Mattheüs 12:33-42 – Waar het hart vol van is, loopt de mond van over
I. Ik schreef gisteren in mijn SMS bericht, dat ik geloof, dat de immoraliteit in sommige opzichten voor het Evangelie van Jezus Christus meer bevorderend is dan dat de moraliteit dat is.
A. Nu bedoel ik hiermee niet, dat jullie een vrijbrief krijgen om nu de beest uit te hangen.
i. Wat ik hiermee wél bedoel, zullen we gaan zien wanneer we bij vers 43 komen.
ii. Ik had oprecht gehoopt, dat wij vanmorgen zo ver zouden komen, maar ik ben van de week een paar hobbels op de weg tegengekomen, waardoor ik onvoldoende tijd heb gehad om vooral dit gedeelte goed uit te werken.
a. Voor mij ligt de uitdaging niet zozeer bij het uitdiepen van een tekst, maar in het kunnen uitleggen binnen de tijd die ik er op zondag voor krijg.
1. Toen Charles Spurgeon, de prins der predikers uit de 19e eeuw, gevraagd werd om ergens te spreken, vroegen de mensen hem hoe veel tijd hij nodig had om zijn preek voor te bereiden.
2. Hij zei: Als ik 20 minuten krijg om te spreken dan heb ik er een week voor nodig, als ik 30 minuten krijg dan heb ik er drie dagen voor nodig, als ik een uur krijg dan heb ik er een dag voor nodig, als ik twee uur krijg, dan ben ik er nu klaar voor.
(i) De voorbereidingstijd is dus grotendeels afhankelijk van de hoeveel tijd die ik krijg om zoveel waarheid te kunnen uitleggen in 20, 30, 40, 50 minuten tijd.
B. Hoe dan ook. Mijn agenda wordt door de Heere bepaald en als Hij hier en daar wat hobbels op mijn weg plaatst, dan vind ik dat goed en dan voel ik me ook niet schuldig als ik er niet aan toekom om hoofdstuk 12 vandaag af te maken.
II. Vorige week in Mattheüs 12:31-32 leerde Jezus ons, dat er één zonde is die God nooit zal vergeven. Dat is de zonde tegen het overtuigende werk van de Heilige Geest Die de mens tracht te overtuigen dat Jezus dé Weg, dé Waarheid en hét Leven is.
A. De Heilige Geest tracht ieder mens ervan te overtuigen, dat Jezus de Enige is Die de mens kan vergeven van zijn zonden, waardoor zij met God de Vader verzoend kunnen worden.
i. Als de mens de overtuiging van de Heilige Geest weerstaat, dan zal hij/zij als gevolg daarvan Jezus Christus verwerpen. Hij/zij zal uiteindelijk nooit vergeven zullen worden voor zijn/haar zonden, waardoor verzoening met God onmogelijk is geworden.
ii. In deze twee verzen waarschuwt Jezus nadrukkelijk de schriftgeleerden en de Farizeeën hiervoor, maar het geldt voor ieder mens, ook voor ons anno nu.
III. Deze keer pakken wij het in vers 33 op, waarin Jezus hen direct aanspreekt op hun zonde, de zonde die uiteindelijk tot de onvergefelijke zonde kan leiden.
Mattheüs 12:33-50
Vers 33 – “Stel dat de boom goed is, dan is ook zijn vrucht goed; of dat de boom slecht is, dan is ook zijn vrucht slecht. Want aan de vrucht wordt de boom gekend.”
I. In Californië hadden mijn opa en oma wel tien verschillende fruitbomen in hun achtertuin. Ik herinner me nog, dat ik als kindzijnde, wanneer de bomen niet in bloei stonden, met mijn zus aan het kijven was over wat voor soort fruitbomen het waren.
A. Het ging om perzikbomen, pruimenbomen, appel, peer, abrikoos, mandarijn enz…
B. Ik weet nog goed, dat mijn zus en ik er pas achter kwamen wat voor soort fruitbomen het waren, wanneer de bomen in de zomer vruchten gingen dragen.
C. Wanneer wij zagen, dat een boom bijv. abrikozen droeg, dan pas wisten wij 100% zeker, dat deze boom een abrikozenboom was.
D. Zo is het ook met mensen. Een goed mens; in dit geval een godvrezend mens die God liefheeft en dient, zal goede en ook eeuwig durende vruchten afwerpen.
i. D.w.z. dat een goed mens o.a. een positief effect zal hebben op zijn/haar omgeving. Bijv. op zijn vrouw of op haar man, op hun kinderen, op hun broers en zussen in de kerk, op hun buren, familieleden, collega’s, schoolgenoten enz.
ii. En dan niet alleen een positief effect voor het leven hier op aarde, maar een positief effect en een impact die het Evangelie bevordert.
E. Bijvoorbeeld. Als ik met een gehuwd koppel een traject van huwelijkstherapie inga, dan is de impact die ik op hen wil hebben oftewel de vrucht die ik wil dragen, niet zo zeer dat zij “happily ever after” zullen leven, maar dat zij Jezus Christus centraal zullen hebben staan in hun huwelijk én dat zij Jezus d.m.v. hun huwelijk uit zullen gaan dragen.
i. Dit is goede vrucht dragen oftewel een positief effect en impact hebben die het Evangelie bevordert.
a. Want door Jezus Christus centraal te hebben staan in een huwelijk zal het huwelijk een getuige zijn van Jezus.
b. Het echtpaar zal vervolgens andere echtparen kunnen helpen om Jezus centraal te maken in hun huwelijken.
c. En een natuurlijk gevolg daarvan is, dat zij alsnog zeer “happily ever after” zullen gaan leven.
F. Als ik dus zo’n effect/impact op een ander kan hebben, als ik dit soort goede vrucht kan dragen, dan is dat alleen maar omdat ik mét en vóór Jezus ben.
i. Johannes 15:4-5 – “4Blijf in Mij, en Ik in u. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet in de wijnstok blijft, zo ook u niet als u niet in Mij blijft. 5Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen.”
a. Het dragen van goede vrucht is 100% afhankelijk van je relatie met Jezus. Daarom zei Jezus ook in vers 30: “Wie niet met Mij is, die is tegen Mij; en wie niet met Mij bijeenbrengt, die drijft uiteen.”
II. Bovendien draagt een fruitboom geen fruit voor zichzelf. Het is niet zo, dat een fruitboom de vrucht die het draagt voor zichzelf houdt. Nee, de vrucht die de fruitboom draagt, is er zodat anderen ervan kunnen genieten.
A. Zo is het ook met ons, met mij. De goede vrucht die ik d.m.v. mij relatie met Jezus draag, is ten behoeve van anderen.
III. Het tegenovergestelde van het dragen van goede vrucht is het dragen van slechte vrucht. Een slecht mens, d.w.z. een mens die niet godvrezend is, die geen relatie met Jezus heeft, zal geen vrucht dragen die het Evangelie van Jezus Christus zal bevorderen.
A. Natuurlijk kan zo’n mens moraal gezien heel veel goed doen, maar vanuit het eeuwige perspectief zijn zijn vruchten slecht, omdat hij niets voor een ander doet om hen (dichter) bij Jezus te brengen.
Vers 34-35 – “34Adderengebroed! Hoe kunt u goede dingen spreken, terwijl u slecht bent? Want uit de overvloed van het hart spreekt de mond. 35De goede mens brengt goede dingen voort uit de goede schat van het hart, en de slechte mens brengt slechte dingen voort uit de slechte schat.”
I. Door de in eigen ogen rechtvaardige Farizeeën en schriftgeleerden adderengebroed te noemen, zegt Jezus, dat zij het nageslacht van satan zijn. In Mattheüs 3 noemde Johannes de Doper hen precies hetzelfde.
A. Een adder is een giftige slang. Jezus leert ons hier, dat de schijnheiligheid van de schriftgeleerden en de Farizeeën giftig is. Lees Mattheüs 23:1-33
i. God haat huichelarij en rechtvaardigheid in eigen ogen. Vandaar dat Jezus zo fel tekeer gaat tegen de schriftgeleerden en de Farizeeën.
II. Toen ik een jaar of 10 was, had ik een model van een stoommachine. Het bestond uit een metalen ketel waarin je het water stopte, een bakje onder de ketel waarop je de brandstof blokjes plaatste om de ketel op te warmen, en een aantal leidingen waardoor de stoom heen vloeide om verschillende dingen aan te drijven.
A. Het duurde altijd even, maar op het moment dat het water begon te koken en de ketel stoom begon op te bouwen, dreef ik d.m.v. het opendraaien van klepjes bijv. een pompje aan om water uit een bakje naar een ander bakje te pompen; of ik dreef een kleine dynamo aan waarmee ik elektriciteit verwekte om een lampje te laten branden. Het was echt gaaf!
B. Op de ketel zat een fluit gemonteerd, waarmee ik met de opgebouwde stoom een hoop kabaal kon maken.
C. Er zat op de ketel ook een veiligheidsklep oftewel een uitlaatklep.
i. Als de stoom zich begon op te bouwen, moest de stoom ergens naartoe, anders zou iets in het systeem ontploffen. Vandaar dat ik de kleppen opende en zo de stoom uit de ketel liet ontsnappen om de pomp of de dynamo aan te drijven.
ii. Als ik dat niet deed, dan begon de druk in de ketel zich steeds meer op te bouwen.
iii. Als ik de druk in de ketel liet oploopen, dan zat de ketel zo vol met stoom en er zat zo veel druk achter, dat op een gegeven moment de uitlaatklep ineens opensloeg en met veel geweld de stoom eruit blies.
a. Wat in de ketel zat, kwam d.m.v. de uitlaatklep eruit. Dat is wat Jezus hier ook zegt: wat in het hart van de mens is opgeslagen, wat in het hart van de mens leeft, komt er uit door wat je zegt.
1. Daarom is het voor ons zo belangrijk om heel kieskeurig te zijn over wat wij in ons hart binnenlaten en opslaan.
D. Alles wat ik zie, hoor, ervaar, waarneem, wordt in de schatkamer van mijn hart opgeslagen. En alles wat in mijn hart is opgeslagen, zal bepalen hoe ik in het leven sta, hoe ik God zie, hoe ik mensen zie, hoe ik mijn vrouw zie, hoe ik mijn kinderen zie, hoe ik jullie zie.
i. Als ik mezelf bijvoorbeeld overgeef aan mijn lust en ik kijk naar pornografie, dan sla ik die beelden en de geluiden van seks op in mijn hart.
ii. Mijn verwachtingen van seks, hoe ik vervolgens denk dat seks hoort te zijn, wordt dan door de pornografische beelden en geluiden bepaald.
iii. Vervolgens zal ik mijn vrouw totaal anders gaan zien, want zij zal niet voldoen aan deze bedorven verwachtingen. Dat zal tot uiting komen in hoe ik tegen haar praat en hoe ik met haar omga.
a. Spreuken 4:23 – “Bescherm je hart boven alles wat te behoeden is, want daaruit zijn de uitingen van het leven.”
Vers 36-37 – “36Maar Ik zeg u dat de mensen van elk nutteloos woord dat zij zullen spreken, rekenschap moeten geven op de dag van het oordeel. 37Want op grond van uw woorden zult u rechtvaardig verklaard worden, en op grond van uw woorden zult u veroordeeld worden.
I. Het gaat God niet per se om de woorden, maar om wat in je hart leeft en wat uit je hart komt d.m.v. jouw woorden en jouw leven.
A. Een nutteloos woord is elk gesproken woord, dat vanuit een eeuwigheidsperspectief een ander niet zal helpen om Jezus te vinden, Jezus na te volgen, Jezus te gehoorzamen, Jezus te dienen.
i. Een mens met een goed moraal kan veel goede dingen zeggen, dingen die zijn/haar medemens kan helpen.
ii. Maar vanuit het oogpunt van het Evangelie: als die persoon met zijn/haar woorden een ander mens niet met overtuiging kan vertellen over de waarheid van Gods Woord of de waarheid van Jezus, dan zijn al zijn/haar woorden nutteloos.
a. Aan de hand van de woorden die men spreekt; de woorden die de hartsgesteldheid van de mens laat zien; de woorden die voortvloeien vanuit een relatie met Jezus zal de mens op de dag van het oordeel òf gerechtvaardigd worden òf veroordeeld.
II. Het zal niet zo zijn, dat ik alsnog veroordeeld kan worden, omdat ik als christen zijnde onverhoopt nutteloze woorden heb geuit.
A. Nee. Ik ben door door genade, door mijn geloof in Jezus Christus gerechtvaardigd. Ik behoor God toe en Hij heeft mij alle domme dingen die ik ooit gezegd heb of nog zal zeggen, vergeven.
Vers 38 – “Toen antwoordden sommigen van de schriftgeleerden en Farizeeën: Meester, wij zouden van U een teken willen zien.”
I. Jezus heeft met zo veel tekenen laten zien dat Hij de Messias is. Alle genezingen van melaatsen, van verlamden, van blinden, van doven en doofstommen. Mensen die Hij uit de dood had opgewekt. Het daadwerkelijk uitdrijven van demonen. De wonderbare spijziging enz…
A. Dit hebben de schriftgeleerden en de Farizeeën allemaal meegemaakt. Zij hebben deze tekenen van Jezus allemaal met eigen ogen gezien. En nu vragen zij Hem om nog een teken?!?
II. Het teken dat zij van Jezus willen zien, is een teken in de hemelen. Zij wilden iets spectaculairs zien. Zij willen zien, dat Jezus iets met de zon of met de maan of de sterren zal doen.
A. In de grondtekst staat er letterlijk dat zij aan Jezus vroegen om Zich te legitimeren.
Vers 39-40 – “39Maar Hij antwoordde en zei tegen hen: Een verdorven en overspelig geslacht verlangt een teken, maar het zal geen teken gegeven worden dan het teken van Jona, de profeet. 40Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van de grote vis was, zo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten in het hart van de aarde zijn.”
I. Het is niet zo, dat God de mens geen teken wil geven. Dit hebben wij in deze 12 hoofdstukken van Mattheüs wel gezien. Wat God niet doet, is een teken geven aan mensen waarvan Hij weet dat zij het teken toch niet als waarheid zullen aannemen.
A. Weet je, ongelovige mensen, mensen die niet willen geloven zijn meesters in het wegverklaren van Gods tekenen.
i. Ik ken mensen waaraan God duidelijke tekenen heeft laten zien dat Hij echt is, dat Hij van hen houdt, dat Hij begaan is met hen en al hun problemen. Maar op één of andere manier willen zij niet inzien, dat God het is Die Zich aan hen kenbaar wil maken.
B. Het probleem hier was, dat de schriftgeleerden, de Farizeeën en de rest van de Joden in Jezus’ tijd onwillig waren om de tekenen te geloven.
II. Maar ondanks dat, zegt Jezus, dat Hij Zichzelf uiteindelijk zal gaan legitimeren door op te staan uit de dood. En dan zegt Jezus iets heel radicaals:
Vers 41 – “De mannen van Nineve zullen opstaan in het oordeel samen met dit geslacht en zullen het veroordelen, want zij hebben zich bekeerd op de prediking van Jona; en zie, meer dan Jona is hier!”
I. De mensen van Nineve waren heidenen. Zij waren niet alleen niet-Joods, maar zij waren grote vijanden van Israël.
A. Maar omdat zij acht hadden geslagen op de boodschap van de Joodse profeet Jona, waardoor zij tot bekering kwamen, waardoor zij tot geloof waren gekomen in de God van Israël, zijn zij uiteindelijk door hun geloof tot redding gekomen.
i. God had hen gespaard van Zijn toorn, Hij had hen gespaard van de ondergang.
B. Ondanks dat zij vijanden van Gods volk, Israël, waren, omdat zij tot geloof in God waren gekomen, zal hun getuigenis deze ongelovige schriftgeleerden, Farizeeën en alle andere ongelovige Joden veroordelen.
i. Als de mensen van Nineve aan de hand van de boodschap van deze vage profeet Jona zich hadden bekeerd, waarom bekeren jullie je niet terwijl God Zelf naar jullie toe is gekomen?!?
II. Één Die meer dan Jona is, één Die groter is, Die Zélf God is, is bij jullie gekomen!
A. Jezus is meer dan Jona in Zijn wezen, als persoon en in Zijn missie.
B. Jona had slechts 40 dagen lang gepredikt, Jezus heeft 3 jaar lang het Woord van God onder de Joden, de schriftgeleerden en de Farizeeën gepredikt.
C. Jona had totaal geen wonderen verricht; Jezus heeft alleen maar wonderen verricht. Overal waar Hij kwam en op allerlei manieren.
D. Ondanks deze grote verschillen kwamen de Joden uit Jezus’ tijd niet tot bekering en deze immorele heidense mensen van Nineve wel.
Vers 42 – “De koningin van het Zuiden zal opstaan in het oordeel samen met dit geslacht en het veroordelen, want zij is gekomen van de einden van de aarde om de wijsheid van Salomo te horen; en zie, meer dan Salomo is hier!”
I. In 1 Koningen 10 staat het verhaal van de koningin van Seba die zo’n 2.400 km reist om naar de wijsheid van Koning Salomo te luisteren.
A. Volgens Jezus is zij tot geloof gekomen, waardoor ook haar getuigenis deze ongelovige Joden zal gaan veroordelen.
i. Zij heeft wél zo’n 2.400 km moeten reizen om het Evangelie te ontvangen.
a. Daarentegen kregen de Joden in Jezus’ tijd het Evangelie in hun schoot geworpen en toch wilden zij niet geloven.
II. Wat heb jij ervoor moeten doen om het Evangelie, het Woord van God te verkrijgen? Heb je zoals de koningin van Seba een retourtje van 4.800 km moeten reizen?
A. Wat heeft God de afgelopen maanden of jaren van Zichzelf aan jou laten zien? Wat voor tekenen heeft God jou persoonlijk gegeven om Zichzelf te legitimeren?
B. Wij zijn bijna 7 jaar lang kerk. Wij hebben de boeken Handelingen, 1 Korinthe, Genesis geheel behandeld. Wij hebben verschillende thematische series aangesneden, vandaag is de 70e studie in het Evangelie van Mattheüs.
i. Salomo was de invloedrijkste, de allerrijkste, de wijste koning in heel de geschiedenis van Israël. Maar één die veel groter is dan Salomo is hier in ons midden.
a. Hoe heeft deze grote God Zich aan jou bekend gemaakt, hoe heeft Jezus Zich gelegitimeerd? Wat heb je ermee gedaan?
Studie van het Bijbelboek Mattheüs door Stan Marinussen, Calvary Chapel Haarlemmermeer: calvarychapel.nl