Mattheus 13:47-58 – Gelijkenis van het sleepnet en Jezus in Nazareth verworpen
I. Deze keer maken wij Mattheüs 13 af en zullen wij de laatste gelijkenis gaan behandelen.
A. Deze gelijkenis is lastig! Niet zo zeer lastig om te begrijpen, maar lastig omdat Jezus hier heel radicaal is, heel zwart-wit is. Laten we lezen.
Vers 47-48 – “47Het Koninkrijk der hemelen is ook gelijk aan een net, uitgeworpen in de zee, dat allerlei soorten vissen bijeenbrengt. 48Als het vol geworden is, trekken de vissers het op de oever. Ze gaan zitten en verzamelen de goede vissen in vaten, maar de slechte gooien zij weg.”
I. Het Koninkrijk der hemelen. Jezus heeft het nog steeds over het Koninkrijk van God dat hier op aarde in opbouw is.
A. Hij heeft het over het Koninkrijk dat geleid wordt door onze Koning, Jezus Christus, Die fysiek niet op aarde is, maar Die door Zijn Geest d.m.v. Zijn onderdanen het bouwwerk verricht.
B. Het Koninkrijk dat een geheimenis is, omdat er nergens in het Oude Testament over geschreven werd.
i. Geen enkel mens had verwacht dat het er zó zou uitzien, omdat God het aan niemand had laten zien.
a. Maar nu openbaart Jezus het in Mattheüs 13 aan Zijn discipelen, aan mij, aan ons!
C. Het Koninkrijk dat door de bemiddeling van Jezus Christus tot stand is gekomen.
D. Het Koninkrijk dat tussen de eerste komst van Jezus zo’n 2.000 jaar geleden, én de wederkomst van Jezus, wat nog komen moet, tot stand is gekomen.
E. Het Koninkrijk waar wij momenteel deel van uitmaken als de kerk van Jezus Christus.
i. De duur van dit Koninkrijk weet alleen God, want Hij heeft bepaald wanneer Jezus terug zal komen om de kerk op te nemen en vervolgens de wereld te veroordelen en daarna Zijn zichtbare Koninkrijk hier op aarde te vestigen.
II. Over dit Koninkrijk spreekt Jezus en wederom gebruikt Jezus een voorbeeld uit het dagelijkse leven waar Zijn luisteraars bekend mee waren.
A. Jezus spreekt hier alleen tot Zijn discipelen, want in vers 36 staat dat Jezus de menigte weg liet gaan en dat Hij alleen met Zijn discipelen in huis was.
III. Jezus spreekt hier van allerlei soorten vissen. In deze gelijkenis bedoelt Jezus alle mensen uit alle landen uit alle tijden.
A. Blanke mensen, bruine mensen, zwarte mensen, gele mensen, rode mensen, rijke mensen, arme mensen, geleerde en ongeleerde mensen; allerlei soorten mensen!
B. En zoals je met een sleepnet van alles binnenhaalt, zo worden alle mensen in deze periode tussen de eerste en de tweede komst van Jezus verzameld.
i. Net als bij de gelijkenis van de tarwe en het onkruid zal God pas aan het einde hen gaan scheiden, wanneer alle vissen binnengehaald zijn. De goede van de slechte.
Vers 49-50 – “49Zo zal het bij de voleinding van de wereld zijn: de engelen zullen uitgaan en de slechten uit het midden van de rechtvaardigen afzonderen, 50en zij zullen hen in de vurige oven werpen; daar zal gejammer zijn en tandengeknars.”
I. Hierin zien wij hoe radicaal Jezus is m.b.t. wat de mens met Jezus doet.
A. Degenen die zich bekeerd hebben van hun oude leven; die beseffen dat zij een zondaar zijn en een Redder nodig hebben; die geloven dat Jezus Christus de Zoon van God is, dat Hij de enige weg is tot behoudenis; die mensen worden door God vergeven van AL hun zonden.
B. Die mensen worden geheel rechtvaardig verklaard alsof zij nooit gezondigd hebben. Zij worden geheel vrijgesproken.
C. Die mensen krijgen de mogelijkheid om een persoonlijke relatie met de God van de Bijbel te krijgen.
i. Dit heb ik als navolger van Jezus Christus van God kado gekregen. Maar ik heb het niet gekregen, omdat ik zo’n goed mens ben, nee, ik ben net zo slecht als alle andere doorsnee zondaren.
ii. Het enige verschil tussen mij en een zondaar die niet door God vergeven wordt is dat ik in Jezus geloof en Jezus navolg, en de ander niet.
II. Hier zegt Jezus dus dat de rechtvaardigen apart gehouden worden voor het eeuwig leven samen met God. En dat de rest, degenen die Jezus Christus verwerpen, hetzij direct of door onverschilligheid, zélf voor hun eigen zonden zal moeten boeten.
A. De manier waarop deze mensen boeten voor hun eigen zonden is d.m.v. een eeuwig durende straf op een plaats die Jezus en de Bijbel de hel noemen.
i. Wisten jullie dat Jezus vaker over de hel sprak dan dat Hij over de hemel sprak? Jezus wilde de mensen waarschuwen, Hij wilde de mensen hiervan redden!
Vers 51 – “Jezus zei tegen hen: Hebt u dit alles begrepen? Zij zeiden tegen Hem: Ja, Heere.”
I. Ik geloof er niks van! Misschien is dit oneerbiedig van mijn kant, maar ik geloof niet dat de discipelen dit allemaal begrepen hebben.
A. Als zij eerlijk waren en als zij ‘Nee’ hadden gezegd, dan had Jezus meer uitleg gegeven. Dit zou voor mij veel beter zijn geweest.
i. Maar goed. Omdat zij beweren alles te begrijpen, geeft Jezus hun meteen een stuk verantwoordelijkheid.
Vers 52 – “Hij zei tegen hen: Daarom, iedere schriftgeleerde, in het Koninkrijk der hemelen onderwezen, is gelijk aan een heer des huizes die uit zijn voorraad nieuwe en oude dingen tevoorschijn haalt.”
I. Jezus zegt dat omdat zij door Jezus onderwezen waren in het Koninkrijk der hemelen; én omdat zij het “begrepen” hebben noemt hij hen “schriftgeleerden”.
A. Alhoewel de schriftgeleerden in Jezus’ dagen slecht waren, betekent het niet dat een schriftgeleerde per definitie slecht is.
i. Ik ben een student van de Bijbel, ik geef bijbels onderwijs, dus ben ik in deze zin ook een schriftgeleerde.
B. Een schriftgeleerde weet zowel de dingen uit het Oude Testament uit te leggen, alsook de dingen die God in de tijd van het Nieuwe Testament aan het doen was: namelijk de geheimenissen verklaren.
Vers 53-54 – “53En toen Jezus deze gelijkenissen geëindigd had, gebeurde het dat Hij vandaar vertrok. 54En Hij kwam in Zijn vaderstad en onderwees hen in hun synagoge, zodat zij versteld stonden en zeiden: Waar heeft Deze die wijsheid en krachten vandaan?”
I. Jezus ging naar Nazareth waar Hij was opgegroeid, waar Hij tot Zijn 30e levensjaar had gewoond.
II. Jezus ging terug naar de synagoge waar Hij als kind, als tiener en jongvolwassene naar toe ging. Hij was daar bekend, Hij was daar “kind aan huis”.
A. Maar nu kwam Jezus niet naar de synagoge als gemeentelid, maar als de langverwachte Messias van het Joodse volk.
III. Het was gebruikelijk dat er zeven mannen voorlazen uit de Bijbel. Eén was de priester, één was een Leviet en de andere vijf waren gemeenteleden.
A. Jezus stond op om voor te lezen en de mensen te onderwijzen.
Vers 55-56 – “55Is Dit niet de Zoon van de timmerman? En heet Zijn moeder niet Maria, en Zijn broers Jakobus en Joses, en Simon en Judas? 56En Zijn zusters, zijn zij niet allen onder ons? Waar heeft Deze dan dit alles vandaan?”
I. De dorpelingen kenden Jezus als de zoon van Maria en als de oudste broer van zijn broers en zussen.
A. Alhoewel hier duidelijk staat dat Maria na de geboorte van Jezus meerdere kinderen had gekregen, beweren de Rooms Katholieken vandaag de dag nog steeds dat Maria voor altijd maagd is gebleven.
i. Mattheüs 1:25 – “Josef had geen gemeenschap met Maria totdat zij haar eerstgeboren Zoon gebaard had; en hij gaf Hem de naam Jezus.”
a. Dit impliceert dat Josef ná de geboorte van Jezus wel gemeenschap met Maria kreeg. Dat zien wij dus ook omdat Maria meerdere zoons en dochters kreeg.
II. De dorpelingen kenden Jezus van kleins af aan. Hij was de zoon van de timmerman. Zij hadden Hem zien opgroeien. Jezus had met hun kinderen gespeeld en op school gezeten. Zij hebben met Jezus geknikkerd!
A. Omdat zij Jezus zo goed kenden, omdat Jezus zo gewoon voor hen was, konden zij er niet bij dat Hij de Messias zou zijn. Hierdoor konden zij niet in Hem geloven.
i. Ik denk dat het voor ons ook een gevaar kan zijn dat Jezus voor ons “gewoon” is geworden.
ii. Wij hebben Jezus al heel lang gekend, wij weten niet beter dan dat Jezus altijd al deel uitmaakte van ons leven.
a. Dit kan ons onverschillig jegens Jezus en het Evangelie maken, dit kan ons nonchalant maken jegens de Grote Opdracht.
III. In vers 54 zeiden de mensen: “Waar heeft Deze die wijsheid en krachten vandaan?”en in vers 56: “Waar heeft Deze dan dit alles vandaan?”
A. Jezus sprak als geen ander! In Mattheüs 7:29 staat dat Jezus de mensen onderwees met gezag, met authoriteit.
i. Lukas legt hetzelfde verhaal vast, maar met meer details.
B. Lukas 4:16-30
i. Na deze preek wilden de dorpelingen, de mensen die Jezus Zijn hele leven lang kenden, hem vermoorden.
IV. Hoe verbijsterend deze gebeurtenis ook is, het opvallendste is wát Jezus hier voorleest, en dan nóg opvallender wat Jezus NIET voorleest.
A. Vers 18-19 – “18De Geest van de Heere is op Mij, omdat Hij Mij gezalfd heeft; Hij heeft Mij gezonden om aan armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen die gebroken van hart zijn, 19om aan gevangenen vrijlating te prediken en aan blinden het gezichtsvermogen, om verslagenen weg te zenden in vrijheid, om het jaar van het welbehagen van de Heere te prediken.” Jezus stopte hier en sloot het boek.
i. Dit is een Messiaanse profetie uit Jesaja 61:1-2 die spreekt van de eerste komst van Jezus waarbij Hij als Redder en Verlosser naar de aarde gekomen was.
B. De eerst volgende zin in de profetie van Jesaja 61 spreekt meteen al van de wederkomst oftewel de tweede komst van Jezus waarbij Hij als Rechter naar de aarde zal komen om de wereld te veroordelen.
i. Jesaja profeteert van “de dag van de wraak van onze God”, maar Jezus had dit stuk niet voorgelezen.
C. Jezus zegt in Lukas 4:21 dat de verzen die Jezus voorgelezen had op dát moment in vervulling zijn gegaan; en dat Jezus Zelf de vervulling van de profetie van Jesaja is.
i. Jezus bevestigt hier dus dat Hij de eerste keer zou komen als Redder en Verlosser, en dat Hij terug zal komen om de wereld te veroordelen.
a. Hoe dan ook, elk mens zal uiteindelijk in Jezus gaan geloven! Maar de vraag is, ga je in Jezus geloven als jouw persoonlijke Redder, Verlosser en Heere òf als Degene Die jou gaat veroordelen tot de eeuwige verdoemenis?
Vers 57-58 – “57En zij namen aanstoot aan Hem. Maar Jezus zei tegen hen:Een profeet is niet ongeëerd, behalve in zijn vaderstad en in zijn huis. 58En Hij deed daar niet veel krachten vanwege hun ongeloof.”
I. Was de kracht van de Messias beperkt in Nazareth? Was het ongeloof van de Nazareners een soort kryptoniet dat Jezus lam legde?
A. De Bijbel leert ons dat geloof in God, geloof in Jezus ons rechtvaardigt. Dit betekent dat ik wanneer ik geloof dat Jezus is wie Hij beweert te zijn, wanneer ik geloof wat de Bijbel mij over Jezus leert, vergeving van God krijg.
i. Met deze vergeving is het zo dat God mij niet alleen vergeeft, maar Hij vergeet het ook; helemaal!
ii. God ziet mij vervolgens als iemand die NOOIT gezondigd heeft, Hij ziet mij als iemand die volmaakt is, als iemand die NOOIT iets fout gedaan heeft.
iii. Daarom was Jezus Christus 2.000 jaar geleden naar de aarde toe gekomen. Om mij te rechtvaardigen, om mij met God de Vader te verzoenen, om mij in staat te stellen om Hem te dienen; 24-7.
a. En dit is alleen mogelijk, omdat ik geloof dat Jezus de Messias is. Punt uit!
1. Vervolgens verricht Jezus, nadat ik tot het geloof ben gekomen dat Jezus de Messias is, allerlei werken en wonderen in mijn leven.
B. Het probleem van de Nazareners was dat zij niet geloofden dat de voor hen bekende Jezus daadwerkelijk de Messias is. Omdat zij Jezus verworpen hadden, deed Jezus daar geen wonderen, had Jezus geen bemoeienis met hen.
II. Ik ben er heilig van overtuigd, dat ik vandaag de dag Gods werk, Gods wonderen, Gods bemoeienis in mijn leven kan beperken door ongeloof.
A. Natuurlijk geloof ik dat God almachtig is. Hij kan alles! Hij heeft uiteindelijk het heelal geschapen. Hij heeft Jezus uit de dood opgewekt. Hij heeft alle dingen gedaan die in de Bijbel staan beschreven!
i. Maar ik geloof niet dat God die of die persoon kan redden, dus doe ik niets meer om die personen te bereiken. Ik bid ook niet meer voor die mensen.
ii. Ik geloof dat God alles kan, maar ik geloof niet dat God mij of ons in onze financiën kan helpen, dus dan ga ik maar zelf stappen ondernemen.
iii. Ik geloof dat God almachtig is, maar ik geloof echt niet meer dat God mijn man of mijn vrouw kan veranderen. Ik geloof echt niet meer dat God mijn huwelijk kan redden; dus overweeg ik om te gaan scheiden, of ik geef het gewoon op en ga de rest van het leven door als een soort zombie.
a. Wat het ook mag zijn, ongeloof op deze manier kan God in de weg staan. Maak vanmorgen dus een keus om God in jouw noden, in jouw problemen te gaan geloven.
1. God is niet alleeen El Shaddai, God Almachtig, Hij is ook YHWH, IK BEN, Die zeer persoonlijk jouw liefdevolle God en Vader voor je wil zijn.
2. God WIL in jouw leven werken, God WIL Zichzelf aan jou bewijzen, God WIL jou in alles krachtig bijstaan.
Studie van het Bijbelboek Mattheüs door Stan Marinussen, Calvary Chapel Haarlemmermeer: calvarychapel.nl