Mattheüs 24:15-28 – De Grote Verdrukking (3/3)
I. Twee keer geleden zijn wij gestart met Mattheüs 24 waarin Jezus ons leert over de Grote Verdrukking en over Zijn wederkomst.
Nogmaals voor alle duidelijkheid: de wederkomst van Christus is niet hetzelfde als de opname van de kerk; dit zijn twee verschillende gebeurtenissen.
A. Twee keer geleden zagen wij dat Jezus een aantal dingen noemt die tijdens de eerste helft van de Grote Verdrukking plaats zullen vinden.
i. Jezus sprak van twee golven van misleiding. Hij sprak over valse Christussen, over oorlogen, over hongersnoden, over besmettelijke ziekten en over aardbevingen.
a. Wij zagen dat al de dingen die Jezus noemt bevestigd worden in Openbaring 6.
b. Er staat in Openbaring 6:8 dat één vierde deel van de wereldbevolking door deze dingen omkwam.
1. Op basis van de huidige wereldbevolking zullen zo’n 1,8 miljard mensen omkomen.
2. Dat is 200 miljoen meer mensen dan de totale bevolking van Europa, Noord-, Midden- en Zuid-Amerika bij elkaar opgeteld.
B. Maar dit is nog niet eens het ergste. De eerste helft van de Grote Verdrukking zal relatief rustig zijn in vergelijking met de tweede helft.
II. Vorige keer hebben wij even een zijsprong gemaakt naar Daniël 9, waar de engel Gabriël tot Daniël sprak en hem vertelde over de zeventig weken oftewel de zeventig perioden van zeven jaar: 490 jaar dus.
A. Nu is het zo dat de eerste 69 ‘weken’ oftewel de eerste 483 jaren reeds verstreken zijn. De laatste dag van het 483e jaar was de dag waarop Jezus op de ezel Jeruzalem binnenreed.
i. Volgens de berekeningen van Sir Robert Anderson was dit op 06 april 32 na Chr.
a. Op dit moment stopte de profetische klok. M.a.w. 69 van de 70 weken van Daniël zijn reeds verstreken, maar de 70e week moet nog vervuld worden.
1. Hier zijn wij vorige week geëindigd en deze keer gaan wij kijken naar de zeventigste week van Daniël.
(i) Voor alle duidelijkheid: wanneer er gesproken wordt over de ‘zeventigste week van Daniël’ dan bedoelt men de Grote Verdrukking.
III. Het feit dat de eerste 69 weken van Daniël met 100% nauwkeurigheid vervuld zijn, geeft ons nu ook de zekerheid dat ook de 70e week met 100% nauwkeurigheid vervuld zal worden.
Lees Daniël 9:26-27 (HSV)
A. Daniël 9:26-27 – “26Na deze periode van 483 jaar zal een gezalfde onschuldig worden vermoord. Er zal een koning komen die de stad en de tempel zal verwoesten. Deze zal zijn einde vinden in een vloed van ellende; en oorlog en verwoestingen zullen vanaf dat moment tot het einde heersen, dat staat nu al vast. 27Deze wereldleider zal een verbond van zeven jaar sluiten, maar halverwege zal hij de Joden dwingen te stoppen met het brengen van slacht en spijsoffers. En dan (ter bekroning van zijn vreselijke misdaden) zal de vijand in het heiligdom van God een ontzettende gruwel plaatsen. Maar God zal op Zijn beurt deze verwoester treffen met Zijn vonnis, dat nu al vaststaat.” (het boek)
i. De engel Gabriël legt aan Daniël uit, dat aan het begin van de 70e week de antichrist een verbond met Israël zal aangaan. Dit zal direct ná de opname van de kerk gebeuren.
ii. Ook zegt Gabriël tegen Daniël, dat de antichrist halverwege de 70e week, dus ná 3,5 jaar zijn verbond met Israël zal verbreken.
IV. Omwille van de tijd kan ik niet uitweiden over de antichrist, maar ik wil wel een stukje van de apostel Paulus voorlezen waarin hij iets over de antichrist te zeggen heeft.
A. 2 Thessalonicenzen 2:1-12
i. Paulus noemt de antichrist de mens van de wetteloosheid, de zoon van het verderf, de tegenstander, de wetteloze.
ii. Hij zal zichzelf in de tempel voordoen alsof hij God is.
a. Hier heeft Jezus het over in Mattheüs 24:15.
Mattheüs 24:15-28
Vers 15-16 – “15Wanneer u dan de gruwel van de verwoesting, waarover gesproken is door de profeet Daniël, zult zien staan op de heilige plaats – laat hij die het leest, daarop letten! – 16laten dan zij die in Judea zijn, vluchten naar de bergen.”
I. In vers 3 vroegen de discipelen aan Jezus: “… Zeg ons, wat is het teken van Uw komst en van de voleinding van de wereld?”
A. In vers 4 t/m 14 sprak Jezus over allerlei verschrikkelijke dingen die moeten gebeuren, en dan zegt Jezus: “Maar het is nog niet het einde, al die dingen zijn nog maar een begin van de weeën.”
B. Dus geen van alle dingen die Jezus noemde was ‘het teken’ van Zijn komst en van de voleinding van de wereld.
II. Pas hier in vers 15 geeft Jezus ons het teken. Het teken is de gruwel van de verwoesting.
A. Een ‘gruwel’ is alles wat voor Gods aangezicht niet kan bestaan. Het woord werd vooral gebruikt wanneer men sprak van een afgod.
B. In dit specifieke geval gaat het om de ultieme afgoderij:
i. 2 Thessalonicenzen 2:4 – “De tegenstander, die zich ook verheft boven al wat God genoemd of als God vereerd wordt, zodat hij als God in de tempel van God gaat zitten en zichzelf als God voordoet.”
C. In eerste instantie zal de antichrist een zeer populaire, geliefde en betrouwbare bondgenoot van Israël zijn. Hij zal het voor elkaar krijgen dat er tijdelijke vrede in Israël is.
i. Helaas voor Israël is de vrede van korte duur en ná de eerste 3,5 jaar van de Grote Verdrukking zal de antichrist zijn ware aard bekend maken en zal hij op een brute wijze de tempel in Jeruzalem overnemen.
ii. Hij zal een eind maken aan de Joodse offerdiensten en zal daarvoor in de plaats zichzelf als God voordoen.
D. Jezus geeft deze gebeurtenis dus aan als het teken van Zijn komst en van de voleinding van de wereld.
i. Vers 15-16 – “15Wanneer u dan de gruwel van de verwoesting, waarover gesproken is door de profeet Daniël, zult zien staan op de heilige plaats – laat hij die het leest, daarop letten! – 16laten dan zij die in Judea zijn, vluchten naar de bergen.”
III. Nogmaals: alhoewel Jezus op het moment van Zijn rede op de Olijfberg tegen Zijn discipelen spreekt, geldt deze profetie voor degenen die in de toekomst leven wanneer dit plaats zal vinden.
A. Tegen hen zegt Jezus dat zij daarop moeten letten; en als zij zich op dat moment in Judea bevinden, moeten zij alles laten vallen om naar de bergen te vluchten.
Vers 17-18 – “17Wie op het dak is, moet niet naar beneden gaan om iets uit zijn huis te halen, 18en wie op de akker is, moet niet terugkeren naar wat hij achterliet om zijn kleren te halen.”
I. Jezus geeft aan dat er absoluut geen tijd is om je spullen te pakken, zo dringend is het; het is een kwestie van overleven of gedood worden.
Vers 19– “Maar wee de zwangeren en de zogenden in die dagen!”
I. Voor de zwangeren en voor de moeders die borstvoeding geven zal het extra zwaar zijn om te vluchten.
Vers 20– “En bid dat uw vlucht niet zal plaatsvinden in de winter en ook niet op een sabbat.”
I. ’s Winters is het natuurlijk koud, het sneeuwt op de bergen, dus zal dat ook extra zwaar worden.
II. Omdat de Joden op de sabbat maximaal 800 meter van huis mogen reizen, zal het hun onmogelijk gemaakt worden om überhaupt te kunnen vluchten op de sabbat.
Vers 21-22– “21Want dan zal er een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is vanaf het begin van de wereld, tot nu toe, en zoals er ook nooit meer zijn zal. 22En als die dagen niet ingekort werden, zou er geen vlees behouden worden; maar ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen ingekort worden.”
I. Jezus zegt hier dat de dagen van de Grote Verdrukking ingekort zullen worden.
A. Letterlijk betekent dit dat de Grote Verdrukking van korte duur is; namelijk twee keer 1.260 dagen of twee keer 3,5 jaar.
i. Er wordt wel eens door welmenende christenen gezegd dat de eindtijd nabij is, omdat de Heere nu al de tijd aan het inkorten is.
ii. Zij bedoelen hiermee, dat het er op lijkt dat de dagen steeds korter worden; dat de tijd voorbij vliegt.
a. Dit is niet wat Jezus hiermee bedoelde.
B. Jezus bedoelde hier wel mee, dat de Joden, omdat de Grote Verdrukking van relatief korte duur is, de kans zullen krijgen om de Grote Verdrukking te overleven.
II. De uitverkorenen waar Jezus het hier over heeft zijn de Joden die de Grote Verdrukking zullen meemaken.
A. De Bijbel leert ons dat ook wij die wedergeboren zijn, Gods uitverkorenen zijn, maar de context geeft hier in Mattheüs 24 aan dat deze uitverkorenen de Joden zijn en niet de christenen.
i. Even verder op in vers 31 heeft Jezus het alweer over de uitverkorenen en deze keer bedoelt Jezus alle mensen die God toebehoren, zowel Joden als niet-Joden.
Vers 23-24– “23Als iemand dan tegen u zegt: Zie, hier is de Christus of daar, geloof het niet; 24want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan en zij zullen grote tekenen en wonderen doen, zó dat zij – als het mogelijk zou zijn – ook de uitverkorenen zouden misleiden.”
I. Ook hier bedoelt Jezus met uitverkorenen de Joden van die tijd.
II. Het is voor ons van belang om in te zien dat zelfs valse christussen en valse profeten grote tekenen en wonderen kunnen verrichten.
A. Alle valse christussen en valse profeten beweren dat zij door God gezonden zijn. Maar een valse christus en een valse profeet zijn per definitie vals, juist omdat zij niet door God gezonden zijn.
i. 2 Petrus 2:1 – “Maar er zijn ook valse profeten onder het volk geweest, zoals er ook onder u valse leraars zullen zijn, die heimelijk verderfelijke afwijkingen in de leer zullen invoeren. Daarmee verloochenen zij zelfs de Heere, Die hen gekocht heeft, en brengen zij een snel verderf over zichzelf.”
ii. 1 Johannes 4:1 – “Lieve vrienden, geloof niet zomaar iedereen. Onderzoek eerst of iemand door de Geest van God geleid wordt. Want er zijn veel valse profeten in de wereld.” (bgt)
B. Tijdens de Grote Verdrukking zal satan deze valse christussen en valse profeten gebruiken om vooral de Joden te misleiden.
i. Maar niet alleen dan zal dit gebeuren; de Bijbel waarschuwt ons die nu leven dat er in Gods naam valse profeten en valse leraren kerkgangers misleiden d.m.v. allerlei valse tekenen en wonderen.
III. Er zijn momenteel veel mensen in de kerkelijke wereld die zichzelf allerlei mooie titels toe-eigenen en die een valse leer brengen.
A. Dan moet je niet denken aan overduidelijke valse leringen zoals die van de Jehova’s Getuigen of de Mormonen. Nee, ik heb het over mensen in het Evangelische Christendom.
i. Zij vermengen de waarheid met onwaarheden; én een aantal van hun beweren zelfs tekenen en wonderen te verrichten.
a. Dit maakt hen juist zo gevaarlijk. Daarom waarschuwt de Bijbel ons om niet misleid te worden.
1. De enige manier om niet misleid te worden is door je eigen relatie met God zuiver te houden en door je de waarheid eigen te maken.
2. Kolossenzen 3:16 – “Laat het woord van Christus in rijke mate in u wonen, in alle wijsheid, onderwijs elkaar en wijs elkaar terecht. . .”
(i) Als je de waarheid dusdanig goed kent, dan ben je niet vatbaar voor de leugen.
Vers 25– “Zie, Ik heb het u van tevoren gezegd!”
Vers 26-27– “26Als men dan tegen u zal zeggen: Zie, Hij is in de woestijn; ga er niet opuit; zie, Hij is in de binnenkamers, geloof het niet, 27want zoals de bliksem vanuit het oosten komt en zichtbaar is tot in het westen, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn.”
I. De wederkomst van Jezus Christus zal voor iedereen op aarde zichtbaar zijn. Jezus zegt dat het net als bliksem is.
A. Als je ergens bent en het bliksemt, dan hoef je niet eens de bliksemstraal zelf te zien, alleen de flits al laat je weten dat het bliksemt.
i. Zo zal ook het moment zijn wanneer Jezus terugkomt; het zal voor een ieder in die tijd overduidelijk zijn.
Vers 28– “Want waar het dode lichaam is, daar zullen de gieren zich verzamelen.”
I. Zoals er bij een kadaver gieren komen om het te verslinden, zo zal Jezus Christus als Rechter terugkomen om de verdorven wereld te verslinden met Zijn oordeel.
A. Openbaring 6:12-17 – “12En ik zag toen het Lam het zesde zegel geopend had, en zie, er kwam een grote aardbeving, en de zon werd zwart als een haren zak, en de maan werd als bloed, 13en de sterren van de hemel vielen op de aarde, zoals een vijgenboom zijn onrijpe vijgen afwerpt als hij door een harde wind wordt geschud. 14En de hemel week terug als een boekrol die wordt opgerold. En alle bergen en alle eilanden werden van hun plaats gerukt. 15En de koningen van de aarde, de groten, de rijken, de oversten over duizend, de machtigen en alle slaven en vrije mensen verborgen zich in de grotten en tussen de rotsen in de bergen. 16En zij zeiden tegen de bergen en de rotsen: Val op ons en verberg ons voor het aangezicht van Hem Die op de troon zit, en voor de toorn van het Lam. 17Want de grote dag van Zijn toorn is aangebroken en wie kan dan staande blijven?”
II. De toorn van God over alle goddelozen, over alle weerbarstigen, over alle lauwe kerkgangers zit er aan te komen. Maar v.w.b. mijn eigen welzijn hoef ik me daar totaal geen zorgen om te maken, want God heeft mij d.m.v. mijn geloof in Jezus Christus vrijgesteld van de komende toorn.
A. Romeinen 5:9 – “Veel meer dan zullen wij, nu wij gerechtvaardigd zijn door Zijn bloed, door Hem behouden worden van de toorn.”
B. 1 Thessalonicenzen 1:10 – “Wij die Zijn Zoon uit de hemelen verwachten, Die Hij uit de doden heeft opgewekt, namelijk Jezus, Die ons verlost van de komende toorn.”
C. 1 Thessalonicenzen 5:9 – “Want God heeft ons niet bestemd tot toorn, maar tot het verkrijgen van de zaligheid, door onze Heere Jezus Christus.
Studie van het Bijbelboek Mattheüs door Stan Marinussen, Calvary Chapel Haarlemmermeer: calvarychapel.nl