Mattheüs 5:13-16 – De invloed van de Christen op aarde
LEES MATTHEUS 5:13-16
I. In vers 1-12, de Zaligsprekingen, leert Jezus Zijn discipelen over het karakter van de christen. Wij kunnen dit zien als een profielschets van de christen.
A. De rasechte christen is iemand die arm van geest is, die treurt over zijn zonden, die zachtmoedig is, die hongert en dorst naar de gerechtigheid, die barmhartig is, die rein van hart is, die een vredestichter is, die vervolgd wordt om de gerechtigheid.
i. Zó, zegt Jezus, ziet de christen eruit!
B. En hier in vers 13-16 leert Jezus Zijn discipelen wáár en op welke wijze de christen, zijn christen zijn tot uiting laat komen.
i. M.a.w. het natuurlijke gevolg van het bezitten van al deze bovennatuurlijke karaktereigenschappen is, dat zij hoe dan ook tot uiting gaan komen.
C. Als je in één woord wil omschrijven waar deze vier verzen over gaan dan is het: “invloed”.
i. Jezus leert ons hier, dat God ervoor gekozen heeft om Zijn invloed op de aarde uit te oefenen d.m.v. Zijn kerk, d.m.v. wederomgeboren, met de Heilige Geest vervulde christenen.
Vers 13 – “U bent het zout van de aarde; maar als het zout zijn smaak verloren heeft, waarmee zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer voor dan om weggeworpen en door de mensen vertrapt te worden.”
I. Ten eerste legt Jezus hier alweer de nadruk op het ‘zijn’. Hij begint hier met: ‘U bent’, oftewel, ‘Jullie zijn’ het zout van de aarde.
A. Nogmaals, als wij zijn zoals de Zaligsprekingen omschrijven, dan kan het niet anders dan dat wij ook zout en licht zijn.
II. Het is hier superbelangrijk, dat wij het zout van de aarde zijn. Het gebied waar wij zout zijn, is hier op aarde, midden in de samenleving, overal waar wij naartoe gaan, overal waar wij dag in en dag uit komen.
A. Kortom, er is geen enkele plek op deze planeet waar wij geen zout zijn, dus ook niet wanneer wij op vakantie gaan!
“U bent het zout van de aarde;…”
III. Het gebruik van zout was voor deze Joodse discipelen in die tijd geen vreemd concept.
A. Volgens Ezra 6:9 werd door de priesters bij het offeren in de tempel zout gebruikt.
B. In 2 Koningen 2 zien wij de profeet Elisa zout gebruiken om het drinkwater te zuiveren.
C. Zout werd gebruikt om smaak te geven aan eten en het werd vooral gebruikt als conserveringsmiddel voor vlees en vis want zij hadden toen geen koel- en vrieskasten.
IV. Zout was in die tijd een zeer kostbaar iets. Romeinse soldaten van die tijd ontvingen hun salarissen zelfs vaak in de vorm van zout; zij kregen in zout uitbetaald.
A. De Romeinen van die tijd vonden dat er naast de zon niets kostbaarder was dan zout.
B. Jezus geeft hiermee aan, dat Zijn discipelen hier op aarde zeer kostbaar zijn. Kostbaar, omdat wij degenen zijn die Gods invloed hier op aarde uitoefenen.
V. Het beeld van het zout dat Jezus hier gebruikt, heeft veel betekenissen. Maar ik geloof, dat het zout van de aarde zijn voornamelijk te maken heeft met het conserveren, het in stand houden van het goede, het juiste, het rechtvaardige hier op aarde.
A. Christenen zoals in de Zaligsprekingen omschreven, hebben nu eenmaal een positieve invloed op de samenleving.
i. Het ziekenhuis is in de moderne wereld een concept dat ooit door christenen is ontstaan. Het Internationale Rode Kruis, de grootste noodhulpverlener in de wereld, is in de 19e eeuw door een christen opgezet. Het YMCA is ook in de 19e eeuw door christenen opgezet.
a. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van de invloed die christenen hebben op de moderne samenleving.
ii. Christenen houden ook het bederven van de moraal tegen en christenen behouden het geestelijke welzijn hier op aarde. Lees 2 Thessalonicenzen 2:1-12.
a. In dit gedeelte spreekt Paulus over de komst van de antichrist.
b. Maar Paulus geeft aan, dat er iets of iemand is die de komst van de antichrist tot op de dag van vandaag weerhoudt.
c. Vers 6-7 – “6En u weet wat hem nu weerhoudt, opdat hij op zijn eigen tijd geopenbaard wordt. 7 Want het geheimenis van de wetteloosheid is al werkzaam. Alleen is er iemand die hem nu weerhoudt, totdat hij uit het midden verdwenen is.”
1. Om het in de Nederlandse taal leesbaar te maken moesten de vertalers persoonlijke en onbepaalde voornaamwoorden zoals “iemand” en “hij” gebruiken.
2. Ik geloof, dat de “iemand” en de “hij” in vers 7 de Gemeente van Jezus Christus is.
(i) De gemeente van Jezus Christus, die gevormd wordt door de christenen zoals omschreven wordt in de Zaligsprekingen, is datgene wat de komst van de antichrist tot op de dag van vandaag weerhoudt.
01 “Alleen is er iemand die hem nu weerhoudt”
(ii) De antichrist kan pas komen, kan pas aan de wereld geopenbaard worden, nadat de Gemeente van Jezus Christus opgenomen wordt.
01 “Alleen is er iemand die hem nu weerhoudt, totdat hij uit het midden verdwenen is.”
B. Als je wil weten hoe de wereld er uit zal gaan zien nadat de Gemeente van Jezus Christus door Jezus opgenomen is en nadat de antichrist geopenbaard is, dan moet je Openbaring 6-19 lezen.
i. Wij vinden, dat de wereld, zoals wij die kennen, nu al goddeloos is. Wat wij nu op aarde meemaken, het terrorisme, de misdaad, de verdorvenheid, de zonde, is niets vergeleken met wat de wereld allemaal te wachten staat.
ii. Want, nadat de Gemeente door Jezus Christus van de wereld weggehaald wordt, op het moment dat de antichrist zijn ware aard zal laten zien, zal hier op aarde de hel losbreken! Nogmaals, lees Openbaring 6-19.
a. Christenen hebben als het zout van de aarde dus een gigantisch grote conserverende invloed op de aarde. Christenen houden tot op de dag van vandaag de komst van de antichrist tegen.
1. En dan is het niet zo, dat wij ons daarop kunnen beroemen. Nee, het is uiteindelijk de Heilige Geest Die in de individuele christenen woont en Die deze invloed uitoefent.
(i) Niet voor niets is mijn lichaam de tempel van de Heilige Geest.
Vers 13 – “U bent het zout van de aarde;…”
VI. Het zout van de aarde zijn is ook erg persoonlijk. Ik ben persoonlijk het zout van de aarde in mijn eigen leefwereld. Overal waar IK kom hetzij thuis, of op m’n werk, of op school, of wanneer ik boodschappen aan het doen ben, of wanneer ik de hond uitlaat, of wanneer ik aan het sporten ben, of wanneer ik achter het stuur van m’n auto zit, of in de bus of trein, enz…
A. Overal waar wij als christenen persoonlijk contact met mensen hebben, zijn wij het zout van de aarde.
B. Mensen moeten ten eerste van ons weten wie wij in Christus zijn, waar wij voor staan, waar wij niet voor staan, enz…
C. Dit kan door persoonlijke gesprekken aan te gaan met mensen, door relaties met mensen aan te gaan. Maar het kan ook door bijvoorbeeld een eenmalige rechtvaardige daad.
i. Stel dat je op de A4 aan het rijden bent en ineens komt het verkeer tot stilstand. Je ziet mensen uit hun auto’s springen, omdat er duizenden eurobiljetten op het wegdek verspreid liggen.
a. Een geldauto is omgekiept en is zijn lading biljetten verloren…
ii. Iedereen om je heen raapt als gekken de biljetten op en stopt alles wat ze kunnen in hun zakken en neemt het mee naar huis.
iii. Jij daarentegen raapt ook zoveel als je kan van de biljetten op, maar jij brengt het geld naar het politiebureau, omdat het jouw geld niet is en het teruggegeven hoort te worden aan de rechtmatige eigenaar.
a. In zo’n moment van het juist handelen ben je het zout van de aarde, want je zult uiteraard de gelegenheid krijgen om hier iets over te kunnen zeggen.
1. Als het zout van de aarde zul je ongetwijgeld laten weten, dat Jezus Christus achter deze rechtvaardige daad zit, én dat Jezus Christus het onrechtvaardige handelen van allen die zichzelf een beetje rijker gemaakt hebben, afkeurt.
(i) Door deze actie, die eigenlijk in een mum van tijd afgerond zou kunnen zijn, heb je wel laten weten waar je voor staat en je hebt laten weten, dat wat de anderen gedaan hebben fout is.
D. Vorige week begon een collega op m’n werk te vloeken en plotseling hield ze haar hand voor haar mond en zei: “Oh, sorry, ik mag niet vloeken hé?”
E. Op een andere lokatie waar ik zo’n zeven jaar gewerkt heb, wisten mijn collega’s wie ik ben en waar ik wel en niet voor sta.
i. Ik werkte daar niet full-time, maar op de dagen dat ik daar was gedroegen zij zich anders. Zij spraken minder over seks en vrouwen. Zij vloekten niet. Zij hielden tot op zekere hoogte rekening met mij.
a. Als het zout van de aarde had ik daar wel degelijk een positieve en conserverende invloed.
b. Het was zelfs zo, dat op de dagen waarop ik werkte, de apparatuur die wij daar gebruikten zelden in storing ging. Het mooie hiervan is, dat dit mijn collega’s opviel.
1. Dit zijn misschien kleine voorbeelden, maar het geeft wel aan, dat wij christenen een positieve en conserverende invloed kunnen hebben op aarde.
Vers 13 – “U bent het zout van de aarde; maar als het zout zijn smaak verloren heeft, waarmee zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer voor dan om weggeworpen en door de mensen vertrapt te worden.”
I. Zuiver zout kan zijn smaak niet kwijt raken, maar in die tijd en in die streek hadden zij te maken met Palestijns zout dat door verdamping werd gewonnen uit de Dode Zee.
A. Het Centrum voor Bijbelonderzoek (CvB) zegt dit: “Dit zout was samengesteld uit verschillende elementen en door ontbinding van de samenstelling werden de onzuivere elementen (zoals gips e.a.) bitter en onbruikbaar. ‘Wegwerpen’: weggooien op straat was (en is) in het Oosten de manier om zich van huisvuil te ontdoen.”
B. In dit geval was het dus wel mogelijk dat zout zijn smaak zou kunnen verliezen waardoor het volkomen waardeloos zou worden.
II. Hier zegt Jezus, dat het zout als het zijn smaak verloren heeft, nutteloos is. In de grondtekst staat hier: Als het zout zijn kracht verliest, of letterlijk: als het zout dwaas wordt.
A. Hiermee geeft Jezus aan, dat het mogelijk is dat christenen hun positieve en conserverende invloed kwijt kunnen raken.
B. Zij kunnen dit kwijtraken door hun kracht te verliezen, door dwaas te worden.
i. Een krachteloze en dwaze christen is niets waard zegt Jezus, want God kan Zijn invloed hier op aarde niet uitoefenen d.m.v. zo’n christen.
Vers 14-15 – “14U bent het licht van de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen zijn. 15En ook steekt men geen lamp aan en zet die onder de korenmaat, maar op de standaard, en hij schijnt voor allen die in het huis zijn.”
I. Nogmaals de nadruk op het zijn. “U bent” oftewel “Jullie zijn” het licht van de wereld.
II. Het doel van het licht is om niet in het verborgene te blijven.
A. Ik merk, dat veel mensen een soort van undercover christen zijn. Zij laten hun collega’s of hun school- en klasgenoten of hun buren niet weten, dat zij christen zijn.
B. Zij delen hun geloof niet met anderen, zij delen het Evangelie niet met ongelovigen, zij willen eigenlijk niet, dat iemand van hen weet, dat zij christen zijn.
i. Jezus zegt hier dus dat dat niet hoort. Wij zijn het licht van de wereld!
Vers 16 – “Laat uw licht zo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken zien en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken.”
I. Wij horen ons licht voor de mensen in de wereld te laten schijnen!
A. De wereld is in duisternis, dus het licht laten schijnen is niet zo moeilijk.
B. Wees gewoon wie je in Christus bent en je zult al een licht zijn in deze duistere wereld.
II. Nogmaals, de bedoeling hiervan is om Gods invloed in de wereld uit te oefenen.
A. Wij behoren onze goede werken, Gods goedheid in ons, aan de wereld waarin wij leven te laten zien. Overal waar wij persoonlijk contact hebben met mensen kunnen wij ons licht laten schijnen.
B. Maar het is niet bedoeld om van mensen te horen te krijgen hoe geestelijk en hoe goed en hoe liefdevol wij zijn. Het uiteindelijke doel van het licht laten schijnen is om God de Vader te verheerlijken.
C. Lees Efeze 5:1-17
Studie van het Bijbelboek Mattheüs door Stan Marinussen, Calvary Chapel Haarlemmermeer: calvarychapel.nl