Mattheüs 16:1-12 – Blinden die niet zien en blinden die wel zien
I. In Mattheüs 15:14 noemde Jezus de schriftgeleerden en de Farizeeën blinde geleiders van blinden.
A. Dit betekent o.a. dat de schriftgeleerden en de Farizeeën niet de enige blinden waren, want zij waren blinde geleiders ván blinden.
B. Vorige keer zei ik dat ik tot de ontdekking ben gekomen dat IK die dove ben, dat IK die verlamde ben, dat IK die blinde ben.
i. Dit komt omdat na de zondeval in Genesis 3 elk mens geestelijk blind geboren is. Maar dankzij Jezus heb ik geestelijke ogen gekregen waardoor ik niet langer geestelijk blind ben.
ii. Johannes 3:3 – “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien.”
iii. 1 Korinthe 2:14 – “Iemand die niet gelovig is (de natuurlijke mens) heeft geen oog voor wat de Geest van God doet. Voor hem is dat allemaal onzin. Hij begrijpt er niets van, omdat het alleen geestelijk te doorzien is.” (het boek)
a. Doordat ik nu door de Geest van God wederomgeboren ben en doordat ik Jezus Christus navolg, zegt Jezus in Mattheüs 13:11 dat het mij gegeven is de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen.
II. Deze keer pakken wij het op in Mattheüs 16:1 waarin wij zullen zien dat er twee soorten blinde mensen zijn:
A. Blinden, die nooit zullen zien en God nooit zullen leren kennen.
B. Blinden, die door Gods genade en door de verlichting van de Heilige Geest in staat worden gesteld om te kunnen zien, waardoor een persoonlijke, intieme en vertrouwensrelatie met God mogelijk wordt gemaakt.
Mattheüs 16:1-12
Vers 1 – “En de Farizeeën en de Sadduceeën kwamen naar Hem toe om Hem te verzoeken, en zij vroegen Hem of Hij hun een teken uit de hemel wilde laten zien.”
I. Ten eerste is het erg opvallend dat de Farizeeën én de Sadduceeën samen naar Jezus kwamen, want dit waren twee partijen die niets gemeen hadden.
A. De Farizeeën waren extreem rechts en de Sadduceeën waren liberaal.
B. Daarnaast geloofden de Sadduceeën alleen in de Torah en niet in de rest van het Oude Testament.
C. De Sadduceeën geloofden niet in engelen en geloofden helemaal niet in de opstanding uit de dood.
D. Op zowel religieus als politiek vlak waren de Farizeeën en de Sadduceeën als het ware tegenpolen.
i. In Handelingen 23 werd de apostel Paulus in Jeruzalem geärresteerd en werd hij voorgeleid aan de hoge Raad.
ii. Wetende dat de Raad uit zowel Farizeeën als Sadduceeën bestond, deed Paulus iets geniaals:
a. Handelingen 23:6-11 – “6En Paulus, die wist dat het ene deel bestond uit Sadduceeën en het andere uit Farizeeën, riep in de Raad: Mannenbroeders, ik ben een Farizeeër en zoon van een Farizeeër. Ik word geoordeeld over de hoop en de opstanding van de doden. 7En toen hij dat gezegd had, ontstond er onenigheid tussen de Farizeeën en de Sadduceeën, en de menigte raakte verdeeld. 8De Sadduceeën zeggen namelijk dat er geen opstanding is en geen engel of geest, maar de Farizeeën belijden het beide. 9En er ontstond luid geschreeuw en de schriftgeleerden van de partij van de Farizeeën stonden op en betoogden fel: Wij vinden geen kwaad in deze man. En als er een geest tot hem gesproken heeft, of een engel, laten wij dan niet tegen God strijden. 10En toen er grote onenigheid ontstond, gaf de overste, die bevreesd was dat Paulus door hen verscheurd zou worden, bevel dat zijn soldaten naar beneden moesten gaan om Paulus uit hun midden weg te rukken en naar de kazerne te brengen. 11En de volgende nacht stond de Heere bij hem en zei: Heb goede moed, Paulus, want zoals u in Jeruzalem van Mijn zaak getuigd hebt, zo moet u ook in Rome getuigen.”
1. Dit is een voorbeeld van hoe de Farizeeën en de Sadduceeën met elkaar om gingen.
(i) Maar hier in Mattheüs 16:1 zien wij hen samen naar Jezus komen.
E. Het blijft fascinerend om te zien dat zelfs vijanden door één deur kunnen gaan als het gaat om Jezus Christus en de Bijbel in diskrediet te brengen. Dus. . .
Vers 1 – “…de Farizeeën en de Sadduceeën kwamen naar Hem toe om Hem te verzoeken, en zij vroegen Hem of Hij hun een teken uit de hemel wilde laten zien.”
II. Zij vroegen Jezus niet om een teken uit de hemel omdat zij dán in Hem zouden gaan geloven. Nee, zij wilden Jezus publiekelijk in diskrediet brengen; zij wilden Jezus voor schut zetten.
A. Ongelovige mensen doen dit vandaag de dag nog steeds. Toen ik in het verleden in teamverband werkte, kreeg ik bijna elke dag vragen of opmerkingen over mijn geloof.
i. Maar het waren geen oprechte vragen of opmerkingen; deze waren bedoeld om mij en mijn geloof in Jezus Christus in diskrediet te brengen. Zij wilden mij voor schut zetten, zij wilden Jezus belachelijk maken.
a. In dit soort gevallen is het het beste om er niet op in te gaan. Voor dit soort situaties zegt Jezus in Mattheüs 7:6 – “Geef het heilige niet aan de honden, en werp uw parels niet voor de zwijnen, opdat die ze niet op enig moment met hun poten vertrappen, zich omkeren en u verscheuren.”
III. De Farizeeën en de Sadduceeën vroegen Jezus of Hij hun een teken uit de hemel wilde laten zien.
A. Blijkbaar waren de wondertekenen van Jezus niet voldoende.
i. Het genezen van blinden, verlamden, doven en melaatsen.
ii. Het bevrijden van bezeten mensen, het uit de dood doen opstaan van gestorvenen.
iii. Het voeden van 5.000 mannen plus vrouwen en kinderen met slechts vijf broden en twee vissen. Het voeden van 4.000 mannen plus vrouwen en kinderen met slechts zeven broden en enkele visjes.
a. Nee, zij wilden iets spectaculairs zien, iets uit de hemel. 2.000 jaar verder en er is niets veranderd. . .
Vers 2-3 – “2Maar Hij antwoordde en zei tegen hen: ‘Als het avond geworden is, zegt u: Mooi weer, want de hemel is rood; 3en ‘s morgens: Vandaag storm, want de hemel is somber rood. Huichelaars! De aanblik van de lucht weet u wel te onderscheiden, en kunt u de tekenen van de tijden niet onderscheiden?’”
I. Jezus geeft toe, dat de Farizeeën en de Sadduceeën het weer wisten te voorspellen.
A. Wetenschappelijk is bewezen dat deze methode van weervoorspelling enigszins betrouwbaar is. Er is een heel oud gezegde hierover dat luidt:
“Des avonds rood en des morgens grijs, men gaat dan steeds gerust op reis; doch des avonds grijs en de morgens rood, men stelt zich dan aan regen bloot.”
II. Zij wisten dus aan de hand van de kleur van de lucht wat er aan zat te komen. Maar zij hadden geen flauw idee dat de tijd van de Messias aangebroken was.
A. Vooral de schriftgeleerden en de Farizeeën hadden moeten weten dat de komst van de Messias aangebroken was. Zij waren de bewaarders van het Woord van God. In het Woord van God staat in Daniël 9 precies geschreven wanneer de Messias komen zou.
i. Daniël 9:25 – “U moet weten en begrijpen: vanaf de tijd dat het woord uitgaat om te laten terugkeren en om Jeruzalem te herbouwen tot op Messias, de Vorst, verstrijken er zeven weken en tweeënzestig weken. Plein en gracht zullen opnieuw gebouwd worden, maar wel in benauwde tijden.”
a. Daniël geeft nauwkeurig aan dat de Messias 483 jaar nadat de opdracht gegeven werd om Jeruzalem te herbouwen op het toneel zou verschijnen als de Vorst.
1. De opdracht om Jeruzalem te herbouwen was in de tijd van Ezra en Nehemia en 483 jaar later verscheen Jezus in Jeruzalem op Palm Zondag op de jonge ezelin. (Ezra 6:1-15)
B. Zij hadden het Woord van God, de Bijbel, maar zij waren blind voor het Woord van God.
i. Johannes 5:39-40 – “39U onderzoekt de Schriften, want u denkt daardoor eeuwig leven te hebben, en die zijn het die van Mij getuigen. 40En toch wilt u niet tot Mij komen opdat u leven hebt.”
ii. Zij onderzochten de Bijbel, lazen het elke dag, bestudeerden het elke dag, kenden hele lappen tekst uit hun hoofd, maar toch waren zij blind voor de ware betekenis.
C. Vandaag de dag is het nog steeds zo. Ongelovigen kunnen de hele Bijbel tot meerdere malen toe gelezen hebben en de kern van de boodschap van de Bijbel, Gods verlossing, niet zien. Maar dat is logisch:
i. 1 Korinthe 2:14 – “Iemand die niet gelovig is (de natuurlijke mens) heeft geen oog voor wat de Geest van God doet. Voor hem is dat allemaal onzin. Hij begrijpt er niets van, omdat het alleen geestelijk te doorzien is.” (het boek)
D. Maar het is echt triest, dat er belijdende christenen zijn die ook blind zijn voor het Woord van God.
i. Vandaag de dag zijn er heel veel kerkgangers die alles weten over hun hobby’s; die alle statistieken uit hun hoofd kunnen opnoemen over hun favoriete profvoetballer; die regels woord voor woord kunnen citeren uit allerlei films; die precies weten te vertellen wat er nu mis is met de economie.
a. Maar deze kerkgangers hebben er geen flauw benul van wat God van hen verlangt; wat God van hen vereist; wat God voor hen in petto heeft; Gods plan voor hun leven; wat hun plaats of hun rol in de plaatselijke gemeente is. Kortom, zij kennen God niet.
1. Gelukkig is dit soort blindheid voor het Woord van God te verhelpen, want God is bij machte om dit soort blindheid te genezen; maar het is afhankelijk van de toewijding en de prioriteitstelling van de persoon.
2. Mattheüs 6:21 – “…waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.”
3. Kolossenzen 3:2 – “Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn, want u bent gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God.”
4. Psalm 25:14 – “Vertrouwelijk gaat de Heere om met wie Hem vrezen, Zijn verbond maakt Hij hun bekend.”
(i) Je hart, je passie, je tijd en energie gaan uit naar wat voor jou het allerbelangrijkste is. En als God voor jou het allerbelangrijkste is, dan zal Hij je ogen openen voor de prachtigste dingen; dingen die je zelf nooit voor mogelijk had gehouden.
Vers 4 – “Het verdorven en overspelig geslacht verlangt een teken; maar hun zal geen teken gegeven worden dan het teken van Jona, de profeet. En Hij verliet hen en ging weg.”
I. Zoals de profeet Jona drie dagen in de buik van de grote vis was en vervolgens eruit kwam om het Evangelie in Ninevé te verkondigen, zo zal Jezus drie dagen in het graf liggen en vervolgens uit de dood opstaan.
A. Jezus zegt, dat dit het ultieme teken zal zijn dat Hij daadwerkelijk de Messias is. Maar helaas zouden zij ook dit teken niet geloven, waardoor zij voor eeuwig blind zijn gebleven.
i. Mattheüs 28:11-15 – “11Terwijl zij onderweg waren, zie, enigen van de wacht kwamen in de stad en berichtten de overpriesters alles wat er gebeurd was. 12En zij kwamen bijeen met de oudsten, en zij kwamen gezamenlijk tot het besluit om de soldaten veel geld te geven, 13en zij zeiden: Zeg: Zijn discipelen zijn ‘s nachts gekomen en hebben Hem gestolen, terwijl wij sliepen.14En als de stadhouder hiervan hoort, zullen wij hem overtuigen en maken dat u zonder zorgen bent. 15Toen zij het geld in ontvangst genomen hadden, deden zij zoals hun was voorgehouden. En dit woord is verbreid onder de Joden tot op de huidige dag.”
a. Hier is het bewijs dat zij blind bleven. Dit zijn dus de blinden, die nooit zullen zien en God nooit zullen leren kennen.
III. Nu gaan wij een andere groep blinden zien, die door Gods genade en door de verlichting van de Heilige Geest in staat worden gesteld om wél geestelijk te kunnen zien. Dit zijn de blinden die een persoonlijke relatie met God mogen krijgen.
Vers 5 – “En toen Zijn discipelen aan de overkant gekomen waren, bleek dat zij vergeten hadden broden mee te nemen.”
I. Even één opmerking. Nadat Jezus de twaalf discipelen geroepen had om in Hem te geloven, volgden zij Jezus na. Overal waar Jezus naar toe ging, volgden de discipelen.
A. Daarom kregen zij terwijl zij blind waren het geestelijke gezichtsvermogen van de Heilige Geest.
Vers 6-7 – “6Jezus zei tegen hen: Kijk uit, en wees op uw hoede voor het zuurdeeg van de Farizeeën en de Sadduceeën. 7Zij spraken erover met elkaar en zeiden: Dit zegt Hij, omdat wij geen broden meegenomen hebben.”
I. Jezus spreekt hier op het geestelijke vlak; Hij heeft het over geestelijke zaken.
A. Maar omdat de discipelen blind zijn, omdat zij nog steeds op het vleselijke, op het natuurlijke gericht zijn, dachten zij dat Jezus het over brood had.
B. Zij dachten: Ik denk dat Jezus niet wil dat wij brood kopen van de Farizeeën en de Sadduceeën. Maar daar ging het niet om.
II. Hoe vaak bevinden wij ons niet in situaties die God wil gebruiken om ons geestelijke dingen bij te brengen, om ons geestelijke dingen te openbaren?
A. En omdat het geestelijke en het natuurlijke zo nauw verweven is, zien wij het niet; zijn wij er blind voor.
B. Ik ben in het verleden meerdere malen werkloos geweest. En in die tijden van werkloosheid zag ik met mijn natuurlijke ogen dat werkloosheid op z’n minst ongunstig en ongewenst was.
i. Maar toen ik mijn tijden van werkloosheid door geestelijke ogen begon te zien, zag ik dat God deze tijden wilde gebruiken om mij de tijd te gunnen om Hem beter te leren kennen en om mezelf meer aan Hem over te geven.
a. Ik had ineens veel meer tijd om met God door te brengen, om Zijn Woord grondig te gaan bestuderen, om geestelijke boeken te gaan lezen, om Hem ernstig te gaan zoeken, om Zijn plan voor mijn leven te gaan ontdekken.
1. Het was dus zeer belangrijk dat ik me niet blind staarde op mijn werkloosheid, maar dat ik mijn blindheid overgaf aan Jezus Die mijn ogen opende voor het geestelijke dat achter de omstandigheden schuilde.
C. Op 38 jarige leeftijd kreeg ik een mild hartinfarct en een burnout. In mijn geestelijke blindheid vond ik dit verschrikkelijk, ik was boos, ontmoedigd, thuis was ik niet te genieten.
i. Maar op het moment dat ik me daarin overgaf, op het moment dat ik God begon te vragen wat Hij mij erdoor wilde laten zien en leren, nam Hij mijn blindheid weg.
a. God heeft deze periode in mijn leven gebruikt om mij te bevrijden van bepaalde negatieve eigenschappen.
b. God heeft mij er meer bewust van gemaakt, dat mijn lichaam een tempel van de Heilige Geest is en dat ik er beter voor moest zorgen door bewust te gaan eten en door meer te gaan bewegen.
c. God heeft mij in deze tijd de gelegenheid gegeven om mij weer te gaan gebruiken in het bouwen van Zijn koninkrijk.
1. Doordat God mijn ogen opende voor het geestelijke dat in mijn leven gaande was, ben ik Hem zeer dankbaar geworden voor het hartinfarct en de burnout.
(i) Maar als ik koppig was gebleven en het geestelijk aspect niet wilde zien, dan had ik hier vanmorgen niet gestaan.
Vers 8-12 – “8En Jezus, Die dat wist, zei tegen hen: Waarom spreekt u er met elkaar over, kleingelovigen, dat u geen broden meegenomen hebt? 9Ziet u het nog niet in? En herinnert u zich niet de vijf broden voor de vijfduizend, en hoeveel korven u opgehaald hebt? 10En ook niet de zeven broden voor de vierduizend, en hoeveel manden u opgehaald hebt? 11Waarom ziet u dan niet in dat Ik tot u niet over brood gesproken heb, toen Ik zei dat u op uw hoede moest zijn voor het zuurdeeg van de Farizeeën en de Sadduceeën? 12Toen begrepen zij dat Hij niet gezegd had dat zij op hun hoede moesten zijn voor het zuurdeeg van het brood, maar voor het onderricht van de Farizeeën en de Sadduceeën.”
I. Hier zien wij de genade van God aan het werk. Ja, de twaalf discipelen waren blind voor het geestelijke, maar zij waren Jezus wél trouw. Zij volgden Jezus trouw na.
A. En omdat zij in hun hart in Hem geloofden, omdat zij Hem trouw waren, zien wij dat Jezus hun ogen opent voor de waarheid.
B. Hij leert hun de waarheid. Hij onderwijst hen. Hij legt dingen uit zodat zij het snappen, zodat zij zien!
C. Toen Jezus hun begon te vertellen dat Hij terug naar de hemel zou gaan, verzekerde Hij hen dat Hij hen niet alleen achter zou laten, maar dat Hij op een andere wijze bij hen zou zijn om hen krachtig bij te staan zoals zij gewend waren.
i. Johannes 14:15-18 – “15Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht. 16En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijft tot in eeuwigheid, 17namelijk de Geest van de waarheid, Die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet, maar u kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn.18Ik zal u niet als wezen achterlaten; Ik kom weer naar u toe.”
ii. Johannes 14:26 – “de Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u in alles onderwijzen en u in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb.”
a. Als wedergeboren, met de Heilige Geest vervulde christen heb ik anno nu de Geest van Jezus Christus in mij en bij mij, Die precies hetzelfde deed als wat Jezus met Zijn twaalf discipelen deed.
1. Hij opent mijn ogen. Hij neemt mijn natuurlijke blindheid weg en geeft mij het gezichtsvermogen om het geestelijke te kunnen zien.
2. De Heilige Geest leert mij, legt dingen voor mij uit, leert mij de waarheid, opdat ik kan zien!
3. Dankzij Hem ben ik een blinde die kan zien!
Studie van het Bijbelboek Mattheüs door Stan Marinussen, Calvary Chapel Haarlemmermeer: calvarychapel.nl