Mattheüs 11:1-6 – Zelfs de grootsten twijfelen
I. Één van de dingen die ik van de Bijbel ontzettend kan waarderen is hoe eerlijk de Bijbel is omtrent de mensen waarover geschreven wordt.
A. De Bijbel zegt gewoon hoe het is; koning David was overspelig; Jonah was ongehoorzaam; één van de discipelen, Thomas staat bekend als ‘Ongelovige Thomas’ enz…
B. Deze keer zullen we gaan kijken naar iemand die door Jezus de allergrootste genoemd wordt.
i. Maar zelfs deze allergrootste heeft zijn zwakheid; de Bijbel is ook hierover heel eerlijk.
ii. Maar de zwakheid van deze grote man-Gods is voor mij een gigantische bemoediging. En mijn hoop en mijn gebed is, dat jullie vanmorgen door zijn verhaal ook bemoedigd zullen worden.
Mattheüs 11:1-15
Vers 1 – “En het gebeurde, toen Jezus geëindigd had Zijn twaalf discipelen opdrachten te geven, dat Hij vandaar vertrok om onderwijs te geven en te prediken in hun steden.”
I. De twaalf discipelen voerden op dit moment hun stage-opdracht uit; zij gingen twee aan twee op zendingsreis en Jezus was dus alleen achtergebleven.
A. Maar Jezus bleef niet stil zitten; Hij nam geen time-out. Nee, Jezus zette het werk voort in de steden van Galilea.
Terwijl Jezus daar Zijn werk aan het doen was, kwamen twee discipelen van Johannes de Doper op Hem af om Hem iets te vragen:
Vers 2-3 – “2Toen Johannes in de gevangenis over de werken van Christus gehoord had, stuurde hij twee van zijn discipelen, 3en zei tegen Hem: Bent U het Die komen zou, of verwachten wij een ander?”
I. Johannes de Doper was gevangen genomen, omdat hij openlijk Herodes Antipas, de burgemeeser van Galilea, had terechtgewezen.
A. Deze Herodes Antipas werd verliefd op Herodias, de vrouw van zijn halfbroer, Herodes Filippus. Zij kregen een verhouding en zij zijn uiteindelijk met elkaar getrouwd.
B. Omdat de vrijmoedige Johannes de Doper Herodes Antipas publiekelijk aansprak op zijn affaire met Herodias, werd hij in de gevangenis gestopt.
C. Volgens geschiedschrijver Josephus werd Johannes de Doper in een zeer afgelegen gevangenis gezet ten oosten van de Dode Zee. Dit is vandaag de dag nog steeds een afgelegen woestijngebied in Jordanië.
II. Als je nagaat, Johannes de Doper was echt een vrije vogel. Hij leefde in de wildernis, in de open lucht. Hij kwam en ging wanneer hij wilde. Hij hoefde met niets en niemand rekening te houden.
A. In zijn bediening kwamen duizenden mensen op hem af om door hem gedoopt te worden. Jezus Christus kwam naar hem toe om door hem gedoopt te worden.
B. Johannes de Doper wist wie hij was, en hij was er 100% zeker van waartoe hij door God geroepen was.
C. Hij was bijzonder succesvol in zijn bediening, maar ondanks al deze zekerheid werd Johannes de Doper ontmoedigd en begon hij aan alles te twijfelen.
D. De vraag waarmee hij zat was: “Bent U het Die komen zou, of verwachten wij een ander?”
i. Johannes de Doper kende Jezus. Hij erkende Jezus als de langverwachte Messias Die komen zou. Maar nu twijfelt hij.
ii. Hij begrijpt dingen niet, hij begrijpt Jezus niet, hij begrijpt God niet.
En de redenen waarom Johannes de Doper dingen niet begrijpt, waardoor hij op dit moment twijfelt, zijn:
o moeilijke omstandigheden waarin hij verkeert
o onvolledige openbaring
o een wereldse invloed op zijn denken
o niet gerealiseerde verwachtingen
I. Johannes de Doper twijfelt nu, omdat hij op een afgelegen plaats in de gevangenis zit. Hij is volkomen geïsoleerd! Zijn enige contact met de buitenwereld is via zijn discipelen die hem het e.e.a. berichten.
A. Mattheüs 3:1-12
i. Hier lezen wij hoe Johannes de Doper te werk ging en wat zijn boodschap was. Hij predikte bekering! En hij zei, dat als men zich niet bekeert, Gods oordeel en toorn over hen heen zou komen.
ii. Maar nu zit hij in de gevangenis en hij hoort alleen maar berichten over Jezus, dat Hij mensen onderwijst, dat Hij het Evangelie predikt, dat Hij mensen geneest, dat Hij mensen bevrijdt, dat Hij mensen uit dood opwekt enz…
a. Hij hoort dus niet, dat Jezus de goddelozen aan het veroordelen is of dat Jezus Zijn koninkrijk aan het vestigen is. Bovendien zit hij nog steeds in de gevangenis.
b. Hij vraagt zich nu dus ook af waarom Jezus er tot nu toe niet voor heeft gezorgd, dat hij vrijgelaten is. Waar blijft die barmhartige God nou?
1. Want als Jezus inderdaad de langverwachte Messias is Die komen zou, dan had Jezus al lang ingegrepen, dan had Jezus hem daar niet laten lijden.
(i) Hij was uiteindelijk Johannes de Doper; hij kende God, hij diende God, hij gehoorzaamde God tot in elk detail! Hij was de grootste man die ooit heeft geleefd.
Omdat de omstandigheden van Johannes de Doper moeilijk waren, omdat zij niet gunstig waren, kan ik me heel goed voorstellen, dat Johannes de Doper aan het twijfelen was.
A. Wanneer ik zie, dat mijn geliefden niet met Jezus wandelen, dan twijfel ik ook wel eens of God echt bij machte is om hen te redden, om hun bekering te schenken.
B. Wanneer ik zie, dat mijn inkomsten dalen en mijn financiële verplichtingen zich ophopen, dan twijfel ik ook of God echt bij machte is om mij te voorzien van de financiële middelen die ik nodig heb.
C. Wanneer ik zie, dat mensen niet in vuur en vlam staan voor Jezus, wanneer ik zie dat mensen regelmatig de samenkomsten verzaken, wanneer ik zie dat de gemeente niet zo snel groeit zoals ik dat graag wil, dan twijfel ik ook wel eens of God daadwerkelijk in onze gemeente aan het werk is.
i. Daarom is het zo belangrijk om niet uit te gaan van de omstandigheden.
a. Als ik uitga van de omstandigheden verklein ik God tot een beperkt wezen dat óf niet betrouwbaar is, óf dat niet bij machte is om te doen wat er in Zijn woord, de Bijbel, staat!
II. Johannes de Doper twijfelde ook, omdat hij onvolledige informatie had. Hij kreeg geen volledig beeld van wie Jezus daadwerkelijk is, omdat hij geen volledige openbaring van Jezus had.
A. Op dit moment zat Johannes de Doper al één jaar lang in de gevangenis; hij had dus een hoop gemist.
B. Maar zelfs voordat hij de gevangenis in ging, toen hij nog predikte en nadat hij Jezus doopte, had hij geen direct contact met Jezus. Alles wat hij van of over Jezus vernam, was van horen zeggen.
i. Als je nagaat, de discipelen van Jezus waren drie jaar lang, dag in en dag uit samen met Jezus. En zelfs zij begrepen Jezus niet volledig en twijfelden continu aan Hem.
a. Het is dus niet vreemd, dat Johannes de Doper geen volledige openbaring van Jezus had, dat hij Jezus niet echt had begrepen.
C. Er zijn vandaag de dag veel christenen die aan God twijfelen, omdat zij een onvolledige openbaring van Jezus Christus hebben; omdat zij onvolledige informatie over Jezus hebben.
i. De hoofdreden waarom christenen onvolledige informatie over Jezus hebben, is, omdat hedendaagse christenen onvoldoende ontzag, kennis en verstand hebben van het Woord van God, de Bijbel.
a. De christen die zich aan de autoriteit van de Bijbel onderwerpt, die zich in de Bijbel verdiept, die zich beijvert om het Woord van God recht te snijden; de christen waarin het Woord van God rijkelijk woont, heeft geen reden om te twijfelen.
b. “Wanneer men toelaat dat God door Zijn Woord heen spreekt, dan verdwijnt twijfel zoals de mist in het zonlicht.” John MacArthur – Matthew 8-15, pp. 242.
Johannes de Doper twijfelde, omdat hij niet over een volledige openbaring van Jezus Christus beschikte.
III. Johannes de Doper twijfelde ook, omdat zijn denken en zijn geloof beïnvloed werden door de ongelovige wereldgeest.
A. Wat Jezus in zijn bediening allemaal deed en de boodschap die Hij predikte, kwam niet overeen met de opvatting over de Messias die het merendeel van de Joden deelde.
i. Ook de opvatting over de Messias van Johannes de Doper was niet geheel zuiver.
B. Ten eerste werd er van de Messias verwacht, dat Hij Israël zou verlossen van de gebondenheid van de bezettingsmacht van Rome. Want alleen als Rome geen factor meer was, zou de Messias Zijn koninkrijk kunnen vestigen.
i. Maar Jezus had al die tijd niets gedaan om Rome omver te werpen; noch in woord noch in daad.
ii. Integendeel, Jezus sprak telkens over Zijn lijden, over Zijn arrestatie, over Zijn sterven.
a. Maar ondanks dat Jezus het herhaaldelijk had over Zijn lijden en sterven, ging deze boodschap langs Zijn discipelen heen.
1. Mattheüs 16:21-23 – “21Van toen aan begon Jezus Zijn discipelen te laten zien dat Hij naar Jeruzalem moest gaan en veel zou moeten lijden van de kant van de oudsten en de overpriesters en de schriftgeleerden, en dat Hij gedood zou worden en op de derde dag zou worden opgewekt. 22En Petrus nam Hem apart en begon Hem te bestraffen; hij zei: God zij U genadig, Heere, dit zal beslist niet met U gebeuren! 23Maar Hij keerde Zich om en zei tegen Petrus: Ga weg achter Mij, satan! U bent een struikelblok voor Mij, want u bedenkt niet de dingen van God, maar die van de mensen.”
(i) Hier zegt Jezus heel duidelijk, dat Hij zou moeten lijden, dat Hij gedood zou worden en dat Hij uit de dood opgewekt zou worden.
(ii) Maar Petrus, wiens opvatting van de Messias door de wereld gevormd is, gaat daar tegen in. En wat gebeurt er?
(iii) Petrus wordt keihard door Jezus bestraft, omdat hij niet de gezindheid van God toonde, maar beïnvloed werd door de wereldgeest die aan de macht van satan onderworpen is.
C. Dit is slechts één voorbeeld. Jezus sprak herhaaldelijk met Zijn discipelen over Zijn plan, Zijn missie, Zijn toekomst. Maar de vooroordelen over de Messias, die hun door de wereld opgelegd werden, vertroebelden en verstoorden hun opvattingen.
i. Hun vooroordelen over wat de Messias voor hen zou moeten betekenen, waren dusdanig ingeslepen dat Zelfs de dingen die Jezus deed en leerde door hen verkeerd geïnterpreteerd en zelfs genegeerd werden.
D. Vandaag de dag twijfelen christenen aan God, omdat hun denken gevormd is door de wereldse opvattingen over God, de Bijbel en Jezus Christus.
i. Veel kerkgangers geloven niet, dat de Bijbel hét door God geïnspireerde Woord van God is; zij geloven niet in de waarheidsgetrouwheid van de Bijbel; zij geloven niet, dat God persoonlijk tot Zijn kinderen spreekt d.m.v. de Bijbel.
ii. Het gevolg daarvan is, dat deze kerkgangers aan God twijfelen.
a. Zij zien de ellende in de wereld, zij zien Gods kinderen lijden, zij zien dingen om hen heen gebeuren die niet kloppen.
b. Aan de hand van hun waarnemingen komen zij tot de conclusie, dat God toch niet een God van liefde is of dat God toch niet alwetend is of dat God toch niet almachtig is.
1. Want, als God liefde is, als God alwetend is, als God almachtig is, dan zou Hij toch al lang ingegrepen hebben?
(i) Dit was Johannes de Dopers probleem. Dit klinkt heel logisch, maar dit is hoe de wereld denkt. Dit is niet wat de Bijbel ons leert.
01 En zoals de discipelen de woorden van Jezus verkeerd interpreteerden en ook negeerden, zo doen veel kerkgangers vandaag de dag precies hetzelfde.
IV. Johannes de Doper twijfelde aan Jezus, omdat Jezus niet voldeed aan zijn verwachtingen.
A. Op grond van de verschrikkelijke omstandigheden waarin Johannes de Doper verkeerde, op grond van een onvolledige openbaring van Jezus, op grond van de invloed van de wereld op zijn denken en opvattingen voldeed Jezus niet aan de verwachting die Johannes de Doper van de Messias had.
B. Het gevolg daarvan was, dat Johannes de Doper twijfelde; vandaar dat hij aan Jezus vroeg: “Bent U het Die komen zou, of verwachten wij een ander?”
V. Hoe vaak twijfelen wij niet aan God wanneer dingen niet gaan zoals wij het hadden verwacht of gewild?
A. De grootste twijfel die ik heb, heeft te maken met mijn kinderen! Ik twijfel of ze ooit echt van God gaan houden met heel hun hart, verstand, ziel en kracht. Ik twijfel of ze ooit Jezus Christus gaan navolgen en Hem gaan dienen. Ik twijfel of ik hen in de eeuwigheid terug zal zien wanneer ik in Gods aanwezigheid zal zijn.
i. Ik twijfel hieraan, omdat ik naar hun omstandigheden kijk. Ik zie geen grote doorbraak in hun opstandigheid jegens Jezus. Ik zie in hen geen hongeren en dorsten naar Jezus.
ii. Ik twijfel ook, omdat ik niet weet wat God aan het doen is. God is achter de schermen met hen bezig, maar God laat mij niet alles zien waarmee Hij bezig is.
iii. Ik twijfel ook, omdat de wereldgeest op verschillende manieren ongeloof op mij inpraat.
iv. En ik twijfel, omdat ik had verwacht, dat mijn kinderen samen met mij Jezus zouden dienen.
B. In wat en door wat twijfel jij momenteel aan Jezus? En wat kan je eraan doen? Wij moeten doen wat Johannes de Doper deed.
i. Hij twijfelde en hij ging naar de bron toe. Hij ging met zijn twijfels naar Jezus toe.
a. Mensen, dit is onze enige hoop! Als er nu dingen gaande zijn in je leven waardoor je aan Jezus twijfelt, ga naar Jezus toe.
b. Bid, dat God je ogen zal openen en lees je Bijbel!
c. Smeek God, dat Hij tot je zal spreken om alle twijfel van je weg te nemen. Als je dit met een oprecht hart doet, dan zal God je hierin tegemoet komen.
1. Kijk wat Jezus doet om de twijfel van Johannes de Doper weg te nemen.
Vers 4-5 – “4En Jezus antwoordde en zei tegen hen: Ga heen en bericht Johannes wat u hoort en ziet: 5blinden worden ziende en kreupelen kunnen lopen; melaatsen worden gereinigd en doven kunnen horen; doden worden opgewekt en aan armen wordt het Evangelie verkondigd;”
I. Jezus neemt de twijfel van Johannes de Doper weg door hem erop te wijzen wat Jezus allemaal aan het doen is;
A. Jezus bewees door Zijn werken en door Zijn daden wie Hij daadwerkelijk is.
B. Jezus bevestigt hiermee wat de profeet Jesaja over de Messias had geprofeteerd. Jezus toont hiermee aan, dat Hij de vervulling van deze profetie is.
II. De vraag die in mij opkomt is: “Had Johannes de Doper hierna nog steeds twijfels over Jezus of heeft Jezus zijn twijfel geheel weggenomen?” Laten wij naar Mattheüs 14 gaan om daar het antwoord op deze vraag te zoeken.
Mattheüs 14:1-12
A. Vers 12 – “En zijn discipelen kwamen, namen het lichaam weg en begroeven het; zij gingen heen en berichtten het Jezus.”
i. Stel dat Marnie thuis is en ik ben samen met een van jullie in het bos aan het wandelen. Stel dat ik door iemand neergestoken word en geen van ons heeft een telefoon bij zich.
ii. De verwondingen zijn dusdanig erg, dat wij allebei weten, dat ik het niet zal overleven en ik heb dus nog maar een halve minuut de tijd om iets met jou te delen.
a. Het allerbelangrijkste dat ik op dat moment aan jou wil meegeven is, dat je Marnie vertelt hoe veel ik van haar houd en dat Jezus haar de kracht zal geven om haar leven en haar roeping voort te zetten.
1. Marnie is het allerbelangrijkste in mijn leven en daarom wil ik haar mijn laatste woorden geven.
iii. In het verhaal van Johannes de Doper berichten zijn discipelen aan Jezus, dat hij gestorven is.
a. Dit vertelt mij, dat Jezus de allerbelangrijkste persoon in zijn leven was. Dit laat mij zien, dat Johannes de Doper niet meer twijfelde aan Jezus.
1. Waren al zijn vragen beantwoord? Nee! Maar Jezus nam alle twijfel van hem weg m.b.t. zijn vraag: “Bent U het Die komen zou, of verwachten wij een ander?”
(i) Johannes de Doper stierf met de zekerheid dat Jezus de Messias is en dat was meer dan voldoende voor hem.
Vers 6 – “en zalig is hij die aan Mij geen aanstoot neemt.”
I. Dit is de tiende zaligspreking van Jezus en Hij bedoelt hiermee, dat degene dolgelukkig zal zijn als hij zich niet ergert aan hoe Jezus Zijn werk doet.
A. Centrum voor Bijbelonderzoek zegt hierover: “Een aanstoot is dat, wat iemand tot zonde verleidt, wat hem ten val brengt in het geloof, een strik. Jezus prijst hen zalig die zich niet aan Hem ergeren om Zijn uiterlijke geringheid, omdat Hij als dienaar kwam en niet als heerser. Zalig zijn degenen die in Jezus geloven, die hun vertrouwen op Hem gesteld hebben. Het was al in het Oude Testament gezegd dat velen zich zouden stoten aan de verschijning van de Knecht des Heren (Jes. 52:14).”
Studie van het Bijbelboek Mattheüs door Stan Marinussen, Calvary Chapel Haarlemmermeer: calvarychapel.nl