger in het Lichaam van Christus wilde plaatsen.
1. En nu, zo’n 17 jaar later sta ik hier.
2. Ik vertel dit niet om op te scheppen, maar om een essentieel punt duidelijk te maken:
III. Was het toen mijn plaats in die gemeente om de aanhanger te lossen en te laden, om de wc’s schoon te maken, om op- en af te bouwen? Was dat mijn bediening? Was dat de genadegave die ik van de Heilige Geest ontvangen had?
A. NEE, ik denk van niet! Het was mijn plicht! Nadat ik tot het besef was gekomen wat en hoeveel Jezus Christus voor mij heeft gedaan, was mijn respons daarop dat ik koste wat kost Hem en Zijn plaatselijke gemeente wilde dienen.
B. En gaandeweg, door niet vermoeid te raken in het doen van het goede, heeft God Zijn roeping op mijn leven bekend gemaakt.
i. De plaats die God mij gegeven heeft in de plaatselijke kerk werd mij pas duidelijk nadat ik in beweging was gekomen en daarin trouw ben gebleven.
Dus, als het jouw probleem is dat je niet weet wat jouw plaats is in deze kerk, ligt het hoogst waarschijnlijk aan het feit dat je geen stappen zet. Om welke reden dan ook.
I. Tegenwoordig wordt er zoveel nadruk gelegd op het ontdekken van je gaven. Er zijn gaventesten die je zogenaamd kunnen helpen om je gaven te ontdekken. Er zijn profetiescholen, apostelscholen, noem maar op.
A. Begrijp me alsjeblieft niet verkeerd. En als je een voorstander bent van deze dingen, is dat prima. Maar ik vind dat het nastreven van de gaven en de bedieningen veel te vaak ten koste gaat van het ontdekken van de gaven en bedieningen.
i. Ik bedoel dit hiermee: Er wordt bijvoorbeeld een woord uitgesproken over iemand dat God hem tot een bijbelleraar zal maken.
a. Ten eerste streelt zo’n uitspraak het vlees enorm; en vervolgens raakt die persoon dusdanig gefixeerd op het worden van een bijbelleraar dat hij als gevolg daarvan niets anders wil doen om de Heere en Zijn kerk te gaan dienen. Want hij wordt bijbelleraar.
1. Ik ken iemand die zich geroepen voelt om voorganger te worden. Maar deze persoon is te beroerd om zich trouw te bewijzen in de kleine dingen. Door zijn instelling heeft hij zichzelf uitgeschakeld en God zal hem geen bediening geven.
II. Misschien vinden sommigen van jullie dat het hier binnen de Calvary Chapel veel te langzaam gaat. Dat we veel te weinig vooruitgang boeken. Soms vind ik dit ook!
A. Ik ben er stellig van overtuigd, dat de reden dat dingen stagneren is omdat sommigen zitten te wachten op een brief uit de hemel, oftewel een functieomschrijving voordat je de stap zet om iets te willen betekenen om mee te helpen.
B. Als dat zo is, dan raad ik je aan om jezelf dienstbaar op te stellen, jezelf op te offeren en bereid te zijn om zelfs de meest onbenullige dingen te gaan doen die nodig zijn.
i. Dit is de enige manier om te gaan ontdekken wat God uiteindelijk voor je heeft, de plaats in het Lichaam die God voor je wil. Er zijn geen short-cuts oftwel sluiproutes.
Vers 18 – “Maar nu heeft God de leden (onderdelen), elk van hen afzonderlijk, in het lichaam een plaats gegeven zoals Hij gewild heeft.”
I. Doe alsjeblieft wat nodig is om die plaats te gaan ontdekken! Als je dat niet doet, dan doe je jezelf, Jezus en Zijn kerk tekort!
Vers 19-20 – “Als zij alle één lid waren, waar zou het lichaam zijn? Nu echter zijn er wel veel leden, maar is er slechts één lichaam.”
I. M.a.w. als iedereen een oog was, dan is er geen sprake van een lichaam, maar door Gods ontwerp zijn er vele verschillende delen die het éne lichaam vormen.
Vers 21 – “En het oog kan niet zeggen tegen de hand: Ik heb je niet nodig, of vervolgens het hoofd tegen de voeten: Ik heb jullie niet nodig.”
I. In de vorige verzen spreekt Paulus tot de individualisten die zeggen: “Ze hebben mij niet nodig”. Dit zijn degenen met een minderwaardigheidscomplex.
II. Vanaf vers 21 spreekt Paulus tot de individualisten die zeggen: “Ik heb hen niet nodig”. Dit zijn de hoogmoedigen die dachten dat zij belangrijker waren dan anderen.
A. En net zoals degene die zegt: “De kerk heeft mij niet nodig”, zo zitten deze mensen er helemaal naast.
B. Deze mensen denken dat zij niemand anders nodig hebben, behalve misschien een klein aantal andere broers en zussen van “hogere status”, mensen die zij als hun gelijke zien.
C. Zij vinden van zichzelf dat zij hun geestelijke leven beter dan de anderen op een rijtje hebben staan. Zij kijken minachtend naar degenen die in hun ogen hun geestelijke leven niet op een rijtje hebben staan.
i. Zij overwaarderen hun eigen belang en onderwaarderen het belang van alle anderen die zij minachten.
a. Dit soort mensen gaan dus ook met niemand anders om. Zij hebben geen fellowship met degenen die zij minachten, dit zijn de exclusieve christenen.
1. De kerk in Korinthe, waarvan Paulus zegt dat zij geestelijk onvolwassen en vleselijk was, had om die reden dit soort problemen.
(i) Dit kan absoluut niet!!!
Vers 22 – “Ja, meer nog, de leden van het lichaam die de zwakste schijnen te zijn, zijn echter juist zeer noodzakelijk.”
I. Paulus vergelijkt nu de leden in de kerk die de zwakste schijnen te zijn met de inwendige organen van het menselijke lichaam.
A. Mensen denken vaak onterecht dat onze ogen, of handen of benen de allerbelangrijkste lichaamsdelen zijn. Maar dat is niet zo.
i. Een ieder van ons kan blijven leven en in Gods Koninkrijk blijven functioneren zonder onze ogen, zonder onze handen, zonder onze benen.
a. Maar zonder je dikke darm, zonder je lever, zonder je longen of je hart kan je niet leven.
ii. Hoe vaak denk je aan je dikke darm, of je lever? Ik niet vaak. Deze zijn (gelukkig) uit het zicht, ze doen hun werk achter de schermen.
a. Ze vallen totaal niet op! Totdat ze stoppen met hun werk. Dan staat alles op zijn kop! Dan besef je pas hoe belangrijk deze “zwakke” lichaamsdelen zijn.
1. En dus ook de mensen in de kerk, degenen die buiten het zichtveld heel trouw de Heere en jou dienen door o.a. elke morgen vroeg op te staan om voor je te bidden.
(i) Zoals Paulus zegt zijn deze juist zeer noodzakelijk.
Vers 23 –“En aan de leden van het lichaam die wij als minder eervol beschouwen, verlenen wij groter eer en onze oneerbare leden krijgen een grotere eer.”
I. Wij als fatsoenlijke en bescheiden mensen bedekken onze lichaamsdelen die wij als minder eervol beschouwen. Denk aan onze romp, onze billen, geslachtsdelen, enz.
A. Wij doen ons uiterste best om deze lichaamsdelen eer te betonen door ze te bedekken met kleding.
Vers 24 – “Onze eerbare leden echter hebben dat niet nodig. Maar God heeft het lichaam zo samengesteld, dat Hij aan het lid dat tekortkomt, groter eer gaf,”
I. Ons hoofd, onze handen, de lichaamsdelen die wij juist willen laten zien hebben geen bedekking nodig.
II. En dus zal God de mensen in de kerk, die achter de schermen heel trouw zijn in het dienen van de Heere, de mensen van Calvary Chapel die niet opvallen, deze mensen op Zijn wijze op Zijn tijd de grotere eer geven.
Vers 25 – “opdat er geen verdeeldheid in het lichaam zou zijn, maar de leden voor elkaar gelijke zorg zouden dragen.”
I. Nogmaals: vanuit Gods oogpunt is er door de kerk te vergelijken met een menselijk lichaam en hoe het functioneert geen enkele reden waarom er verdeeldheid moet zijn.
A. Er is geen enkele reden waarom iemand trots en hoogmoedig hoort te zijn en er is geen enkele reden waarom iemand zich hoeft te schamen.
B. Sterker nog, zoals elk menselijk lichaamsdeel het gehele lichaam dient zonder onderscheid te maken, zo horen ook wij zonder onderscheid te maken voor elkaar te zorgen.
i. In een gezond en goed functionerend menselijk lichaam werken alle delen, alle miljarden cellen samen.
ii. Het hart voorziet niet alleen zichzelf van bloed en zuurstof, maar het dient het gehele lichaam.
iii. Soms ontstaat er in mijn optiek veel te vaak iets in een menselijk lichaam dat alleen maar bestaat om zichzelf te dienen.
Het draagt totaal niets bij aan het functioneren van de rest van het lichaam; en alle voedingstoffen en energie die het kan verzamelen wordt alleen gebruikt om zichzelf te voeden en te doen groeien.
Wij noemen dat kanker!!! En wij weten allemaal hoe verwoestend kanker is. . .
Vers 26 – “En als één lid lijdt, lijden alle leden mee. Als één lid eer ontvangt, verblijden alle leden zich mee.”
I. Ongeacht hoe verschillend wij allemaal zijn, ongeacht de plaats die God ons gegeven heeft in deze kerk horen wij voor elkaar te zorgen.
A. En deze liefdevolle zorg komt tot uiting in o.a. dit vers.
Vers 27 – “Samen bent u namelijk het lichaam van Christus, en ieder afzonderlijk Zijn leden.”
I. Samen vormen wij het Lichaam van Christus, de kerk. Maar een ieder van ons is afzonderlijk een onderdeel van het geheel en het is de verantwoordelijkheid van elk onderdeel om zijn/haar werk trouw te doen.
A. Het is ieders verantwoordelijkheid om zijn/haar plaats in deze plaatselijke gemeente te gaan ontdekken en zich daar helemaal op toe te leggen.
i. De kerk is geen plaats waar de 80/20 regel van toepassing is, de kerk vereist 100% deelname!