Mattheüs 10:32-33 – Belijdenis, wel of niet belangrijk
I. Deze keer pakken wij onze studie in Mattheüs op en wij zullen gaan kijken naar twee hele belangrijke verzen.
Woorden van Jezus die ons ertoe zullen dwingen om onszelf te gaan onderzoeken.
A. Tegelijkertijd zijn het woorden van troost, zekerheid en een hoopvolle toekomst.
Mattheüs 10:24-33
I. Hier onderwijst Jezus Zijn discipelen en ons over discipelschap.
A. In vers 16-23 zegt Jezus, dat Hij Zijn discipelen uitzendt in een vijandige wereld; als schapen te midden van de wolven.
i. Jezus waarschuwt ons dat de mensen niet op ons en op onze boodschap zitten te wachten.
ii. Jezus zegt, dat wij erop voorbereid moeten zijn om door mensen gehaat te worden, om door mensen gedood te worden, zelfs door vrienden en gezinsleden.
B. En in vers 24-25 zegt Jezus, dat discipelschap, het christen zijn uiteindelijk draait om het gelijk worden aan Jezus Christus.
i. Tegelijkertijd zegt Jezus, dat hoe meer Zijn discipelen op Hem gaan lijken, hoe meer wij worden als Christus, hoe meer wij door de ongelovige wereld en door de religieuze mensen zullen worden behandeld zoals Jezus werd behandeld.
C. Vervolgens zegt Jezus, dat ondanks al deze dingen, ondanks alle vervolging en gevaar Zijn discipelen niet hoeven te vrezen voor mensen. En waarom niet?
i. Ten eerste, omdat God op de dag des oordeels mij zal gaan rechtvaardigen. God zal mij van verdenking/blaam zuiveren. God zal mij in het gelijk stellen. Al het foute dat mensen over mij gezegd en gedacht hadden, zal God rechtzetten.
ii. Ten tweede hoef ik niet bang te zijn voor wat mensen van mij denken of zeggen, omdat het allerergste dat de mens mij kan aandoen, is mijn lichaam doden.
a. Daarentegen is God bij machte om zowel ziel als lichaam te gronde te richten in de hel.
1. Het gaat er dus om, dat ik God vrees en niet mensen.
iii. Ten derde hoef ik niet voor mensen bang te zijn, omdat God mij belangrijk vindt. Ik ben Gods oogappel, ik ben de kroon van Zijn schepping en ik ben duur gekocht. Ik ben kostbaar voor God en Hij zal ervoor zorgen dat ik heelhuids de eeuwigheid in zal gaan.
Vers 32 – “Ieder dan die Mij belijden zal voor de mensen, die zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is.”
I. Hier zegt Jezus, dat, wanneer iemand een echte discipel is zoals in de voorafgaande verzen omschreven wordt, zal hij/zij Jezus Christus belijden voor de mensen.
A. Het belijden van Jezus betekent simpelweg, dat je met je mond openlijk erkent dat Jezus Christus de enige echte God is. Dat je zegt, dat Jezus de weg, de waarheid en het leven is, dat niemand tot God de Vader kan komen dan alleen door Hem.
Romeinen 10:9 – “Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden.”
i. Het belijden doe je dus met je mond. Praktisch betekent dit, dat je mensen vertelt dat je in Jezus Christus gelooft, dat je een christen bent.
a. Dit komt erop neer, dat alle mensen die mij kennen van mij moeten weten dat ik een discipel van Jezus Christus ben. Er is geen plaats in Gods Koninkrijk voor “geheime” christenen.
b. Ik ken zogenaamde christenen die tegen niemand durven te zeggen dat zij christen zijn. Niemand op hun werk of op school weet dat zij christen zijn.
1. Dit is het tegenovergestelde van het belijden van Jezus Christus voor de mensen.
II. Elke keer, wanneer ik bij een nieuwe baas of opdrachtgever start, dan raak ik altijd in gesprek met mensen. Zo gaat dat. En meestal vertel ik hem/haar in het eerste gesprek al dat ik een christen ben.
A. Op het moment dat ik dit doe, word ik door de persoon waarmee ik praat bestempeld met het beeld dat hij/zij van een christen heeft.
B. Daarom zeg ik niet alleen dat ik een christen ben, maar als ik de gelegenheid krijg, leg ik het ook uit.
C. Soms vraag ik die persoon of hij weet wat ik ermee bedoel als ik zeg dat ik christen ben. En 10 van de 10 keer hebben zij het fout.
i. Een tijd geleden vertelde ik iemand op mijn werk, dat ik een christen ben en die persoon vroeg mij wat voor soort christen ik ben.
a. Daarmee bedoelde zij of ik traditioneel christen ben of in haar woorden: zo’n radicale wedergeboren christen.
1. Alhoewel zij de term wedergeboren christen gebruikte, wilde ik wel weten wat zij daarmee bedoelde en ik vroeg dus: “Wat bedoel je met ‘wedergeboren christen’?”
(i) Zij legde het in haar woorden uit, maar zij snapte niet waar het om ging, dus kon ik aan haar uitleggen wat de Bijbel bedoelt met het wedergeboren zijn. . .
Als je mensen bij de eerste ontmoeting al meteen laat weten wie je bent, dan weten zij ook waar zij bij jou aan toe zijn. Althans, zij weten in ieder geval dat je anders bent en dit kan je in de toekomst de gelegenheid geven om het Evangelie met hen te delen.
Vers 32 – “Ieder dan die Mij belijden zal voor de mensen, die zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is.”
I. Als ik Jezus Christus voor de mensen zal belijden, als ik ervoor uitkom dat ik een navolger van Jezus ben, dan zal Jezus mij op de dag van het grote oordeel belijden voor God de Vader.
A. Dit betekent dat Jezus, wanneer ik voor God kom te staan tegen God de Vader zal zeggen, dat Hij voor mijn zonden is gestorven en dat ik bij Hem hoor.
i. Jezus zal tegen God de Vader zeggen: “Stan heeft Mij met zijn mond beleden en hij heeft met zijn hart geloofd dat ik de Christus ben; Stan hoort bij mij!”
Vers 32 – “Ieder dan die Mij belijden zal voor de mensen, die zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is.”
Vers 33 – “Maar wie Mij verloochenen zal voor de mensen, die zal Ik ook verloochenen voor Mijn Vader, Die in de hemelen is.”
I. De Bijbel leert ons, dat ieder mens die Jezus Christus bewust verwerpt, het eeuwige leven niet zal ontvangen. Die persoon zal als een onvergeven zondaar de eeuwigheid in gaan en zal voor eeuwig van God gescheiden zijn in een plaats die de Bijbel de hel noemt.
A. Maar Jezus heeft het hier niet per se over deze mensen. Vergeet niet dat Jezus dit zegt in de context van discipelschap.
II. Jezus zegt, dat, wanneer het voor Zijn volgelingen dusdanig moeilijk gemaakt wordt, dat zij moeten kiezen om óf zichzelf te redden óf om Jezus te blijven belijden, en zij Jezus verloochenen, dan zal Jezus hen ook verloochenen voor God de Vader.
A. Tot op de dag van vandaag worden christenen vervolgd en zij worden voor de keus gesteld om óf Jezus en hun geloof te verloochenen waardoor zij vrijuit kunnen gaan óf Jezus te belijden en vervolgens gemarteld en gedood worden.
i. Er is momenteel een Iraanse voorganger die in Iran in de gevangenis zit, die gemarteld wordt, die bedreigd wordt met de doodstraf. Hij heet Saeed.
ii. Als hij Jezus Christus verloochent en het Islamitische geloof weer aanhangt, zal de Iraanse overheid hem laten gaan. Maar zolang hij Jezus Christus belijdt, houden zij hem gevangen en blijven hem martelen.
iii. Dit is nu al zo’n anderhalf jaar gaande. Zijn vrouw en twee jonge kinderen wonen in Boise Idaho en maken deel uit van de Calvary Chapel in Boise.
iv. Zolang Saeed Jezus blijft belijden, zal Jezus Hem voor de Vader belijden, maar op het moment dat Saeed Jezus verloochent om zijn eigen huid te redden, dan zal Jezus hem ook verloochenen voor God de Vader.
III. De meesten van ons zullen dit soort vervolging gelukkig nooit meemaken. Maar ook wij kunnen Jezus Christus verloochenen voor de mensen.
A. Bijvoorbeeld door alleen maar mijn mond te houden over Jezus, verloochen ik Hem!
Als ik om welke reden dan ook mensen niet durf te vertellen dat ik een discipel van Jezus Christus ben, dan verloochen ik Hem al.
i. Het is niet zo, dat als ik een keertje mijn mond houd, dat ik verloren ben, dat Jezus mij ook voor God de Vader zal verloochenen. Want wij hebben allemaal wel eens een moment van afdwaling.
B. Wie in de Bijbel staat er bekend om dat hij Jezus Christus in een moment van afdwaling heeft verloochend? Petrus!
i. Maar, wat gebeurde er met Petrus toen hij Jezus had verloochend? Toen hij besefte wat hij gedaan had, huilde hij bitter!
a. Petrus wist wat hij gedaan had en hij had berouw over zijn zonde. Hij had zich daarvan ook bekeerd. En Jezus had Petrus hersteld.
C. Ook Timotheüs had een tijd van afdwaling. Timotheüs was een jongen man die met Paulus meeging op zijn tweede zendingsrei;, hij was de jonge man die door Paulus aangesteld werd als voorganger van de gemeente in Efeze.
Twee brieven van Paulus aan Timotheüs staan voor eeuwig in de Bijbel. Hij was dus een belangrijke speler in de gemeente van de eerste eeuw.
i. Maar Paulus schrijft in 2 Timotheüs 1:8 – “Schaam u dan niet voor het getuigenis van onze Heere. . .”
a. Timotheüs had een moment of een tijd waarin hij zich voor Jezus schaamde.
1. Hij heeft zich ervan bekeerd en hij is goed terechtgekomen. Maar hij had wel zijn zwakke moment.
Dus, ja, zelfs de beste onder ons zal wel eens een moment van afdwaling ervaren, waarin wij ons zullen schamen voor Jezus, waardoor wij onze mond houden.
Maar, zolang er een duidelijk patroon in je leven is van het bekend staan als een godvruchtige, wedergeboren christen, dan hoef je je er geen zorgen over te maken dat Jezus je voor God de Vader zal verloochenen.
IV. Tot slot gaan wij kijken naar een andere manier van het belijden en verloochenen van Jezus.
Mattheüs 25:31-46
I. In dit stuk leert Jezus ons, dat het belijden van Jezus en het verloochenen van Jezus niet alleen iets is wat wij met onze mond doen, maar het is ook praktisch.
A. Volgende keer maken wij hoofdstuk 10 af, maar niet zonder eerst te gaan kijken hoe wij praktisch de Heere kunnen belijden of verloochenen.
Studie van het Bijbelboek Mattheüs door Stan Marinussen, Calvary Chapel Haarlemmermeer: calvarychapel.nl