Mattheüs 24:1-14 – De Grote Verdrukking (1/3)
I. Vandaag gaan wij een kijkje nemen in de toekomst. En dan bedoel ik niet dat ik een paragnost of een waarzegster ingehuurd heb.
A. Nee, want deze mediums putten vanuit demonische bronnen en daar willen wij niets mee te maken hebben.
II. Tien dagen geleden was hemelvaart. Laten we vanmorgen beginnen met een stukje uit Handelingen 1.
A. Handelingen 1:1-11 – “1Het eerste boek heb ik gemaakt, o Theofilus, over alles wat Jezus begonnen is te doen én te onderwijzen, 2tot op de dag waarop Hij opgenomen is, nadat Hij door de Heilige Geest aan de apostelen, die Hij uitgekozen had, opdrachten had gegeven. 3Hij heeft Zichzelf, nadat Hij geleden had, ook levend aan hen vertoond, met veel onmiskenbare bewijzen, veertig dagen lang, waarbij Hij door hen gezien werd en over de dingen sprak die het Koninkrijk van God betreffen. 4En toen Hij met hen samen was, beval Hij hun dat zij niet uit Jeruzalem weg zouden gaan, maar de belofte van de Vader zouden verwachten, die u, zei Hij, van Mij gehoord hebt; 5want Johannes doopte wel met water, maar u zult met de Heilige Geest gedoopt worden, niet lang na deze dagen. 6Zij dan die samengekomen waren, vroegen Hem: Heere, zult U in deze tijd voor Israël het Koninkrijk weer herstellen? 7En Hij zei tegen hen: Het komt u niet toe de tijden of gelegenheden te weten die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft, 8maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde. 9En nadat Hij dit gezegd had, werd Hij opgenomen terwijl zij het zagen, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen. 10En toen zij, terwijl Hij van hen wegging, hun ogen naar de hemel gericht hielden, zie, twee mannen stonden bij hen in witte kleding, 11die ook zeiden: Galilese mannen, waarom staat u omhoog te kijken naar de hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze terugkomen als u Hem naar de hemel hebt zien gaan.”
i. De twee engelen zeiden tegen de discipelen dat dezelfde Jezus op dezelfde manier naar de aarde terug zal keren. Zij spraken hier niet over de opname van de gemeente, maar over de wederkomst van Jezus Christus.
ii. Zo’n 500 jaar voor de hemelvaart sprak de profeet over de wederkomst van Jezus Christus:
a. Zacharia 14:4, 9 – “4Op die dag zullen Zijn voeten staan op de Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, ten oosten ervan. Dan zal de Olijfberg in tweeën gespleten worden naar het oosten en naar het westen. Er zal een zeer groot dal ontstaan, als de ene helft van de berg naar het noorden zal wijken en de andere helft ervan naar het zuiden. 9De HEERE zal Koning worden over heel de aarde. Op die dag zal de HEERE de Enige zijn en Zijn Naam de enige.”
III. Omdat wij het Nieuwe Testament hebben, weten wij dat Jezus nog terug moet komen om Zijn koninkrijk hier op aarde te gaan vestigen. De discipelen wisten dit in die tijd niet.
A. De discipelen kenden de profetieën van het Oude Testament die spraken over de Messias en Zijn Koninkrijk, maar zij wisten niet dat Jezus twee keer naar de aarde toe zou komen.
B. Zij dachten dat alle profetieën over de Messias in één klap uit zouden komen. Maar dat is niet zo.
C. Wanneer zij telkens aan Jezus vragen wanneer Jezus Gods Koninkrijk zal gaan vestigen, dan denken zij echt dat het binnen enkele dagen, misschien hooguit een week zal gebeuren.
Mattheüs 24:1-14
Vers 1-3 – “1En Jezus ging weg en vertrok uit de tempel; en Zijn discipelen kwamen naar Hem toe om Hem op de gebouwen van de tempel te wijzen. 2Jezus antwoordde en zei tegen hen: Ziet u dit alles? Voorwaar, Ik zeg u: hier zal niet één steen op de andere steen gelaten worden die niet afgebroken zal worden. 3Toen Hij op de Olijfberg zat, gingen de discipelen naar Hem toe toen zij alleen waren, en zeiden: Zeg ons, wanneer zullen deze dingen gebeuren? En wat is het teken van Uw komst en van de voleinding van de wereld?”
I. De discipelen wilden weten wanneer Jeruzalem en de tempel verwoest zouden worden.
A. Dit hebben wij in de vorige twee studies reeds behandeld.
II. Zij vroegen Jezus ook om een teken van het aanbreken van het Messiaanse rijk oftewel Gods Koninkrijk.
A. Door te vragen: “Wat is het teken van Uw komst?” wilden zij weten wat het startsein van Jezus’ bewind was. M.a.w., “Jezus, waaraan kunnen wij zien dat U Uw plaats gaat innemen als de langverwachte wereldleider?”
III. Het is belangrijk om twee Griekse woorden hier goed te begrijpen:
A. Parousia is een Oudgrieks woord dat hier vertaald wordt als Jezus’ “komst”. Parousia betekent ‘aanwezig zijn’ en het betekent ‘iemands komst om te blijven’.
i. M.b.t. Jezus heeft parousia in het Nieuwe Testament altijd te maken met Zijn wederkomst in heerlijkheid.
B. Aion is een Oudgrieks woord dat hier vertaald wordt als “wereld”. Aion betekent ‘tijdvak’ of ‘tijdperk’. Aion wordt ook vertaald als eeuw.
i. Mattheüs 12:32 – “En wie een woord spreekt tegen de Zoon des mensen, het zal hem vergeven worden; maar wie tegen de Heilige Geest spreekt, het zal hem niet vergeven worden, niet in deze eeuw, en ook niet in de komende.”
a. Hier maakt Jezus een duidelijk verschil tussen het huidige tijdperk en het volgende tijdperk, wanneer Jezus terug zal komen als Rechter.
C. Wanneer de discipelen dus in vers 3 vragen: “… Wat is het teken van Uw komst en van de voleinding van de wereld?” dan bedoelen zij eigenlijk hetzelfde.
i. “De ‘voleinding van de wereld’ wil zeggen het einde van de tegenwoordige wereld (aion), bij de komst (parousia) van Jezus in heerlijkheid.” (Centrum voor Bijbelonderzoek CvB)
Vers 4-5 – “4En Jezus antwoordde en zei tegen hen: Pas op dat niemand u misleidt. 5Want velen zullen komen onder Mijn Naam en zeggen: Ik ben de Christus; en zij zullen velen misleiden.”
I. Wij moeten voor ogen houden wanneer wij Mattheüs 24 lezen dat Jezus het tot en met vers 28 tegen het Joodse volk tijdens de Grote Verdrukking heeft.
A. Jezus praat hier wel met Zijn discipelen, maar Hij spreekt deze woorden tot de Joden in de toekomst, zij die de Grote Verdrukking zullen meemaken.
II. Je moet je voorstellen hoe het voor de Joden straks zal zijn.
A. Het Joodse volk gelooft nu niet en straks ook nog niet dat Jezus hun Messias is. Dus tijdens de Grote Verdrukking zullen zij nog steeds op zoek zijn naar hun langverwachte Messias.
B. Nu zal op dit moment de kerk, oftewel alle ware christenen reeds door Jezus Christus opgenomen zijn. Als dit morgen gaat gebeuren, dan ben ik weg en niet alleen ik, maar vele christenen zullen plotseling verdwenen zijn.
i. Dit zal wereldwijd een ongekende chaos veroorzaken. De complexiteit in het Midden-Oosten vandaag stelt helemaal niets voor in vergelijking met hoe het straks zal zijn.
ii. De problematiek in het Midden-Oosten is nu al niet op te lossen, laat staan wanneer het straks nog veel ingewikkelder zal zijn.
iii. Het zal voor Israël alleen maar moeilijker worden. En juist omdat het voor Israël moeilijker wordt, zullen zij des te vatbaarder zijn om misleid te worden.
iv. Over die periode zei Jezus tegen de Joden dat zij zich daadwerkelijk zullen laten misleiden:
a. Johannes 5:43 – “Ik ben gekomen in de Naam van Mijn Vader maar u neemt Mij niet aan. Als een ander komt, in zijn eigen naam, die zult u aannemen.”
1. De andere die in zijn eigen naam komt, duidt uiteindelijk op de antichrist die alle problemen in en rondom Israël zogenaamd zal gaan oplossen.
(i) Maar goed, Jezus waarschuwt alle Joden die tijdens de Grote Verdrukking ermee te maken zullen gaan krijgen.
Vers 6 – “U zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen; pas op, word niet verschrikt, want al die dingen moeten gebeuren, maar het is nog niet het einde.”
I. Door de gehele geschiedenis van de mensheid is er altijd oorlog geweest. Vandaag de dag zijn er tientallen actieve oorlogen gaande.
A. Kijk naar de nieuwsberichten, het gaat elke dag over een of ander conflict.
i. Mensen raken hierdoor helemaal gestrest óf mensen worden ongevoelig en onverschillig, want het is toch allemaal ver van huis en je kunt er niets aan doen.
II. Maar tijdens de eerste helft van de Grote Verdrukking zal het aantal conflicten zich wereldwijd gaan vermenigvuldigen.
A. Het Bijbelboek Openbaring, hoofdstukken 6-19 gaan over de Grote Verdrukking. Hier zien wij in detail waar Jezus het over heeft, en in Openbaring 6 zien wij het begin van Gods eindtijd-oordelen.
B. Deze eindtijd-oordelen worden symbolisch weergegeven d.m.v. zeven zegels, zeven bazuinen en zeven schalen.
i. “De zeven zegels (6:1-17, 8:1-5), zeven bazuinen (8:6-21, 11:15-19), en zeven schalen (16:1-21) zijn de drie opeenvolgende series van eindtijd-oordelen van God. De oordelen worden steeds erger en verwoestender naarmate de eindtijd vordert. De zeven zegels, bazuinen en schalen houden verband met elkaar. Het zevende zegel is een inleiding tot de zeven bazuinen (8:1-5) en de zevende bazuin is een inleiding tot de zeven schalen (11:15-19, 15:1-8).”
ii. Openbaring 6:3-4 – “3En toen het Lam het tweede zegel geopend had, hoorde ik het tweede dier zeggen: Kom en zie! 4En een ander paard, dat rood was, trok uit, en aan hem die erop zat, werd macht gegeven de vrede van de aarde weg te nemen, en te maken dat men elkaar zou afslachten. En hem werd een groot zwaard gegeven.
a. “6U zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen; pas op, word niet verschrikt, want al die dingen moeten gebeuren, maar het is nog niet het einde.”
C. Jezus bemoedigt deze mensen om niet verschrikt oftewel om niet doodsbang te worden, want al deze dingen moeten nu eenmaal gebeuren.
D. Als mij iets overkomt dat ik totaal niet heb verwacht, dan kan ik daardoor verschrikt raken vooral als het iets is waarvan ik denk dat het niet zo hoort te zijn.
i. Bijvoorbeeld, toen ik pas tot geloof kwam had ik het idee dat ik iets ontdekt had dat iedereen in de wereld moest weten, dus deelde ik mijn ontdekking met al mijn vrienden en collega’s.
ii. Tot mijn verbazing waren mijn vrienden en collega’s niet zo enthousiast over mijn nieuwe ontdekking. Ik dacht juist dat zij dankbaar zouden zijn voor het geweldige nieuws dat ik met hen deelde, maar helaas konden de meesten van hen mijn nieuwe leven niet waarderen.
iii. Ik vond dit heel vervelend, maar nog vervelender was het toen een aantal van mijn vrienden mij na verloop van tijd ontvriend hadden.
a. Ten eerste had ik deze reactie totaal niet van hen verwacht, ook vond ik dat het niet zo hoorde te zijn en ik schrok ervan.
1. Toen ik Gods Woord beter leerde kennen begon ik te begrijpen dat het merendeel van de mensheid Jezus Christus niet kan waarderen.
2. Mattheüs 5:11 – “Het echte geluk is voor jullie. Jullie zullen het moeilijk hebben omdat je bij mij hoort. Misschien schelden de mensen je uit, of willen ze je gevangennemen. Misschien vertellen ze allerlei leugens over je.”
E. Jezus stelt hen op de hoogte en zegt: “Word niet verschrikt, want al die dingen moeten gebeuren, maar het is nog niet het einde.”
Vers 7 – “Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen hongersnoden zijn en besmettelijke ziekten en aardbevingen in verscheidene plaatsen.”
I. Natuurlijk zijn er altijd al oorlogen, hongersnood, besmettelijke ziekten en aardbevingen geweest. Maar de schaal van deze dingen die tijdens de Grote Verdrukking plaats zullen vinden is ongekend.
A. Openbaring 6:5-8 – “5 En toen het Lam het derde zegel geopend had, hoorde ik het derde dier zeggen: Kom en zie! En ik zag, en zie, een zwart paard, en hij die erop zat, had een weegschaal in zijn hand. 6 En ik hoorde te midden van de vier dieren een stem zeggen: Een maat tarwe voor een penning en drie maten gerst voor een penning. En breng de olie en de wijn geen schade toe. 7 En toen het Lam het vierde zegel geopend had, hoorde ik de stem van het vierde dier zeggen: Kom en zie! 8 En ik zag, en zie: een grauw paard en die erop zat, zijn naam was de dood, en het rijk van de dood volgde hem. En hun werd macht gegeven over het vierde deel van de aarde om te doden met het zwaard, met honger, met de dood en door de wilde dieren van de aarde.”
i. Op basis van de huidige wereldbevolking is een vierde deel zo’n 1,8 miljard mensen die om zullen komen.
a. Voor onze beeldvorming: in heel Europa, Noord-, Midden- en Zuid-Amerika wonen bij elkaar opgeteld zo’n 1,6 miljard mensen.
Vers – “8Maar al die dingen zijn nog maar een begin van de weeën.”
I. Wij die bevoorrecht zijn om een bevalling meegemaakt te hebben weten, dat wanneer de echte weeën beginnen het moment van de geboorte nabij is.
A. Jezus vergelijkt al deze gebeurtenissen met weeën. M.a.w. Zijn wederkomst zal nabij zijn wanneer men al deze dingen ziet gebeuren.
i. “Al deze dingen zijn slechts een voorspel van nog ergere gebeurtenissen, die vlak voor de wederkomst van Jezus zullen plaatsvinden – een verdrukking zoals de wereld nooit eerder gekend heeft (vs.21). Ze zijn het begin van de barensweeën, die aan de wedergeboorte van de wereld (Matt.19:28) moeten voorafgaan.” (CvB)
Vers 9-11 – “9Dan zullen zij u overleveren aan verdrukking en u doden, en u zult door alle volken gehaat worden omwille van Mijn Naam. 10En dan zullen er velen struikelen en zij zullen elkaar overleveren en elkaar haten. 11En er zullen veel valse profeten opstaan en die zullen er velen misleiden.”
I. Tijdens de Grote Verdrukking zullen er velen tot geloof in Jezus Christus komen, zowel Joden als niet-Joden.
A. Volgens Openbaring 7:9 zal het een menigte van gelovigen zijn die niemand tellen kon uit alle naties, stammen, volken en talen.
II. Helaas zal het voor hen vele malen moeilijker zijn om een echte christen te zijn dan het voor ons is. Jezus voorzegt dat er straks een wereldwijde christenvervolging zal zijn.
A. Hoe het voor hen straks zal zijn, is een beetje te vergelijken met hoe het momenteel voor de christenen is die zich in Syrië en Irak bevinden; die op een gruwelijke wijze afgeslacht worden.
III. Mede doordat veel valse profeten velen zullen misleiden, zullen er velen afvallen van het echte geloof, en zij zullen de echte christenen verraden.
Vers 12 – “En doordat de wetteloosheid zal toenemen, zal de liefde van velen verkillen.”
I. Omdat er straks totaal geen sprake meer zal zijn van recht of fatsoen of medeleven zal er een situatie ontstaan waarin niemand meer te vertrouwen is.
A. Iedereen zelfs je man of je vrouw, zelfs je ouders of je kinderen zullen verdacht zijn.
B. Liefde voor de medemens zal ver te zoeken zijn, omdat ieder voor zich zal gaan leven. Iedereen wil straks letterlijk zijn eigen hachje redden.
Vers 13 – “Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.”
I. Elke waarachtige volgeling van Jezus Christus in de Grote Verdrukking krijgt hier van Jezus de belofte dat hij uiteindelijk zalig oftewel gered zal worden.
A. Dit betekent niet dat zij per se gered zullen worden van de marteldood.
B. Nee, wie volharden zal tot het einde zal zalig worden. Het einde is óf het einde van de mens zijn eigen leven óf het einde van de Grote Verdrukking oftewel de wederkomst van Jezus Christus.
Vers 14 – “En dit Evangelie van het Koninkrijk zal in heel de wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen.”
I. Vaak wordt er aan de hand van dit vers gezegd, dat wij veel meer moeten gaan evangeliseren, omdat wij daarmee de wederkomst van Jezus Christus zullen bespoedigen. Dit is niet waar!
A. God heeft Zelf reeds bepaald wanneer de opname van de kerk plaats zal vinden. Ook heeft God Zelf bepaald wanneer de wederkomst van Jezus plaats zal vinden.
i. God is dus niet afhankelijk van onze evangelisatie inspanningen.
II. Waar Jezus het hier over heeft staat in Openbaring 14:6:
A. Openbaring 14:6 – “En ik zag een andere engel, die hoog aan de hemel vloog. En hij had het eeuwige Evangelie, om dat te verkondigen aan hen die op de aarde wonen, en aan elke natie, stam, taal en volk.”
i. Volgens Jezus én volgens de Openbaring die aan Johannes gegeven werd, zal tijdens de Grote Verdrukking het Evangelie op een bovennatuurlijke wijze aan de hele wereld verkondigd worden.
ii. Pas nadat dit gedaan is, zal het einde komen oftewel zal Jezus Christus terugkomen in heerlijkheid.
III. Tot slot. Ik weet dat ik vanmorgen een hoop informatie heb gegeven. Ik weet ook dat ik slechts het tipje van de sluier heb opgelicht. Wat kunnen wij hiermee?
A. Persoonlijk beweegt dit mij. Ik moet er niet aan denken dat mijn geliefden, mijn familieleden, mijn vrienden, mijn buren, mijn collega’s de Grote Verdrukking mee moeten maken.
B. Dus hoe meer ik weet over wat de wereld te wachten staat, hoe meer bewogen ik zal zijn met mijn medemens, hoe meer ik mensen wil vertellen dat Jezus Christus hen onvoorwaardelijk liefheeft en dat Hij er alles aan heeft gedaan om hen te redden van Gods toorn.
i. Door enerzijds te beseffen wat er aan zit te komen en anderzijds te weten dat Jezus Christus mensen onvoorwaardelijk liefheeft, dringt het mij om elke dag voor Jezus Christus te leven.
a. Het beweegt mij om Zijn liefde te laten zien.
b. Het beweegt mij om zuiver te willen leven.
c. Het beweegt mij om steeds meer en meer bezig te zijn met de zaken van Gods koninkrijk.
d. Het beweegt mij om mezelf steeds meer te verloochenen.
e. Het beweegt mij om God steeds meer te willen gehoorzamen en behagen.
Bijbelstudie en Uitleg De Grote Verdrukking (1/3) – Mattheüs 24:1-14 – Calvary Chapel Haarlemmermeer
Studie van het Bijbelboek Mattheüs door Stan Marinussen, Calvary Chapel Haarlemmermeer: calvarychapel.nl